In het wielrennen zijn ze een zwaar onderschatte groep renners: de waterdragers. In stilte doen ze hun werk: zich af laten zakken naar de ploegleiderswagens achter het peloton om dan met een lading volle bidons naar voren te rijden om de "betere" wielrenners uit hun ploeg van vers water te voorzien.
Vandaag was het mijn beurt om voor waterdrager te spelen.
Niet in een peloton, maar op de volkstuin, waar ik de planten in de kas, de net ingezaaide planten in de tuin en de kweekplantjes in de schuur van water mocht voorzien. Zodoende vertrok ik om kwart over 8 van huis en liep ik naar de volkstuin toe.
Het was een hersteltraining van de bijna 32 kilometer van Hollen door de bollen en dat was goed te voelen. Vooral de bovenbenen protesteerden. Ik had zondag dus goed mijn best gedaan.
Op de tuin kon je zien, dat het zonnetje de afgelopen dagen goed zijn best gedaan had. Alles schiet de grond uit. De wind zit trouwens al bijna 2 weken in de noordhoek.
Dit hadden we 2 maanden eerder moeten hebben! Dan hadden we hoogstwaarschijnlijk kunnen schaatsen op de Vogelplas.
Natuurlijk kun je mijmeren over mooie dingen, maar vandaag was ik waterdrager en geen ijsdrager.
In die hoedanigheid zorgde ik ervoor, dat wij onze voedselvoorziening voor de rest van het jaar veilig stelden door simpelweg met een gieter en een bidon de planten te verzorgen. Ik volgde de aanwijzingen van Ada letterlijk op.
Op weg naar huis merkte ik, dat een hersteltraining werkt. De pijn in mijn bovenbenen verdween. Zodoende pakte ik in de Stevenshof nog een klein blokje extra, zodat deze waterdrager vanmorgen een kleine 8 kilometer gelopen heeft in het lentezonnetje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten