's Nachts twee keer wakker van hevige onweersbuien. Het ging zo erg tekeer, dat het inregende op onze slaapkamer. Ada haalde de spullen uit de hoek weg en met een dweil, een badhanddoek en een emmer zorgde ze er voor, dat net niet te nat werd op de vloer. Midden in de nacht dacht ik: "Wat boffen we, dat deze bui niet overdag valt!"
De slaap kwam beide keren weer terug, zodat ik toch nog uitgerust naar Carl Flaman kon fietsen om twee krentenbollen en een energiedrank klaar te zetten voor de tweede ronde. Daarna pedalleerde ik naar Jaap de Gorter om bij zijn huis vandaan naar het startvak in de Breestraat te wandelen. In het startvak kwamen we Peter Zwart tegen, de neef van mijn vriend Tim de Beer, waar ik Peter bij feesten altijd tegen kom. Voor zowel Peter als mij was het de 7e marathon. Maar hoe je het ook wendt of keert, en hoe goed je ook getraind bent, een marathon blijft een lang end.
Om half 11 werd het Wilhelmus gezongen. Dat was volstrekt niet nodig, want Neerlands bekendste marathonloper, Willem-Alexander van Buren, was niet aanwezig. Hij mocht niet van zijn jarige vrouw.
Daarna klonk het startschot en in druilerig regentje konden wij beginnen aan de eerste ronde van 21,1 km.
Ik had me er op ingesteld om met de pacers van 4 uur te gaan lopen, maar de pacers waren in geen velden of wegen te bekennen. Kennelijk waren we te ver naar voren in het startvak.
Maar ieder nadeel heb zijn voordeel. Je kwam zo al snel in je ritme. Op de Vrouwenweg hoorde ik bij het 3-kilometerpunt een vrouw zeggen: 5.17 over deze km. Er was dus sprake van een voortvarende start. Het was inmiddels weer droog. In Zoeterwoude zag ik Wil Verbeij als supporter staan. De eerste 5 km ging in 27 minuten.
We boften met de wind. Er stond een oostenwind, zodat je in de kale polder richting Vlietlanden de wind in de rug had. Je kon dus lekker doorlopen. Tot mijn stomme verbazing liep ik in Voorschoten vlak achter de pacers van 1.50 op de halve marathon. Ietsje temporiseren kon dus geen kwaad.
Bij de molen in de Stevenshof, na 15 km, stond een dochter met 2 krentenbollen. Ik nam er eentje en liep richting Jacob Catslaan, waar het altijd feest is. Vlak voor de Morspoort werd ik bijgehaald door de pacers van 3.45. Ik lag dus duidelijk voor op het schema. In 1.54.00 bruto tijd had ik de eerte halve marathon volbracht.
Het werd meteen een stuk rustiger. Ik liep tot de Vrouwenweg met de pacers mee. Eén van hen had een paar keer in Engeland bijzondere wedstrijden in de vrije natuur gelopen. Een stuk van het Coast-path over de klippen, met de zee 60 meter onder je en op de terugweg over een public footpath door de weilanden, waarbij je over allerlei hekjes moest klimmen.
Verder had hij in het Peak-district meegedaan aan een wedstrijd fell-running. Over rotsen en onverharde wegen. Toen hij daar aankwam, moesten de Britten lachen om zijn hardloopschoenen. De Engelsen hadden een soort noppen onder hun schoenen. Bergop kon onze pacer nog wel meekomen, maar in de afdaling werd hij op minuten gezet.
Dat werd ik ook, toen ik bij Carl Flaman een krentenbol en de energiedrank tot mij nam. Er viel meteen een gat van 100 meter en dat loop je echt niet meer dicht. Langzaam maar zeker zag je het gat groter worden.
Desondanks had ik een prima tijd op de 30 km: 2.45. Ik mocht over de laatste 12 km een uur en een kwartier doen. Dat is prima te doen, alleen moeten de bovenbenen en de kuiten dan mee willen werken, en dat was steeds minder het geval. Maar als je aan een marathon begint, dan weet je, dat je gewoon moet blijven doorlopen.
Op 33 kilometer stond Ada met 2 krentenbollen op me te wachten. Meer dan een halve kreeg ik niet weggewerkt. Bij iedere drinkpost, ook op die van 36 km, waar PvdA-raadslid Henny Keereweer me hielp, nam ik vocht tot me. De temperatuur van zo'n 16 graden was heerlijk om te lopen, maar de souplesse was er wel uit. Het was behoorlijk afzien.
In de Stevenshof kwam ik Jos Drabbels nog tegen, terwijl ik vlak voor ik door de pacers van 4 uur ingehaald zou worden in het Morskwartier een vrouw hoorde roepen: "Dat is de man van de ijsbaan". En dan weet je meteen weer, waarvoor je loopt af te zien op de marathon: voor het schaatsen!
Op de Jacob Catslaan moest ik de pacers laten gaan, maar toen ik op de klok bij het 41-kilometerpunt zag, dat ik op 3.55 zat, heb ik nog even alles op alles gezet om in de laatste 1,2 km te proberen, onder de 4 uur te komen.
Met een brutotijd van 4.01.01 zou het er om spannen. Uiteindelijk kwam ik als 152e uit op 4.00.06! Ik was 7 seconden te langzaam om onder de 4 uur te duiken! Denk nu niet, dat ik hierover ga sippen. Vooraf had ik voor deze tijd getekend!
Peter Zwart had een nettotijd van 3.38.22. Klasse!
Na de finish kwam ik mijn collega Vera van Duijn tegen, terwijl ik met Jaap de Gorter, die de halve marathon volbracht had in 1.45.45, en Juul Mentink mee wandelde naar hun huis om met een paar biertjes de vochtbalans weer in orde te brengen.
De komende dagen zal "de man van de ijsbaan" traplopen niet fijn vinden....
Dat is een waar woord, de marathon blijft een flink endje lopen. Gelukkig had ik niet zoveel last van de regen als jullie 's nachts, hooguit kletterde het wat op de vensterbank. De meeste regen die ik heb gevoeld was tijdens de wandeling van het NS station naar de Pieterskerk. Mijn spullen kon ik kwijt bij mijn neef Joris in de Vrouwenkerkkoorstraat en toen ik daar naar buiten stapte en ging inlopen in het startvak was het droog! Tijdens het Wilhelmus voelden we weer wat regen, daarna ben ik mij niet meer bewust geweest van regen. Leuk dat ik jullie daar in het startvak tegenkwam. Ook ik zocht naar pacers, maar heb ze niet gezien. De eerste ronde ging best lekker, ik zag mijn zus en zwager en hun dochter, iets na de doorkomst halverwege, pakte een flesje aan en at een stuk reep. Een paar honderd meter verder bedacht ik dat ik wel een gel kon nemen, maar doordat ik die niet 1,2,3, naar binnenkreeg stond ik even stil en vreemd genoeg voelde ik mijn bovenbenen en dat zo vroeg in de wedstrijd, eigenaardig. Een km verder ben ik toen maar even gaan rekken, een Duitse jongen vroeg of het goed ging. En ik antwoordde in onze eigen taal, aangezien ik aan 1 kant doof ben geworden, had ik dat niet in de gaten. ach ja, later hebben we elkaar nog even viel Erfolg gewünscht. Een tijd lang ging het weer goed, maar het voelde toch zwaarder aan, dan ik verwacht had. Mij laatste marathon dateert alweer van 4 jaar geleden. Dus werd mij weer duidelijk wat het ook weer was, een marathon. want ja lange duurlopen gaan soms lekker, maar dit is toch andere koek. Af en toe voorbij de 30 km kon ik mij ook aansluiten bij een groepje Leiden Road Runners, begeleid door een dame op de fiets. Ik ben ze hier erg dankbaar voor, want hoewel mijn tempo iets hoger lag dan het hunne, duurde mijn gel-inname bij de drankposten altijd weer langer, en kon ik ze daarna weer gaan bijlopen. De 3e keer duurde het erg lang, dat was ongeveer bij de 36/37 km. daarna heb ik het nog pittig moeilijk gehad, maar ik kon gelukkig blijven lopen, en na de Jacob Catslaan bleef ik het tempo houden en had ik een grandioze inkomst in Leiden , via de Morspoort, lekkere muziek (zestiger jaren sound), en al die geweldige aanmoedigingen van het Leidse publiek. het leken wel kennissen, vrienden af en toe. daar heb ik veel aan gehad. Kortom een fantastische middag gehad, een zeer behoorlijk zware marathon, maar toch heel tevreden met mijn tijd. En die van jou mag er ook zijn Bert! En nu een biertje, want die van bij het eten is al helemaal verdampt! Groeten Peter
BeantwoordenVerwijderenHoi Peter,
BeantwoordenVerwijderenLeuk om jouw verhaal van dezelfde tocht te lezen. Dat is het leuke van zo'n groot evenement. Iedere deelnemer heeft zijn eigen verhaal. Wat dat aangaat waren er gisteren zo'n 250 hele marathons.
Bert,
BeantwoordenVerwijderenin het verslag gisteren vergat ik nog te vermelden dat ik het parcours erg afwisselend en mooi vond. Zoeterwoude en door de weilanden met mooie vergezichten en dan weer een bosachtige omgeving, prachtig. Ik ben moet ik zeggen ook redelijk onbekend in deze omgeving. Loop je in grote stadsmarathons meestal over brede lange wegen, zo heb je in de Leiden marathon veel verschillende wegsoorten: we liepen over brede wegen, fietspaden, langs en onder een snelweg door, door weilanden, langs en door stadswijken, langs vaarten etc. Dat maakt het ook zo afwisselend en aantrekkelijk. Maar ik moet ook zeggen dat het tempo er ook soms (voor mij)werd uitgehaald door bijv. een "wipbrug" nabij het centrum of een iets te haakse bocht. Maar dat hoort bij deze marathon. Anders ga toch naar Rotterdam of Berlijn, niet dan? En bovendien Simon Kipgnetich liep 2:14 een supertijd!
En met dit alles het enthousiaste en gezellige publiek, op diverse punten heel veel aanwezig. Hoeveel keer ik wel niet bedankt, ok of woorden van die strekking heb geroepen of mijn hand opstak of zwaaide is niet te tellen (hoe vind je hierin je balans, misschien dat de door jou genoemde Willem Alexander hierin een goed advies kan geven), hoewel ik zeker na 35 km niet zoveel meer kon zeggen.
Kortom ik zie mijzelf nog wel terugkomen in het sfeervolle Leiden, ik heb gisteren een geweldige dag gehad. Leiden bedankt
Dus we doen volgend jaar weer allebei mee aan de marathon van Leiden?
BeantwoordenVerwijderen"Dat zou zo maar eens kunnen" zoals mijn zwager nog weleens zegt. Als er geen gekke dingen gebeuren, kom ik je weer tegen in Leiden volgend jaar. De eerstvolgende marathon staat trouwens alweer geplanned. Voor iemand die Amsterdam nog niet gelopen heeft ( en daar al zo lang woont, weliswaar de 1/2 wel gelopen hebbend) zit er weinig anders op: het wordt dus Amsterdam op 18 oktober a.s. Wel prettig dat ik weer een plan heb.
BeantwoordenVerwijderen