Vanmorgen zag ik op weg naar mijn werk bij de Cantineweg diverse fotografen met telelenzen in alle vormen en maten rondlopen. Ik vermoedde, dat het net als vorig jaar om deze tijd, de roodmus betrof. Op de terugweg naar huis werd mijn vermoeden bevestigd door het aan een vogelaar te vragen: het betrof inderdaad de terugkeer van de roodmus.
Nu ben ik wel geen roodmus, maar soms wel een vreemde vogel en toevallig was er bij mij ook sprake van een terugkeer. Naar de skeelerbaan wel te verstaan. Om 7 uur stapte ik op de fiets naar de skeelerbaan van Leiderdorp.
Normaal gesproken ga ik na de marathon van Leiden pas weer skeeleren. Nu had ik dat anderhalve maand geleden al een keer gedaan, toen Arthur van Winsen Marieke van Hoek had weten te strikken voor een skeelertraining.
Daar de marathon nog maar 10 dagen geleden was, was dit voor mij een combinatie van een hersteltraining en een gewenning aan de skeelers. Sommige oefeningen, die Tjeerd Siersma ons opgaf, voerde ik maar half uit en soms zelfs helemaal niet. Ik luister rondom een marathon altijd goed naar mijn lichaam.
Dan moet je eigenzinnige keuzes durven maken. Tegenover het niet of minder vaak uitvoeren van sommige oefeningen stond, dat ik andere oefeningen juist vaker uitvoerde. Want gaandeweg de training ging ik me zekerder voelen op mijn kleine wieltjes in de achterste gelederen van de trainingsgroep.
Bij mijn terugkeer had ik geen enkele behoefte om op volle snelheid te gaan duelleren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten