donderdag 30 september 2021

Trekkerloop

Om een uur of 9 fietste ik naar de Vondellaan, waar ik wederom ging helpen in de Leidse IJshal. Daar de Zamboni nu in alle hoeken kon komen, doordat het ijs dik genoeg was. Spuiten hoefde dus niet. 
Maar er was wel een andere klus, die ik kon doen. Met een trekker de boarding droog maken.

Ik trok net als gisteren mijn kluunschaatsen aan en de trekker in mijn hand schaatste ik langs de boarding. Er kwam meer water vanaf dan ik vooraf had verwacht, vooral van de ijzeren trap over de buitenbaan.

Na deze natte klus hielp ik Wim Notenboom met het vastzetten van het net aan de boarding. Dit om te voorkomen, dat bij het ijshockeyen de puck de buitenbaan op vliegt. Na het net te hebben laten zakken werd onder de tonen van onder andere "Tainted love" dit net ingeklemd door een ijzeren staaf vastgeschroefd.


Om1 uur ging ik naar huis, waarna ik boodschappen ging doen. Via de Voorschoterweg fietste ik naar "De Helianth". Achter zwembad "De Vliet" kon je nu bij de grondwerkzaamheden komen. Je kon de contouren van de 250-meterbaan in het gras al zien liggen.


Thuisgekomen liep ik naar het weggetje, waar ik de grootste kans had om een trekker tegen te komen: het doodlopende boerenweggetje, waar ik in de coronatijd zo vaak gelopen had. Na een loop van 5,6 kilometer had ik echter geen trekker gezien.

Na me gedoucht te hebben fietste ik weer naar de Vondellaan. In de Leidse IJshal was een borrel om te proosten op het nieuwe schaatsseizoen. Daar gaf ik volgaarne gehoor aan.

woensdag 29 september 2021

Cordal de Nava


De mistflarden hingen over de velden en werden verlicht door de opgaande zon, toen wij om half 8 wakker werden. Ik ging uit bed, trok mijn sportkleding aan, nam een energiegelletje en een banaan en trok de buitendeur achter me dicht.
 
Ik liep richting Villamartin de Riba en over dezelfde weg als gisteren via Viobes begon ik aan de vrijwel dagelijkse duurloop van een kilometer of 8.

Het was een prachtige loop.


Op de rustige provinciale weg naar Nava was het erg rustig.

Ik werd alleen ingehaald door een hardloopster. Ik liep in marathontempo, zo'n 10 kilometer per uur. Gezien het speelse gemak, waarmee zij binnen de kortste keren afstand van me nam, moet ze zo'n 15 kilometer per uur gelopen hebben.

Bij het kapelletje langs de weg verliet ik de provinciale weg en liep over rustige langweggetjes naar huis toe.


Na me gedoucht te hebben, schoof ik aan de ontbijttafel aan rond half 10.
Na de koffie- en theepauze fietste ik naar Nava toe om boodschappen te doen bij Yebio en een fruteria. 
Met een rugzak vol klom ik naar Orizon en Paraes om over rustige weggetjes naar huis te fietsen.

Daar schuurde ik de meest in het oog springende druipers op de balustrade weg om het verfblik leeg te schilderen op de nu kale plekken.
Om een uur of 3 aten we een macaronischotel. Anderhalf uur later trokken Ada en ik onze wandelschoenen aan voor de Cordal de Nava, een wandeling uit "Piloña y Nava".

Via Quintana wandelden we naar Robleu, waar we de route van 8,5 kilometer over de bergkam oppikten.

Langs een beek liepen we onder Sierra door naar El Solanu.




Dit bergdorpje was het beginpunt van de Cordal de Nava.


Over een steil keileempad klommen we door een bos omhoog via Los Llanos naar de Pico de Ara.
Bij de top was het wat kaler en had je aardige vergezichten.
Aardig, want door de vrij dichte bewolking waren de omliggende heuvels niet helder zichtbaar.

Over een breed pad kwamen we vaker vergezichten tegen.

Meestal over het dal, waaruit we geklommen waren, maar gaandeweg ook over het dal ter rechterzijde van ons.
We klommen over hoogten van 481, 499 en 469 meter hoogte bij Cordal, Muerca de la Salmoria en Cantu Mues.

Gedurende een kleine kilometer was het keileempad helemaal aan gort gereden door 4-wheel drives. Smalle richels staken soms 50 centimeter boven de wielafdrukken uit. Het spreekt voor zich, dat we hier heel voorzichtig wandelden.

Dat deden we dan ook bij de steile afdaling van de Cantu Mues, waarna we redelijk vlak liepen naar het smalle bospad voorbij het afgelegen huis op de bergtop.

Gelukkig was het droog weer, zodat we over het steile bospad omlaag konden wandelen. Bij regen was dit pad ongetwijfeld een smal beekje.



Nu konden we redelijk veilig afdalen naar Vega, een leuk dorp.


Hier besloten we, dat we rechtstreeks naar Quintana zouden wandelen. Vandaar was het nog een kilometer naar huis lopen, waar we om 5 over 8 aankwamen na een zeer mooie wandeling. De Cordal de Nava is een aanrader!
Rond de klok van 10 uur aten we courgettesoep en boerenkoolstamppot met chorizo. Rond middernacht gingen Ada en ik als laatsten van de disgenoten naar bed.

Testrijdersloop

In het schaatsseizoen zijn twee magische momenten: de eerste keer, dat je weer op natuurijs schaatst.

En de eerste keer, dat je na de zomer weer op kunstijs schaatst.

Daarvoor was ik bereid om vroeg op te staan. Om kwart over 6 stond ik naast mijn bed en na in mijn eentje ontbeten te hebben vertrok ik een uur later naar de Leidse IJshal.

Om kwart voor 8 zette ik als eerste schaatser mijn eerste schreden op het ongeveer 2 centimeter dikke ijs. Voorzichtig, want er zaten nog aardig wat hobbeltjes in het ijs. Er was alleen nog maar gespoten en gedweild, maar nog niet geschaafd.

Gelukkig verliep de test zonder crash en smaakt deze naar meer!
Een minuut of 10 later reed de Zamboni rondjes over het ijs en kon ik even brood halen op de Leidse boerenmarkt. Bij terugkomst kon ik op de plekken, waar de dweilmachine niet kon komen, spuiten.
Om een uur of 12 waren Piet van Harskamp en Wim Notenboom aan het knutselen aan de Zamboni. Ik trok mijn kluunschaatsen weer aan en met een douchetrekker trok ik al schaatsend de boardings droog.
Je zag straaltjes water omlaag lopen.

Hoe droger de lucht is, hoe minder kans op stalagmieten op het ijs, waarover je kunt vallen. 
Onder de stalen trap was het onmogelijk om droog te blijven met de trekker in de hand. Als je de trekker aan de onderzijde bewoog, kwamen er zoveel druppels naar beneden, dat het wel een flinke regenbui leek. Gelukkig had ik mijn redelijk waterdichte zomerjas aan.

Om 1 uur fietste ik naar huis om met mijn vrouw te eten, waarna ik een uur later weer terug was bij de IJshal. Na wat hoeken gespoten te hebben, werd het tijd voor mijn trainingsloop met het oog op de Leidse marathon op 10 oktober.
Ik liep naar de Morspoort, vanwaar ik over het Singelpark naar het Plantsoen liep. Daar was het welbekende kabouterhuisje mijn keerpunt.

Door het Plantsoen liep ik terug om naar het Rapenburg af te buigen. Onderweg kwam ik "Krasse knar" Aad Berg tegen. Daar de medaille van de marathon dit jaar een afbeelding van de mooiste gracht van Nederland heeft, pikt een beetje loper het Rapenburg mee tijdens de trainingen.

In de IJshal was de dweilmachine net klaar, zodat ik meteen de hoeken nat kon spuiten.

Op weg naar huis maakte ik nog een klein ommetje om de benen los te fietsen na de testrijdersloop. Onderweg had ik alle soorten weer op deze wisselvallige herfstdag.

Deze ietwat surrealistische foto van de molen in de Stevenshof geeft deze wisselvalligheid goed weer.