woensdag 13 januari 2010

Een monnikenleven


Deze week leid ik een waar monnikenleven. In een klooster is er een vast ritme van allerlei rituelen op vaste tijden. Bij mij is dat nu ook het geval. Iedere dag sta ik om 7 uur op. Ik ontbijt samen met Ada, die daarna naar haar werk gaat. Ik zet dan de computer aan om te kijken op weersites zoals www.weerbericht.nu , www.weerwoord.be en www.knmi.nl.
Verder kijk ik nog even op www.schaatsforum.nl en het winterbulletin van cees van zwieten en controleer ik, of er nog mailtjes zijn.
De volgende gang is naar de bakker voor 6 krentenbollen om vervolgens door te gaan naar de afgesproken plek om op natuurijs te gaan schaatsen. Aanvankelijk was dit de IJshal aan de Vondellaan, vanaf zondag gaan we rechtstreeks naar Watersportvereniging "Vennemeer", waar we om 10 uur verzamelen. Binnen is er koffie en warme chocolademelk, terwijl wij onze schaats(schoenen) aan trekken.
Vervolgens gaan we met een groep van een man of 10 een uur of 2 schaatsen. Vandaag was dat richting Kaagsociëteit, waarna we over het Norremeer overstaken naar Kaageiland. Het ijs was hier van beroerde kwaliteit. De sneeuwduinen waren vastgevroren aan het ijs, dus de ene duikeling volgde op de andere. Vooral Richard Dieke was een specialist in de valbeweging.
Bij Kaageiland kwamen we op geveegde banen. Een verademing.

Na 2 km ploeteren konden we ineens weer gewoon schaatsen. Via de Kever reden we naar Rijpwetering. Daar kreeg Wim van Huis een telefoontje van Thomas Schoots, dat er een baan van 10 km was geveegd op de Wijde Aa.


Op de Koppoel, waar schaatswedstrijden werden gehouden voor de schoooljeugd, overlegden we even, wat we zouden doen.





Uiteindelijk besloten we een rondje op de Kaag te schaatsen via de Kever.
Ik reed op kop en volgde de net geveegde baan. Deze ging via de Kleipoel naar de Huigsloterdijk. Na het pontje gepasseerd te hebben ontdekten we, dat we nog maar met zijn achten waren. We misten Bauke Dooper. Aanvankelijk wachtten we op hem.

Daarna reden we de 500 meter naar de laatste kluunplek terug, maar geen spoor van Bauke. We besloten via de Ringvaart naar de Kever te rijden in de hoop hem daar aan te treffen. Bij het eerste veerpont zagen we hem. Hij kwam vanaf de Kever ons tegemoet gereden. "Afspraak is afspraak" zei deze rechtlijnige Fries. De afspraak was inderdaad om via de Kever te gaan en daar ik op kop reed, trok ik, om in kloostertermen te blijven, het boetekleed maar aan.
Bovendien: ik kan van mezelf een hoop beweren, maar niet dat ik zelf altijd zo volgzaam ben. Uit dit voorval blijkt maar weer: ondanks alle gezelligheid is en blijft schaatsen in wezen toch een individuele sport.
We schaatsten via de Ringvaart over spiegelglad zwart ijs naar Kaageiland, waar we omheen reden met de wind in de rug. Richard had de smaak van buikschuivers in de sneeuw te pakken, want binnen een minuut deed hij het 2 keer in volle vaart. Het zal je hobby maar zijn....
Bij Kaageiland ging Richard met Jan en Michel Versteegen naar het Vennemeer terug via dezelfde route als vanmorgen.

De rest van de groep koos ervoor om via Rijpwetering te rijden. Daar namen we de Zomervaart om via Zevenhuizen naar het Vennemeer te schaatsen. Het ijs was hier matig, maar wel veel beter dan op het Norremeer.
Nu wordt monniken altijd voorgehouden: "Doe wel en zie niet om!" Dat laatste deed ik wel, om te kijken, of iedereen er nog was. Dat had ik beter niet kunnen doen. Ik reed pardoes tegen een meerpaal aan. Ik kan u verzekeren: deze palen geven niet mee. Ik maakte dan ook een flinke smak op het ijs. Dat zullen wel wat blauwe plekken worden.
Het volgende ritueel: warme chocolademelk en eventueel koffie drinken in de kantine van Vennemeer. Ondertussen eten we wat brood of krentenbollen. Frans van Rijn, Richard, Jan, Michel en Wim gingen ons verlaten, een kleine groep ging nog een rondje schaatsen. Ik trok er met René Strelzyn en Bauke op uit. Jos Drabbels wachtte op Kees Olsthoorn en Bart Gerritsen, met wie hij voor de middag had afgesproken. We zouden dit trio later in de middag bij de brug van Hoogmade tegenkomen.
We reden naar Hoogmade en vandaar naar de Wijde Aa. Hier was inderdaad een baan geveegd van 10 km. Dit met het oog op een 200 kilometerwedstrijd. Wij hadden al snel in de gaten: dat wordt een slijtageslag. Het ijs is ribbelig en glijdt niet lekker. Af en toe zitten er hobbels in op plekken waar je ze niet verwacht. Het peloton zal ongetwijfeld regelmatig breken door valpartijen. Kortom, het zal een mooie wedstrijd gaan worden.
Maar om hier als toerrijder een hele dag te gaan schaatsen lijkt me niet zo'n geslaagd idee, hoe mooi het ook is op de Wijde Aa. Eén rondje op het kasseienijs is leuk, maar dan is het ook genoeg. Het ijs op de Kagerplassen en de Ringvaart is veel beter! Op de terugweg kwamen we Joris Raven tegen, die samen met een vriend ook een alternatieve Molentocht reed. 's Avonds bleek uit een mailtje, hoe alternatief: "Dag Bert, mocht de Kaag je nog niet de keel uithangen, vermijd morgen dan absoluut de oostkant (eilandzijde) van de westpassage van Norremeer richting Kaagsocieteit. Mijn gezelschap zakte er door het ijs - bijna kopje onder, maar met goede afloop - terwijl daar verse sporen liepen!"
Een schip op het strand, een baken in zee. Ook al namen we de westkant van het Norremeer, we zijn gewaarschuwd. Zeker omdat het ijs op het Norremeer van erbarmelijke kwaliteit was. Mijden dus.
Om een uur of 3 waren we in een sneeuwbui op deze "dooidag" waarop het bleef vriezen weer terug bij het Vennemeer, waar we nog een warme chocomel dronken. Aan de tafel naast ons zaten een paar leden van de IJsclub Oud-Ade. Het ijs op de Kaag was 11 cm. Dit was 1 cm te kort om morgen een Molentocht te mogen organiseren van de KNSB. Misschien wordt het nu vrijdag.
We betaalden en gingen naar huis. Hier volgde het volgende dagelijkse ritueel: de computer aanzetten, kijken op weersites en op schaatsforum, het weblog bijwerken en een mailtje naar de droogtrainingsgroep en de krasse knarren verzenden voor de afspraak van morgen. Deze is vrij makkelijk: morgen weer zelfde tijd en zelfde plaats.
De rest van de dagen verloopt ook volgens een vast patroon: om een uur of half 7 eten, dan een huishoudelijke taak verrichten zoals bijvoorbeeld de afwas doen. Vervolgens slijp ik 's avonds de schaatsen, lees ik als goed bibliothecaris nog wat en kijk ik 's avonds nog een keer op internet op de in dit blog genoemde sites.
Om een uur of 11 lig ik in bed, waar ik na een hele dag in de frisse winterlucht slaap als een blok.
Kortom, in dit monnikenleven betracht ik de 3 R's: Rust, Reinheid en Regelmaat. Rust spreekt voor zich. Als je de hele dag aktief bent, moet je er voor zorgen, dat je voldoende nachtrust pakt. Je verzorgt je lichaam goed: iedere dag een lekkere douche en wondjes, blauwe plekken en pijnlijke spieren goed verzorgen. De regelmaat blijkt wel uit dit verhaal met dagelijks terugkerende rituelen.
En hoe eindigt zo een dag in een monnikenleven?

1 opmerking:

  1. Wat een mooi leven he Bert, geniet ervan zolang er nog ijs ligt.

    Groeten,
    Jeffrey
    Zoeterwoude

    BeantwoordenVerwijderen