Na afgelopen vrijdag de Bert Grotenhuis Bokaal op de Haarlemse IJsbaan met 503 rondjes succesvol te hebben afgerond, zou ik vanmorgen weer de eerste schreden op het ijs gaan maken. Dat zou ik doen op de ijsvloer van IJshal De Vliet, waar ik voor de Schaatsschool de beginnersgroep les zou geven.
Met een minimumtemperatuur van ruim 10 graden was de fietsrit niet bepaald koud te noemen. De benen kon ik lekker losrijden tijdens de fietsrit. Desondanks voelde de bovenbenen vrij zwaar aan bij het eerste rondje op de 250-meterbaan. Met zulke benen had ik vrijdag geen Alternatieve Elfstedentocht kunnen volbrengen.
Er was een paar schaatsers op de beginnersgroep afgekomen, zodat ik veel individuele aandacht kon geven. De nadruk lag op het boven het standbeen komen en de zijwaartse afzet. Voor deze trainer hield dat in, dat hij zich niet bovenmatig hoefde in te spannen en de schaatsles een prima hersteltraining werd.
Bij de koffie en thee hadden we het over de fatbikes, die de fietspaden af en toe gevaarlijk maken. Het zoveelste voorbeeld van falend overheidsbeleid.
In alles is het een brommer geworden. Waarom niet meteen een helmplicht ingevoerd, een minimumleeftijd van 16 jaar en een brommerrijbewijs verplicht gesteld? Nu wordt je als argeloze fietser soms verrast door kinderen, die een fatbike niet kunnen mannen. Een brommer hoorde je tenminste aankomen!
Op weg naar huis fietste ik naar Leiden-Noord, waar ik de bestelde steunkousen voor mijn vrouw haalde. Ja, dat krijg je ervan, als je met mij getrouwd bent. Dan kun je wel wat steun gebruiken....
Na thuis samen geluncht te hebben, fietste mijn vrouw naar de volkstuin, terwijl ik de 2 paar buitenijzers, die ik meegenomen had naar Haarlem, sleep. Toen deze weer scherp waren, fietste ik ook naar de volkstuin, waar Ada en ik samen thee dronken.
Thuis gekomen op deze lekkere lentedag gaf de kilometerteller aan, dat ik vandaag 32 kilometer had gefietst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten