Op deze prachtige zondagmorgen stapte ik om half 8 al uit mijn bed. Niet zozeer, omdat de morgenstond goud in de mond heeft, maar meer omdat ik vandaag de derde en laatste training van 30 km zou gaan doen voor de marathon van Leiden over 3 weken.
Na met Ada ontbeten te hebben, zat ik om half 9 op de fiets om via Rijnsburg en Voorhout naar Noordwijkerhout te trappen.
Het was niet bepaald een straf. Heerlijk zonnig weer en de Bollenstreek op zijn allermooist.
Wat wil een sportman nog meer. Om half 10 had ik me als eerste voor de halve marathon ingeschreven en alle spullen, die ik niet direkt nodig had, in kleedkamer 4 gezet. Vervolgens bestudeerde ik de route, die ik uit voorgaande jaren al zo goed kende. Dit was niet zozeer uit angst om te verdwalen, want dat is bijzonder lastig langs de Leidse vaart, maar meer om te bepalen, waar ongeveer het punt van 16,5 km zou liggen.
Mijn bedoeling was om voor de start van de halve marathon minimaal 9 km te lopen. Om kwart voor 10 was ik onderweg om "in te lopen". Dit ging erg makkelijk. Zonder ergens te forceren liep ik de 4,5 km heen en terug in 50 minuten, zodat ik nog 20 minuten had om even wat te eten, te drinken en om het sanitair voor de laatste keer te inspecteren.
Vlak voor de start kwam ik Annelies van Strater tegen, die in een niet al te grijs verleden nog een paar jaar lid was van onze droogtrainingsgroep van de IJVL. Nog even gepraat over onze plannen op de lange afstanden met hardlopen, alvorens we ons in het startvak konden begeven. Het weer was in ieder geval een stuk beter dan vorig jaar, toen we de halve marathon in de regen moesten afleggen.
Daar ik niet wist, wat de uitwerking van 9 km inlopen zou zijn, begon ik vrij rustig. Maar na een kilometer voelde ik, dat de benen weer goed waren vandaag. Ik kon aan een inhaalrace beginnen en langzaam maar zeker kwam ik naar voren door van groepje naar groepje te "springen". Na 4 km was de eerste drinkpost al. De organisatie had zo prima ingespeeld op het warme weer. In het oosten van het land was het de eerste zomerse dag van 2010.
Vlak na de waterpost volgde het zwaarste stuk van de dag: een behoorlijk steile klim naar een duintop. Op dit korte stuk haalde ik 6 0f 7 personen in. Met de vorm zat het dus wel snor. De eerste 5 km ging in 24.49. Door het licht golvende duingebied liepen we noordwaarts richting Langevelderslag. Op dit stuk werd ik herkend door een schaatsster: "Daar is Bert van de IJshal!" En inderdaad, daar doe je het allemaal voor.
De 10 km werd geklokt in 49.30, dus ik lag nog steeds op schema voor een tijd onder de 1.45. Dat werd bevestigd door de tijdmeting bij de 15 km: 1.13.50. Als ik dit tempo vast kon houden, zou ik in de 1.43 eindigen.
Bron foto: www.ikopfoto.nl
Maar goed, het slotdeel langs de Leidse vaart ging toch ietsje langzamer. Bij de 20 km stond de klok stil op 1.39.10, dus er zat toch een licht verval in de snelheid.
Maar vooraf had ik blind getekend voor de eindtijd van 1.44.29, waarmee ik nog net in de bovenste helft van het klassement kwam te staan. Vorig jaar liep ik 1.39.48 bruto, maar dat was een loop van een andere orde. Tel ik de tijd van de halve marathon en het inlopen bij elkaar op, dan kom ik uit op een totaaltijd van ongeveer 2.34 over de 30 km, vergelijkbaar met mijn p.r. bij de Henk Hakker memoriaal van vorig jaar.
Als ik vandaag de marathon had moeten lopen, dan was ik er klaar voor geweest. De benen voelden nog steeds goed. Het enige lichamelijke ongemak was een bloedende tepel. Doordat ik een paar sponzen op mijn hoofd en in mijn nek had uitgeknepen, was het functionele t-shirt lichtjes gaan schuren. Ik heb er verder geen last van gehad. Ik zag het pas, toen ik in de kleedkamer mijn shirt uittrok.
In de kleedkamer was trouwens nog even een hilarisch moment. Een van de lopers had een energiegel onder zijn pet gestopt om deze te kunnen gebruiken bij een eventuele hongerklop. Dit zakje was echter open gegaan en de gel was eruit gelopen, in zijn nek. Ik kon het niet nalaten om tegen deze voor mij vreemde loper te zeggen: "Dat is weer eens wat anders, dan uit je nek kletsen!"
Terwijl de laatste lopers van de Omloop van Noordwijkerhout nog moesten finishen, fietste ik naar het huis van mijn oudste broer. Bij Kees en Fia was het in de tuin vol bloemen prima toeven. Om half 3 reed ik via een heel andere route door de prachtige Bollenstreek naar huis terug voor een verkwikkende douche.
De kilometerteller zal morgen de 46.000 km passeren. Normaal gesproken gaan de batterijen ruim 2 jaar mee, zodat je weer op 0 moet beginnen, maar deze zit er al in sinds begin mei 2005. Dat houdt dus in, dat ik gemiddeld 9200 km per jaar per fiets heb afgelegd. Geen onaardig gemiddelde.
Nu ik met de Omloop van Noordwijkerhout de laatste lange training voor de marathon van Leiden heb afgelegd, kan ik de wijze woorden van Paul Verkerk in overweging gaan nemen: "Hier een tip van je "personal coach". Mijn indruk is dat jouw conditie op loopgebied inmiddels beregoed is. Dat komt oa omdat jij zoveel aan extensieve duurtraining doet. Dat is inderdaad zeer belangrijk en wordt door velen verwaarloosd. Ik heb echter de indruk dat je loopsnelheid misschien nog wat omhoog kan. Tip: ga daarom de komende tijd eens wat meer aan intervaltraining doen. Maar wees voorzichtig: bij een hogere loopsnelheid neemt de kans op blessures natuurlijk toe."
Het valt allicht te proberen. wie weet ben ik dan wel 10 seconden sneller dan vorig jaar!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten