zondag 3 februari 2019

Een Friese stempelaar

Wie denkt, dat we het bij het schaatsen met de "Krasse knarren" in de Leidse IJshal alleen over sport hebben, vergist zich deerlijk. Met Jan en Henk Versteegen en Wim van Huis van "The Shoes" in de gelederen, komt muziek regelmatig ter sprake.
Afgelopen donderdag had ik het met Henk Distelvelt en Arthur van Winsen over literatuur en dan met name over de dichtkunst. Aanleiding was het gedicht "De tuinman en de dood" van P.N. van Eyk.
Een Perzisch edelman:

Vanmorgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
mijn woning in: "Heer, Heer, één ogenblik!

Ginder in de rooshof, snoeide ik loot na loot
Toen keek ik achter mij, Daar stond de Dood.

Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.

Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan."

Vanmiddag, lang reeds was hij heengespoed,
heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.

"Waarom", zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
"Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht bedreigd?"

Glimlachend antwoordt hij: "Geen dreiging was 't,
waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrrast,

toen ik 's morgens hier nog stil aan het werk zag staan
die ik 's avonds halen moest in Ispahaan."

P.N. van Eyk
Maar zoals je een enkele keer in de muziek hebt, dat een cover beter is dan het origineel, vroeg Arthur of we het gedicht "Een Friese stempelaar" kenden?
Nee dus. Wat een prachtig gedicht! Iedere schaatser hoort dit te kennen. Daar werk ik graag aan mee.
Een Friese stempelaar

Vanmorgen ijlt een rijder, wit van schrik,
Mijn hokje in: "Mijnheer, één ogenblik!

Ginds op de trekvaart gleed ik nog zo mooi.
Toen keek ik onder mij: daar was de Dooi.

Ik schrok en haastte mij naar de andere kant,
Daar kluunde ik een tijdje door het zand.

Geef mij uw stempel, een stuk touw en ook een priem,
Voor de avond nog bereik ik Bartlehiem!" -

Vanmiddag (lang reeds was hij heen gespoed)
Heb ik in 't stempelhok de Dooi ontmoet.

"Waarom", zo vraag ik, wijl het water stijgt,
"Hebt gij vanmorgen reeds de tocht bedreigd?"

Glimlachend antwoordt hij: "Geen bedreiging was 't,
Waarvoor uw rijder vlood. Ik was verrast,

Toen ik vanmorgen in uw hokje heb gezien
Die ik des avonds halen moest in Bartlehiem!"

P. de Weerd

Geen opmerkingen:

Een reactie posten