Om 8 uur ruimden we onze droge tent op. Het was bewolkt, vrij koud, maar wel droog. Ik trok, tot verbijstering van Ada, mijn oranje kleding aan. Je moet je immers weten te kleden voor de gelegenheid en bij de Oranjeroute hoort nu eenmaal oranje!
We ontbeten onder de appelboom en om half 10 zaten we op de fiets, waar we vanaf de camping begonnen met klimmen. Niet echt lekker met nog niet warm gedraaide spieren.
Nadat we Diez gepasseerd waren, zagen we eindelijk Schloss Oranienstein liggen.
We waren de vakantie begonnen in Limburg, nu reden we naar Limburg toe.
Limburg is een prachtig stadje met steile kasseienstraten. We keken hier een beetje rond, maar na 7 km fietsen neem je nog geen pauze.
Langs de Lahn hadden we bij het verlaten van Limburg nog een prachtige Ansicht op dit stadje met de dominante Sankt-Georgs Dom.
Toen we net buiten Limburg fietsten, hoorden we "Dat is Bert" zeggen. Jaap Hoek en zijn vrouw, bezoekers van de Katwijkse bibliotheek, hadden dit prachtige dal ook uitgezocht voor hun vakantie.
Langs deze rivier fietsten we door naar Runkel, een plaatsje met 2 kastelen van met elkaar ruziënde kasteelheren. Obelix had volkomen gelijk: "Rare jongens, die Gothen!"
In het Altstadt-Café bestelden we koffie, chocolademelk en 2 amandelkoeken.
Om 12 uur hadden we net 20 km gefietst. Het begon wat warmer te worden. Bij Villmar staken we der Lahn weer over en fietsten qua natuurschoon een van de mooiste stukken van de dag, tot we voorbij Aumenau aan de verkeerde kant van de spoorbaan kwamen. Pas bij Fürfurt kwamen we weer aan de rivier.
Op een bank langs de R7 aten we een drietal boterhammen, terwijl tientallen kano's ons passeerden. We vervolgden de hier flink meanderende Lahn naar Weilburg, waar we samen met 2 Limburgers naar het lokale Schloss klommen. Het was het zoveelste leuke plaatsje, dat we tijdens onze vakantie doorkruisten.
De zon was inmiddels doorgebroken, zodat we in racebroek en t-shirt onze tocht vervolgden naar Löhnberg en aansluitend langs de B49, die we telkens kruisten. Op de kaart stonden allemaal pijltjes getekend, dus wij dachten, dat het net zo'n zwaar traject zou worden als gisteren tussen Laurenberg en Geilnau, maar dat viel erg mee. Het waren veel korte klimmetjes.
Vlak voorbij Lahnbahnhof vonden we een camping. Of eigenlijk 4 kleine campings, die tegen elkaar aangebouwd waren. Om 4 uur zetten we onze tent op de camping van een kanovereniging op.
Na de verkwikkende douchestralen begon ik te lezen in "Olivier en Adriaan", het tweede deel uit de Leonhard Huizinga geschreven serie vol humoristische avonturen van de tweeling Duysz ther Ghast. Ideale boeken voor de vakantie.
Om half 6 vertrokken we naar Braunfels. Aanvankelijk was het vanaf Lahnbahnhof een geleidelijke klim, maar de laatste 2 km was pittig te noemen, maar het was de moeite waard. De Altstadt van Braunfels is prachtig. We dwaalden een beetje door de straten met veel vakwerkhuizen, waarbij goed onderhouden exemplaren uit 1520.
Op het terras van "Solmser Hof" aten we Grieks, waarna we het Middeleeuwse plein overstaken om bij een Eiskaffee Italiaans ijs te kopen. Ach so, Holländer in Deutschland.
Zowel voor als na het eten wandelden we door de poort van het kasteel en door het leuke stadscentrum. Om half 9 vertrokken we naar de camping met de wigwams, om voor het donker de afdaling achter de rug te hebben.
Met 73 km op de teller raakte ik in gesprek met Danny en Twan uit Gennep, onze buren op de camping. De dag begon in Limburg en eindigde met Limburgers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten