Vanmorgen hoorde ik onderstaand gedicht op de radio. Bij het horen van de combinatie schaatsen op de Ankeveense plassen en een wak ben ik ineens klaarwakker. Anders dan onze minister-president heb ik er actieve herinneringen aan!
Het wak van Eden
Denk ik het in dan denk ik mij in
de voorbedachte winterdag waarop ik,
spijbelend, in de late ochtendschemering,
een onbeschaatste, mensverlaten wijde
Ankeveense Plas beging waarin mij wachtte
steeds hetzelfde en mij toegedachte wak.
Denk ik het in dan denk ik mij in
dit wak totdat het zingen gaat van zonk,
het zingt zich naar mijn oor een wak
en wordt niet waar ik nog naar snak, maar
wat ik hoor, een stem, een klank, een klacht.
Willem Jan Otten
Uit "Eindaugustuswind" uit 1998
Uit "Eindaugustuswind" uit 1998
Geen opmerkingen:
Een reactie posten