Een paar weken geleden stond in Trouw een zeer lezenswaardig artikel over de opstandige pastoor Ed Miedema. Dit naar aanleiding van de sloop van de Michaëlkerk in Schaesberg.
In de katholieke kerk was hij in de jaren '50 als kapelaan zijn tijd al vooruit. Toen hij in 1961 eindelijk pastoor werd in het Limburgse Schaesberg zette hij voor het Tweede Vaticaanse Concilie vernieuwingen in gang. Dwars tegen de strakke hiërarchie van de Rooms-Katholieke kerk in. Wie mij een beetje kent, weet dat ik zulke dwarsliggers wel kan waarderen.
Dankzij Ed Miedema ontstond in de jaren '60 zoveel reuring in aardig wat parochies in Nederland, dat er beatmissen konden ontstaan. Zo ook in Nieuw-Vennep, waar in oktober 1971 "Oktopus" werd opgericht. Vrij snel daarna werd ik lid van dit jongerenkoor.
Het waren mijn eerste stappen op het muziekgebied, waarin we zoals gebruikelijk bekende popliederen met aangepaste Nederlandstalige teksten zongen, zoals bijvoorbeeld "House of the Rising Sun" van "The Animals".
Maar voor alles was het een vriendengroep. Bij de repetities onder leiding Joop Beenakker, nou ja, leiding, was het een enigszins georganiseerde chaos, waarbij niet alleen de liederen geoefend werden, maar vooral ook de lachspieren.
Muzikaal gezien waren we geen hoogvliegers, maar het enthousiasme spatte er vanaf tijdens de optredens. Daar de katholieke kerk in die tijd op zaterdag een avondmis had ingevoerd, was dit voor ons heel praktisch. Na de mis gingen we met zijn allen naar een boerderij aan de IJweg, waar we eens per maand een schuurfeest hadden. De laatsten gingen wel eens met het ochtendgloren naar huis.
Of we gingen met een grote groep naar "De Hobbit", waar we ook tot in de kleine uurtjes doorfeestten.
Nu zongen we niet alleen in kerken. Eenmaal werden we uitgenodigd om een jaarvergadering van de Katholieke Kappersbond, die had je nog in die jaren, van een muzikale omlijsting te voorzien. Na het laatste lied werd de penningmeester naar voren geroepen om de geldelijke bijdrage in ontvangst te nemen. Het hele koor lag in een deuk van het lachen. Met haar tot halverwege mijn rug stapte ik naar voren....
Maar zoals gezegd, het waren mijn eerste stappen op de toonladder, die een flinke impuls kreeg, toen ik in 1975 meeging met de "Equipe Liturgique" naar Boissy-sous-St.Ion. Ineens moesten er onder leiding van Cees Thissen veel vierstemmige liederen gezongen worden. Tijdens deze week ontstond "Schelvispekel".
We gingen met deze folkgroep zowaar serieus oefenen....
Doch tijdens de repetities en de uitvoeringen stond het plezier toch voorop. Met veel humor wisten we de slordigheidsfoutjes te compenseren.
Na de verhuizing naar Leiden heb ik samen Ada met diverse koorprojecten van "Projecta Musica" meegezongen en met de vrienden van "Schelvispekel" meegedaan met de Leidse Scratchdagen.
In het najaar kan ik bogen op 50 jaar koorervaring. Ik hoop, dat we na de coronacrisis de draad weer snel op kunnen pakken, want dit is hetgeen ik het meest gemist heb de afgelopen anderhalf jaar: samen met vrienden kunnen zingen!!!!
Prachtig verslag van een muzikale ontwikkeling en groeiende muziekinteresse. Fijn dat het Oktopuskoor een goede opstap is geweest. Zingend geloven dat de vrienden zang draad weer wordt opgepakt.
BeantwoordenVerwijderen