We beleefden vandaag een koude start van de dag met ruim 4 graden vorst aan de grond.
Dit betekende een onbewolkte lucht en weinig wind. Hetgeen klopte.
We fietsten naar de begraafplaats toe, waar we alles klaar zetten voor het gebruik in de uitvaartdienst. Daarna gingen we naar het huis, waar mijn schoonvader opgebaard lag. In een stoet wandelden we achter de baar aan naar het kerkhof.
Cees was geboren op 11 februari 1929 aan de vooravond van de tot 1963 zwaarste Elfstedentocht als oudste zoon van een gezin van 10 kinderen. Na de MULO in de Tweede Wereldoorlog ging hij werken en deed daarbij de avond-HTS.
Voor zijn werk ging hij veel naar het buitenland. Hij zat in India, toen Ada te vroeg geboren werd. Zijn baas hield het telegram van de geboorte achter. Zo kon hij zijn dochter pas na een maand in de armen sluiten.
Ik leerde hem eind 1980 kennen. Hij bleek in Krimpen aan den IJssel de Openbare Bibliotheek opgericht te hebben en was voorzitter van het bestuur. Met de boekenliefde zat het wel goed.
Hij was een aimabele man met een luisterend oor, maar als hij eenmaal op zijn praatstoel zat, dan was hij een boeiend verteller. Daarnaast kon hij redelijk goed mondharmonica spelen.
Dankzij hem heb ik een vrouw met een gouden hart als levenspartner.
De liefde voor planten en tuinieren kreeg ze met de paplepel ingegoten.
Toen hij op 53-jarige leeftijd een hartinfarct kreeg, konden we niet bevroeden, dat hij 95 jaar zou worden en dat hij, na in 1960 weduwnaar te zijn geworden, vorig jaar zijn 60-jarig huwelijksfeest kon vieren.
De laatste jaren kreeg hij te maken met het door Kees van Kooten bedachte woord, dat hierop volledig van toepassing was: "Levensnevel".
Het geheugen ging achteruit, maar het gemoedelijke karakter bleef tot het laatst fier overeind.
In het lentezonnetje brachten we deze onverstoorbare gemoedelijke man naar zijn laatste rustplaats. Ik had een geweldige schoonvader en zal met veel plezier aan deze milde man terugdenken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten