Vanmorgen moest ik voor mijn werk naar Zoetermeer. Er was een ochtend georganiseerd door NBDBiblion voor bibliothecarissen, die met collectievorming bezig zijn, maar dan wel met de achterliggende gedachte, veel collectievormers brodeloos te maken. Een groot deel van de ochtend ging namelijk over de Selectieservice.
De Nederlandse Bibliotheek Dienst neemt dan het grootste deel van de boekaanschaf voor haar rekening. Niet gratis uiteraard, maar zo op het eerste oog voordeliger dan dat bibliotheken het in eigen hand houden. Mijns inziens een riskante stap. Collectievorming is immers het hart van het bibliotheekwerk. En om dat zomaar over te hevelen naar een commerciƫle organisatie, zoals de NBD toch is? Men hulde zich in nevelen over de prijs van dat deel van de collectie, die de betreffende bibliotheek in eigen beheer aanschaft. Is dat tegen de hogere nabestellingsprijs? En wat als je vindt, dat je bibliotheek te veel winkeldochters krijgt toebedeeld?
Op papier klopt het wel, dat 80 % van de collectie in iedere bibliotheek hetzelfde is. Maar juist die 20%, daar gaat het om. Dat vraagt een finetuning, die je lokaal beter in kunt vullen dan dat het landelijk gebeurt. Zeker als de uitvoerder landelijk een monopolist is.
In ieder geval ben ik zeer nieuwsgierig naar de ervaringen en resultaten van bibliotheken, die wel overgestapt zijn op Selectieservice.
Reken trouwens het eerste jaar niet op tijdwinst. Het invullen van de gedetailleerde collectieprofielen is een tijdrovende klus.
Na nog een stukje over Plankklaar koppelen kregen we een rondleiding door de nieuwbouw van NBDBiblion.
De enorme hal, waar de bibliotheekboeken uitleenklaar gemaakt werden, was prachtig. Wat een enorme hoeveelheid techniek, die desondanks ook nog gepaard gaat met veel handwerk. Soms wordt een boek 1000 maal besteld door bibliotheken, tegen slechts enkele exemplaren van een ander boek.
Om half 1 kregen we een lunch aangeboden, waarbij ik met een collega uit Leiden en een drietal van de Zeeuwse bibliotheek praatte. Na de broodjes tonijnsalade vertrok ik naar de Sleutelstad via een andere route dan ' s ochtends, toen ik via de Vogelplas en Stompwijk langs de bedauwde weilanden naar Zoetermeer was gereden.
Voor de terugweg trapte ik via Bethuizen en Gelderswoude naar Zoeterwoude. In Leiden ging ik naar de Vondellaan, waar ik ijsmeester Jan van Rijn hielp met het spuiten van een nieuw laagje water op de prille ijsvloer. Met een glinstering in de ogen aanschouwde ik het glanzende ijs in de Leidse IJshal, de voorbode van een schitterend schaatsseizoen.
Buiten was het in de zomerzon een graad of 25, binnen kwam de termometer niet hoger dan 8 graden. Het scheelde meer dan een jas! Maar ja, ik ben dan ook gek op schaatsen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten