Het was heel normaal weer voor deze tijd van het jaar met temperaturen van een graad of 7 en af en toe een buitje.
Gisteren was er weer een persconferentie van Mark Rutte en Hugo de Jonge. Veel kon er niet, maar de ministers deden in deze verkiezingstijd de schaatsers gelukkig wel een royale handreiking.
Om kwart over 9 stapte ik op de fiets naar café "Cronesteyn". Onderweg kwam ik langs de plek, waar de Leidse Sportboulevard gaat worden gebouwd.
Net als vorige week werd ik opgepikt door Frits van Huis. Onderweg naar De Uithof hadden we het over diverse dingen. Een ervan was de mogelijkheid van koperen schaatsen. Frits had onlangs een discussie met een Amerikaanse kennis, die technisch goed onderlegd was.
De natuurkundige Michael Faraday, bekend van de kooi van Faraday, ontdekte, dat we niet schaatsen op ijs, maar op een flinterdun laagje water, dat door wrijving ontstaat bij het schaatsen. Dit water bevriest daarna terstond weer.
Daar koper zeer goed geleidt, zijn koperen schaatsen theoretisch gezien ideaal om op te schaatsen, doordat je minder glijweerstand hebt. Een praktisch probleem is, dat koper een buigzaam en eenvoudig te vervormen materiaal is. Zodoende heb je echter een probleem met het scherp houden van de ijzers en is dit probleem slechts op te lossen met ijzer aan de buitenzijde en koper in het midden van het glijvlak. Vooralsnog is een koperen schaats dus ketelmuziek.
Wat geen ketelmuziek was, was het schaatsen op De Uithof. In iets meer anderhalf uur tijd reed ik 103 rondjes, waar het doel 100 rondjes was. Waar ik vorige week strandde op 95 rondjes, daar we eerder van het ijs af werden gedirigeerd, daar kon ik binnen het tijdslot nummer 100 noteren.
Daar er voor mij geen dringende noodzaak was om het ijs te verlaten, voegde ik er nog 3 rondjes aan toe en kwam zodoende op 41 kilometer uit. We hadden op deze dag in maart heerlijk geschaatst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten