zondag 14 januari 2018

Flevonice

Gisteren ontving ik een mailtje van Willem van Vliet met de vraag, of ik vandaag mee wilde naar Flevonice. Daar hoefde ik niet lang over na te denken. Per kerende post antwoordde ik, dat ik mee wilde.
Zodoende fietste ik om 20 voor 9 naar de Vondellaan, waar ik mijn fiets bij de Leidse IJshal vastzette aan een rek. Buiten zag ik Willem niet, binnen evenmin. Wel veel andere bekenden, die hun rondjes rondreden op het gladde kunstijs..
Om 9 uur kwam Willem aangereden met Wim Slootweg en Luciënne in de auto. Ik had geluk gehad, dat ik "allen beantwoorden" had aangeklikt, want bij Willem was ik in de spam terecht gekomen.
Gelukkig, want anders was met rechtstreeks naar Biddinghuizen gereden en was ik een heerlijke schaatsdag in de buitenlucht misgelopen. Bij aankomst om kwart over 10 was het al behoorlijk druk. We spraken af om om 1 uur te gaan eten in de kantine. Tot die tijd kon eenieder in eigen tempo zijn of haar rondjes rijden.
Ik begon gelijk met Willem aan de eerste ronde van 2,5 kilometer. Het tempo lag net iets te veel uit elkaar. Na de eerste ronde lag ik op 100 meter achterstand. Dat lijkt weinig, maar het is voldoende om jezelf op te blazen als je probeert om dat gat dicht te rijden.
Er reden diverse pelotons langs, maar daarbij gold hetzelfde: voor het rijden van een langere afstand ging het net te hard voor het mooie. Ik deed dus waar ik goed in ben: stoïcijns mijn eigen tempo rijden!
Na een rondje of 5 kwam ik Walter Boon en Dirk Zwitser met zijn dochter Maartje rijden. Uiteraard temporiseerde ik even. Schaatsen is immers ook een gezellige sport, waarbij je af en toe een praatje maakt met schaatsvrienden. Dat deed ik ook na 14 rondjes. Ik begon dorst te krijgen na 35 kilometer op het werkijs. Daar zag ik Willem van der Laan, de auteur van "Spoordood".
Ik reed nog 5 rondjes door, zodat ik me om 1 uur met 19 rondjes op de teller naar de kantine begaf. Die 12,5 kilometer waren trouwens heerlijk om te rijden. De zon was eindelijk door de wolken gebroken. We konden dus genieten van de winterzon.
In de kantine nam ik een warme chocolademelk en een kop erwtensoep met roggebrood en spek. Ook al is deze winter tot nu toe weinig winters, schaatsen is en blijft een wintersport.
Edwin Minnee kwam ook binnen. Hij was klaar voor vandaag. Hij had er 85 kilometer op zitten.
Om kwart voor 2 klikte ik mijn ijzers weer onder de Salomons, maar wel onder de andere schoen. Zo begon ik weer met scherpe binnenkanten.
De eerste 2 rondjes moest ik weer op gang komen, maar daarna ging het weer lekker. Ik haalde Walter Boon in, die aangaf, wat schaatsen op een gedweilde baan iets heel anders is dan schaatsen op natuurijs, waarmee het ijs van Flevonice het beste mee te vergelijken is. Ik kon dat volmondig beamen. Op zulk ijs heb je gewoon een andere slag nodig. Ook de ouderwetse prikslag moet je beheersen!
Terwijl ik mijn rondjes reed haalde ik in mijn eentje een paar schaatsers in, die tegen elkaar zeiden: "Die Hollanders zijn allemaal stronteigenwijs!"
Dat ze dat zeggen is tot daar aan toe, maar om dat te doen op het moment, dat er een Hollander langs schaatst die juist niet eigenwijs is....
Met nog ruim 3 ronden te gaan om de 80 kilometer vol te maken haalde ik Luciënne in. Ik nam haar op sleeptouw en in een gelijkmatig tempo reden we op de nog steeds drukke 3 kilometerbaan. Vlak langs ons reden mountainbikers, die het parcours van de wintertriatlon aan het testen waren. Om 4 uur moest iedereen van het ijs af zijn voor dit evenement.
Een half uur eerder verlieten we het ijs. In de kantine dronken we een Texels bockbier als afsluiting van een leuke schaatsdag op Flevonice.
De terugreis duurde 3 kwartier langer dan gepland. Een auto-ongeluk zorgde voor een file. Stapvoets kwamen we dichter bij de flessenhals. Toen we die eindelijk gepasseerd waren, konden we probleemloos naar de Leidse IJshal rijden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten