Om kwart over 9 stond ik bij de Leidse IJshal. Een aantal krasse knarren was binnen aan het schaatsen, deels omdat ze 's middags moesten werken of andere afspraken hadden. Alleen Arthur van Winsen en Jaap de Gorter wilden de reis naar Ankeveen ondernemen. Vanaf de Haarlemmermeer reden we door een prachtig besneeuwd landschap.
Hoe dichter we Ankeveen naderden, hoe groener het werd. IJsmeester Bert Rijkse had ons dus zeer waardevolle informatie verschaft.
Om kwart voor 11 reden we over de geveegde baan. Jaap wist het zo te plannen, dat hij een paar keer achter elkaar net voor de vrouw kwam te rijden, die ze op de foto wilden zetten. Op het eerste rechte lange stuk reed Jaap in een scheur en maakte een duikeling op het ijs. Gelukkig kon hij zonder schade de weg vervolgen. We reden een paar rondjes over de geveegde banen, voor we net als gisteren de andere 2 meren gingen verkennen. We reden zelfs een paar stukken, die we gisteren niet gehad hadden!
We reden de grote ronde door de sneeuw. Het ging iets zwaarder, doordat de sneeuw een klein beetje opgevroren was. Maar we genoten op deze wederom windstille, onbewolkte dag in deze prachtige omgeving. Bij de laatste kluunplaats vond Arthur een paar schaatsbeschermers. Handig, want hij was de zijne kwijtgeraakt op de Uithof.
Op het terras van het café maakte hij de schaatsbeschermers op maat en namen we warme chocolademelk en koffie, terwijl een shantykoor Hollandse meedeiners zong. We hadden onze provinad bij het opstappunt laten staan.
Nadat we onze magen hadden gevuld, bleven we op de geveegde banen, waar we flink op tempo gingen schaatsen. Een paar rondes lang ging dat goed, tot Jaap in een scheur reed en een flinke klap maakte op het ijs. Ik kon hem niet meer ontwijken en struikelde over zijn bovenbeen. In de sneeuw maakte ik een zachte landing. Jaap was even een beetje groggy. Hij ging even een stuk rechtop schaatsen, terwijl Arthur en ik nog een rondje van 2 km reden. Dit was niet onze geluksronde, want nu reed Arthur in een scheur. Hij kon net aan zijn evenwicht bewaren. We gingen in een rustiger tempo doorrijden. De volgende ronde sloot Jaap weer aan.
Om kwart over 1 verlieten we het ijs van Ankeveen, waarvan we met volle teugen hadden genoten, en reden via een korte file bij Amsterdam naar Leiden. Bij de IJshal namen we afscheid van elkaar. ik fietste nog even door naar de Vogelplas om te kijken, of daar al geschaatst kon worden. Het was er behoorlijk druk. Er was met een borstelwagen zelfs een baan geveegd.
Ja, en dan kruipt het bloed, waar het niet gaan kan.
Ik stalde mijn fiets en liep naar het ijs, waar ik mijn kluunschaatsen weer aan trok. Langs de kant waren allemaal bevroren sporen, alsof of iemand in de dooiende sneeuw aan het langlaufen was geweest, maar meer naar het midden was mooi hard ijs op de geveegde baan. Er zaten wel flink wat scheuren in.
Met de borstelwagen werd meer naar het midden een tweede baan geveegd. Hier was meer ribbeltjesijs, maar veel minder scheuren. Al met als was het ijs niet van die grandioze kwaliteit van vorig jaar, maar het kon beslist slechter, ook al ben ik wel zo eerlijk om te zeggen, dat het ijs in Ankeveen beter was.
Ik heb een rondje of 12 gereden, terwijl je de zon langzaam weg zag zakken. Het was een prachtige avondschemering. Voor ik het ijs verliet, sprak ik nog iemand, die vlak bij de Vogelplas woont. "Zijn dit langlaufsporen?", vroeg ik.
"Nee", een paar schaatsers hebben deze sporen getrokken in de dooiende sneeuw." Gelukkig durfden deze vroege vogels niet het hele meer over, want langs de noord- en de westkant hebben ze het voor de rest van deze ijsperiode voor iedereen verknald. De heren worden bedankt!!!
Ik kwam bij het vertrek Willem Blöte en Joost Wösten tegen. Morgen weer een nieuwe dag met schaatsplezier op natuurijs. Er zijn heel wat winters voorbij gegaan, dat we dat niet konden zeggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten