vrijdag 13 augustus 2010

Weser-Radweg



Het mooiste deel van onze fietsvakantie is zonder twijfel de bovenloop van de Weser-Radweg, tussen Hann.Münden en Porta Westfalica. Af en toe heb je het idee, dat je in een sprookjesachtig landschap beland bent. En deels is dat ook zo, want een paar sprookjes komen letterlijk voort uit plaatsjes langs de Weser.
Nu kun je de route 2 kanten op fietsen. Wij zijn aan het begin, bij de samenvloeiing van Fulda en Werra, begonnen.


Het voordeel is, dat je in het begin een paar keer daalt én dat je bij de overwegend zuidwestenwind de wind vrij vaak in de rug hebt. Het nadeel is, dat je de eerste dagen het mooiste deel krijgt te zien, waarna de benedenloop toch wat tegenvalt. Terwijl het toch geen lelijk gebied is, alleen soms wat veel van hetzelfde.
Ik zal de pareltjes van de Weser-Radweg bespreken aan de hand van de door ons gefietste route.


Hann.Münden is meteen al zo'n hoogtepunt. Een prachtig stadje met veel vakwerkhuizen. Hemeln is een leuk stadje, waar je eventueel met een door de stroming van het water aangedreven pontje kunt oversteken. Het werkt met dezelfde principes als een zeilboot, waarmee je tegen de wind in vaart.


Andere leuke plaatsjes zijn het kleine Bursfelde, Gieselwerder, Bad Karlshafen en Beverungen.
De natuur is op dit gedeelte overweldigend mooi. Als je geluk hebt, kun je hier grote roofvogels, zoals de Adler zien vliegen, de arend.

Höxter is een heel leuk stadje met wederom prachtige vakwerkhuizen, waarin die Hexe een rol speelt. Er wordt hier veel aandacht besteed aan het sprookje van Hans en Grietje.
Van Höxter tot Holzminden, wederom een leuk stadje, loopt de Weser-Radweg parallel aan de R1. Hier vandaan hebben we de zonder meer aan te bevelen variant naar Schloss Bevern gevolgd.

In het volgende stuk wordt het dal wat smaller, waarbij je kale rotswanden aan de overzijde op ziet doemen.
De volgende plaats is zeer bekend: Hameln.

Zonder twijfel is dit weer een sprookjesachtig stadje aan de Weser. Het is bekend geworden door de Rattenvanger van Hamelen. Er is een Rattenfängerhalle en een Rattenfängerhaus, met nog diverse verwijzingen.

Bij het Rattenfängerhaus kreeg een groep kinderen net een uitleg over de achtergrond van dit verhaal. In de Middeleeuwen hadden de mensen de gewoonte, alle voedselresten gewoon uit het raam op straat te gooien. Daar komen, uiteraard, muizen en ratten op af. Zo krijg je binnen de kortste keren een rattenplaag.





Hoewel Rinteln een mooie stadje is, zullen wij het ons altijd herinneren als de plaats, waar Ada is aangereden.
Eisbergen doet, net als Glissen, het hart van iedere schaatser harder kloppen.

Bij Porto Westfalica, waar de Weser zich tussen de laatste 2 bergen heeft doorgewurmd voor het door de Noordduitse laagvlakte doorkronkelt, is vooral het enorme monument ter ere van Wilhelm I onontkoombaar, het hooggelegen Kaiser-Wilhelm-Denkmal.

In het toch wel saaiere vlakke gebied zijn toch nog mooie gebieden en plaatsen. Al vrij snel stuit je op Minden, maar ook Stolzenau, Estorf, Nienburg, Marklohe, Hoya en Verden zijn het bezoek zeker waard.




Tenslotte kom je uit bij de grootste stad aan de Weser: Bremen. Deze Hanzestad heeft een prachtige Altstadt. Vooral het gebied rond het Rathaus is oogstrelend. En ook hier speelt een sprookje: die Bremer Stadtmusikanten.




Gelukkig trad dit gezelschap niet op, toen wij daar op een terrasje aan de Milchkaffee, heisse Schokolade en 2 lekkere Strudel zaten. Wij konden genieten van Baltic Brass uit St. Petersburg.

De laatste 20 km van de Weser-Radweg, zoals wij die gevolgd hebben, waren het minst fraai. We voeren langs de enorme haven. Het is een beetje vergelijkbaar met het fietsen tussen Maassluis en Hoek van Holland: je rijdt over een dijk en aan de overzijde van het water zie je een enorm haven- en industriegebied.


Wat dat aangaat is er wel wat voor te zeggen om de route stroomopwaarts af te leggen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten