Vanochtend bij het fietsen naar mijn werk voelde ik al diverse spieren, vooral in mijn bovenlichaam. Daar ik geen bijzondere inspanningen verricht heb de laatste dagen en Ada al een paar dagen wat grieperig is, was mijn conclusie duidelijk: ik ben ook aangestoken.
Het werk ging redelijk, al was ik wat gammel. In een wat lagere versnelling, maar dan hou je het wel op de been. Wel twijfelde ik er zeer sterk aan, of ik vanavond zou gaan schaatsen. Met de harde wind in de rug werd ik naar huis geblazen, tot ik een vreemd gevoel kreeg: mijn achterband werd zacht. Lek.
Vanaf de "Haagsche Schouw" wandelde ik met mijn fiets in de hand naar huis, waar ik mijn achterband probeerde te plakken. Het gat was snel gevonden: er zat een punaise in. Het plakken lukte, maar ik hoorde gesis. Ernaast zaten nog 2 gaten. Ik deed de band erin, draade mijn fiets om en zag, dat de voorband ook lek was. Er zaten 2 punaises in.
Morgen naar de fietsenmaker voor nieuwe anti-lekbanden. Niet alleen mijn banden, maar ik had zelf ook 't lek.
Over het schaatsen vanavond hoefde ik niet meer na te denken. Het zou toch niets worden. Ik kan beter nu wat rust pakken, want volgende week zondag wacht de 1000 rondjes van Leiden, en dan moet ik fit zijn.
Het was trouwens toch mijn dag niet: van de NBD kreeg ik "Molen- en Merentocht" teruggestuurd, met als enige motivering: "te persoonlijke verhalen".
En dan te bedenken, dat er in de bibliotheken enorme hoeveelheden waargebeurde verhalen te vinden zijn. Volgens mij zijn die vaak nog veel persoonlijker.
Maar goed, de NBD is een monopolist, dus mijn boek zal zijn weg niet meer eenvoudig naar de openbare bibliotheken vinden.
Die mogelijkheid valt dus weg.
Ik zal het dus volledig op eigen houtje moeten doen.
Maar dat is het lot van iedere Elfstedentochtrijder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten