maandag 25 oktober 2010

Las Xanas

Na het ontbijt in Siebes piso liepen we naar zijn wagen, die vlak bij het stadion van Real Oviedo stond geparkeerd. We reden in westelijke richting. Een paar km buiten Oviedo was er een wegcontrole van de Guardia Civil. Siebe mocht uiteindelijk doorrijden, maar hij had bijna een bon te pakken, omdat hij een meter verder stopte dan de gardist.
Bij Trubia reden we langs de rivier met dezelfde naam steeds verder omhoog de bergen in. In juni was deze rivier door overvloedige regenval buiten de oevers getreden. Via Vega en Santiago reden we naar Villanueva, waar Siebe de eerste verrassing voor ons in petto had: een berenfokstation.

We wandelden hier naar toe en terug bij de auto reden we naar het hoofddoel van deze zondag: Las Xanas. Onder een bewolkte hemel zouden we een wandeling gaan maken langs een diepe kloof.



Of beter gezegd: boven een kloof. We klommen over een vrij smal pad steeds verder omhoog.


Het was een vrij drukke route. Onderweg kwamen we diverse gezinnen tegen.

Er waren een paar tunnels en bruggetjes, maar voor de rest was het puur natuur.

Links van ons zag je de steile rotswanden oprijzen, aan de rechterhand zag je de beek diep onder je naar de Trubia kronkelen.


Er waren kale rotsen, begroeide stukken en ook een bos.

Bij de bovenloop van de beek waren een paar watervallen.

Verder was het hier heel stil, maar de watervallen maakten flink wat kabaal.

Door het bos, met hier en daar veel paddestoelen, wandelden we naar het hoogste punt van de kloofwandeling van Los Xanas. Hoe hoog we waren? Op de kerk, die hier stond, stond geschreven "Porta Coeli", de Hemelpoort.

En dat klopte wel een beetje. Het was hier zeer mooi. Een alpenweide, waar wilde paarden vrij rondliepen, bergtoppen aan alle kanten en een paar bergdorpen, die de Edelweisssfeer compleet maakten.

We aten hier onze lunch, terwijl je de wolken over de bergen zag kruipen.

Een kort buitje deed ons beschutting zoeken onder het afdak van de kerk. Alle zegen komt van boven, nietwaar.
Een fijngebouwde zwerfpoes kwam ons gezelschap houden. Ada gaf het magere scharminkel een stukje kaas. Als blijk van aanhankelijkheid liep het beestje daarna een heel stuk mee richting Pedroveya.

In dit dorpje liepen we de lokale herberg binnen, maar daar een grote groep aanstalten maakte om aan tafel te gaan, had de waard geen aandacht voor de Hollandse gasten.
We vervolgden onder leiding van onze zoon onze tocht. Bij het volgende bergdorp verliet Siebe de weg. We begonnen weer te klimmen en het klauteren ging heel lang door. We volgden een beekbedding tot we aan een hek kwamen, dat we passeerden. Tussen varens en bremstruiken door liepen we over de door wilde paarden gebaande paden naar de top van de heuvel.



Het uizicht was majestueus. We zagen Oviedo liggen, terwijl we aan de andere kant bergdorpjes zagen aan de overzijde van de Trubia. De benevelde bergen met pieken boven de 1700 meter maakten het plaatje compleet.



Nu is klimmen zwaar, maar dalen is nog veel lastiger. Vooral met struikgewas als begroeiing zie je niet goed, waar je 't handigste af kunt dalen. Halverwege onze afdaling kwamen we een paar oude vrouwen met een hond tegen.
Met modder aan de schoenen en modderspatten vonden we het pad naar Las Xanas weer terug.


De zon scheen en het werd behoorlijk warm. In een t-shirt met korte mouwen daalden we af. Het tekent de grilligheid van het weer in de Cordillera Cantabrica. In Las Xanas namen we in het gelijknamige café koffie en warme chocomel. We reden langs de Trubia naar Trubia en via de oude weg naar Oviedo, waar Ana en Siebe 's avonds een heerlijk avondmaal voor ons bereidden met zelfgemaakte tonijnpaté, tortilla's en een salade met tomaat, olijven en tonijn.
Ik was de enige, die nog een toetje nam. Als lid van de IJssportvereniging Leiden liet ik het ijs natuurlijk niet staan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten