Het was een koude nacht. Na het ontbijt fietste ik naar Elfstedenmaat Jaap de Gorter toe, waar ik mijn fiets kon stallen. Van hem kreeg ik een mondkapje met de Friese vlag.
Met Jaap en Juul wandelde ik naar de Breestraat, waar ik in vak C plaatsnam na wat zandkorrels uit mijn schoenen gehaald te hebben.
Ik mocht in startvak C plaatsnemen.
Ik maakte de laatste dingen in orde.
Ik voelde me na alle trainingsarbeid best wel fit.
Na het gezongen Wilhelmus kon ik gaan beginnen aan Route 66 voor het WAKZ.
Na bijna 3 minuten was deze 66-jarige eindelijk over de startstreep.
Hoewel ik al 17 keer in de uitslag sta, was dit toch pas echt mijn 17e marathon.
Ik had me voorgenomen om er een plezierloop van te maken. En zoals ik me bij het voor mij vreemde trainingsschema me aan mijn planning heb gehouden, deed ik dat vandaag ook.
De eerste bekende, die ik sprak, was Carl Flaman. Helaas ging hij niet in op het genereuze aanbod om met mij de marathon te lopen, nu er onverwachts een startnummer was vrijgekomen.
In Zoeterwoude kwam ik eerst Kobus Turk tegen en daarna Elfstedenmaat Wil Verbeij.
Het lopen ging trouwens verbazingwekkend makkelijk. De 10 kilometer in 56.05 op de marathon is zeer redelijk te noemen. We hadden dan ook perfecte weersomstandigheden. Er hing een sluierbewolking, de temperatuur was voor lopers goed te noemen en er stond nauwelijks wind.
In Groenendijk kwam ik de derde Elfstedenmaat tegen: Evert Boekhout. Hij was in gezelschap van bassist Jan Versteegen en gitarist Wim van Huis van "The Shoes". Bij de "Krasse knarren" in de Leidse IJshal zie je elkaar vaak op de rug, nu was het "Face to Face".
Ik praatte een paar minuten met mijn schaatsvrienden, tot Wim zei: "Het gaat wel van je tijd af!"
"Nee, Wim", antwoordde ik ad rem: "Het komt er juist bij!"
Bij de Rijneke Boulevard kreeg ik door Frans Overvliet een beker water aangereikt. Daarna stak ik de pontonbrug over de Rijn over.
Aan de overzijde wachtte Ada op me. Ik nam nog een energiedrankje. Niet veel later nam ik mijn eerste plaspauze. Ik was wat meer naar de achterhoede opgeschoven, maar liep nog steeds opmerkelijk soepel.
Op weg naar Koudekerk aan den Rijn haalde ik eigenlijk alleen maar in. Zo liep ik een stuk op met een Noorse man en vrouw.
Een tweede plaspauze op weg naar Hoogmade zorgde ervoor, dat ik weer terrein verloor, maar op het fietspad en de Groenwegh kwam ik wel weer bij degenen, waarmee ik eerder al opliep.
In de geboorteplaats van mijn moeder praatte ik eerst met Dick van Goozen en daarna met Gé van Goozen, Willem van der Laan en mijn neef Leo van der Post. Gé had een flesje sportdrank gekocht, dat ik tussen het praten leegdronk. Ook nam ik mijn eerste Kwinn-sportgelletje.
Over de kilometer tussen de aankomst bij Hoogmade en het meetpunt van de halve marathon had ik 11 minuten gedaan. Ik zou niet weten, hoe dat kon? Desondanks was 2.08.25 nog steeds een acceptabele tijd.
Langs de A4 liep ik naar Oude Wetering en vandaar naar Nieuwe Wetering. Onderweg haalde ik aardig wat lopers in, maar die winst vervloog, doordat ik mijn tweede energiegelletje nam, terwijl ik met Joop van Egmond en Anneke Blom praatte, met wie ik in Nieuw-Vennep heel wat gezellige uren heb doorgebracht in "De Hobbit".
Op weg naar het 30-kilometerpunt bij de molen aan de Koppoel, waar we afgelopen winter nog konden schaatsen, kwam ik in de wandelclub terecht. Heel wat lopers wandelden hier, waar ik kon blijven lopen. Mijn tijd was hier 3.08.00.
Langs de Koppoel liep ik naar Rijpwetering, waar ik "De Vergulde Vos" passeerde.
Vandaar liep ik naar Oud Ade, dat ieder jaar een themafeest organiseert. Dit jaar ontbrak het, vermoedelijk door de korte voorbereidingstijd. Desondanks was er veel publiek en was het er gezellig, maar ik vermoed, dat Groenendijk dit jaar hogere ogen gooit bij de Bartleheimprijs.
Bij het Vennemeer ontmoette ik mijn vrouw. Ik nam mijn laatste sportgel en dronk nog wat sportdrank, voordat we door de polder naar Leiderdorp toe gingen. Het ging dusdanig makkelijk, dat ik vermoedelijk onder de 4.30 zou duiken. Het zou echter een fotofinish worden.
Eerst kwam ik op de Maresingel Teun de Reede tegen, met wie ik even bijpraatte.
Bij de Rijsburgersingel stond de vierde Elfstedenmaat langs de kant. Ook met Andrea Landman maakte ik een praatje. Een meter of 400 verder kwam ik mijn oudste zus Annie tegen, die een foto maakte met op de achtergrond molen "De Valk".
Ook gingen we samen op de foto.
Daarna was het nog iets meer dan een kilometer naar de finish. Je bent altijd blij, als je bij de Morspoort bent.
Daar wachtte nog één beproeving: de steile brug over het Galgewater. Hier ga je je bovenbenen gegarandeerd voelen!
Ik liep naar de eindstreep toe, waar de vrouwelijke speaker mij enthousiast aankondigde met: "Deze loper komt van ver. Hij komt helemaal uit Fryslân!"
Ze moest eens weten....
In de brutotijd van 4.37.04 passeerde ik de finish,
Netto leverde dit een tijd op van 4.34.16, waarmee ik 482e werd. Het schema met veel korte lopen en slechts 2 langere werkt kennelijk goed.
Ik kreeg de welverdiende medaille omgehangen.
Dat kwam mooi uit, want na het welverdiende biertje wilden we naar het Rapenburg toe. We moesten wel geduld betrachten, want het duurde minimaal 10 minuten voordat alle deelnemers aan de 10 kilometer de Breestraat verlaten hadden. Toen pas konden we oversteken.
Over de mooiste gracht van Nederland wandelden we naar het huis van Jaap en Juul, waar ik mijn fiets ophaalde. Na een Affligem Blond fietsten Ada en ik naar huis.
Route 66 voor het WAKZ zat erop, dus dat ging nu wel van mijn tijd af.....
zondag 10 oktober 2021
Route 66 voor het WAKZ, of: "Het gaat wel van je tijd af!"
Labels:
De Kaag,
Elfstedentocht,
Fietsen,
Fryslân,
Hardlopen,
IJshal Leiden,
Marathon,
Molentocht,
Muziek,
Natuurijs,
Schaatsen,
Wandelen
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten