De dag begon uitermate vroeg. Om kwart voor 5 werd onze jongste kleinzoon wakker en daar we zijn broer zijn nachtrust gunden, namen we de driejarige tussen ons in. Voor zijn doen hield hij zich erg rustig, maar telkens als je wegdommelde kreeg je een por. Ik hield me maar vast aan de spreuk van mijn moeder: "Al slaap je niet, je rust toch!'
Om 7 uur stapten we uit bed na deze rustige nacht. We ontbeten met zijn vieren, waarna ik om kwart over 8 naar IJshal De Vliet fietste. Daar was het bij binnenkomst al behoorlijk druk. Het was de opmaat van een drukke schaatsles. In totaal zouden er 80 kinderen afkomen op de schaatsinstuif. Aad Kleijweg en ik namen 22 van hen onder onze hoede op de funbaan.
Na het inrijden begonnen we met een korte warming-up met 5 kniebuigingen, een virtuele halter optillen en de molenwieken, waarna we in de basishouding begonnen aan de les.
Soms moet je iets compleet fout doen om inzicht te krijgen, dat het echt anders moet. Wij begonnen met een stukje hardlopen. Je beweegt veel, maar komt nauwelijks vooruit. Wandelen gaat beter. Je zet je voet neer en glijdt door. Nog beter gaat het met de clownsstap.
Een clown heeft immers grote schoenen en tilt zijn been hoog op. Zo landt hij op zijn hak, waardoor je veel beter glijdt.
Hetzelfde geldt voor de reus, die hetzelfde doet met zijn zevenmijlslaarzen. Deze komt neer met een duidelijk hoorbare stamp.
Toen het landen op de hak er goed inzat, gingen we steeds langer in de schaatshouding zitten, maar wel met druk op de hiel.
Er volgde een intermezzo op de fiets. De hoge bi liet ik maar achterwege. We begonnen met de trapbeweging op een gewone fiets. Daarna bootsten we de pedaalslag na op een gewone fiets, een mountainbike, waarop je dieper zit en tot besluit de racefiets, waarop je in de juiste schaatshouding zit.
Van de fiets stapten we over op de lange latten. We begonnen met langlaufen, waarna we vaart maakten en tweebenig langs de lange rechte lijnen op het ijs gleden.
Vervolgens gingen we schansspringen. Bij alle dwarse lijnen sprongen we over deze lijn heen en gleden door, op naar de volgende sprong. Aansluitend gingen we langs de lijnen in de lengterichting slalommen. Dit was de opmaat naar de reuzenslalom.
Deze voerden we gezamenlijk uit, zodat we in polonaise over de funbaan slingerden. We hielden elkaar vast en deden "De boom wordt hoe langer hoe dikker".
We sloten de leuke les met tweelingtikkerje, waarbij de zevenmijlslaarzen en de reuzenslalom meermaals tevoorschijn kwamen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten