Zo af en toe roept de plicht. Vandaag was zo'n dag, dat ik onmogelijk vrij kon nemen, dus fietste ik naar Katwijk, grotendeels over goed berijdbare fietspaden, maar het was goed oppassen geblazen, want er zaten enkele gladde plekken op de route.
Zodoende kreeg ik van Arthur van Winsen dit mailtje, waaruit ik citeer:
"Ja Bert als jij er niet bij bent denken je schaatsvrienden dat ze ook een dagje vrijaf kunnen nemen.
Maar ik was vastbesloten naar de Gouwzee te gaan. Daarom stond ik vanachter het glas van het voorportaal in de ijshal te spieden of ik nog gezelschap zou krijgen. Zulks was niet het geval. Ik moest het vandaag alleen opknappen netzoals Frans van Rijn afgelopen vrijdag. Geen nood, zelfs een textlite vlak voor Monnikendam met de mededeling "hier en daar gevaarlijk ijs" kon mij niet weerhouden.
Toen ik het Marker veerhuis betrad verdween mijn desolate gevoel op slag. Daar zat geheel onverwacht good old Douwe Kinkel. Hij had al een uur of wat geschaatst en had nog wel zin om even op en neer naar Marken te gaan. Buiten de gebaande paden om over de serene ijsvlakten gingen we.
Hoe anders waren de omstandigheden dan donderdag jongstleden met die jagende storm. Geen sneeuwduinen wel tamelijk donker ijs dat hier en daar wat kruimelig was. De wind mocht geen naam hebben."
Gezien de weersvoorspellingen ga ik daar morgen maar weer eens naar toe, on de slotzin van Arthur weer eens aan den lijve te mogen ervaren: ""Wat is dit toch een prachtige sport" dacht ik voortdurend bij mezelf. Een niet aflatend gevoel van euforie heeft mij de rest van mijn schaatstocht vergezeld."
Intussen zit ik wel een klein beetje in mijn maag met de 1000 rondjes van Leiden a.s. vrijdag. Normaal gesproken ben ik iemand, die iets afmaakt als hij ergens aan begint, maar ik denk er zeer sterk over om het voorbehoud, dat ik maakte bij het plannen van dit evenement, toch maar te gaan gebruiken: als er een Elfstedentocht aan dreigt te komen, haak ik af.
Ik denk er zeer sterk over om niet voor 1000 rondjes, maar voor 1000 bochten te gaan: 100 km is een prima duurtraining, terwijl je jezelf niet in het rood rijdt. Zo vaak krijg je de kans niet, om een Elfstedentocht te mogen rijden.
Want ondanks de lichte dooi hou ik rekening met een terugkeer van de winter in de eerste week van het nieuwe jaar, en dan komt de Tocht der Tochten toch wel erg dichtbij, getuigen deze filmbeelden, die ik van Jelle Sybesma kreeg toegezonden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten