We hadden zeer diep geslapen en werden om 20 voor 8 wakker. Ik had gedroomd, dat ik aan de Tour de France mee mocht doen met een proloog in Zuid-Limburg. Ik schatte heel realistisch in dat in de eerste etappe wegens tijdsoverschrijding uit de strijd zou worden genomen. Wel zou ik als 60-jarige de oudste deelnemer ooit worden....
Het waaide hard en af en toe kwam er een kort buitje naar beneden. De tent was nog niet echt droog, maar na het ontbijt ruimden we deze snel in, zodat we om kwart over 9 op de fiets zaten. We namen de draad van gisteren op en vervolgden the Cornish Way naar Rumsford.
De wind viel, gegeven de voorspellingen, mee. We beklommen de Bear's Down. Hier stuitte ik op een driesprong, waar ik een viersprong verwachte. We wilden naar St. Mawgan en volgden de borden Mawgan Path.
Nu zijn richtingborden in Engeland een schaars goed, dus het duurt lang voor je doorhebt, of je op de goede route zit of niet. Niet dus. Dat merkte ik op een gegeven moment een golfbaan aan mijn linkerhand zag opdoemen.
We daalden steil af naar Mawgan om in deze kustplaats weer even snel te moeten klimmen, hetgeen met een bepakte fiets niet eenvoudig is. Met alle klippen en het uitzicht op de Atlantische Oceaan, die door de harde wind de golven aardig opstuwde, was het een mooie route.
Tot aan Newquay was het constant steil afdalen en steil klimmen. Bij Watergate Beach zwoegde ik al fietsend naar boven om daar een waarschuwingsbord te zien: 16%!
Vlak voor Newquay was er een kaler stuk, waar je bijna van de weg af werd geblazen.
In Newquay gingen we op zoek naar een fietsenmaker. Deze was redelijk snel gevonden, net als de oorzaak van het niet schakelen. De kabel was gebroken. Met een nieuwe kabel was het euvel verholpen.
We moesten hartelijk lachen, toen er een oorworm uit het schakelpaneel kwam zetten. £ 15,- lichter gingen we op zoek naar een plekje voor de dagelijkse portie cappuccino en chocolademelk. Deze vonden we bij "The Coffeehouse", waar we op het terras uitzicht hadden op een huis op een rotspunt in zee, dat bereikbaar was middels een hangbrug.
Inderdaad een unieke locatie.
Het was even zoeken naar het fietspad naar het zuiden, maar de weg naar Trewerry hadden we vrij vlot te pakken. Op dit landelijk heggenweggetje passeerden we landgoed Trerice.
Op weg hier naar toe had Ada natte poten opgelopen door door een diepe ford te fietsen. Ik nam de loopbrug, die er pal naast lag.
De weg, die wij moesten hebben, was afgesloten. We vermoedden, net als op Wight, asfalteringswerkzaamheden, maar het had een andere oorzaak. Het was een échte weak bridge. De randen van de stenen brug waren afgebroken! Voor auto's was het onverantwoord, maar voor fietsers was het prima te doen.
Via St. Newlyn East en het plaatsje met de prachtige naam Fiddler's Green trapten we naar Zelah toe, waar we lunchten.
Ada bleek haar nieuwe wielerhandschoenen al weer kwijt te zijn. Onze verstrooide professor.
Alle proviand was verorberd. Wij zwoegden westwaarts op de heuvels naar Penhallow. In Callestock troffen we plotsklaps "Callestick Farm", waar we 2 scones en 2 ijsjes kochten voor we aan de zoveelste klim van de dag begonnen op weg naar Mithian.
Tot de klim over de Mithian Downs ging alles goed. Onderweg naar Blackwater kwamen we anders uit dan gepland. Over de drukke A-weg konden we deze fout snel herstellen, zodat we naast de beek naar Chasewater konden stormen. Hier begon het zoeken naar een beginpunt van the Cornish Way.
Bij Tudpool was het mountainbiken over onverharde hobbelige paden. Uiteindelijk deden we een uur over een afstand van hemelsbreed nog geen 4 kilometer voor we bij St. Day eindelijk National Cyclepath 3 vonden. Het was inmiddels al kwart over 5....
Mijn humeur was inmiddels al aardig het vriespunt aan het naderen. Kamperen werd door mij eenzijdig geschrapt. De eerstvolgende camping zouden we niet voor half 8 kunnen bereiken. Maar het vinden van een hotel of Bed & Breakfast had ook nog heel wat voeten in aarde.
We begonnen in de drizzle aan de lange klim naar Gwennap Pit. Het uitzicht was mooi, maar na een paar minuten dalen was je terug bij af. Af en toe stond de richtingaanwijzer op een totaal onlogische plaats: 200 meter uit de bocht! Rare jongens, die Britten.
Via Redruth reden we langs Brea naar Camborne, waar het zoeken naar onderdak in alle hevigheid losbarstte. We zagen geen B & B, dus we waren op hotels aangewezen om onderdak te vinden. Het eerste stond Ada niet aan, het tweede was volgeboekt. Wij trapten naar nummer 3, waar eveneens niets vrij was.
Terwijl ik in het Nederlands mijn frustraties ventileerde naar Ada, belde de receptioniste naar het "Wetherspoon Hotel".
Eindelijk, om kwart over 7, hadden we een slaapplaats. We hadden een kamer op de begane grond voor £ 92,-. We mochten onze fietsen zelfs stallen op de enorme familyroom!
Na na 76 kilometer fietsen ons gedoucht te hebben, hingen we de binnen- en de buitentent te drogen. Zoveel ruimte hadden we.
In het restaurant aten we soup of the day en gefrituurde garnalen, gevolgd door een maaltijdsalade en een gebakken zalmfilet. De eerste drankjes waren voor ons als hotelgast gratis. Met cider en ales uit Cornwall en twee ijskoude toetjes togen we om kwart over 11 naar onze kamer na een dag vol tegenwind.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten