donderdag 31 maart 2011

Wilf O'Reilly


Gisterenavond volgde ik in de Leidse IJshal met nog 15 andere IJVL-ers de KNSB Masterclass bochtentechniek 1 voor trainers.

De masterclass werd gegeven door Wilf O'Reilly, voormalig bondscoach shorttrack van Nederland. Daarnaast is Wilf ook nog wereldkampioen en Olympisch kampioen shorttrack geworden. Voor minder doen we het niet bij de IJVL.
Daarnaast was O'Reilly ook nog Brits kampioen. Ach, niemand is perfect.

Aan de hand van vertraagde filmbeelden van langebaanschaatsers en shorttrackers liet de voormalige bondscoach zien, waar veel schaatsers bij het ingaan van de bocht de fout in gaan. Velen zetten dan niet goed af met het rechterbeen en zetten hun linkerbeen te snel neer. Hiermee verlies je snelheid. Je moet meer schaatsen, alsof je het rechte eind schaatst en dan terugsturen in de richting van de bocht.

Je hebt dan meer tijd om in de bocht naar binnen te vallen, soms in een hoek van slechts 27 graden! Als dat niet laag boven het ijs is....

Je hebt zo ook meer tijd om druk op te bouwen op je rechterschaats. Je moet helemaal klaar zijn met de afzet op rechts, voor je je linkerschaats neerzet.
Wilf O'Reilly deed met een cornerbelt, een aan elkaar genaaide veiligheidsgordel uit een auto van een meter of 6 lengte uit, voor, wat hij bedoelde. Een cornerbelt is om de techniek aan te leren beter geschikt dan een elastiek, omdat je dan constant dezelfde tegendruk hebt. Als vorm van krachttraining is het elastiek daarentegen wel beter.
Waar shorttrackers veel winst uit halen, is de snelle overschakeling van actiebeen naar reactiebeen. Vermoedelijk heeft Shani Davis dit zo geautomatiseerd, dat bij hem het grijze tussengebied tussen actie en reactie zeer klein geworden is. Hier pakt deze Amerikaanse alleskunner zijn winst!

Veel langebaanschaatsers strekken in de bocht hun linkerbeen na, als ze al op hun rechterbeen staan. Een zinloze bezigheid, want er staat geen druk meer op het linkerbeen.
Voorts hebben vrij veel langebaanschaatsers geleerd om het rechterbeen voorlangs over het ijs te laten glijden, waar shorttrackers het rechterbeen over het linkerbeen heenzetten. Het is een korte overstap, want dan kun je meteen weer druk zetten. Daarbij moet je niet wegtrappen, maar wegduwen! Ik hoor het Wierd Wagenmakers letterlijk zo zeggen.
Je stapt dus niet zozeer over, maar je duwt als het ware je rechterbeen over je linkerbeen heen. Je moet zo laat mogelijk gewicht nemen op je nieuwe glijbeen. Het vermogen wordt in het begin van de afzet geleverd. Let er daarbij op, dat je afzet loodrecht op de glijrichting van je schaats is. Dus net als op het rechte eind: zijwaarts afzetten. En probeer ook in de bocht terug te sturen.

Met de cornerbelt liet de Olympische kampioen zien, hoe klein je overstap moet zijn voor een volgende effectieve afzet: ongeveer de lengte van een schoen en een halve schoenlengte naar voren: daar zet je je rechterschaats neer. Het linkerbeen wordt na de afzet effectief achter het zich strekkende rechterbeen doorgehaald.
Let er daarbij op, dat je schouders horizontaal blijven, anders heb je te weinig ruimte voor je heupinzet niet.

Wat verder opviel: shorttrackers glijden in de bocht langer op hun rechterbeen door, dan op hun linker!
Geheel per ongeluk doe ik dat al jaren. Alleen zal ik nog meer druk op beide standbenen moeten gaan geven.
De Britse shorttrackkampioen deed de voorspelling, dat in 2018 en zo mogelijk eerder, Jong Oranje zal bestaan uit alle schaatsdisciplines: shorttrack, sprint, allrounders en stayers. De disciplines zullen meer naar elkaar toegroeien. Ik vermoed, dat hij wel eens gelijk zou kunnen krijgen.
Nadat ik dit seizoen bezig ben geweest mijn bochtentechniek te verbeteren, heb ik op deze zeer leerzame avond veel stof om over na te denken meegekregen. En ik mag dan wel een officieel KNSB-certificaat voor deze masterclass Bochtentechniek hebben gekegen, voor het nieuwe seizoen heb ik heel wat huiswerk opgekregen.

1 opmerking: