We werden om half 7 wakker na diep geslapen te hebben. Het was droog maar bewolkt en daar het er niet naar uitzag, dat het snel zonnig zou zin, besloten we de tent halfnat op te bergen. Om 8 uur zat alles op de fietsen.
Ada haalde de bestelde broodjes, zodat we konden ontbijten voor we om half 9 de KCC-camping afreden richting Bad Gundersheim, waar we de R1 weer oppikten.
Vanaf Kloster Brunshausen begon het klimmen. Op de kaart stonden rond Wolpenrode enkele uitzichtspunten getekend, maar doordat het licht mistig was, viel dat wat tegen.
Dat euvel werd goedgemaakt op de lange klim naar Bilderlahe. We zagen een vos doodgemoedereerd op de weg lopen om een meter of 20 voor ons het graan in te duiken. Een tweede vos volgde.
Na de afdaling met haarspeldbochten mochten we vanaf Bilderlahe opnieuw gaan klimmen. Het ging prima tot we een onverhard pad onder de A7 door moesten. Er waren daar graafwerkzaamheden en de combinatie met overvloedige regenval zorgde voor een baggerzooi, die zijn weerga niet kent. De fietsen en onze schoenen zaten onder de blubberbende.
Bij dit punt zagen we een bordje "Seesen 2,3 km". Nu was mijn allereerste buitenlandse vakantie een reis naar Seesen in juni 1972. Guus Hölscher, naast directeur ook leraar Duits, had deze schoolexcursie voor leerlingen van "Porta Vitae" geregeld. Ver na het eindexamen kon ik met o.a. Duitslandkenner Wim Beenakker toch nog mee naar de Harz.
Vanaf het uitzichtspunt bij Bornhausen zagen we Seesen goed liggen.
We lieten deze plaats achter ons. Over bospaden met klimmen en wat minder dalen trapten we naar Langelsheim, een leuk stadje, waar we bij de gebruikelijke dranken 2 Käsetorte namen.
Het was nog maar 11 kilometer naar Goslar, maar door het omhoog fietsen was het toch best zwaar, ondanks dat ik een oude afritsbroek en 2 sokken afvoerde.
De zon was doorgebroken, dus het was aardig warm geworden, toen we de voormalige keizerstad binnenreden. Net als Einbeck was Goslar één groot openluchtmuseum met dat verschil, dat Goslar qua drukte veel van Brugge weg heeft.
De fietsenmaker voor Ada's voorspatbord en mijn eerste versnelling was niet meer haalbaar. Door de winkelstraten met vakwerkhuizen alom wandelden we naar de Marktplatz voor een bezoek aan het Tourist Information.
We kuierden wat door het mooie centrum met veel fotogenieke hoeken om op de markt bij de fontein onze lunch tot ons te nemen.
In de valse,stekende zon was het ineens bloedheet.
Om 2 uur stonden we klaar voor vertrek. Ada en ik konden het echter niet eens worden over de richting naar de R1: 10 minuten later waren we 3 straten verder.
Toen we net op de route zaten, trok Ada haar wielerhandschoenen aan. Ik wilde haar voorbeeld volgen. Eén van mijn handschoenen lag los op mijn fietstas. Waar was mijn tweede?
Samen reden we opnieuw langs de Kaiserpfalz en de Marktkirche. Nergens zag ik mijn tweede wielerhandschoen, maar Ada heeft een scherpere blik. Ze ontwaarde hem bij de fontein, niet bepaald de laatste plek, waar ik hem gezien had. Een vinder had hem daar neergelegd om beter zichtbaar te zijn.
Om half 3 vertrokken we ten tweeden male vanaf het Marktplatz....
Na enig zoeken vonden we het bospad naar Oker met de bergtop hoog boven ons en het meer en Steinfeld diep onder ons.
Na een lange afdaling kwamen we in Oker uit. Hier misten we in eerste instantie de R1 naar het hoogste punt van de vakantie: de Goldberg. Het wolkendek beloofde anders geen gouden bergen. Het betrok bedenkelijk.
Na de top van de Goldberg volgde bij de eerste afslag naar Göttingerode een lange afdaling naar Bad Harzburg. We zoefden langs de paardenrenbaan, die druk bevolkt was vanwege wedrennen.
We waren de paardenraces net gepasseerd, toen de eerste regendruppels vielen. Onder een afdakje schuilden we tot de bui na 10 minuten voorbij leek. Leek, want we zaten nog maar nauwelijks op de fiets of donderslagen begeleidden een heuse wolkbreuk, die wij vanaf een overdekte winkelgalerij aanschouwden.
Van het plan om in Bad Harzburg te gaan kamperen zagen we af. De straten waren veranderd in beken, dus de grasvelden zouden zeer zompig zijn.
De jeugdherberg lag vlak bij de camping, zo'n 4 kilometer verderop. We waagden de gok om eerst in Bad Harzburg zelf te kijken of er een betaalbare hotelkamer te vinden was.Het eerste hotel, waar we aanbelden, was "Bismarck". Ondanks het bordje "Belegt" bleek er een kamer vrij te zijn. Iemand had zich die middag afgemeld.
We grepen deze buitenkans met beide handen aan na 65 kilometer fietsen. We zeulden met plezier de fietstassen 4 trappen op. Voor € 60,- een kamer met ontbijt kwam na de zware onweersbui als geroepen.
Ada douchte zich als eerste in het ligbad, ik volgde, waarna ik mijn nagels knipte, terwijl ik naar de ontknoping van de tijdrit in de Tour de France keek.
Ada hing de tenten te drogen in de douche en de slaapkamer, waarna we om 6 uur naar Edeka wandelden voor proviand voor de fietstocht van morgen. Door de lange laan liepen we samen om te zoeken naar een restaurant. Onze keuze viel op "Herzog Wilhelm".
Een prima keuze. Ada koos tomatensoep en een Pfifferlingenschotel, mij lokte de rundersoep en het Bad Harzburger Pfännchen het meeste. Buiten de witte wijn en de Köstritzer Schwarzbier kozen we wel voor hetzelfde toetje.: aardbeien met yoghurtijs. En dat voor € 58,60.
Om half 10 wandelden we over de natte straten terug naar Hotel "Bismarck". We hadden buiten wat gerommel niets meegekregen van een nieuwe bui. Lezend en dagboek schrijvend besloten we op kamer 16 een prachtige Harzreis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten