Het was vandaag weer eens een kletsnatte dag.
Ik vond het dus niet zo erg, dat ik vanmiddag tuis werd opgehaald door Marnix en Walter Boon, met wie ik mee kon rijden naar De Uithof. De ruitenwissers deden hun werk voorbeeldig, terwijl wij droog naar de kunstijsbaan in Den Haag reden.
In de wachtrij voor de ingang van De Uithof kwam er een serie appjes binnen. In tijden van corona gaan er heel wat grappen en grollen rond. Deze Duitse afbeelding was toll.
Deze cartoon van Tom Janssen in Trouw was trouwens ook erg sterk.
Zelf voelde ik me op mijn kluunschaatsen ook wel aardig sterk, maar toen ik Marnix voor de eerste keer inhaalde hoorde ik een hoop gekras. Hij zette dus met zijn punten af. Ik kon 2 dingen doen. Ik kon voor mezelf kiezen en in 70 minuten 70 rondjes rijden, of ik kon deze ambitie opzij zetten en schaatsles gaan geven.
Ik koos voor het laatste. We begonnen bij de basisvaardigheden. De allereerste was druk op de hiel opbouwen, het zogenaamde achterop zitten. Dus deden we een rondje met de clownsstap. Druk achterop de schaats gegarandeerd.
Na een paar rondjes zo gereden te hebben kwam de zijwaartse afzet aan de orde. Dit lukte niet meteen. De afzet was en bleef te veel naar achteren. Daar was echter wel wat aan te doen. De olifantsoren.
Eerst een stukje met 2 benen tegelijk, daarna wel tweebenig glijden, maar om beurten met links en rechts terugsturen. Er komt een moment, dat je recht vooruit rijdt. Dit is het moment, dat je zijwaarts af moet zetten. Wat veel schaatsers dan fout doen, is dat ze dan de schaats wegtrappen. Van Wierd Wagenmakers leerde ik deze basisregel: "Je moet duwen, niet trappen!" Sinds ik dit doe, en dat is al een tijdje geleden, ben ik veel beter gaan schaatsen!
De volgende horde was het zoeken naar het juiste moment van de afzet. Daarvoor had ik een vreemde oefening, die echter wel goed werkt: de vogelverschrikker. Met gespreide armen en benen laat je je als een stijve hark van links naar rechts vallen. Daarna ga je steeds meer in de schaatshouding zitten en doe je hetzelfde. Je leert dan steeds beter wat de juiste timing voor de afzet is. Met de druk achterop kun je dan ook makkelijker sturen.
Gaandeweg ging Marnix steeds beter glijden. Het leuke bij schaatsen is, dat er een handig hulpmiddel is om te constateren, of iemand goed schaatst. Dan hoor je iemand namelijk niet!
In ruim een uur tijd had Marnix de basisvaardigheden aardig onder de knie gekregen. De eerste schaatsles van 2021, die ik normaliter in de Leidse IJshal geef, zat er op. Met een goed gevoel stapten de schaatser en zijn trainer van het ijs af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten