De klok was weer verzet en zodoende leefden we weer in de zomertijd.
Om half 9 zomertijd, oftewel half 8 wintertijd, verliet ik het echtelijke bed. Hoezo uitslapen? Om 9 uur zat ik met Ada te ontbijten en om half 10 zat ik op de fiets naar Oude Wetering. Bij de Zijl in Leiderdorp kwam een groepje IJVL-leden op de racefiets tegen met Wouter van Riessen en Frank Steenkamp op kop. Zij waren dus ook al in voorbereiding op het Elfstedentochtseizoen 2010-2011.
Met de fikse wind in de rug schoot ik via Oud-Ade en Rijpwetering lekker op naar de sporthal in Oude Wetering, waar ik me in kon schrijven voor de 41e Braassemloop, waar ik de winnaar van de Run-Skate-Run van vorige week, Peter Aanhane, tegenkwam, die de 10 km zou gaan lopen.
De temperatuur lag rond de 10 graden en het was droog, dus het was prettig loopweer.
Om 11 uur klonk het startschot voor de halve marathon. Ik zat bij de start achteraan en kon zo rustig inlopen. Na anderhalve kilometer waren de spieren warm en werd het tijd om me naar voren te bewegen. Terwijl ik daar mee bezig was, hoorde ik iemand, die ik niet kende zeggen: "Ben jij Bert Breed?" Sommige mensen kennen mij via dit weblog!
Langs de Braassemmermeer voelde ik, dat ik "goede benen" had en tegen de wind in kon ik gaan versnellen en zo liep ik van groepje naar groepje, en meestal was het "erop en erover". Hetgeen wel weer inhield, dat je de wind telkens vol op kop had. Via Roelofarendsveen liepen we naar de Wijde Aa, waar ik van de winter zo heerlijk geschaatst had en gekeken naar de Henk Angenent Classic.
Tot de Wijde Aa ging het nog wel met de wind, maar toen kregen we in de kale polder de volle wind tegen. Dat werd dus buffelen. Ik had net Maaike van Vliet ingehaald, die uiteindelijk als 6e vrouw zou eindigen. Ze is aan het trainen voor de marathon van Rotterdam en ze liep zo soepel als een hinde. Met haar in mijn kielzog en soms omgekeerd probeerden we dichter bij het groepje van 4 Plantaris-lopers te komen, maar het gat was en bleef 100 meter.
Na de drinkpost maakte de route een haakse bocht en liepen we wat meer in de luwte naar Rijpwetering, o.a. langs de Koppoel, deze winter gelukkig geen onbekend terrein.
Waar ik bij het 5 kilometerpunt nog op een schema van 1.45 lag, was de 14 km voltooid in 1.07, dus we lagen op een schema van 1.40. En dat met het hele stuk tegenwind! De 2e plaats bij de veteranen vorige week was geen eenmalige uitschieter.
Met de wind in de rug kon Maaike van Vliet nog versnellen, mij lukte dat niet meer. Vermoedelijk dacht ze hetzelfde over mij als Paul Kneppers over Siebe: "Maar gelukkig was Breed weer erg goed bezig en hielp veel."
Tot de drinkpost op 16 km kon ik nog wat mensen inhalen, daarna lukte dat niet meer en werd ik zelf nog door een man of 5 ingehaald op de laatste 5 km. Met een bruto-tijd van 1.41.15 kwam ik als 95e loper over de finish, ongeveer halverwege het deelnemersveld. Netto moet de tijd ongeveer 1.40.40 zijn. Zo'n goede halve marathon heb ik nog nooit in maart gelopen.
Met de flinke wind tegen fietste ik in een lagere versnelling dan gebruikelijk naar huis. Even de benen losrijden na de prima verlopen Braassemloop.
zondag 28 maart 2010
Mystiek
Gisteren ben ik voor het eerst naar het kunstschaatsen wezen kijken. In de ijshockeyhal van de Uithof, die wel geopend was, stond "Kleine sterren stralen ook" geprogrammeerd. Regionale kunstschaatsverenigingen geven een show en één van mijn dochters deed mee met de Haagse vereniging "Amaranth". Het thema van de show was "mystiek".
En zo begaf ik me in de wondere wereld van strak zittende glitterpakjes en enorme lichaamsbeheersing. Nu schaats ik zelf voornamelijk op souplesse, maar vergeleken met wat sommigen kunnen ben ik gewoon een stijve hark. En tegen mijn verwachting in ging ik genieten van de show.
Mijn dochter reed in het voorprogramma met een stuk of 30 andere leden van "Amaranth" en zij hadden een show van ongeveer 20 minuten. Als je het programmaboekje gelezen had, kon je het verhaal, dat uitgebeeld werd, goed volgen. De muziek paste er prima bij. De hele avond werd er, wat ik wel kon waarderen, muziek gedraaid met een hoog Loreena McKennitt-gehalte.
Na de show van KSV Rijnland met 120 deelnemers was het pauze en daar ik zondagmorgen weer een halve marathon moest lopen, gingen Ada en ik in de pauze naar huis, want ook de klok moest vannacht worden verzet.
zaterdag 27 maart 2010
Rust
Veel schaatsers pakken direkt na het schaatsseizoen een paar weken tot een paar maanden rust, om het lichaam en de geest weer op te laden. Ik doe hier niet aan mee, althans niet in die mate. Het komt namelijk niet uit met het trainingsschema voor de marathon van Leiden, die ik op 16 mei ga lopen. Dat vereist veel duurwerk en 3 keer een "dertiger". Kortom, direkt uit het schaatsseizoen moet ik redelijk voluit doortrainen.
Mijn "rustperiode" pak ik na de marathon, als ik een week en soms iets langer niet hardloop, maar de racefiets pak om de spieren "los" te rijden in een toeristentempo. Met deze stevige basisconditie begin ik dan aan de droogtrainingen. Tot een paar jaar terug was de marathon van Leiden op de tweede zondag van juni, wat mij persoonlijk een stuk beter uitkwam dan de derde zondag van mei. Toen kon ik na de wintertriatlon een week rust nemen en het hardloopschema qua omvang wat rustiger opbouwen.
Maar goed, je moet de dingen nemen zoals ze komen, en met de blakende vorm, waarin ik momenteel verkeer, moet het lukken om volgende week de eerste 30 km te gaan trainen. Met een soort ingebouwd mechanisme, waardoor ik voel, hoe hard ik kan gaan zonder in de verzuring te komen, ben ik niet bang om overtraind te raken. Wat dat aangaat weet ik heel goed de balans tussen arbeid en rust te bewaren.
In mijn marathonschema stop ik alleen duurwerk. Twee keer in de week 10 tot 15 km met in het weekeinde een "piek" tussen de 15 en 30 km. De dagen ertussen loop ik geen korte afstanden, zoals vrijwel alle marathonschema's aangeven, maar neem ik gewoon rustdagen.
Nu we het toch over rust hebben: na de droogtraining drinken we in de kantine van Swift een paar Palmpjes, terwijl we praten over sport en over elkaars wel en wee, geintjes uithalen en elkaar smeuïge verhalen vertellen. Arien Stuijt vertelde eens een prachtig verhaal rond het thema "Rust".
Arien was op vakantie in Noord-Engeland en Schotland aan het wandelen en liften. Op een dag begon het al donker te worden, toen hij zijn tent nog op moest zetten. Hij keek eens goed rond, wat een geschikte plek zou kunnen zijn en uiteindelijk koos hij ervoor om over een stenen muurtje te klimmen om in het donker op het grasveld achter dat muurtje zijn tent op te zetten. Hij had die nacht prima geslapen. Toen hij de volgende ochtend wakker werd en zijn tent uit kwam, zag hij, welke bijzondere rustplaats hij had uitgekozen: hij had op een kerkhof geslapen!!!
Mijn eerste vraag was: "Je hebt zeker geen last gehad van je buren?"
vrijdag 26 maart 2010
Grand Prix de la Ville d'Alger
Om te zeggen dat ik een fanatieke volger van het Afrikaanse wielrennen ben is ietwat overdreven. Kortom, heel af en toe lees ik er een klein stukje over. Alleen deze week was de belangstelling voor wielrennen op het Afrikaanse continent in het algemeen en Algerije in het bijzonder zeer groot: Siebe reed daar de Grand Prix de la Ville d'Alger, een meerdaagse in en om de hoofdstad Algiers.
Nu kan ik zelf een heel verhaal gaan schrijven over iets, waar ik niet bij was, maar ik kan beter een ooggetuige citeren, te weten Paul Kneppers, die vandaag de gele trui verdedigde in de Grand Prix de la Ville d'Alger.
Ik citeer: Etappe 4
En ja hoor, het is gelukt!! Ik heb de grand prix d'Alger op me naam geschreven. Wat vandaag op papier een makkelijke etappe moest zijn om te controleren bleek uiteindelijk moeilijker dan gister en eergsiter te zijn. We werden aan alle kanten aangevallen. De ploeg was erg moe al. Ik moest een aantal keren zelf de koers controleren. Maar gelukkig was Breed weer erg goed bezig en hielp veel. En in de laatste ronde tactisch heel mooi, Breed die er tussen uit piepte en gewoon de laatste etappe heeft gewonnen!! Dus nog een etappewinst en de hele toer gewonnen. Wauw!"
In allerlei berichten op internet van allerhande Algerijnse persbureau's had ik intussen gelezen, dat de Spanjaard Paul Knépiers de laatste etappe gewonnen had, maar op deze foto herken ik toch echt mijn eigen zoon!
Als je me 2 jaar geleden had gezegd, dat Siebe nog eens een wielerwedstrijd in Afrika zou winnen, dan had ik je vast en zeker voor gek verklaard....
Want laten we wel wezen: hoeveel Nederlanders kunnen zeggen, dat ze een zware wielerwedstrijd hebben gewonnen in Algerije?
donderdag 25 maart 2010
"Een jongen, die altijd zijn best doet...."
Gevleugelde uitspraken gaan soms heel lang mee. Eén van die uitspraken stamt van een jaar of 18 geleden. Siebe zat in groep 3 en Ada was naar een ouderavond geweest. De volgende ochtend zei ze: "De juf was heel tevreden over je."
"Natuurlijk was ze tevreden", zei zoonlief: "Een jongen, die altijd zijn best doet..."
Deze gevleugelde uitspraak kwam weer naar boven, toen ik op de weblog van Paul Kneppers las, hoe hij met zijn ploeg Reyno de Navarra - Telco in de 3e etappe de gele trui verdedigd had in de Grand Prix de la Ville d'Alger.
Ik citeer: "Fantastisch!!! Het is ons gelukt om vandaag de leiderstrui binnen de ploeg te houden!! Vandaag was het een lastige etappe, lang en op het eind 2 klimmetjes. Maar we hebben heel tactisch gereden, goed gecontroleerd en op de klimmen was ik sterk genoeg om alle aanvallen van de concurrenten te parreren. In de sprint van het uitgedunde peleton werd ik nog 7e. Ik behoud de gele trui! En nu is de kans zeer groot dat ik deze ronde op mijn naam ga schrijven. Morgen alleen nog een vlakke criterium in het centrum van de grote stad Algiers.
Mijn ploeg is echt fantastisch. Het werkt! De eerste wedstrijden wilde onze nieuwe tactiek met de nieuwe ploegleider nog niet echt lukken, maar we zijn nu helemaal op elkaar in gespeeld. De nieuwe ploegleider: Hector (zelf jaren lang op het hoogste niveau gefietst) is super. Onze nieuwe Nederlandse renner Siebe Breed is een ENORME meer-waarde in de ploeg. Vandaag nam hij de organisatie in de wedstrijd op zich en wat een werk heeft hij verzet... enorm. De ploeg mag van geluk spreken om Breed in de ploeg te hebben opgenomen. En de rest van de ploeg ook erg goed."
Als trotse vader heb ik hier niets meer aan toe te voegen. De gevleugelde uitspraak spreekt voor zich.
"Natuurlijk was ze tevreden", zei zoonlief: "Een jongen, die altijd zijn best doet..."
Deze gevleugelde uitspraak kwam weer naar boven, toen ik op de weblog van Paul Kneppers las, hoe hij met zijn ploeg Reyno de Navarra - Telco in de 3e etappe de gele trui verdedigd had in de Grand Prix de la Ville d'Alger.
Ik citeer: "Fantastisch!!! Het is ons gelukt om vandaag de leiderstrui binnen de ploeg te houden!! Vandaag was het een lastige etappe, lang en op het eind 2 klimmetjes. Maar we hebben heel tactisch gereden, goed gecontroleerd en op de klimmen was ik sterk genoeg om alle aanvallen van de concurrenten te parreren. In de sprint van het uitgedunde peleton werd ik nog 7e. Ik behoud de gele trui! En nu is de kans zeer groot dat ik deze ronde op mijn naam ga schrijven. Morgen alleen nog een vlakke criterium in het centrum van de grote stad Algiers.
Mijn ploeg is echt fantastisch. Het werkt! De eerste wedstrijden wilde onze nieuwe tactiek met de nieuwe ploegleider nog niet echt lukken, maar we zijn nu helemaal op elkaar in gespeeld. De nieuwe ploegleider: Hector (zelf jaren lang op het hoogste niveau gefietst) is super. Onze nieuwe Nederlandse renner Siebe Breed is een ENORME meer-waarde in de ploeg. Vandaag nam hij de organisatie in de wedstrijd op zich en wat een werk heeft hij verzet... enorm. De ploeg mag van geluk spreken om Breed in de ploeg te hebben opgenomen. En de rest van de ploeg ook erg goed."
Als trotse vader heb ik hier niets meer aan toe te voegen. De gevleugelde uitspraak spreekt voor zich.
Verlenging
Had de start van het schaatsseizoen 2009-2010 een valse start, ze had ook een verlenging. Doordat de Uithof gesloten was, werden de clubwedstrijden verplaatst naar de kunstijsbaan Kennemerland in Haarlem, waar de 500 en 1500 meter op het programma stonden.
Ik stond al bepakt en bezakt klaar, toen ik gebeld werd door Jaap: zou het wel doorgaan? De buitentemperatuur was op deze prachtige lentedag 17 graden. Daar er op de site van de ijsbaan niets over afgelastingen te vinden was, reden Jaap en ik met Andrea mee naar Haarlem, waar de jeugd al een flink eind op streek was met hun wedstrijden.
Om 8 uur betraden we het ijs, dat van uitmuntende kwaliteit was: hard en glad. Onder de dweilpauze reden we ons rustig in en na de oudere jeugd mocht de tweede jeugd starten. De 500 meter reed ik tegen Ald Messemaker, die op de eerste 100 meter al 40 meter voorsprong had. De opening was met 16 seconden gewoon slecht, maar het rondje ging best goed, zodat ik op 57.15 uitkwam, niet eens zo ver boven mijn p.r. van 55.89.
Ik sprak Pieter Smit en Letty Ruhaak, die met 7.43.90 en 9.08.17 beiden een clubrecord op de 5 kilometer gereden hadden in Heerenveen. Na de dweil was de 1500 meter. Ik reed tegen Jan Zwetsloot, in hetzelfde kwartet als Jaap de Gorter. Net als op de 500 meter zat ik met 2.53.61 niet zo heel ver boven mijn p.r. van 2.51. De scherpte, die ik zondag had, ontbrak gewoon. Dit geheel in tegenstelling tot Jaap de Gorter, die een rondje te veel reed en zo een clubrecord op de 1900 meter pakte!
Jaap werd met deze aktie, waarmee hij de jury in verwarring bracht, keurig 6e in het klassement, met een p.r. op de als tussentijd geklokte 1500 meter: 2.39.17.
Zelf zat ik een plekje achter Jaap in het deelnemersveld van 10 masters, zoals de veteranen tegenwoordig genoemd worden.
Andrea had geen tegenstand van betekenis: ze was de enige vrouwelijke veteraan en mocht zodoende in haar eentje het hele podium bezetten. Dat deed ze wel met een p.r. van 2.43.69 op de 1500 meter, zoals er op deze prachtige voorjaarsavond veel persoonlijke records waren gereden. Wat mij betreft mogen de clubwedstrijden van de IJVL voortaan in Haarlem gereden worden.
Tot slot wil ik starter Jos Fugers en alle juryleden hartelijk dank zeggen voor de voortreffelijke organisatie van deze wedstrijd. Ik heb in ieder geval met volle teugen genoten van de verlenging van dit prachtige schaatsseizoen.
maandag 22 maart 2010
Algerije
Het is als Nederlandse vader al bijzonder, dat je kunt vertellen, dat je zoon in Spanje voor een Spaanse amateurploeg rijdt. Nog bijzonderder is het, dat Siebe momenteel verblijft in Algerije. Samen met zijn ploeggenoot Paul Kneppers doet hij met zijn team Reyno de Navarra-Telco mee aan de Grand Prix de la Ville d'Alger.
In de proloog behaalde de Spaanse ploeg bij de ploegentijdrit de tweede plaats, nota bene op de dag, dat ik ook zilver behaalde. Dat leverde deze podiumfoto uit Afrika op.
In de proloog behaalde de Spaanse ploeg bij de ploegentijdrit de tweede plaats, nota bene op de dag, dat ik ook zilver behaalde. Dat leverde deze podiumfoto uit Afrika op.
Een heel bijzonder lijstje
Terwijl de lente Nederland ten lange leste wist te veroveren op Thialf, werd in het Thialf-stadion in Heerenveen het wereldkampioenschap allround gehouden. De meeste aandacht ging uit naar de vierde keer op rij, dat Sven Kramer het mondiale allround-kampioenschap won. Een unieke prestatie: niemand ging hem voor. Zelfs de allergrootste schaatsers bleven steken op 3 opeenvolgende jaren.
Maar in de schaduw van dit record kwam Sven Kramer eveneens in een heel bijzonder lijstje terecht: schaatsers, die in één seizoen Europees, Olympisch en wereldkampioen werden. En dat lijstje is niet zo lang.
Ik heb deze vraag 4 jaar geleden gesteld gekregen voor mijn werk voor Al@din.
Hier is het antwoord, dat ik 4 jaar geleden gaf:
Hier is het rijtje klasbakken, dat zowel Europees, Wereld- en Olympisch kampioen werd in een seizoen:
1928 Clas Thunberg (Finland)
1936 Ivar Ballangrud (Noorwegen)
1952 Hjalmar Andersen (Noorwegen)
1968 Fred Anton Maier (Noorwegen)
1972 Ard Schenk (Nederland)
2002 Jochem Uytdehaage (Nederland)
Aan dit lijstje kunnen we Sven Kramer dus toevoegen.
Bij de vrouwen is de lijst veel korter. Pas vanaf 1970 zijn er Europese
kampioenschappen, en pas vanaf 1960 nemen de dames deel aan de Olympische winterspelen. Gunda Nieman (Duitsland) in 1992 en Anni Friesinger (Duitsland) in 2002 waren de twee, die deze unieke prestatie leverden.
Geruisloos, want niemand had hier verder aandacht voor, voegde de Tsjechische stayer Martina Sablikova zich gisteren bij deze bijzondere schaatsters.
Wie soortgelijke vragen wil stellen, kan terecht op IBI of Al@din
Onthou dus goed, het is "Go, ask Al@din" en niet "Go ask Alice".
Maar in de schaduw van dit record kwam Sven Kramer eveneens in een heel bijzonder lijstje terecht: schaatsers, die in één seizoen Europees, Olympisch en wereldkampioen werden. En dat lijstje is niet zo lang.
Ik heb deze vraag 4 jaar geleden gesteld gekregen voor mijn werk voor Al@din.
Hier is het antwoord, dat ik 4 jaar geleden gaf:
Hier is het rijtje klasbakken, dat zowel Europees, Wereld- en Olympisch kampioen werd in een seizoen:
1928 Clas Thunberg (Finland)
1936 Ivar Ballangrud (Noorwegen)
1952 Hjalmar Andersen (Noorwegen)
1968 Fred Anton Maier (Noorwegen)
1972 Ard Schenk (Nederland)
2002 Jochem Uytdehaage (Nederland)
Aan dit lijstje kunnen we Sven Kramer dus toevoegen.
Bij de vrouwen is de lijst veel korter. Pas vanaf 1970 zijn er Europese
kampioenschappen, en pas vanaf 1960 nemen de dames deel aan de Olympische winterspelen. Gunda Nieman (Duitsland) in 1992 en Anni Friesinger (Duitsland) in 2002 waren de twee, die deze unieke prestatie leverden.
Geruisloos, want niemand had hier verder aandacht voor, voegde de Tsjechische stayer Martina Sablikova zich gisteren bij deze bijzondere schaatsters.
Wie soortgelijke vragen wil stellen, kan terecht op IBI of Al@din
Onthou dus goed, het is "Go, ask Al@din" en niet "Go ask Alice".
zondag 21 maart 2010
"Je bent de tweede veteraan!"
Aanvankelijk had ik de kop voor dit stukje op mijn weblog al verzonnen: "Annie's verjaardag". En dan bedoel ik niet het café in Leiden met een terras aan de Nieuwe Rijn, waar het 's zomers goed toeven is, maar ik bedoel mijn oudste zus Annie, die vandaag haar 69e verjaardag viert. Maar het leven loopt soms ietwat anders.
Om 7 uur ging de wekker af. Volstrekt overbodig, want ik was om 6 uur al wakker en lag daarna een uur te hanewaken.
Met Ada ontbeet ik en om even over 8 vertrok ik naar de IJshal, waar ik met voor half 9 in moest schrijven. Na 2 km kwam ik er achter, dat ik mijn helm vergeten was en zonder helm mag je niet meedoen. Omkeren dus en weer naar huis. Wie zijn hoofd niet gebruikt, moet zijn benen gebruiken.
Om half 9 kwam ik bij de IJshal aan. Ik meldde me aan en kreeg het hesje met startnummer 58. De tas met schaatsen legde ik alvast klaar bij de bankjes en om 10 voor 9 wandelde ik rustig naar buiten. Na alle buien van gisterenavond, waarbij "de Kuip" daadwerkelijk in een badkuip veranderde, en was het bewolkt, maar droog. Wel stond er nog een behoorlijke wind.
Om 9 uur klonk het startschot, terwijl de meeste deelnemers aan de jeugdbiathlon al klaar waren. Na een kilometer was het veld al aardig uit elkaar getrokken. Zelf liep ik naar mijn gevoel in de middenmoot, samen met nummer 91 en 2, Carolien Smit, de eerste vrouw in de wedstrijd, en met Christiaan Hoekstra. Geen verkeerde groep om in te lopen. Sterker nog, ik bepaalde het tempo met mijn ingebouwde gevoel hoe hard je moet lopen om je niet op te blazen. Gelijkmatig liepen we de 11 km. Slechts één loper haalde ons nog in, met nummer 110. Hij nam de kop over en ging langzaam maar zeker versnellen. En dan moet je rustig een gat laten vallen. In een paar honderd meter kun je jezelf in de vernieling lopen.
We kwamen met zijn drieën bij de IJshal aan, waarbij ik na 52.52 als 10e werd geklasseerd, 15 seconden achter Kobus Turk, die de hele race 100 meter voor ons uit liep. Ada stond mij als teller op te wachten. Het aantrekken van de schaatsen ging zo vlot, dat ik weg was, voor Jaap de Gorter bij zijn schaatsen was. Mijn doelstelling voor deze Run-Skate-Run was om in ieder geval Jaap voor te blijven, want anders wil Jaap dat met liefde af en toe fijntjes onder je neus wrijven. Zo bouwde ik 3 ronden voorsprong op Jaap op. Ook het schaatsen ging erg lekker, vooral toen Jos Fugers het ijs op kwam. Van dit groepje deed ik het meeste kopwerk, Jos nam ook regelmatig over en Jaap profiteerde door in de laatste 10 ronden een halve baan voorsprong te pakken. "Niet meegaan in een iets te hoog tempo", was mijn credo.
Het was verder vooral een inhaalrace, die ik als 6e beëindigde in 33.06, inclusief het aan- en uitdoen van de schaatsen, dus de rondetijd lag onder die van de Taartenwedstrijd.
In het begin en het einde ging ieder kilometer in 2 minuten, in het tussenstuk lag het tempo hoger. In de voorlaatste ronde ging een schaatser, die ik aan het inhalen was in de bocht onderuit, maar ik kon deze vallende persoon gelukkig net ontwijken.
Ook dit tweede deel van de Run-Skate-Run verliep dus naar wens.
En toen gebeurde het meest wonderlijke: bij de 3 km hardlopen kreeg ik vleugels. Een paar keer in het jaar heb je zoiets en vandaag was zo'n dag. Er liepen 3 man vlak bij elkaar, een paar honderd meter voor mij uit. Ik liep er langzaam maar zeker naar toe en het was "erop en erover". Anderhalve kilometer voor de finish haalde ik rugnummer 3, John Schouten, in en ook deze was gezien.
Na jaren in het tweede deel van de uitslagenlijst gefigureerd te hebben, was ik zeer tevreden: ik zat gewoon in de bovenste helft.
Direkt na de finish in 1.41.24 kreeg ik te horen: "Je bent de tweede veteraan!" Even dacht ik, dat ik in de maling werd genomen, maar het bleek toch echt zo te zijn! Ongelofelijk. Ik train al 30 jaar in de Leidse IJshal en nog nooit had ik een prijs gewonnen. In de verste verte niet zelfs. En dan nu zilver! Maar een Olympisch seizoen zit altijd vol verrassingen. Of zoals een paar mensen mij toevoegden: "De aanhouder wint!"
Lichtelijk euforisch genoot ik in het inmiddels zonnige weer van deze tweede plek bij de grootste groep deelnemers. Vooral aan de 3e plek op de afsluitende 3 km in 15.26 had ik deze klassering, als vierde in de totaalstand, te danken.
In de kantine van de IJshal werd ik na Kees Smit en voor Peter Harteveld naar voren geroepen om uit handen van hoofdsponsor Marc de Koning van De Molen Fietsen de licht beschadigde beker voor de tweede plaats bij de veteranen in ontvangst te nemen.
Ongelofelijk! Voor het eerst van mijn leven een podiumplek!
Het loopgroepje van de 11 km had het trouwens goed gedaan. Peter Aanhane had de wisselbeker gewonnen als winnaar van het totaalklassement, Christiaan Hoekstra eindigde eveneens als tweede, terwijl Carolien Smit bij de vrouwen als beste uit de bus kwam. Bovendien had Mart Moraal van Peter Witteman tuinen, die ik deze week al getipt had als winnaar bij de teams, deze favorietenrol waargemaakt.
Na de huldigingen was er een koud buffet voor alle vrijwilligers van de IJVL, waarna ik meereed naar Nieuw-Vennep om de spullen weer weg te brengen naar de firma Breed.
Thuisgekomen spoelde ik onder de douche het zweet van mijn lijf, belde ik mijn zus Annie om haar te feliciteren met haar verjaardag en keek ik naar de toch nog spannende ontknoping van het wereldkampioenschap allround, waarbij Sven Kramer de verrassende Jonathan Kuck toch voorbleef. Maar deze jonge Amerikaan zal ongetwijfeld net zo blij zijn met zijn tweede plaats als deze Leidse veteraan.
Om 7 uur ging de wekker af. Volstrekt overbodig, want ik was om 6 uur al wakker en lag daarna een uur te hanewaken.
Met Ada ontbeet ik en om even over 8 vertrok ik naar de IJshal, waar ik met voor half 9 in moest schrijven. Na 2 km kwam ik er achter, dat ik mijn helm vergeten was en zonder helm mag je niet meedoen. Omkeren dus en weer naar huis. Wie zijn hoofd niet gebruikt, moet zijn benen gebruiken.
Om half 9 kwam ik bij de IJshal aan. Ik meldde me aan en kreeg het hesje met startnummer 58. De tas met schaatsen legde ik alvast klaar bij de bankjes en om 10 voor 9 wandelde ik rustig naar buiten. Na alle buien van gisterenavond, waarbij "de Kuip" daadwerkelijk in een badkuip veranderde, en was het bewolkt, maar droog. Wel stond er nog een behoorlijke wind.
Om 9 uur klonk het startschot, terwijl de meeste deelnemers aan de jeugdbiathlon al klaar waren. Na een kilometer was het veld al aardig uit elkaar getrokken. Zelf liep ik naar mijn gevoel in de middenmoot, samen met nummer 91 en 2, Carolien Smit, de eerste vrouw in de wedstrijd, en met Christiaan Hoekstra. Geen verkeerde groep om in te lopen. Sterker nog, ik bepaalde het tempo met mijn ingebouwde gevoel hoe hard je moet lopen om je niet op te blazen. Gelijkmatig liepen we de 11 km. Slechts één loper haalde ons nog in, met nummer 110. Hij nam de kop over en ging langzaam maar zeker versnellen. En dan moet je rustig een gat laten vallen. In een paar honderd meter kun je jezelf in de vernieling lopen.
We kwamen met zijn drieën bij de IJshal aan, waarbij ik na 52.52 als 10e werd geklasseerd, 15 seconden achter Kobus Turk, die de hele race 100 meter voor ons uit liep. Ada stond mij als teller op te wachten. Het aantrekken van de schaatsen ging zo vlot, dat ik weg was, voor Jaap de Gorter bij zijn schaatsen was. Mijn doelstelling voor deze Run-Skate-Run was om in ieder geval Jaap voor te blijven, want anders wil Jaap dat met liefde af en toe fijntjes onder je neus wrijven. Zo bouwde ik 3 ronden voorsprong op Jaap op. Ook het schaatsen ging erg lekker, vooral toen Jos Fugers het ijs op kwam. Van dit groepje deed ik het meeste kopwerk, Jos nam ook regelmatig over en Jaap profiteerde door in de laatste 10 ronden een halve baan voorsprong te pakken. "Niet meegaan in een iets te hoog tempo", was mijn credo.
Het was verder vooral een inhaalrace, die ik als 6e beëindigde in 33.06, inclusief het aan- en uitdoen van de schaatsen, dus de rondetijd lag onder die van de Taartenwedstrijd.
In het begin en het einde ging ieder kilometer in 2 minuten, in het tussenstuk lag het tempo hoger. In de voorlaatste ronde ging een schaatser, die ik aan het inhalen was in de bocht onderuit, maar ik kon deze vallende persoon gelukkig net ontwijken.
Ook dit tweede deel van de Run-Skate-Run verliep dus naar wens.
En toen gebeurde het meest wonderlijke: bij de 3 km hardlopen kreeg ik vleugels. Een paar keer in het jaar heb je zoiets en vandaag was zo'n dag. Er liepen 3 man vlak bij elkaar, een paar honderd meter voor mij uit. Ik liep er langzaam maar zeker naar toe en het was "erop en erover". Anderhalve kilometer voor de finish haalde ik rugnummer 3, John Schouten, in en ook deze was gezien.
Na jaren in het tweede deel van de uitslagenlijst gefigureerd te hebben, was ik zeer tevreden: ik zat gewoon in de bovenste helft.
Direkt na de finish in 1.41.24 kreeg ik te horen: "Je bent de tweede veteraan!" Even dacht ik, dat ik in de maling werd genomen, maar het bleek toch echt zo te zijn! Ongelofelijk. Ik train al 30 jaar in de Leidse IJshal en nog nooit had ik een prijs gewonnen. In de verste verte niet zelfs. En dan nu zilver! Maar een Olympisch seizoen zit altijd vol verrassingen. Of zoals een paar mensen mij toevoegden: "De aanhouder wint!"
Lichtelijk euforisch genoot ik in het inmiddels zonnige weer van deze tweede plek bij de grootste groep deelnemers. Vooral aan de 3e plek op de afsluitende 3 km in 15.26 had ik deze klassering, als vierde in de totaalstand, te danken.
In de kantine van de IJshal werd ik na Kees Smit en voor Peter Harteveld naar voren geroepen om uit handen van hoofdsponsor Marc de Koning van De Molen Fietsen de licht beschadigde beker voor de tweede plaats bij de veteranen in ontvangst te nemen.
Ongelofelijk! Voor het eerst van mijn leven een podiumplek!
Het loopgroepje van de 11 km had het trouwens goed gedaan. Peter Aanhane had de wisselbeker gewonnen als winnaar van het totaalklassement, Christiaan Hoekstra eindigde eveneens als tweede, terwijl Carolien Smit bij de vrouwen als beste uit de bus kwam. Bovendien had Mart Moraal van Peter Witteman tuinen, die ik deze week al getipt had als winnaar bij de teams, deze favorietenrol waargemaakt.
Na de huldigingen was er een koud buffet voor alle vrijwilligers van de IJVL, waarna ik meereed naar Nieuw-Vennep om de spullen weer weg te brengen naar de firma Breed.
Thuisgekomen spoelde ik onder de douche het zweet van mijn lijf, belde ik mijn zus Annie om haar te feliciteren met haar verjaardag en keek ik naar de toch nog spannende ontknoping van het wereldkampioenschap allround, waarbij Sven Kramer de verrassende Jonathan Kuck toch voorbleef. Maar deze jonge Amerikaan zal ongetwijfeld net zo blij zijn met zijn tweede plaats als deze Leidse veteraan.
zaterdag 20 maart 2010
VIP
Ik weet niet, hoe het met u zit, maar ik krijg niet iedere dag een uitnodiging als VIP. Sterker nog, pas deze week kreeg ik van Swift-bestuurslid Cor Vergeer op 54-jarige leeftijd mijn eerste.
Derhalve had ik op mijn 27e trouwdag een vol programma. Allereerst moest ik om 9 uur bij de IJshal zijn, waar we de spullen voor de Run-Skate-Run op moesten halen, die bij mijn broers Leo en Paul opgeslagen lagen. Om half 10 waren we in de schuur van Firma B. Breed & Zn in Nieuw-Vennep met hulp van mijn jongste broer Paul aan het laden.
Een half uur later was deze lading gelost bij de IJshal en na 6 krentenbollen te hebben gekocht reed ik naar huis, waar ik met Ada thee dronk om vervolgens op de racefiets naar de Swift-kantine te fietsen. Na de fikse bui bij Nieuw-Vennep was het nu bewolkt, maar wel droog. Na ingeschreven te hebben vertrok ik om 11 uur richting Zoeterwoude met nog wat late starters.
Via Benthuizen trapten we met de fikse wind in de rug naar Hazerswoude en vandaar verder naar Hazerswoude-Rijndijk. Vlak voor deze plaats was een drinkpost, waar we ook nog een van de laatste bananen kregen overhandigd. Hier raakte ik aan de praat met Yfke de Boer, de dochter van Bert, met wie ik in het winterseizoen al jaren op vrijdagmiddag schaatsles geef in de IJshal.
In mijn eentje reed ik verder door Koudekerk aan den Rijn naar Hoogmade, het geboortedorp van mijn moeder. Vlak voor Rijpwetering begon het behoorlijk te regenen. Onder een viaduct trok ik mijn regenjas aan. Bij "De Vergulde Vos", een bij schaatsers zeer bekend café, was de stempelpost. Hier trof ik Frans van Rijn en Henk Grimbergen, die het vochtverlies zaten te compenseren.
Door Oud-Ade en Leiderdorp reed ik in een groepje van 4 man. De forse tegenwind zorgde er voor, dat veel renners hier beschutting zochten bij elkaar. Om beurten namen we een paar honderd meter kop. Bij "de Bult" wachtte ons nog een verrassing: voordat we finishten, moesten we de klim van het parcours nemen.
Om even over 1 betrad ik de kantine van Swift. Ik was op weg naar voren om in het VIP-gedeelte plaats te nemen, toen ik langs het tafeltje met Mart Moraal en Koos Zwaan liep. In de IJshal drink ik met hen na het schaatsen altijd een paar biertjes, dus VIP-uitnodiging of niet: daar was mijn plek.
Pas toen zij om een uur of 2 naar huis vertrokken waren, ging ik naar voren om in het met koorden aangescheiden gedeelte te gaan zitten, waar naast Joop Zoetemelk en zijn zoon Carl, o.a. Laurine en Wouter van Riessen, Marc Witteman en Nico Dijkshoorn een zitplaats hadden, terwijl (sport)journalist Fred van Slogteren diverse oudgedienden van Swift ondervroeg over de jaren van Joop Zoetemelk bij deze Leidse wielerclub.
Er zat iemand aan tafel, die al 62 jaar lid is van Swift! Over veteraan gesproken. Er kwamen leuke anekdotes naar voren van deze renner uit Rijpwetering, die 320 overwinningen op zijn naam heeft staan, waaronder een gouden plak bij de Olympische Spelen, de Tour de France, de Ronde van Spanje, 3 keer Parijs-Nice, 4 klassiekers en, als laatste Nederlander, het wereldkampioenschap op de weg, nu alweer 23 jaar geleden.
Over dit laatste had schrijver Nico Dijkshoorn, bekend van "De wereld draait door", een lang gedicht, dat door technische mankementen aan de microfoon in de finale de mist in ging. Na het officiële gedeelte sprak ik in het VIP-gedeelte met diverse bekenden van me. Dat vond ik prima, want zo "very important" is deze VIP nou ook weer niet.
Derhalve had ik op mijn 27e trouwdag een vol programma. Allereerst moest ik om 9 uur bij de IJshal zijn, waar we de spullen voor de Run-Skate-Run op moesten halen, die bij mijn broers Leo en Paul opgeslagen lagen. Om half 10 waren we in de schuur van Firma B. Breed & Zn in Nieuw-Vennep met hulp van mijn jongste broer Paul aan het laden.
Een half uur later was deze lading gelost bij de IJshal en na 6 krentenbollen te hebben gekocht reed ik naar huis, waar ik met Ada thee dronk om vervolgens op de racefiets naar de Swift-kantine te fietsen. Na de fikse bui bij Nieuw-Vennep was het nu bewolkt, maar wel droog. Na ingeschreven te hebben vertrok ik om 11 uur richting Zoeterwoude met nog wat late starters.
Via Benthuizen trapten we met de fikse wind in de rug naar Hazerswoude en vandaar verder naar Hazerswoude-Rijndijk. Vlak voor deze plaats was een drinkpost, waar we ook nog een van de laatste bananen kregen overhandigd. Hier raakte ik aan de praat met Yfke de Boer, de dochter van Bert, met wie ik in het winterseizoen al jaren op vrijdagmiddag schaatsles geef in de IJshal.
In mijn eentje reed ik verder door Koudekerk aan den Rijn naar Hoogmade, het geboortedorp van mijn moeder. Vlak voor Rijpwetering begon het behoorlijk te regenen. Onder een viaduct trok ik mijn regenjas aan. Bij "De Vergulde Vos", een bij schaatsers zeer bekend café, was de stempelpost. Hier trof ik Frans van Rijn en Henk Grimbergen, die het vochtverlies zaten te compenseren.
Door Oud-Ade en Leiderdorp reed ik in een groepje van 4 man. De forse tegenwind zorgde er voor, dat veel renners hier beschutting zochten bij elkaar. Om beurten namen we een paar honderd meter kop. Bij "de Bult" wachtte ons nog een verrassing: voordat we finishten, moesten we de klim van het parcours nemen.
Om even over 1 betrad ik de kantine van Swift. Ik was op weg naar voren om in het VIP-gedeelte plaats te nemen, toen ik langs het tafeltje met Mart Moraal en Koos Zwaan liep. In de IJshal drink ik met hen na het schaatsen altijd een paar biertjes, dus VIP-uitnodiging of niet: daar was mijn plek.
Pas toen zij om een uur of 2 naar huis vertrokken waren, ging ik naar voren om in het met koorden aangescheiden gedeelte te gaan zitten, waar naast Joop Zoetemelk en zijn zoon Carl, o.a. Laurine en Wouter van Riessen, Marc Witteman en Nico Dijkshoorn een zitplaats hadden, terwijl (sport)journalist Fred van Slogteren diverse oudgedienden van Swift ondervroeg over de jaren van Joop Zoetemelk bij deze Leidse wielerclub.
Er zat iemand aan tafel, die al 62 jaar lid is van Swift! Over veteraan gesproken. Er kwamen leuke anekdotes naar voren van deze renner uit Rijpwetering, die 320 overwinningen op zijn naam heeft staan, waaronder een gouden plak bij de Olympische Spelen, de Tour de France, de Ronde van Spanje, 3 keer Parijs-Nice, 4 klassiekers en, als laatste Nederlander, het wereldkampioenschap op de weg, nu alweer 23 jaar geleden.
Over dit laatste had schrijver Nico Dijkshoorn, bekend van "De wereld draait door", een lang gedicht, dat door technische mankementen aan de microfoon in de finale de mist in ging. Na het officiële gedeelte sprak ik in het VIP-gedeelte met diverse bekenden van me. Dat vond ik prima, want zo "very important" is deze VIP nou ook weer niet.
"Eins, zwei, drei!"
Er zijn mensen, die systematisch onderschat worden. Eén van hen is mijn Elfstedenmaat Jaap de Gorter.
Hij houdt mij altijd voor: "Je moet pieken op het juiste moment!" Gisterenavond deed hij voor, hoe je dat moest doen. Plaats van handeling: de IJshal aan de Vondellaan. Jaap beleefde "his finest hour" bij de Taartenwedstrijd van de IJVL.
Bij deze gezellige wedstrijd rijdt iedere deelnemer 2 en 4 rondjes van 200 meter. Nu behoor ik niet tot de favorieten op deze afstanden. Hoewel, afstanden? Voor een stayer wordt het pas bij 10 km interessant.
Desondanks lukte het mij om voor het eerst, en vermoedelijk ook voor het laatst, van mijn leven Marco Tiller voor te blijven op de 400 meter. Dat kwam niet, omdat ik zo super reed, maar meer omdat Marco in de eerste bocht uit wilde testen, hoe zacht de dikke kussens langs de boarding waren. Op deze afstand won ik met een tijd van 47...
zelfs mijn rit, want mijn directe tegenstander, Kevin Wildschut, volgde het voorbeeld van Marco Tiller. Kortom, een Olympisch seizoen staat altijd bol van verrassingen.
De 4 ronden gingen naar verhouding een stuk beter. Met een tijd van 1.29... was ik omgerekend ruim 5 seconden sneller dan 2 keer de 400 meter. Een diesel komt nu eenmaal langzaam op gang.
Maar dé man van de avond was toch Jaap de Gorter. Hij reed niet alleen zelf mee, maar hij coachte ook twee van zijn pupillen. Op donderdag geeft hij training voor studenten en door Walter en Marjolijn in kansrijke groepen te plaatsen, kreeg Jaap naturel voor elkaar, waar de DDR een heel systeem voor opgezet had, inclusief verplichte doping: "Eins, zwei, drei!"
Jarenlang heersten de DDR-dames met ijzeren hand bij het langebaanschaatsen. Bij de prijsuitreiking bleek, dat de Oost-Duitse coaches in Jaap de Gorter een waardige opvolger hebben gevonden. Zelf pakte Jaap met 42... en 1.22... bij de veteranen, pardon masters, de derde plek, na de eeuwige tweede Frank Steenkamp en winnaar Gerard Snel. Voor mij is dat geen verrassing. Op mijn weblog heb ik al eerder betoogd: "Ik rijd breed, Gerard rijdt snel!"
De gouden hand van coaching kwam goed naar voren bij de mannen neo-senioren. Ondanks 2 valpartijen op de 4 ronden won Walter, doordat er maar 2 deelnemers waren, het zilver. Wie er niet is, kun je ook niet verslaan!
Nog verrassender was het goud van Marjolijn bij de dames. Zij won in de verkeerde categorie, waar ze in de juiste categorie 3e was geworden. Kijk, hier hebben we een coach, die weet, waar de kansen liggen!!!
Sven Kramer is, na de wisseltruc in Vancouver, voor het nieuwe seizoen op zoek naar een coach met nieuwe impulsen. Nou, ik weet er wel een.....
Hij houdt mij altijd voor: "Je moet pieken op het juiste moment!" Gisterenavond deed hij voor, hoe je dat moest doen. Plaats van handeling: de IJshal aan de Vondellaan. Jaap beleefde "his finest hour" bij de Taartenwedstrijd van de IJVL.
Bij deze gezellige wedstrijd rijdt iedere deelnemer 2 en 4 rondjes van 200 meter. Nu behoor ik niet tot de favorieten op deze afstanden. Hoewel, afstanden? Voor een stayer wordt het pas bij 10 km interessant.
Desondanks lukte het mij om voor het eerst, en vermoedelijk ook voor het laatst, van mijn leven Marco Tiller voor te blijven op de 400 meter. Dat kwam niet, omdat ik zo super reed, maar meer omdat Marco in de eerste bocht uit wilde testen, hoe zacht de dikke kussens langs de boarding waren. Op deze afstand won ik met een tijd van 47...
zelfs mijn rit, want mijn directe tegenstander, Kevin Wildschut, volgde het voorbeeld van Marco Tiller. Kortom, een Olympisch seizoen staat altijd bol van verrassingen.
De 4 ronden gingen naar verhouding een stuk beter. Met een tijd van 1.29... was ik omgerekend ruim 5 seconden sneller dan 2 keer de 400 meter. Een diesel komt nu eenmaal langzaam op gang.
Maar dé man van de avond was toch Jaap de Gorter. Hij reed niet alleen zelf mee, maar hij coachte ook twee van zijn pupillen. Op donderdag geeft hij training voor studenten en door Walter en Marjolijn in kansrijke groepen te plaatsen, kreeg Jaap naturel voor elkaar, waar de DDR een heel systeem voor opgezet had, inclusief verplichte doping: "Eins, zwei, drei!"
Jarenlang heersten de DDR-dames met ijzeren hand bij het langebaanschaatsen. Bij de prijsuitreiking bleek, dat de Oost-Duitse coaches in Jaap de Gorter een waardige opvolger hebben gevonden. Zelf pakte Jaap met 42... en 1.22... bij de veteranen, pardon masters, de derde plek, na de eeuwige tweede Frank Steenkamp en winnaar Gerard Snel. Voor mij is dat geen verrassing. Op mijn weblog heb ik al eerder betoogd: "Ik rijd breed, Gerard rijdt snel!"
De gouden hand van coaching kwam goed naar voren bij de mannen neo-senioren. Ondanks 2 valpartijen op de 4 ronden won Walter, doordat er maar 2 deelnemers waren, het zilver. Wie er niet is, kun je ook niet verslaan!
Nog verrassender was het goud van Marjolijn bij de dames. Zij won in de verkeerde categorie, waar ze in de juiste categorie 3e was geworden. Kijk, hier hebben we een coach, die weet, waar de kansen liggen!!!
Sven Kramer is, na de wisseltruc in Vancouver, voor het nieuwe seizoen op zoek naar een coach met nieuwe impulsen. Nou, ik weet er wel een.....
vrijdag 19 maart 2010
Huldiging
Het was donderdagochtend de laatste trainingsochtend van de krasse knarren, waarbij een aantal mensen even in het zonnetje werden gezet: ijsmeester Dries Breugom en de vrijwilligers Hermien Ravensbergen en Teun de Reede, alsmede Martien Wijnands, die de schema's op dinsdagochtend in de gaten hield. Zelf doe ik dat op donderdagochtend, maar er stond een vergadering gepland op mijn werk, waar ik niet onderuit kon. Maar gezien alle vrijheid, die ik deze winter gekregen heb om op natuurijs te kunnen schaatsen, ga ik daar niet moeilijk over doen.
Ik hoop in de toekomst nog vaker van deze vrijheid te kunnen profiteren als natuurijs is. Je moet af en toe een spiering uitgooien om een kabeljauw te vangen.
Nu kwam het toevallig goed uit, dat ik vroeg moest beginnen met werken. Zodoende kon ik om half 4 weer naar huis om me in sportkleding te hullen voor de huldiging van 4 deelnemers aan de Olympische Spelen in Vancouver: Laurine van Riessen en Bob de Jong, die beiden met een bronzen medaille uit Canada terugkeerden en Margot Boer en Liesbeth Mau-Asam, die beiden op de vierde plaats bleven steken, dus net buiten het podium.
Er stonden ongeveer 200 leden van de ijsclubs uit de regio bij het bordes van het Stadhuis aan de Breestraat, de meesten in schaatskleding gehuld. Met 4 Donkervoorts kwamen de Olympiagangers aangereden. Onder de klanken van dweilorkest "De flierefluiters" en luide toejuigingen beklom het kwartet de monumentale trap.
In de grote zaal werden ze in het zonnetje gezet door o.a. demissionair PvdA-wethouder Marc Witteman, die vorig jaar de IJshal gered heeft door kordaat ingrijpen, door de wethouder van Kaag en Braassem, door KNSB-voorzitter Doekle Terpstra, door Aad Kagenaar en door IJVL-voorzitter Sjaak Stuijt.
Als rode draad door alle toespraken liep de noodzaak van de bouw van een 400-meterbaan in Leiden. Gezien de problemen van de Uithof dit seizoen geen overbodige luxe: het toont de kwetsbaarheid van de infrastructuur in Zuid-Holland op het gebied van kunstijs. Er werden dan ook oranje t-shirts uitgereikt met de tekst: Supertijden.... Straks ook in Leiden?
Eén ding is zeker: ik zal die supertijden niet rijden!
Ik ben meer voor het lange werk. Net als "toeschouwer" Henk Angenent, die ik in mijn IJsstrijd-jack aan kon spreken in zijn functie van ambassadeur van deze toertocht op Flevonice ten behoeve van de Nierstichting. Het was tijdens en na afloop van de toespraken heel gezellig in het Stadhuis, waar ik heel veel bekenden tegen kwam, terwijl er veel foto's werden gemaakt.
Uiteraard ging ik IJVL-trainer Laurine van Riessen feliciteren met haar superprestatie en mocht deze slaapkop voor het eerst van zijn leven een Olympische medaille vasthouden: het brons woog behoorlijk zwaar.
Om half 7 vertrokken de Olympiërs in de Donkervoorts naar de IJshal voor het tweede gedeelte van de huldiging. Ooit ben ik zelf in wat toen nog de Menkenbaan heette, gehuldigd. Dat was in januari 1997 tijdens de eerste schaatsles, die ik op vrijdagmiddag gaf na het uitrijden van de Elfstedentocht.
Gezeten op een slee werd ik voortgetrokken door de kinderen van mijn trainingsgroep.
Bij de Vondellaan aangekomen was het een drukte van belang. De jeugd van de schaatsverenigingen uit de regio mochten schaatsen met deze vier toppers. Het was dan ook heel druk, toen zij om 7 uur kwamen aangereden.
Om 20 over 7 betraden Bob de Jong, Laurine van Riessen, Margot Boer en Liesbeth Mau-Asam het ijs. Veel rondjes hebben ze niet gereden: ze hadden het veel te druk met handtekeningen uitdelen!
Om 8 uur vertrokken we naar boven, waar in de kantine de afsluiting plaats vond van deze zeer gezellige huldiging. Met Frans van Rijn en Bas Koster dronk ik een Palm, alvorens te luisteren naar de slottoespraak van ceremoniemeester Frank Steenkamp.
Bij het weggaan kreeg ik van Wouter van Riessen te horen, dat ik woensdagavond werd verwacht bij de naar Haarlem verplaatste clubkampioenschappen. Meestal ben je niet zo blij, als een tandarts zegt, dat je volgende week terug moet komen, maar nu kom ik met veel plezier!
Ik hoop in de toekomst nog vaker van deze vrijheid te kunnen profiteren als natuurijs is. Je moet af en toe een spiering uitgooien om een kabeljauw te vangen.
Nu kwam het toevallig goed uit, dat ik vroeg moest beginnen met werken. Zodoende kon ik om half 4 weer naar huis om me in sportkleding te hullen voor de huldiging van 4 deelnemers aan de Olympische Spelen in Vancouver: Laurine van Riessen en Bob de Jong, die beiden met een bronzen medaille uit Canada terugkeerden en Margot Boer en Liesbeth Mau-Asam, die beiden op de vierde plaats bleven steken, dus net buiten het podium.
Er stonden ongeveer 200 leden van de ijsclubs uit de regio bij het bordes van het Stadhuis aan de Breestraat, de meesten in schaatskleding gehuld. Met 4 Donkervoorts kwamen de Olympiagangers aangereden. Onder de klanken van dweilorkest "De flierefluiters" en luide toejuigingen beklom het kwartet de monumentale trap.
In de grote zaal werden ze in het zonnetje gezet door o.a. demissionair PvdA-wethouder Marc Witteman, die vorig jaar de IJshal gered heeft door kordaat ingrijpen, door de wethouder van Kaag en Braassem, door KNSB-voorzitter Doekle Terpstra, door Aad Kagenaar en door IJVL-voorzitter Sjaak Stuijt.
Als rode draad door alle toespraken liep de noodzaak van de bouw van een 400-meterbaan in Leiden. Gezien de problemen van de Uithof dit seizoen geen overbodige luxe: het toont de kwetsbaarheid van de infrastructuur in Zuid-Holland op het gebied van kunstijs. Er werden dan ook oranje t-shirts uitgereikt met de tekst: Supertijden.... Straks ook in Leiden?
Eén ding is zeker: ik zal die supertijden niet rijden!
Ik ben meer voor het lange werk. Net als "toeschouwer" Henk Angenent, die ik in mijn IJsstrijd-jack aan kon spreken in zijn functie van ambassadeur van deze toertocht op Flevonice ten behoeve van de Nierstichting. Het was tijdens en na afloop van de toespraken heel gezellig in het Stadhuis, waar ik heel veel bekenden tegen kwam, terwijl er veel foto's werden gemaakt.
Uiteraard ging ik IJVL-trainer Laurine van Riessen feliciteren met haar superprestatie en mocht deze slaapkop voor het eerst van zijn leven een Olympische medaille vasthouden: het brons woog behoorlijk zwaar.
Om half 7 vertrokken de Olympiërs in de Donkervoorts naar de IJshal voor het tweede gedeelte van de huldiging. Ooit ben ik zelf in wat toen nog de Menkenbaan heette, gehuldigd. Dat was in januari 1997 tijdens de eerste schaatsles, die ik op vrijdagmiddag gaf na het uitrijden van de Elfstedentocht.
Gezeten op een slee werd ik voortgetrokken door de kinderen van mijn trainingsgroep.
Bij de Vondellaan aangekomen was het een drukte van belang. De jeugd van de schaatsverenigingen uit de regio mochten schaatsen met deze vier toppers. Het was dan ook heel druk, toen zij om 7 uur kwamen aangereden.
Om 20 over 7 betraden Bob de Jong, Laurine van Riessen, Margot Boer en Liesbeth Mau-Asam het ijs. Veel rondjes hebben ze niet gereden: ze hadden het veel te druk met handtekeningen uitdelen!
Om 8 uur vertrokken we naar boven, waar in de kantine de afsluiting plaats vond van deze zeer gezellige huldiging. Met Frans van Rijn en Bas Koster dronk ik een Palm, alvorens te luisteren naar de slottoespraak van ceremoniemeester Frank Steenkamp.
Bij het weggaan kreeg ik van Wouter van Riessen te horen, dat ik woensdagavond werd verwacht bij de naar Haarlem verplaatste clubkampioenschappen. Meestal ben je niet zo blij, als een tandarts zegt, dat je volgende week terug moet komen, maar nu kom ik met veel plezier!