Als voetballer was ik niet zo geweldig in het schoffelen. Niet dat ik in mijn jeugdjaren bij DIOS in Nieuw-Vennep een fijnbesnaardere speler was, maar dat had meer met mijn lengte te maken. Beter gezegd: met het gebrek eraan.
Toen ik als 12-jarige naar de middelbare school ging, was ik 1.33 lang en woog ik 33 kilo. Niet bepaald een postuur, waarmee ik de tegenstander angst inboezemde. En uit eigen ervaring kan ik u mededelen, dat het niet meevalt om iemand, die anderhalve kop beven je uit torent, onderuit te schoffelen. Kortom, ik was niet als schoffelaar in de wieg gelegd.
Maar gelukkig krijg je in het leven vaak een tweede kans. Ik was vanmiddag naar de volkstuin gefietst, waarbij ik de kilometerstand van 2018 op 3000 kilometer bracht. Een gemiddelde van 750 kilometer per maand, daar kun je mee thuis komen. Dat doe ik dan ook iedere dag!
Op de volkstuin was mijn vrouw al druk bezig. Ik deed wat kleine klussen en toen ik die gedaan had, had mijn vrouw een verrassing voor mij in petto. Ik mocht schoffelen. Een lang gekoesterde wens kwam uit. Maar de praktijk is veelal weerbarstiger.
Wederom moest ik tot de conclusie komen, dat ik niet zo'n geweldige schoffelaar ben....
donderdag 26 april 2018
Lintjesregendag
Je zou verwachten, dat het zou regenen op een lintjesregendag. Maar dat viel vandaag gelukkig erg mee. Het was vanmorgen om 8 uur zonnig en droog, toen ik ging hardlopen. Twee dagen na de halve marathon liep ik van huis uit naar de rand van de Stevenshof, waar ik een variant liep op de ronde van 6,5 kilometer om en door de wijk.
Meestal voel je zo kort na een langere tocht je bovenbenen behoorlijk in het begin, maar dat viel erg mee. De vorm is dus redelijk goed te noemen. Door de opbouw, die ik dit jaar heb gekozen met een zwaar duurblok aan het begin van de marathontraining en wat korter werk in de laatste maand, heb ik een combinatie van het ouderwetse maar oerdegelijke kilometers vreten en de marathonrevolutie.
Als dat lukt, dan heb ik "The best of both worlds".
Het rondje Stevenshof met een rondje door het bos van "Ter Wadding" en een rondje door het "Stevenspark" kwam zo uit op 10 kilometer. Ik lig nog steeds op schema voor de marathon van Leiden.
Verder miste ik op deze lintjesregendag mijn lintje. Zodoende moest ik me behelpen met hagelslag.
Meestal voel je zo kort na een langere tocht je bovenbenen behoorlijk in het begin, maar dat viel erg mee. De vorm is dus redelijk goed te noemen. Door de opbouw, die ik dit jaar heb gekozen met een zwaar duurblok aan het begin van de marathontraining en wat korter werk in de laatste maand, heb ik een combinatie van het ouderwetse maar oerdegelijke kilometers vreten en de marathonrevolutie.
Als dat lukt, dan heb ik "The best of both worlds".
Verder miste ik op deze lintjesregendag mijn lintje. Zodoende moest ik me behelpen met hagelslag.
woensdag 25 april 2018
Koehandel
Vandaag is het in de Tweede Kamer feest voor de oppositie. Door het geklungel rond de afschaffing van de dividendbelasting is het prijsschieten op de regeringscoalitie, die zich behoorlijk in de nesten heeft gewerkt op dit dossier.
Het begint natuurlijk al eigenaardig: in geen enkel verkiezingsprogramma stond te lezen, dat de dividendbelasting afgeschaft moest worden. Er is dus ook geen enkele kiezer, die daarvoor gestemd heeft. En toch kwam het in het regeerakkoord.
Het begint natuurlijk al eigenaardig: in geen enkel verkiezingsprogramma stond te lezen, dat de dividendbelasting afgeschaft moest worden. Er is dus ook geen enkele kiezer, die daarvoor gestemd heeft. En toch kwam het in het regeerakkoord.
Hoe is dat mogelijk? Heel simpel. De lijntjes tussen de top van de VVD en de grote bedrijven zijn vrij kort.
En de formatie is een kwestie van geven en nemen. In een coalitie krijgt niemand voor 100% zijn zin. Dus de een kan op het ene punt krijgen, wat hij wil, de ander op een ander punt. Deze uitruil heet in gewoon Nederlands koehandel.
Als vanaf het begin meteen open kaart was gespeeld, dan was er niks aan de hand geweest. De ellende is begonnen, doordat men het stiekem wilde regelen.
Voor de verkiezingen kun je wel koeien met gouden hoorns beloven, na de verkiezingen moet je wel koehandel bedrijven wil je wat van je verkiezingsprogramma gedaan krijgen. Geef dat dan gewoon toe. Dat begrijpen de meeste kiezers heus wel.
Maar omdat men om onbegrijpelijke redenen dacht, dat men 1,4 miljard euro per jaar er op slinkse wijze doorheen kon krijgen, begaf de coalitie zich op glad ijs. Dat kan men beter aan schaatsers over laten.
Daardoor ging men schutteren en stuntelen. Nee, er waren geen memo's. En niemand van de onderhandelaars kon zich iets herinneren van adviezen hierover tijdens de formatie. Het lijkt af en toe wel of we door een stel dementen geregeerd worden.
En dan begint er één met liegen. De anderen kunnen dan niet achter blijven. Men moet elkaar "vasthouden". Beetje bij beetje draait men zich vast in het moeras. Als je eenmaal met liegen en halve waarheden begint, kom je vroeg of laat klem te zitten. Met alle gezichtsverlies van dien.
Je kunt politiek beter bedrijven als een sporter: neem gewoon je verlies en probeer het de volgende keer opnieuw. Als je met open vizier strijdt, hoef je je later niet in duizend bochten te wringen. Geef gewoon toe, dat er koehandel is bedreven, waardoor je een stukje van je eigen verkiezingsprogramma hebt verwezenlijkt.
Zo ging het vroeger op de veemarkt ook. Als kind ben ik in schoolvakanties wel eens met mijn vader meegeweest naar de Leidse veemarkt. Hij handelde daar in stro, dat hij probeerde te verkopen aan veeboeren, zodat hij dat later met een vrachtwagen naar hun boerderij kon brengen.
De handel vond met een borreltje plaats in rokerige café's. Als de zaak was beklonken, dan werd de afspraak gemaakt met een handjeklap. Er waren geen contracten. Het was gewoon afspraak is afspraak.
Dit heb ik thuis met de paplepel ingegoten gekregen en daar ben ik heel erg blij om. Het leven is een stuk prettiger, als iedereen zich gewoon houdt aan dit spreekwoord: een man een man, een woord een woord!
dinsdag 24 april 2018
De halve marathon
Ik denk niet, dat er veel mensen zijn, die op een dinsdagochtend in de regen beginnen aan de halve marathon. Ik ben zo'n sportgek.
Nu heb ik het grote voordeel, dat ik iets meer dan 100 meter van het oude parcours van de marathon van Leiden af woon. Daar ik over dat parcours 10 keer de marathon gelopen heb, die in die jaren bestond uit twee keer hetzelfde rondje van 21 kilometer en 100 meter, ken ik de route op mijn duimpje.Voor het lopen van de marathon heb je veel zelfdiscipline nodig. Het komt aan op de voorbereiding, waarin je veel kilometers moet maken, vaak in wisselende weersomstandigheden. Als je in je schema een lange loop hebt staan en het is slecht weer, dan moet je toch gewoon gaan.
Mentaal gezien is dat zelfs een pluspunt. Net zo goed als dat je met elf mooiweervoetballers geen kampioen wordt, kun je met zo'n mentaliteit ook geen marathon lopen. Op de dag van de marathon kan het ook regenen of kan er een harde wind staan.
Zo liep ik richting Zoeterwoude. Onderweg had ik een korte tussenstop bij huize Flaman, waar ik een glas water dronk. Voldoende drinken meenemen is bij lange lopen vaak lastig. Zulke pleisterplaatsen zijn dan onontbeerlijk. Als je dorst krijgt, dan ben je te laat!
Via Zoeterwoude en de Vlietlanden, waar de ravage van de aanleg van de Rijnlandroute ook duidelijk zichtbaar was. In Voorschoten liep ik langs de Korte Vliet. Ik kocht een paar zakjes met bloemenzaad voor bijen.
Met een korte slinger extra liep ik over het oude parcours langs de rand van de Stevenshof weer naar huis toe, waar deze halve marathon 22 kilometer lang bleek te zijn....
maandag 23 april 2018
Pensioenplanner
Vandaag hadden we op mijn werk iemand van het pensioenfonds, die keurig uit kon leggen, wat de mogelijkheden van deeltijdpensioen en eerder stoppen met werken waren. Samen met haar liep ik alle mogelijkheden door, die ik in mijn hoofd had zitten.
Ik was stomverbaasd, dat op een gegeven moment eruit kwam, dat ik netto minder pensioen zou krijgen als ik zou doorwerken tot 67 jaar en 3 maanden, de leeftijd waarop de AOW ingaat voor degenen, die in 1955 geboren zijn.Dat bleek echter toch mogelijk te zijn, doordat je met eerder stoppen en een deel van de AOW-compensatie eerder te gaan gebruiken. Je valt dan in een andere schaal.
Voor mij is het duidelijk. Ik ga afbouwen. Als sporter moet je ook niet in één keer stoppen. Stapje voor stapje een stap terug doen werkt het beste.
Het moment, waarop ik ga stoppen, heb ik ook al in gedachten. Zeker nu ik weet, dat je soms financieel gestraft wordt als je langer doorwerkt.
En wees maar niet bang, dat ik in een zwart gat zal vallen. Ik zal me geen moment vervelen. Integendeel: ik heb meer tijd om te sporten en dan vooral om te schaatsen. En ik neem aan, dat ik bij de Leidse IJshal wel wat vrijwilligerswerk kan doen.
Daarnaast is er ook meer tijd voor muziek. En de zelfgekozen taak als oppasopa natuurlijk!
zondag 22 april 2018
Historische tramrit
Het was de zoveelste mooie aprildag met zomerse temperaturen.
Dat kwam mooi uit, want we hadden vandaag een Buijzendag in Rotterdam. Met mijn vrouw fietste ik om 12 uur naar Leiden Centraal, vanwaar we de trein naar de Maasstad namen. We zouden vanaf 1 uur verzamelen bij "Pragtig" aan de voet van de Erasmusbrug.
Op weg er naar toe wandelden Ada en ik door het drukke centrum van Rotterdam, waar de bekerfinale van Feyenoord tegen AZ zijn schaduwen vooruit wierp. Er liepen veel mannen en beduidend minder vrouwen in een rood-wit geblokt shirt rond. Mocht Giovanni van Bronckhorst met veel blessures kampen, dan staat er een legioen aan invallers klaar.
Ondanks dat de sfeer nog gemoedelijk was, was ook de politie massaal uitgerukt. Politici, die klagen dat ze meer blauw op straat willen, werden vandaag op hun wenken bediend.
Op het terras van "Pragtig" verzamelden we, terwijl we een drankje namen voor we naar de halte van de historische tramrit, die ons door alle delen van Rotterdam zou brengen.
In een tram uit 1931 werd in verband met de bekerfinale, die om 6 uur begon, eerst Rotterdam-Zuid aangedaan. Later op de middag zou je niet meer langs "De Kuip" kunnen. Dit prachtige stadion had net als het centrum van Rotterdam de Tweede Wereldoorlog bijna niet overleefd. De Duitsers wilden het voetbalstadion afbreken, omdat ze het staal nodig hadden voor kun kanonnen. De directie wist met een leugentje om bestwil de Duitsers te misleiden.
Zij gaven veel minder staal op dan er in werkelijkheid in "De Kuip" zat. De bezoekende Oosterburen trapten er echter in. In die tijd had Feyenoord de verdediging uitstekend op orde.
Wie ook in beweging moest komen was de conducteur, die in het begin diverse keren de tram uit moest handmatig om een wissel om te zetten.
We reden kriskras door Rotterdam en doorspekt met humor diste de gids tal van anekdotes op. Zoals bokser Bep van Klaveren, die in 1928 in Amsterdam Olympisch kampioen werd. Zijn bijnaam was "The Dutch Windmill".
De bijnamen van tal van gebouwen of kunstwerken kwamen tijdens de rit van een kleine 2 uur telkenmale terug.
In de volksmond kreeg de Essalam moskee deze aanduiding: het hoofdkantoor van "De Efteling".
Langs "Woudestein", het stadion van Excelsior, het "Kleine broertje" van de latere bekerwinnaar Feyenoord, reden we naar het eindpunt van deze historische tramrit.
Met het hele gezelschap Buijzen gingen we gezellig eten in eethuis "De Watertoren". Hier werd onze kleinzoon wakker. Hij had zijn eerste tramrit prinsheerlijk liggen slapen.
Net zo min als oma vond opa het erg, dat zijn asperges met zalm afkoelde, omdat Faas in zijn armen lag. De lachjes van dit behoorlijk gegroeide kleinkind deden opa smelten.
Dat kwam mooi uit, want we hadden vandaag een Buijzendag in Rotterdam. Met mijn vrouw fietste ik om 12 uur naar Leiden Centraal, vanwaar we de trein naar de Maasstad namen. We zouden vanaf 1 uur verzamelen bij "Pragtig" aan de voet van de Erasmusbrug.
Op weg er naar toe wandelden Ada en ik door het drukke centrum van Rotterdam, waar de bekerfinale van Feyenoord tegen AZ zijn schaduwen vooruit wierp. Er liepen veel mannen en beduidend minder vrouwen in een rood-wit geblokt shirt rond. Mocht Giovanni van Bronckhorst met veel blessures kampen, dan staat er een legioen aan invallers klaar.
Op het terras van "Pragtig" verzamelden we, terwijl we een drankje namen voor we naar de halte van de historische tramrit, die ons door alle delen van Rotterdam zou brengen.
In een tram uit 1931 werd in verband met de bekerfinale, die om 6 uur begon, eerst Rotterdam-Zuid aangedaan. Later op de middag zou je niet meer langs "De Kuip" kunnen. Dit prachtige stadion had net als het centrum van Rotterdam de Tweede Wereldoorlog bijna niet overleefd. De Duitsers wilden het voetbalstadion afbreken, omdat ze het staal nodig hadden voor kun kanonnen. De directie wist met een leugentje om bestwil de Duitsers te misleiden.
Wie ook in beweging moest komen was de conducteur, die in het begin diverse keren de tram uit moest handmatig om een wissel om te zetten.
We reden kriskras door Rotterdam en doorspekt met humor diste de gids tal van anekdotes op. Zoals bokser Bep van Klaveren, die in 1928 in Amsterdam Olympisch kampioen werd. Zijn bijnaam was "The Dutch Windmill".
De bijnamen van tal van gebouwen of kunstwerken kwamen tijdens de rit van een kleine 2 uur telkenmale terug.
In de volksmond kreeg de Essalam moskee deze aanduiding: het hoofdkantoor van "De Efteling".
Langs "Woudestein", het stadion van Excelsior, het "Kleine broertje" van de latere bekerwinnaar Feyenoord, reden we naar het eindpunt van deze historische tramrit.
Met het hele gezelschap Buijzen gingen we gezellig eten in eethuis "De Watertoren". Hier werd onze kleinzoon wakker. Hij had zijn eerste tramrit prinsheerlijk liggen slapen.
Net zo min als oma vond opa het erg, dat zijn asperges met zalm afkoelde, omdat Faas in zijn armen lag. De lachjes van dit behoorlijk gegroeide kleinkind deden opa smelten.
"Jullie zijn stoorzenders!"
Gisterenmiddag was de uitvoering van de "Misa Criolla" van Ariel Ramirez, waar we onder leiding van Wim de Ru vanaf januari op geoefend hadden met de Leidse Koorprojecten.
Om 5 uur moesten Ada en ik ons melden bij de Marekerk. We hadden ons aangemeld als vrijwilliger. Voordat we om half 6 zouden beginnen met de generale repetitie met "Opus Cuatro" zouden de vrijwilligers instructie krijgen wie waar zou staan. Mijn vrouw en ik zouden voor de uitvoering de luisteraars hun plek wijzen. Ik ben altijd al een wijsneus geweest....
Om half 6 was het Argentijnse kwartet er nog niet. Ze kwamen uit Parijs en hadden enige vertraging. Wim begon alvast met inzingen en toen ze er nog niet waren, gingen we alvast de liederen uit "Navidad Nuestra" doorzingen.
Ik begon een beetje op hete kolen te zitten, want we hadden een strak programma. Ik had voor 6 personen bij Lunchroom "Logica" gereserveerd om kwart over 6. Uiterlijk half 7 zou de generale repetitie afgelopen zijn. Zou, want om 6 uur kwamen de Zuid-Amerikanen aan. In Nederland zouden we zeggen op hun elfendertigst, maar in het Spaans zeg je dan "Mañana, mañana".
Om kwart over 6 begonnen we eindelijk met de "Misa Criolla" en dat was geen onverdeeld succes. Met Latijns temperament was het tempo een stuk hoger dan we gewend waren en daarbij waren de ritmes net even anders, hetgeen resulteerde in diverse gemiste inzetten. Veel liederen moesten dus over. Het is, dat we staand zongen, want de kolen op het zitvlak werden steeds heter.
De inzetten waren qua aantal dan misschien wat minder, qua intensiteit waren ze dat beslist niet. Vol overgave zongen Herman de Geus en ik met name de hoge inzetten, waar niet iedere bas bij kon.
Een alt, die voor ons stond, draaide zich om en zei: "Jullie zijn stoorzenders!"
Nu is dat niet de eerste keer, dat ik deze zin gehoord heb. In HAVO 4 op Pedagogische Academie "De la Salle" was een leerkracht, die exact dezelfde woorden bezigde, terwijl ze keek naar de hoek, waar ik zat. Nu kon ik dat in een klas vol kleurrijke personen wel enigszins voorstellen, maar dat ze in mijn richting keek vond ik toch een tikkeltje overdreven. U gelooft toch niet, dat ze mij bedoeld kon hebben?
Dat bleek wel uit het antwoord van de alt op de vraag, wat ze bedoelde. Ze raakte in de war, omdat we af en toe flink tegen elkaar in zongen. Maar ja, zo had de componist het ook bedoeld!
Intussen werden de kolen steeds heter, maar ik vermoedde het eten, dat we besteld hadden steeds kouder. Net voordat we het laatste lied van "Navidad Nuestra", dat we al geoefend hadden, door zouden zingen, wandelden Ada en ik om 7 uur naar de Stille Rijn. Daar zaten mijn zus Annie en een vriendin van haar en mijn neef Robert met Jane in "Logica". Zij hadden het warme eten al op en hadden onze citroenrisotto met vis keurig afgedekt, zodat het gelukkig niet al te zeer was afgekoeld.
Gelukkig was het witbiertje dat wel, net als de 3 bolletjes ijs.
Na een eenvoudige doch voedzame maaltijd, die trouwens uitstekend smaakte, wandelden we met zijn zessen terug naar de Marekerk.
Daar stond al een behoorlijk lange rij voor de toegangsdeur. Ada en ik konden meteen aan de slag met het wijzen, waar de vrije plekken waren. De kerk was helemaal vol. Dat maak je heden ten dage niet vaak meer mee.
Om kwart over 8 kwam "Opus Cuatro" op. Zij zongen eerst 6 nummers op virtuoze wijze, waarna wij met dit kwartet solisten een drietal nummers uit "Navidad Nuestra" zongen.
En waar de generale repetitie helemaal de mist in ging, daar klonk het nu als een klok.
En waar 's middags de samenwerking niet lekker liep, daar liep alles nu op gesmeerd.
Zodoende steeg je boven jezelf uit en ontstond er een euforie. De vonk sloeg over naar het publiek. De sfeer was na afloop dan ook opperbest.
Daar vermoedelijk pas volgend jaar een nieuw project wordt opgestart door dit koor, zal ik op zijn vroegst pas over een jaar weer op kunnen treden als stoorzender....
Om 5 uur moesten Ada en ik ons melden bij de Marekerk. We hadden ons aangemeld als vrijwilliger. Voordat we om half 6 zouden beginnen met de generale repetitie met "Opus Cuatro" zouden de vrijwilligers instructie krijgen wie waar zou staan. Mijn vrouw en ik zouden voor de uitvoering de luisteraars hun plek wijzen. Ik ben altijd al een wijsneus geweest....
Om half 6 was het Argentijnse kwartet er nog niet. Ze kwamen uit Parijs en hadden enige vertraging. Wim begon alvast met inzingen en toen ze er nog niet waren, gingen we alvast de liederen uit "Navidad Nuestra" doorzingen.
Ik begon een beetje op hete kolen te zitten, want we hadden een strak programma. Ik had voor 6 personen bij Lunchroom "Logica" gereserveerd om kwart over 6. Uiterlijk half 7 zou de generale repetitie afgelopen zijn. Zou, want om 6 uur kwamen de Zuid-Amerikanen aan. In Nederland zouden we zeggen op hun elfendertigst, maar in het Spaans zeg je dan "Mañana, mañana".
De inzetten waren qua aantal dan misschien wat minder, qua intensiteit waren ze dat beslist niet. Vol overgave zongen Herman de Geus en ik met name de hoge inzetten, waar niet iedere bas bij kon.
Een alt, die voor ons stond, draaide zich om en zei: "Jullie zijn stoorzenders!"
Nu is dat niet de eerste keer, dat ik deze zin gehoord heb. In HAVO 4 op Pedagogische Academie "De la Salle" was een leerkracht, die exact dezelfde woorden bezigde, terwijl ze keek naar de hoek, waar ik zat. Nu kon ik dat in een klas vol kleurrijke personen wel enigszins voorstellen, maar dat ze in mijn richting keek vond ik toch een tikkeltje overdreven. U gelooft toch niet, dat ze mij bedoeld kon hebben?
Dat bleek wel uit het antwoord van de alt op de vraag, wat ze bedoelde. Ze raakte in de war, omdat we af en toe flink tegen elkaar in zongen. Maar ja, zo had de componist het ook bedoeld!
Intussen werden de kolen steeds heter, maar ik vermoedde het eten, dat we besteld hadden steeds kouder. Net voordat we het laatste lied van "Navidad Nuestra", dat we al geoefend hadden, door zouden zingen, wandelden Ada en ik om 7 uur naar de Stille Rijn. Daar zaten mijn zus Annie en een vriendin van haar en mijn neef Robert met Jane in "Logica". Zij hadden het warme eten al op en hadden onze citroenrisotto met vis keurig afgedekt, zodat het gelukkig niet al te zeer was afgekoeld.
Gelukkig was het witbiertje dat wel, net als de 3 bolletjes ijs.
Van Robert en Jane kreeg ik sokken met "The yellow submarine", die uitstekend pasten bij de zwarte kleding met een geel accent. Ik trok ze onmiddellijk aan.
Daar stond al een behoorlijk lange rij voor de toegangsdeur. Ada en ik konden meteen aan de slag met het wijzen, waar de vrije plekken waren. De kerk was helemaal vol. Dat maak je heden ten dage niet vaak meer mee.
Om kwart over 8 kwam "Opus Cuatro" op. Zij zongen eerst 6 nummers op virtuoze wijze, waarna wij met dit kwartet solisten een drietal nummers uit "Navidad Nuestra" zongen.
En waar de generale repetitie helemaal de mist in ging, daar klonk het nu als een klok.
In de pauze sprak ik met mijn familieleden en wat bekenden, waaronder vrij uitgebreid met Rob Pijpers, die net als vorig jaar de opnames maakte van de uitvoering.
Na een klein half uur begon "Opus Cuatro" met een drietal liederen, waarna we gezamenlijk de "Misa Criolla" uitvoerden.En waar 's middags de samenwerking niet lekker liep, daar liep alles nu op gesmeerd.
Daar vermoedelijk pas volgend jaar een nieuw project wordt opgestart door dit koor, zal ik op zijn vroegst pas over een jaar weer op kunnen treden als stoorzender....
zaterdag 21 april 2018
Nieuwe schoenen
Waar ik ieder jaar nieuwe hardloopschoenen koop, daar is mijn vrouw een stuk zuiniger. Ze heeft 6 jaar met haar wandelschoenen gelopen, maar ze begon te merken, dat de zool toch wel erg dun begon te worden. Voor je het weet loop je met een gat in je schoen.
Zodoende fietsten we vanmorgen na bij "De Helianth" onze wekelijkse boodschappen inclusief zoutarm brood gehaald te hebben door naar Leiderdorp. Bij de Beter Lopen Winkel paste ze een paar nieuwe Meindl wandelschoenen. De keuze viel op Meindl Identity.
Vanmiddag werd ik opgebeld door Lenny Keur van Ooms Sport. Zij vertelde me, dat de Salomons S-Lab Skate Pro, die ik na het schaatsseizoen bij de winkel in de Leidse IJshal had ingeleverd, omdat er scheurtjes zaten in het kunstleer aan de bovenzijde, vermoedelijk als gevolg van te strak stiksel, gratis vervangen zouden worden.
Het enige verschil is, dat de extra "buckle strap" voor maximale zijwaartse steun er niet meer op zit. Vlak voor de aanvang van het schaatsseizoen begint kan ik de nieuwe schaatsschoenen komen passen in de Ooms Sportwinkel aan de Vondellaan. Prima service overigens van Salomon!
En zo bleef ik op deze wederom warme aprildag niet achter met gloednieuwe schoenen.
Vanmiddag werd ik opgebeld door Lenny Keur van Ooms Sport. Zij vertelde me, dat de Salomons S-Lab Skate Pro, die ik na het schaatsseizoen bij de winkel in de Leidse IJshal had ingeleverd, omdat er scheurtjes zaten in het kunstleer aan de bovenzijde, vermoedelijk als gevolg van te strak stiksel, gratis vervangen zouden worden.
Het enige verschil is, dat de extra "buckle strap" voor maximale zijwaartse steun er niet meer op zit. Vlak voor de aanvang van het schaatsseizoen begint kan ik de nieuwe schaatsschoenen komen passen in de Ooms Sportwinkel aan de Vondellaan. Prima service overigens van Salomon!
En zo bleef ik op deze wederom warme aprildag niet achter met gloednieuwe schoenen.
vrijdag 20 april 2018
Vijgenboom
We konden van een andere tuinder op de volkstuin een vijgenboom overnemen. Mijn vrouw had gevraagd, of ik vanmiddag wilde helpen met het verplaatsen van de vijgenboom. Natuurlijk was ik daar toe bereid.
Vanaf mijn werk in filiaal Hoornes/Rijnsoever fietste ik door de duinen naar onze volkstuin, waar ik bij aankomst meteen aan de slag kon met het uitgraven van de boom.
Het had enige voeten in de aarde voordat we de kluit met wortels hadden uitgegraven. Nadat dit gebeurd was, moesten we de vijgenboom zien te verplaatsen.
Met een kruiwagen lukte dat. We groeven een kuil in onze tuin en zetten de boom daarin. Toen deze rechtop stond, konden we de grond weer teruggooien. Wij hebben nu onze eigen vijgenboom. Een boom met oude papieren trouwens, want in een van de eerste hoofdstukken van Genesis wordt de vijgenboom al aangehaald.
De eerste bijdrage aan de mode was het dragen van vijgenbladeren.
Wat dat aangaat was de Bijbel zijn tijd ver vooruit gezien de aandacht, die heden ten dage uitgaat naar kleding met natuurlijke materialen. Het idee om kleding te dragen komt dus rechtstreeks uit het paradijs.
Dat klopt ook wel, want ten tijde van de aardbeienoogst is onze volkstuin een klein paradijsje, waar ik dan graag vertoef. Wat dat aangaat hou ik veel meer van zomerkoninkjes dan van vijgen.
Vooral van oorvijgen gruw ik!
Vanaf mijn werk in filiaal Hoornes/Rijnsoever fietste ik door de duinen naar onze volkstuin, waar ik bij aankomst meteen aan de slag kon met het uitgraven van de boom.
Het had enige voeten in de aarde voordat we de kluit met wortels hadden uitgegraven. Nadat dit gebeurd was, moesten we de vijgenboom zien te verplaatsen.
Met een kruiwagen lukte dat. We groeven een kuil in onze tuin en zetten de boom daarin. Toen deze rechtop stond, konden we de grond weer teruggooien. Wij hebben nu onze eigen vijgenboom. Een boom met oude papieren trouwens, want in een van de eerste hoofdstukken van Genesis wordt de vijgenboom al aangehaald.
Wat dat aangaat was de Bijbel zijn tijd ver vooruit gezien de aandacht, die heden ten dage uitgaat naar kleding met natuurlijke materialen. Het idee om kleding te dragen komt dus rechtstreeks uit het paradijs.
Vooral van oorvijgen gruw ik!
donderdag 19 april 2018
De kernploeg keert terug
Het scheelde niet veel, of het was vandaag tropisch warm geworden in Nederland. Het was dan ook de warmste 19 april sinds het begin van de metingen.
Kortom, het is echt weer om je druk te maken, hoe wij in Nederland met onze schaatstoppers omgaan. Twee maanden geleden was het zo ongeveer iedere dag prijs bij de Olympische Spelen in Pyeongchang.
De waarschuwende woorden van Sven Kramer, dat het grootste deel van deze succesvolle Olympische ploeg een maand later een werkeloosheidsuitkering aan kon vragen, klonken toen belachelijk in onze oren. Maar ze waren maar al te waar!
Zo werd Ireen Wüst als dank voor de bewezen diensten door haar sponsor als oud vuil op straat gezet.
Gelukkig neemt de KNSB haar verantwoordelijkheid. De schaatsbond start een eigen trainingsgroep voor toppers zonder ploeg. Daar zitten klinkende namen onder als Ireen Wüst, Jorien ter Mors, Kai Verbij en Dai Dai Ntab. De kernploeg keert terug!
Sportgrootmachten als Duitsland en de Verenigde Staten zouden dolgraag zulke schaatsers willen hebben, die zelfs in deze periode van economische voorspoed in Nederland niet meer aan de bak komen. Het moet ook niet gekker worden....
Kortom, het is echt weer om je druk te maken, hoe wij in Nederland met onze schaatstoppers omgaan. Twee maanden geleden was het zo ongeveer iedere dag prijs bij de Olympische Spelen in Pyeongchang.
De waarschuwende woorden van Sven Kramer, dat het grootste deel van deze succesvolle Olympische ploeg een maand later een werkeloosheidsuitkering aan kon vragen, klonken toen belachelijk in onze oren. Maar ze waren maar al te waar!
Gelukkig neemt de KNSB haar verantwoordelijkheid. De schaatsbond start een eigen trainingsgroep voor toppers zonder ploeg. Daar zitten klinkende namen onder als Ireen Wüst, Jorien ter Mors, Kai Verbij en Dai Dai Ntab. De kernploeg keert terug!
Sportgrootmachten als Duitsland en de Verenigde Staten zouden dolgraag zulke schaatsers willen hebben, die zelfs in deze periode van economische voorspoed in Nederland niet meer aan de bak komen. Het moet ook niet gekker worden....
Onsterfelijke blunders of wijsheid achteraf
Sommige dagen staan in je geheugen gegrift, terwijl andere door een associatie weer uit het onderbewuste weer tevoorschijn komen. Vandaag is zo'n dag, waarop 19 april 1990 mij ineens weer helder voor ogen kwam.
Net als nu viel 19 april toen op donderdag. Alleen was het weer toen heel anders. Het was koud en kil weer, toen ik met Tim de Beer en Joep Kapiteyn een voor kinderen lastig te openen poortje maakte in het gaashek, dat we bij de verhuizing naar ons huis hadden aangelegd om te voorkomen, dat de toen nog jonge kinderen in de sloot achter ons huis zouden vallen.
Twee dagen ervoor was ik gezakt voor mijn rijexamen. Op zich reed ik toen best goed, maar twee ingrepen voorkwamen, dat ik slaagde. Eén ingreep is daarvoor al voldoende, maar als je iets doet, dan kun je het maar beter goed doen.
Natuurlijk baalde ik toen, dat ik het roze papiertje niet in een keer haalde. Maar met de wijsheid achteraf moet ik wel zo eerlijk zijn om toe te geven, dat ik er toen gewoon nog niet aan toe was.
Bovenstaand boek, wat ik toendertijd aan het lezen was, staat vol met voorbeelden van wijsheid achteraf. "De onsterfelijke blunders keren terug" van Stephen Pile staat vol met groteske blunders, waardoor ik vaak schaterend van het lachen aan het lezen was.
Ik zal een paar voorbeelden geven. Bij de eerste speelde een Amsterdamse uitgever een glansrol. Hij was op de Frankfurter Buchmesse van de ene receptie naar de andere gegaan en had aardig wat ingenomen, toen hij met de taxi naar zijn hotel wilde. Hij gaf aan de taxichauffeur een kaartje met het adres, nestelde zich op de achterbank en viel in slaap.
Toen hij gewekt werd door de chauffeur, was hij meteen klaarwakker. Hij stond voor zijn huis in Amsterdam. Hij had de chauffeur zijn visitekaartje gegeven....
Het tweede voorbeeldgedrag werd gegeven door een groep Engelse duikers. Zij hadden ontdekt, dat er in een meer in Schotland nog door niemand gedoken was. Met een groep duikers reisden ze in een busje naar de Schotse Hooglanden af, een reis van 1000 kilometer. Ze trokken hun duikpakken aan, deden de zuurstofflessen om en gingen te water om te ontdekken, dat het Loch slechts een meter diep was....
Dit zijn natuurlijk schoolvoorbeelden van grote schoonheid, maar eenieder van ons kent zo zijn eigen fouten en blunders. Fouten maken is niet erg. Als je er maar van leert.
Elfstedenmaat Frits van Huis wist deze wijsheid achteraf kernachtig te omschrijven: "Ervaring is vooral weten, wat je niet moet doen!"
En zo is het maar net!