zondag 30 januari 2011

Andries Kramer

Eén van de weinige dingen, waar ik me in dit leven nog niet aan bezondigd had, was een heuse sprinttraining. Maar ja, als je iets doet, dan kun je het beter meteen goed doen.
De sprinttraining werd dan ook gegeven door Andries Kramer, voormalig Nederlands kampioen op de 500 meter en meervoudig kampioen op de kortebaan.
Deze training was één van de drie trainingen, die we kregen in het "krasse knarren kamp" van de IJVL. Een 30-tal leden en introducees van de IJVL vertrok zaterdagmorgen naar Heerenveen, waar we 's middags in 3 groepen verdeeld werden voor een weekeinde techniektraining.
Om kwart over 10 werd ik opgehaald door Jaap de Gorter. Samen met Annerieke van der Beek en Mijke Hartendorp reden we naar Thialf. Vanaf Leiden Lammenschans had ik in het zonnige vriesweer het stuur in handen. Na een lunchpauze mochten we om half 2 het spiegelgladde ijs van dit Schaatsmekka op. Wat een genot is het om lange slagen te maken op deze ijsvloer.
Andries Kramer liet ons veel rondjes rustig rijden, maar af en toe moesten we "knallen". Bij schaatstrainers is het een bekend gegeven, dat fouten in de techniek op 2 momenten duidelijk naar voren komen: als je heel hard rijdt, of juist als je heel zacht rijdt. Wij deden nu het eerste, vaak als 100, 200 of 300 meter voluit.
En ja, dat viel best wel tegen! Vooral je coördinatie is volledig zoek.
Een oefening, die zeer goed is en ik iedereen van harte kan aanbevelen, is deze: je moet diep gaan zitten en dan een meter of 20 glijden. Al glijdend sprint je dan weg. Het grote voordeel is, dat je op deze manier veel dieper blijft zitten, dan wanneer je je snelheid gaar verhogen en dan pas dieper gaat zitten.

Het tweede deel van de les stond in het teken van de start. De houding van de startende schaatser is zeer bepalend, hoe snel je uit de startblokken komt. De meesten hebben hun gewicht te veel naar achteren, waardoor je eerst je gewicht naar voren moet verplaatsen voor je eerste slag. Nog voor je over de startstreep bent, heb je al een paar tienden van een seconde verloren.


We mochten allemaal 2 keer starten, eerst een keer alleen, daarna in duostart.
Al met al vond zelfs deze stayer de sprinttraining erg leuk. Andries Kramer heeft absoluut pedagogische kwaliteiten. Hij kon prima overbrengen, wat hij bedoelde. En als je hem de start voor zag doen, dan wist je meteen, waarom hij Nederlands sprintkampioen geworden is.
Sprinters nemen tussendoor zeer veel rust. Wij niet. Na de sprinttraining hadden we nog 20 minuten. In een treintje met o.a. Jacqueline Zwetsloot, Willem van Vliet, Mijke Hartendorp en deze diesel reden we 27 rondjes binnen de 19 minuten. Zo'n snelle 10 km had ik nog nooit gereden.
U ziet het, de sprinttraining wierp meteen zijn vruchten af!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten