Op mijn laatste werkdag in 2012 begaf ik mij op de fiets naar de
Leidse IJshal, waar ik schaatsles mocht geven voor de IJVL. Het regende de hele middag al. Dat paste wel in deze totaal verregende decembermaand.
Er waren minder kinderen dan gebruikelijk, maar dat was te verwachten op deze tussen de feestdagen ingeklemde vrijdagmiddag. Daar we dat al aan hadden zien komen, hadden we aangegeven, dat de kinderen, die wel zouden komen, een vriendje of vriendinnetje mee mochten nemen. Vier kinderen hadden dit gedaan. Zodoende kwamen we toch aan een kleine 20 kinderen.
Het was met drie nieuwkomers en een oudgediende een gezellige les, die zoals gebruikelijk speels verliep. Op een gegeven moment zag ik een aantal boutjes, schroefjes, moertjes en ringetjes op het ijs liggen.
Deze waren te groot voor een klapschaats. Mijn eerste gedachte was: dit is van de Zamboni.
Ik bracht de schoefjes naar de dienstdoende ijsmeester. De dweilmachine had zijn werk probleemloos gedaan. Misschien waren de ijzerwaren uit de zak van een andere ijsmeester gerold tijdens het dweilen.
Na het gebruikelijke tikkertje werd de binnenbaan opnieuw gedweild. Probleemloos. Kennelijk ontbraken er aan de Zamboni geen boutjes, schroefjes, moertjes en ringetjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten