Voordat ik vanmiddag naar IJshal De Vliet fietste, was er enig appverkeer. Eén van onze trainers had zich ziek gemeld en er werd naarstig gezocht naar een vervanger. Indien dit niet gelukt zou zijn, dan was mijn beginnersgroep eenmalig met 8 jonge schaatsers uitgebreid. Dat was gelukkig niet nodig, daar Jan van Dijk de rol van reddende engel op zich nam.
Zo kon ik me concentreren op mijn eigen groep. Daar ik praktisch ben ingesteld, had ik hetzelfde thema als gisteren: glijden. Toch was de les geen kloon ervan. Daar iedere groep anders is, zitten er variaties in de schaatsles. Je moet goed kijken, bij welke oefeningen de kinderen de meeste baat hebben en deze gebruiken.
Het begint allemaal met de goede basishouding met de druk op de hak van de schaats. Dit herhaalden we een aantal rondjes. Daarna kwam de afzet erbij met tweebenig glijden. Toen dit goed ging tilden we een been op en lieten deze hangen. We reden als ooievaar een paar rondjes.
Een ooievaar is een vogel, dus we vlogen omhoog en omlaag. De ene pilaar zakten we in, de volgende reden we bijna rechtop. We gingen een rondje eieren leggen: door de knieën dus. De volgende ronde raapten we deze eieren op.
Deze eieren gingen we uitbroeden: de valoefening.
Nu kwam er uit het ei een pinguïn.
We gingen schaatsen als een pinguïn. Kleine streken voorwaarts en dan glijden. Van hieruit kon ik het begin van het terugsturen goed uitleggen. Essentieel daarbij is, dat je boven je standbeen komt met de druk achterop je voet. Beetje bij beetje zag je hoe de kinderen het oppikten. De slotoefening was om een ander kind, dat een boekje las op de w.c. te duwen, waarbij je met deze persoon als steun, mooi kon terugsturen.
Dat sturen lukte geweldig. Daar de dweilmachine het ijs op kwam, moest ik de kinderen van het ijs af sturen....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten