Iedereen, die in de publieke dienstverlening werkt, krijgt er vroeg of laat mee te maken: hangjongeren, die irritant gedrag vertonen. Ze eisen respect, maar naar anderen toe zijn ze volstrekt respectloos.
Ook de bibliotheek heeft bij tijd en wijle te maken met groepen hangjongeren, met nadruk op groepen, want als ze alleen zijn, dan zijn het veelal gewone jongeren, die zich meestal niet conventioneel gedragen.
Afgelopen winter was het weer eens flink raak met zo'n groep. En met open ogen liep ik in de val. Ik liet me 1 keer provoceren, en heb dat 2 maanden lang moeten bezuren. Al die tijd was ik de pispaal van een groep van een man of 8. Op straat kun je letterlijk een straatje om, als je in de frontoffice van de bibliotheek werkt, dan kom je letterlijk in de frontlinie te liggen.
Wat dat aangaat kwam de natuurijsperiode eind januari als meer dan geroepen!
En mocht ik denken, dat het na deze afkoelingsperiode mee zou vallen, dan kwam ik van een koude kermis thuis. De heren kwamen soms speciaal naar de bibliotheek om mij uit te kunnen schelden. Ik stootte me, hoe moeilijk het ook was, niet voor de tweede keer aan dezelfde steen. Hoewel het van binnen kookte en kolkte, bleef ik naar de hangjongeren toe uiterlijk ijzingwekkend kalm.
Toch was ik weer met mijn neus op de zwakste plek gedrukt. Het kwam dan ook als geroepen, dat er een avond georganiseerd werd over hoe je met deze lastige groep om kunt gaan. Spreker van de avond was Hans Kaldenbach, schrijver van een paar boeken, hoe je het beste met deze jongeren om kunt gaan.
Zoals je ook met sport constant bezig bent om jezelf te verbeteren, moet je dat met werken ook zijn. Je bent nooit te oud om te leren, of zoals Alquin het bezingt: "You can Always change to a better life".
Wat dat aangaat was de workshop, die Hans Kaldenbach samen met iemand die Sjon, een hangjongere, speelde, zeer leerzaam.
Uitgelegd werd, wat het (wan)gedrag van jongeren is en dat je niet de illusie moet hebben, dat jij dat kunt veranderen. Net zo goed als je de wind niet kunt veranderen, maar zelf wel kunt bepalen, hoe de zeilen staan.
Middels allerlei herkenbare taferelen speelden Sjon en (aangewezen) vrijwilligers hoe jouw reactie welke tegenreactie bij de jongeren uitlokte. De een werkt positief uit, de andere negatief.
Er zijn drie dingen, die je niet moet doen: aanraken, aanwijzen en boos aankijken. Dit wordt opgevat als een vernedering. Dan kom je in een machtsstrijd, die de hangjongere hoe dan ook wil winnen.
Je gebruikt dan de karate-benadering, met al dan niet figuurlijk rake klappen over en weer, terwijl de judo-methode, waarbij je er soepel mee omgaat, veel beter werkt.
Bij de situaties, die veel mensen wel eens meemaken, kwam ook mijn probleem aan de orde: hoe ga je als medewerker in de publieke dienstverlening om met het handhaven van gezag, op het moment dat je via uitschelden onderuit gehaald wordt?
Uiteraard mocht ik zelf op komen draven om dit met Sjon uit te spelen.
Wegens succes geprolongeerd zelfs, want na de fouten in de eerste oefensessie met publiek ging de herkansing een stuk beter. Ik kreeg van Sjon precies aangegeven, waar ik de fout in was gegaan, en daar had ik lering uit getrokken: "Er verscheen zelfs een glimlach, toen je het zei!"
Ik ga niet beweren, dat ik alles vanaf nu goed ga doen, maar deze avond heeft me wel flink aan het denken gezet. De wind kan ik niet veranderen, maar de zeilen kan ik wel anders zetten. De toekomst zal leren, of ik nu wel goed kan zeilen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten