woensdag 13 oktober 2021

Wedstrijdhardheid


Tijdens een marathon loop je vaak heel lang op met dezelfde mensen. Dat zijn immers degenen, die ongeveer jouw snelheid hebben. Zo ook bij de Marathon van Leiden, waar ik afgelopen zondag aan meedeed.
Als je zo lang met elkaar loopt, raak je ook met elkaar aan de praat. "Hoe heb jij je voorbereid?" is dan een regelmatig terugkerende vraag.

Een veel voorkomend antwoord was, dat men de trainingswedstrijden gemist had. Zelf behoor ik ook tot die categorie. Zodoende mis je de wedstrijdhardheid. Bij een wedstrijd loop je namelijk altijd harder dan bij een training.
Sinds maart 2020 zijn er geen echte wedstrijden meer georganiseerd, dus iedereen had dezelfde handicap. Nu ben ik gelukkig gezegend met een soort ingebouwde cruise control. Ik kan heel goed bepalen, wat de snelheid is, waarmee ik niet verzuur.

Het grote voordeel van een marathon is, dat je in één keer voldoende wedstrijdhardheid hebt opgebouwd. Elk nadeel heb zijn voordeel....

De wedstrijdhardheid bouw je ook achteraf goed op. Vooral bij het traplopen!
Gisteren heb ik me bij het schaatsen met de "Krasse knarren" in de Leidse IJshal hield ik me heel rustig. Vandaag kon ik me iets meer veroorloven. Niet dat het traplopen al soepel ging, maar het ging al wel beter. Met een serie korte fietsritjes kwam ik vandaag op 45 kilometer uit.
Bijzonder was de rit naar de Hoofdbibliotheek in Katwijk, waar ik een tas ophaalde. Bij de Kooltuinweg moesten de fietsers over een nieuwe weg rijden: over de rondweg van voormalig vliegveld Valkenburg. Zo kwam ik op een plek vlak bij huis, waar ik nog nooit geweest was.
De 45 kilometer fietsen heb ik goed verteerd. Door de cyclische beweging kun je je beenspieren aardig losrijden. Alleen bij de klimmetjes krijg je achteraf toch weer wat wedstrijdhardheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten