De dag begon vrij vroeg, doordat de camper, die naast ons stond, vertrok. Vermoedelijk om de boot naar Hoek van Holland te halen. De neiging bestond om na een gebroken nacht natuurlijk om te proberen nog in slaap te vallen, maar wij hadden andere plannen.
We ontbeten bij de tent, pakten de spullen voor een dagtocht bij elkaar en om 9 uur zaten we op de fiets naar Old Harwich. We hadden de wind een beetje in de rug en over grotendeels de groute van gisterenochtend schoten we lekker op. Binnen het uur hadden we de 18 kilometer heuvelland overbrugd.
Bij de pier moesten we nog een kwartier wachten op de veerpont naar Felixstowe. Op de pier dronken we cappuccino en chocomel voordat we op de boot over de Orwell konden stappen.
Een kwartier later stonden we met onze fietsen op het keienstrand van Felixstowe. Door een klein natuurgebied reden we Felixstowe binnen. Deze kuststad werd flink opgeknapt. Na een steile klim reden we het winkelhart binnen. Hier deden we wat boodschappen voor we door het drukker Felixstowe naar Trimley St. Martin te trappen. Daar verlieten we de drukke B-weg en reden het landelijke Suffolk binnen. Net als gisteren was het volop genieten.
Hoe de Engelsen wisten, dat ik zou komenis mij een compleet raadsel, maar voorbij Kirton troffen we een waarschuwingsbord aan, dat de Britten waarschuwde voor kikkers!
Een paar kilometer verderop kwamen we langs "The Fox Inn", een prachtige pub, waar aan de tafels buiten diverse fietsers in het zonnetje zaten. Daar het inmiddels 12 uur was, voegden wij ons bij hen. We namen cappuccino, jus d'orange en een panna cotta met aardbeien erbij. Heerlijk!
We vervolgden de Suffolk Coastal Path over "quiet roads". Op de glooiende wegen door de graanschuur van Engeland kwam je bijna niemand tegen. Dat was anders in Waldringfield, waar we afdaalden naar de Deben. Langs en op het stijgende water was het een drukte van belang.
Terwijl we lunchten konden we van nabij zien, hoe men de schepen bereikt, die bij eb op het droge liggen. Men zoekt zijn eigen roeibootje uit de tientallen, die langs de vloedlijn aan een boei liggen. Daarmee roeit men naar zijn zeilboot of jacht toe, die in het diepere deel van de baai aan een andere boei is vastgemaakt.
Met het sterk stijgende water kregen wij te maken, toen we na 20 minuten na onze aankomst onze bank verlieten. Op sommige stukken was het strand helemaal verdwenen. Wij trokken onze sandalen uit en waadden een stukje door het water, voor we bij de fietsen waren.
Door een gebied met grote landgoederen reden we via Martlesham en Little Bealings naar Tuddenham, het zoveelste leuke dorp van deze vakantie. Westerfield was de laatste plaats voor de de buitenwijken van Ipswich binnen reden. Middels veel draaien en keren kwamen we in Bramford uit.
We kwamen weer in het mooie boerenland met veel heggen uit om via Elmsett naar Hadleigh te pedaleren. In de leuke, kleurrijke winkelstraat van dit stadje deed Ada wat boodschappen. Met wat proviand voor zondag begaven we ons naar het fietspad naar Raydon Great Wood. Het was een oude spoordijk, waardoor je beide kanten uit een prachtig uitzicht had.
Hier verlieten we de fietsroute om via Capel St. Mary naar East Bergholt door te steken. Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan. Onze route werd gedwarsboomd door de A12, een weg zoals de A44, dus met een vangrail in het midden. Oversteken was uitgesloten. Over een aan de overhangende struiken te zien nauwelijks gebruikt smal fietspad langs de snelweg reden we tot een viaduct over de drukke B1070. Hier konden we half lopend, half fietsend naar af dalen.
Zo kwamen we in East Bergholt, waar de bevolking blijkens de vele protestborden langs de kant van de weg massaal in verzet kwam tegen de grootschalige woningbouw, die gepland was: "East Bergholt is not a town".
Vanuit dit dorp reden we via Flatford en Brantham naar Manningtree, waar we £ 100,- pinden voor de laatste 2 dagen. Over de route van donderdag trapten we naar "Strangers Home Inn", waar we met precies 103 kilometer ons rondje Suffolk Coastal Cycle Route volbracht hadden.
Het stelletje campinghooligans was van de camping af gezet, zodat de kans op nachtrust sterk werd vergroot. Ik kreeg de £ 20,- kampeergeld van de afgelopen nacht terug. Het was niet bepaald slapend rijk worden.
We aten na de verkwikkende douche gevulde macaroni met een groentemix, met yoghurt toe. Om half 9 liepen we naar "The Village Maid". Ik was op mijn best, want ik dad een loopneus....
Ada las verder in "De gelukkige klas" van Theo Thijssen, terwijl ik de annalen van deze dag vastlegde. Ik probeerde 3 biertjes uit, waaronder 1 met de letter F.
"It's an Australian beer", zei de barkeeper: "It comes from down under."
"And the way to drink it is down up", vulde ik hem aan om de daad bij het woord te voegen.
Om het plaatje compleet te maken: op het moment, dat ik mijn eerste slok nam, klonk uit de geluidsboxen van een band down under: "Crowded House".....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten