Door een speling van het lot had ik een vreemde voorbereiding op de marathon van Leiden a.s. zondag. Doordat we bijna 2 weken vakantie hadden in Noord-Spanje, waar onze zoon Siebe sinds anderhalf jaar verblijft als amateurwielrenner, was het schema, wat ik al 7 jaar gebruik voor de marathontraining, lichtelijk aangepast. Normaal gesproken loop ik mijn laatste 30 km 2 weken voor de marathon, nu was dat 3 weken ervoor.
We vlogen op Koninginnedag vanuit Charleroi naar Zaragoza.
Vandaar reden we met de bus naar Pamplona, waar Siebe ons oppikte en ons naar onze vakantiewoning in de bergen bracht. We zouden 6 nachten slapen in Palacio de Osteritz. Nu is het niet zo slim om in een onbekende omgeving meteen 30 km te gaan hardlopen. Vooral omdat het in de Pyreneeën niet bepaald vlak te noemen is. Kortom, ik had dit keer een rustperiode ingelast van 3 weken i.p.v. 2. Zondag zullen we zien, hoe dat uitpakt.
Nu zullen er ongetwijfeld mensen zijn, die denken, dat je in de rustperiode niets doet. Dat is niet bepaald het geval. Je traint alleen minder in omvang. Ik loop dan 3 keer per week 5 tot 10 km. Ik ken genoeg mensen, die dit zeer veel vinden....
De eerste keer liep ik op zondagochtend slechts 4 km. Ik liep van Osteritz naar Zuberi, waar ik boodschappen ging halen voor het avondeten. Ik moest afdalen op een glibberig pad, dus dat vereist enige behoedzaamheid, temeer daar ik mijn kuitspieren al vanaf de eerste meter voelde. Hoe goed getraind de spieren ook waren, het wandelen in de bergen, wat we de dag ervoor gedaan hadden, is toch iets heel anders. Dat voelde ik dus meteen.
Met een rugzak vol boodschappen rende ik tussen de wandelende pelgrims van de Caminio de Santiago door de heuvel weer op. Het waren dan niet veel kilometers, doch de rugzak en de klim maakten het toch redelijk pittig. Vooral omdat we die dag nog een kilometer of 20 zouden gaan wandelen in dit deel van de Pyreneeën.
De tweede keer was op een zeer regenachtige dinsdag. Het pad was onbegaanbaar, dus ik liep over de weg naar Zubiri, zodat ik 6 km liep op deze dag in mei, waarin de maximumtemperatuur 3 graden zou worden. In de hoger geleden delen van de Pirineos viel sneeuw! Ik haalde brood in Zubiri. De terugweg naar Osteritz was een stuk zwaarder: grotendeels bergopwaarts. De pergrims waren ook weer op weg op deze koude, regenachtige dag. Ik haalde hardlopend in korte broek een groep van 8 peregrinos in en kreeg applaus. Dat maak je niet met iedere training mee!
De derde traing was een kleine 10 km in het schilderachtige havenstadje Ribadesella in Asturias. We waren op donderdag net aangekomen en het was om 7 uur nog heerlijk weer. Ik ging hardlopen over de wandelpromenade langs de rotskust, over het strand en langs de haven. De zaterdag erop deed ik weer een klimtraining van 6 km, deels over het traject, dat ik de dag ervoor met Ada gewandeld had.
De gele route liep over 3 uitzichtspunten, de miradores. De lange klim, die we gisteren wandelden vanaf de Puerto del Pilars, deed ik nu hardlopend. Dat was best zwaar. Na nog een paar keer op en neer golven kwam ik uit bij Ardines. Hier lagen de de 3 uitzichtspunten. Vooral vanaf de derde mirador had je een prachtig uitzicht over de zee, de Sella en de Picos de Europa.
De laatste training in Asturias was op dinsdagochtend om 10 over half 8. Ik liep 5 km in de regen. Eerst liep ik naar de punt, waar de afdruk van een dinosauruspoot te zien zou moeten zijn. Het zou kunnen zijn, dat ik hem redelijk hoog op de rotswand heb gezien, maar mogelijk ook niet. Ik ben geen expert op dit terrein.
Om even over 8 liep ik bij de pastelaria binnen en haalde 3 brood op, zodat we om half 9, na een verfrissende douche, aan tafel plaats konden nemen.
Op deze Hemelvaartsdag heb ik in Leiden 7,5 km in marathontempo gelopen. Nu neem ik echt rust tot zondag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten