Een jaar geleden was het op de verjaardag van mijn vrouw een stuk drukker, toen wij meededen met het Beatles-project van de Stichting Leidse Koorprojecten.
Vanmorgen ontbeet ik met Ada, voordat ik om 9 uur op de fiets stapte en naar de Voorschoterweg reed. Daar schreef ik me bij de Leiden Road Runners Club in voor de Henk Hakker Memorial.
Bij aankomst was Carl Flaman de eerste bekende, die ik tegenkwam.
"Doe je ook mee?", vroeg ik aan hem.
"Ik ben de gangmaker", was zijn gevatte antwoord, want Carl kun je er wel bij hebben met feesten en partijen.
Voor de start kregen we te horen, dat er in de buurt van de Vlietlanden mogelijk schapen op de weg konden lopen.
Met startnummer 30087 begon ik om half 10 aan de eerste 30 kilometer van dit jaar op dit behoorlijk bochtige parcours.
Volgens mijn strijdplan zocht ik vanaf het begin direct de achterhoede op. Dat was lastig, daar er 6 afstanden tegelijk weggeschoten waren. Langs de Korte Vliet liep ik met een aantal mensen, die ongeveer mijn tempo liepen. In dit groepje liep een man mee, die de 10 kilometer liep, maar deze afstand gebruikte als een intervaltraining. Daar moet je niet in mee gaan, want dan blaas je jezelf in een paar kilometer al op.
De intervalman wist binnen de 4 kilometer het hele groepje uit elkaar te trekken. Tot de eerste drinkpost liep ik op met een meisje, dat aan de 10 kilometer meedeed. Na de drinkpost, waar ik 2 bekers water en 2 stukjes banaan naar binnen werkte, zwom ik op deze bewolkte zondagmorgen tussen 2 groepen in. Om dat zwemmen nog even te benadrukken begon het nog te regenen ook, terwijl ik de Oostvlietweg opdraaide. Intussen had ik een klein stukje gewandeld, daar ik IJVL-lid Huub van Ingen Schenau ingehaald, die aan het trainen was voor de vierdaagse.
Ik was niet de laatste loper, maar daar er ook nog mensen de halve marathon liepen, was het lastig om te bepalen hoe ver naar achteren ik liep.
Bij de tweede drinkpost op 9 kilometer was de tussentijd ruim 55 minuten. Het tempo lag dus op het schema, dat ik voor mezelf gemaakt had: niet onder de 3 uur en daarmee ruim onder de snelste tijd op de Henk Hakker Memorial van 2.33.55.
Anderzijds ging ik wel sneller dan begin april bij de Braassemloop.
Aan de achterzijde van de Vlietlanden liep ik parallel aan de A4 naar de Vogelplas toe. Daar hadden we exact 2 maanden geleden heerlijk geschaatst.
Het lopen ging trouwens ook niet verkeerd. Het is even wennen om met de handrem erop te lopen, maar een maand geleden was ik bang, dat dit dit voorjaar helemaal niet meer mogelijk was geweest vanwege de veel te hoge bloeddruk.
Na een tweede plaspauze bij het bord van de 15 kilometer liep ik na door 2 man ingehaald te zijn naar Leidschendam, waar ik bij de drinkpost uitgebreid de tijd nam om de inwendige mens te verzorgen. Bij het vertrekken bij deze post, waar alle langskomende lopers handmatig genoteerd werden, hoorde ik, dat er nog iemand aan kwam. Ik was dus niet de laatste loper.
Ik liep de dijk langs de Vliet weer op en in hetzelfde rustige tempo ging ik richting Leiden. Ter hoogte van de Vogelplas deed ik weer een plas, waarna ik een kilometer verderop even praatte met de 2 mannen van de EHBO-wagen, die ter hoogte van de Kniplaan bij de brug stonden. Hier dronk ik mijn heupflesje met water leeg.
Inmiddels kwam er een vrouw aangelopen, die ook aan de 30 kilometer meedeed. Daar zij niet zoveel langzamer liep dan mij, besloot ik op haar te wachten en haar de laatste 9 kilometer op sleeptouw te nemen.
Het bleek een Française te zijn, die in juni voor het eerst een marathon wilde gaan lopen. In Stockholm nog wel. Dit was haar eerste 30 kilometer. Daar ik uit eigen ervaring wist, hoe zwaar zo'n eerste dertiger is, hield ik haar constant uit de wind op de Oostvlietweg.
Ik legde haar ook uit, dat ze beter aan de kant van de weg kon lopen, daar er nog wel eens groepen wielrenners langs kunnen komen. Een kilometer verder werd de wijsheid van die les haar duidelijk. Een loper kwam ons aan onze kant van de weg tegemoet gelopen. Hij was heel sociaal en ging aan de andere kant van de weg lopen. Een groepje van 3 wielrenners, die hem inhaalden, vonden dat hij niet snel genoeg aan de kant ging voor hem en scholden deze sociale loper de huid vol. Ik liep daar met plaatsvervangende schaamte!
Na de laatste drinkpost hadden we nog 6 kilometer te gaan. Vlak voor de Lammenbrug werden we ingehaald door de bezembrommer. Het parcours liep door Cronesteyn, maar hij verzocht ons om direct naar de finish te lopen en dan het rondje van 3 kilometer om de voetbalvelden en de toekomstige locatie van IJshal "De Vliet" als slot te nemen.
Hij zou zelf doorrijden naar het park, waar we in de zomer vaak droogtraining hebben van de IJVL om de posten aldaar te zeggen, dat ze naar huis konden. Het veld op de 30 kilometer lag helemaal uit elkaar en wij waren de laatsten.
Groot was de consternatie bij de finish, toen we samen met de vriend van de Française, die haar na zelf 30 kilometer gelopen te hebben tegemoet was gelopen, de finish in 2.59.40 passeerden en doorliepen. Degenen, die de uitslag handmatig noteerden, hetgeen bij een kleine loop nog kan, snapten er niets van.
Ik snapte wel, dat ik in 3 uur tijd 27 kilometer had afgelegd: 9 kilometer per uur. In dit matige maar gelijkmatige tempo moet ik de marathon van Leiden binnen de 5 uur uit kunnen lopen zonder al te moe te worden. Dankzij het medische circus kies ik dit jaar voor een mindfulle marathon.
En dat past weer in het cadeau, dat ik samen met mijn dochter aan Ada had aangeboden op haar verjaardag. Een high tea en een workshop mindfull koken via Healthy life lab.
Bij het laatste rondje van 3 kilometer kwam ik Jante Vernhout tegen, die in training was voor haar wandeling voor het goede doel. Wie Team Vernhout wil sponsoren kan dat via DEZE LINK.
In 3.18.45 kwamen de Française en ik samen over de finish. Zij mocht trots zijn op zichzelf. Ze had haar eerste 30 kilometer volbracht, een afstand, waar de meeste mensen niet aan toe komen. De plaats doet er dan niet toe.
We hebben in Nederland daar trouwens een prima spreekwoord voor: lest best....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten