Het was een vreemde gewaarwording, toen ik afgelopen maandagavond na de droogtraining de Lammenschansweg overstak en een groot gedeelte van een woonblok in de Dahliastraat gesloopt zag. Meestal ga je er vrij gedachteloos aan voorbij, maar voor ons was het een huizenblok met dierbare herinneringen. Mijn zoon en een dochter zijn geboren in huizen van het type als deze woningen uit de Seringenstraat.
We hebben maar vrij kort gewoond op de bovenwoning aan de Dahliastraat. Eind januari 1985 kregen Ada en ik de sleutel van Dahliastraat 14a in de Tuinstadwijk. Op 1 februari 1985 zou ik beginnen bij de Openbare Bibliotheek in Katwijk, na ruim 5 jaar bij de Bibliotheek in Leiden te hebben gewerkt.
Daar ik rond 20 januari vrij was, omdat ik mijn verlofdagen opmaakte, konden we het huis op orde maken en inpakken op Witte Rozenstraat 58a. Zodoende konden we op 1 februari over, precies op de dag, dat de vorst opnieuw inviel, nadat het na 3 weken flinke vorst rond 20 januari was gaan dooien. Ik was die dag voor het eerst naar Katwijk gefietst, terwijl een erkende verhuizer alles overbracht. Ada ging daarna met Ike naar mijn moeder, die haar 73e verjaardag vierde. Ik zou 's avonds met de trein naar Nieuw-Vennep gaan, maar door de sneeuw en de vorst lag het treinverkeer plat. Waar heb ik dat meer gehoord?
Deze vorstperiode zou uiteindelijk leiden tot de eerste Elfstedentocht in 22 jaar.
Een jaar later was het wederom raak en werd de Tocht der Tochten opnieuw georganiseerd in Fryslân.
En als klap op de vuurpijl was het in januari 1987 wederom raak met een flinke vorstperiode. Met Joep Kapiteyn heb ik toen 2 keer 100 kilometer geschaatst en met mijn zwager Anton Buijs zelfs 120 kilometer. Het Nederlands kampioenschap op natuurijs lieten wij aan ons voorbijgaan.
Wij zaten te azen op de derde Elfstedentocht op rij. Ik had al een slaapplaats geregeld bij Peter Joosten, een oud-klasgenoot van de HAVO, die toendertijd in Leeuwarden woonachtig was. De verloven in het ziekenhuis, waar hij werkte, waren ingetrokken en er werden al dranghekken vervoerd naar de Friesland-Hallen. Dat doen ze niet zomaar. Helaas viel de dooi een paar dagen te vroeg in.
Wat dat aangaat hebben wel heel bijzondere herinneringen aan Dahliastraat 14a. Naast de geboorte van 2 van onze 4 kinderen, hadden we in de tweeënhalf jaar, waarin we deze bovenwoning huurden, 3 winters op rij een stevige vorstperiode met Molen- en Merentochten.
Alle winters dus! Ik had nooit moeten verhuizen uit de Dahliastraat....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten