Vannacht had het in het hele land behoorlijk hard gevroren. Dit betekende, dat er vergeleken met gisteren minstens een centimeter bij moest zijn gekomen.
Gisterenavond had ik na wat contact met Jaap de Gorter en Jos Drabbels de knoop doorgehakt: we gaan naar de Ankeveense plassen.
Ik had het bericht nauwelijks verzonden naar de "Krasse knarren", of ik kon er een tweede mailtje achteraan sturen. Van Ans van Dijk had ik een mailtje gekregen met een bericht, dat ik graag ontvang: "Vogelplas: 3 schaatsers reden links op de plas richting A4 heen en terug. Later gingen ze langs de kant richting Leidschendam. Vanwege het hoge riet kon ik ze in de verte niet meer zien. In het midden nog open. Je hoorde steeds: deng…deng…deng….."
En zo hadden we ineens een luxe probleem. Waar gaan we heen? Wordt het de Vogelplas of blijft het Ankeveen?
Om half 9 fietste ik naar de Leidse IJshal. Daar besloten we, dat we naar de Ankeveense plassen zouden gaan. Van de opruiende teksten van de veldwachter van Ankeveen trokken wij ons niets aan.
Naast Willem van Vliet en Jan van Rijn, met wie ik gisteren naar Flevonice ben geweest, reden Carolien van de Wetering en Bertil Govers mee in de auto van Wim Slootweg.
Het was een gezellig gezelschap.
Om half 10 stapten we uit de wagen en wandelden we naar het ijs toe.
Het was gewoon druk.
We waren niet de enigen, die de waarschuwingen negeerden.
We begonnen veilig: we reden alleen, waar we schaatssporen zagen. En dat waren er een heleboel. Dat was het punt, waar het op de Ankeveense plassen om draaide. De meeste slechte stukken waren ontstaan, doordat er al heel veel schaatsers overheen gegaan waren.
Op de meren was dat niet zo'n probleem, daar had je ruimte genoeg. Maar er waren smalle doorgangen, waar iedereen doorheen moest om van het ene meer naar het andere te komen. Daar was de kans op natte poten een stuk groter.
Na een eerste ronde vanaf het Bergse pad gereden te hebben tussen de rietkragen en over de meertjes en vaarten, knoopten we er een tweede ronde aan vast. Het was niet schaatsen op volle snelheid, maar gewoon genieten: voor het eerst in 4 jaar weer een toertocht schaatsen!
Het zonnetje scheen, het was nagenoeg windstil en met temperaturen rond het vriespunt was het volop genieten. Daar iedere volgende ronde het ijs wat minder werd, kluunden we over de Dammerkade. Dat viel nog niet mee. Het ijs langs de kant was niet echt stevig te noemen.
Maar de overstap was de moeite waard. Aan de andere kant was het veel rustiger en zodoende was het ijs er ook beter. Dit was ook het mooiste stuk van de tocht. Zwerven tussen de rietkragen, waarbij je telkens weer een ander leuk hoekje ontdekte. Genieten in optima forma.
Helaas konden we hier niet helemaal "rond". Een wak op het meer langs de Dammerkade dwong ons om terug te rijden en een slingertocht over het meer te maken.
Bij het transformatorhuisje zaten we op een verharde rand, toen Andrea Landman onze kant op kwam.
Daar ze er een natte poot aan over hield, reden Jaap, Jos, Annerieke en Paul door langs de dijk om 400 meter verderop over te steken. Helaas was het net na het wak.
Wij reden met zijn zevenen naar die plek toe met een grote boog, maar daar zagen we de 4 andere IJVL-ers. Maar er waren wel andere schaatsers. Terwijl wij ons verspreid hadden over een groter stuk ijs, daar het met zijn zevenen bij elkaar vervaarlijk kraakte, kwam er een vijftal andere schaatsers in een keurige rechte lijn achter elkaar aan rijden. Je zag het ijs op dit stuk langs de dijk golven!
Voor ons was dit het sein, om deze plek zo snel mogelijk te verlaten. Via de ons inmiddels zo goed bekende bocht reden we naar het transformatorhuisje. Andrea ging terug naar het andere meer om met haar metgezellen verder te schaatsen.
Wij maakten nog een rondje tussen de rietkragen, zodat we dit deel van onze toertocht af konden sluiten en konden beginnen aan het moeilijkste stuk van de tocht: zouden we met droge voeten aan de andere kant weer op het ijs kunnen stappen?
Veel voorgangers was dit niet gelukt getuige de vele schotsen langs de kant. Maar gelukkig lukte het ons om droog over dit kapot gereden stuk ijs heen te komen. Het aantal natte scheuren in het ijs was hier behoorlijk groot.
Iedere natuurijsschaatser behoort te weten, dat je dan op je hoede moet zijn. Dooiend ijs heeft minder draagkracht dan ijs als het nog vriest. In dat geval moet je, als het enigszins kan, niet tussen 2 natte scheuren door schaatsen.
We maakten, met de politiehelicopter boven de Ankeveense plassen, nog anderhalve ronde op ons beginmeer, voordat we onze schaatsen uittrokken. De nieuwe Salomons waren vandaag goed ingewijd op natuurijs.
En toen moest het hoogtepunt nog komen: de afsluitende borrel in "'t Wapen van Ankeveen".
Ter verhoging van de feestvreugde trad een shantykoor op, dat luisterde naar de naam "Havenloze mannen", maar het kan ook "Haveloze mannen" of zelfs "Laveloze mannen" zijn geweest.
Ons maakte dat niet uit. Als echte schaatsers zorgden we voor een goede heupinzet!
Helaas moesten wij het jaarlijkse optreden van het shantykoor verlaten, daar we terug moesten naar de Sleutelstad. Onderweg vertelde ijsmeester Jan van Rijn over de discolichten, die hij had aangeschaft voor de IJshal. Bij aankomst zagen we, of het door de discolampen kwam of niet, dat het gewoon flink druk was op het ijs ondanks de concurrentie van het natuurijs.
Op de terugweg hadden we van Marja van Vliet een bericht ontvangen met enthousiaste verhalen van de Vogelplas. Daar ik met eigen ogen wilde kijken, wat ik kon verwachten als ik voor morgenochtend de "Krasse knarren" op zou trommelen, fietste ik naar de Vogelplas toe.
Om 5 uur zag ik nog een twintigtal schaatsers op het ijs. Ik raakte met een van hen aan de praat. Paul vertelde me, dat je het hele meer rond kon. Ik trok mijn schaatsen aan en reed met hem het rondje langs de kant. Het midden lag nog open!
Het ijs had 2 plekken, waar je niet met groepen kunt rijden: het stuk vanaf de boerderij richting Leidschendam had op sommige plekken natte scheuren, en voor de vogelkijkhut moest je ook een voor een passeren.
Met de voorspelde nachtvorst moet het morgen goed te doen zijn.
En wat troffen wij daar, in Het Wapen van Ankeveen, als een schaatsbonus aan? Een heus Shantykoor. Het was een fantastische dag. Groet, Bertil
BeantwoordenVerwijderenHahaha, Jij bent echt erg. Je kan er nooit genoeg van krijgen
BeantwoordenVerwijderengeniet ervan
Jaap