vrijdag 31 mei 2013

Uitlopen

Vanmiddag ben ik met Ada in de Leidse binnenstad boodschappen wezen doen. Dit combineerden we met het rondbrengen van affiches om de mensen attent te maken op de uitvoering van "Cry of the earth" op vrijdag 21 juni, waarvan de toegangskaarten voor € 27,50 te bestellen zijn op de site van Stichting Leidse Koorprojecten.

Bij de Breestraat kwam ik Arthur van Winsen tegen, met wie ik even praatte over de marathon en over het skeeleren.
Thuisgekomen ging ik even uitlopen. Bij uitlopen denken veel mensen meteen aan voetbal. Dan denken ze meteen aan een keeper, die zijn doel uitloopt om een bal te onderscheppen.
Of aan een voetbalploeg, die een goed weekeinde beleefde, zoals deze kop, die ik dit voorjaar las, helder weergeeft: Ajax loopt uit op de concurrentie.
Ook planten kunnen uitlopen. Nu heb ik door het vakantiewerk in de loop der jaren heel wat tulpen gezien, maar ik kan mij niet heugen, dat ik ooit zo'n lange tulp gezien heb als de 83 cm lange paarse tulp, die bij ons in de tuin staat te bloeien.

Ik liep ook uit, maar nu was het om de spieren los te lopen na de inspanningen van de marathon van afgelopen zondag. In een rustig dribbeltje liep ik in het zonnetje 4 km langs en door de Stevenshof. Veel was het niet, maar ik was allang blij, dat ik weer even uit de kooi mocht om uit te lopen.

Fryslân


Van mijn Elfstedenmaat Jaap de Gorter kreeg ik een heel leuk filmpje toegestuurd.

Het betreft een promotiefilmpje van Beleef Friesland.

Daar wil ik als Elfstedenschaatser graag mijn steentje aan bijdragen.

Want ik ken Fryslân niet alleen van het schaatsen, hoewel we het dan natuurlijk wel meteen over het absolute hoogtepunt hebben, zowel bij de Tocht der Tochten als bij Thialf.
Ik heb de provincie of een deel ervan diverse keren tijdens fietsvakanties doorkruist. Vooral Gaasterlân is erg mooi.

En de Waddeneilanden natuurlijk. Vooral aan Skylge, ook wel Terschelling genoemd, bewaar ik zeer goede herinneringen.

En dan heb ik ook nog eens een Friese zomersport bij uitstek beoefend: zeilen.

Kortom: de inhoud van het filmpje kan ik volledig onderschrijven. Fryslân heeft voor iedere vakantieganger voldoende te bieden. Degenen, die er al eens geweest zijn, kunnen het onderschrijven. Tot de rest wil ik zeggen: ga Fryslân zelf ontdekken!

donderdag 30 mei 2013

Veel stelt het niet voor

De afgelopen maanden was het duidelijk: op donderdagochtend was ik aan het hardlopen. Net zo goed als dat ik van oktober tot eind maart iedere donderdag op de schaats stond in de Leidse IJshal.

Maar vandaag stond ik even in een dilemma: een klein stukje lopen, of een stukje skeeleren. Daar het droog was, koos ik voor het laatste.

Met de marathon nog in de benen, hield ik het bij een kort stukje. Ik reed een rondje om de Stevenshof.
Het ging erg makkelijk, soepeler dan ik had verwacht. In september had ik voor het laatst op de skeelers gereden.
Het zal ruim 5 km zijn geweest. Veel stelt het niet voor. Maar waar mijn trainingsmaten allang begonnen zijn, is voor mij het skeelerseizoen nu ook begonnen.

woensdag 29 mei 2013

Het koninkrijk en zijn schaatsgekte

In Trouw staat sinds begin 2013 iedere woensdag een serie over belangrijke momenten uit de geschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden. Deze bestaat dit jaar 200 jaar.

Waren we ten tijde van de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën een uitzondering te midden van de koninkrijken, nu zijn we een van de circa 10 koninkrijken te midden van de republieken.
Maar in Engeland, waar alles met veel meer pracht en praal in stand wordt gehouden, hebben ze een zeer raak getypeerd understatement voor "Holland": een republiek met een kroontje.
Vandaag stond het jaar 1909 centraal: op 2 januari werd de allereerste Elfstedentocht verreden, die gewonnen werd door Minne Hoekstra.

Onder de kop "Ezels die op het ijs dansen" wordt het ontstaan van de nog maar 15 keer verreden Tocht der Tochten beschreven.

Pim Mulier had in december 1890 de 200 km geschaatst en hij wilde deze eeuwenoude traditie van het per schaats op één dag aandoen van alle Friese steden in georganiseerd verband vorm geven.

Wat dat aangaat staat ons op eigen houtje rijden van de Elfstedentocht in februari 2012 in een lange traditie.

In het artikel wordt de Elfstedentocht geplaatst in de geschiedenis van het schaatsen in ons lage land vanaf de Kleine IJstijd tot het heden, met zijn kunstijsbanen: "Maar het plezier op die voorzieningen laat zich niet vergelijken met de nationale euforie in het geval van natuurijs. Er zijn maar weinig talen die woorden kennen voor begrippen als "ijstransplantatie" en "glijweerstand". Tegelijk is er ook altijd een prettige zweem van nuchterheid. "It giet oan" of "It giet net oan"."

Aan die nationale euforie doe ik met alle liefde mee. Sterker nog, ik wakker ze graag aan!
Ik beveel iedereen aan om "Ezels die op het ijs dansen" te lezen.

dinsdag 28 mei 2013

"Ik ben niet gek. Ik ga geen tikkertje of verstoppertje doen. Je bent straks helemaal kapot!"

Andere jaren was het vaste prik: de dinsdagavond na de marathon ging ik uitfietsen vanaf "De Bult" om na afloop in de kantine van Swift bij te kletsen met de trainingsmaten van de IJVL.

Dit jaar kon dat echter niet, daar de vaste trainingsavond plotsklaps veranderd is in de maandagavond.
Derhalve ging ik vanavond in mijn eentje ruim 30 km uitrijden. Na het eten vertrok ik om half 8 op de racefiets om bij Jaap de Gorter een paar affiches en folders van "Cry of the Earth" te brengen voor verdere verspreiding.

Na voor postbode gespeeld te hebben fietste ik naar de Oostvlietweg, die ik vanaf de Lammebrug tot de Kniplaan met een flinke wind tegen afreed. Ik fietste even langs het huis van Ernie, maar hij was niet thuis.

Over kruip door sluip door wegen ging ik naar de Velostrada.

Voor skeeleraars heb ik goed nieuws. Er ligt in ieder geval prima skeelerasfalt tot station Mariahoeve. In Leidschendam ligt er een tiental verkeersdrempels in, maar voor de rest ziet het er goed glad uit. Vanaf de afslag langs de Landscheidingsweg maakte ik rechtsomkeer en fietste met de wind in de rug over de Velostrada naar de Stevenshof terug.
Er was avondvierdaagse in Voorschoten en ter hoogte van de weilanden tussen de Horstlaan en Rosenburg liepen 5 jongens, die ik inschatte op eind basisschool. Het was onder een prachtige avondschemering inmiddels 9 uur en zij moesten nog 4 km wandelen naar de voetbalvelden van Voorschoten '97. Terwijl ik langs dit kwintet fietste, ving ik de volgende flard van een conversatie op: "Ik ben niet gek. Ik ga geen tikkertje of verstoppertje doen. Je bent straks helemaal kapot!"

Sommige kinderen hebben al vroeg veel verantwoordelijkheidsgevoel....

Je kunt de wind niet veranderen, maar hoe de zeilen staan, bepaal je zelf

Iedereen, die in de publieke dienstverlening werkt, krijgt er vroeg of laat mee te maken: hangjongeren, die irritant gedrag vertonen. Ze eisen respect, maar naar anderen toe zijn ze volstrekt respectloos.
Ook de bibliotheek heeft bij tijd en wijle te maken met groepen hangjongeren, met nadruk op groepen, want als ze alleen zijn, dan zijn het veelal gewone jongeren, die zich meestal niet conventioneel gedragen.

Afgelopen winter was het weer eens flink raak met zo'n groep. En met open ogen liep ik in de val. Ik liet me 1 keer provoceren, en heb dat 2 maanden lang moeten bezuren. Al die tijd was ik de pispaal van een groep van een man of 8. Op straat kun je letterlijk een straatje om, als je in de frontoffice van de bibliotheek werkt, dan kom je letterlijk in de frontlinie te liggen.

Wat dat aangaat kwam de natuurijsperiode eind januari als meer dan geroepen!

En mocht ik denken, dat het na deze afkoelingsperiode mee zou vallen, dan kwam ik van een koude kermis thuis. De heren kwamen soms speciaal naar de bibliotheek om mij uit te kunnen schelden. Ik stootte me, hoe moeilijk het ook was, niet voor de tweede keer aan dezelfde steen. Hoewel het van binnen kookte en kolkte, bleef ik naar de hangjongeren toe uiterlijk ijzingwekkend kalm.
Toch was ik weer met mijn neus op de zwakste plek gedrukt. Het kwam dan ook als geroepen, dat er een avond georganiseerd werd over hoe je met deze lastige groep om kunt gaan. Spreker van de avond was Hans Kaldenbach, schrijver van een paar boeken, hoe je het beste met deze jongeren om kunt gaan.

Zoals je ook met sport constant bezig bent om jezelf te verbeteren, moet je dat met werken ook zijn. Je bent nooit te oud om te leren, of zoals Alquin het bezingt: "You can Always change to a better life".

Wat dat aangaat was de workshop, die Hans Kaldenbach samen met iemand die Sjon, een hangjongere, speelde, zeer leerzaam.
Uitgelegd werd, wat het (wan)gedrag van jongeren is en dat je niet de illusie moet hebben, dat jij dat kunt veranderen. Net zo goed als je de wind niet kunt veranderen, maar zelf wel kunt bepalen, hoe de zeilen staan.
Middels allerlei herkenbare taferelen speelden Sjon en (aangewezen) vrijwilligers hoe jouw reactie welke tegenreactie bij de jongeren uitlokte. De een werkt positief uit, de andere negatief.
Er zijn drie dingen, die je niet moet doen: aanraken, aanwijzen en boos aankijken. Dit wordt opgevat als een vernedering. Dan kom je in een machtsstrijd, die de hangjongere hoe dan ook wil winnen.
Je gebruikt dan de karate-benadering, met al dan niet figuurlijk rake klappen over en weer, terwijl de judo-methode, waarbij je er soepel mee omgaat, veel beter werkt.

Bij de situaties, die veel mensen wel eens meemaken, kwam ook mijn probleem aan de orde: hoe ga je als medewerker in de publieke dienstverlening om met het handhaven van gezag, op het moment dat je via uitschelden onderuit gehaald wordt?
Uiteraard mocht ik zelf op komen draven om dit met Sjon uit te spelen.


Wegens succes geprolongeerd zelfs, want na de fouten in de eerste oefensessie met publiek ging de herkansing een stuk beter. Ik kreeg van Sjon precies aangegeven, waar ik de fout in was gegaan, en daar had ik lering uit getrokken: "Er verscheen zelfs een glimlach, toen je het zei!"
Ik ga niet beweren, dat ik alles vanaf nu goed ga doen, maar deze avond heeft me wel flink aan het denken gezet. De wind kan ik niet veranderen, maar de zeilen kan ik wel anders zetten. De toekomst zal leren, of ik nu wel goed kan zeilen.

zondag 26 mei 2013

Bert en Ernie lopen de marathon







Als bibliothecaris weet ik maar al te goed, hoeveel wijsheid er zit in de spreuk: "Wie wat bewaart, heeft wat". En dat kwam me gisteren goed van pas. Ik wilde even met Ada, Ana en Siebe afspreken, waar en hoe laat we elkaar zouden zien bij de marathon van Leiden. Maar helaas, de site van de marathon was vanaf gisterenavond om een uur of 7 onbereikbaar.

Gelukkig had ik de route opgeslagen en gepubliceerd op dit blog.

Kennelijk waren er meer mensen, die naar het nieuwe parcours van de Leiden marathon zochten, want vandaag is het 46 keer aangeklikt, best veel voor een stuk van 3 weken oud.
Om kwart over 9 fietste ik naar Jaap de Gorter, waar Hans Boers ook naar toe zou komen. Vandaar wandelden we gedrieën naar de Stadsgehoorzaal, waar we ons ons startnummer op konden halen bij Ans Hooiveld. We zouden als Bert en Ernie meelopen voor de Hartstichting.
En hier stuitten we op de tweede fout in de organisatie. Ondanks de nadrukkelijke opdracht om Hans als "Ernie" in te schrijven, waarvoor Ans zelfs nog een paar telefoontjes had gepleegd, stond er gewoon "Hans" op zijn startnummer. Met een dikke zwarte viltstift konden we dit enigszins rechtzetten, maar aan het aantal keren, dat "Hans" en de enkele keren, dat "Ernie" aangemoedigd werd tijdens de marathon, konden we de conclusie trekken, dat dit niet helemaal geslaagd was.
En nu maar hopen, dat de pontonbrug er daadwerkelijk lag....


Na de groepsfoto met alle lopers voor de Hartstichting keken we nog even vanaf het balkon van de Stadsgehoorzaal naar het veelkleurige startvak onder ons, voordat we we ons naar het startvak voor de VIP's in de Breestraat begaven.

We stonden ter hoogte van het gemeentehuis, toen het Wilhelmus gezongen werd en vlak erna klonk het startschot. Bert en Ernie hoefden zich dus niet te vervelen in het startvak.

Behoorlijk vooraan liepen we via de Lammenschans naar de Vrouwenweg, waar Carl Flaman, de supporter der supporters, klaar stond om ons toe te juichen.
Tot Zoeterwoude liepen we het parcours van de afgelopen 10 edities. Met de wind in de rug ging dat ook erg makkelijk. Met het oog op de lage temperatuur had ik 2 laagjes aan: een zweethemd met lange mouwen en een shirt met Hartloper erop. Op de Lammenschansweg waren de mouwen al opgestroopt en dat bleven ze bijna de hele marathon.
Via 't Watertje liepen we onder veel publieke belangstelling naar Zoeterwoude-Weipoort, het eerste stuk met tegenwind.

(Door op de foto's te klikken, worden deze groter)
De eerste 5 km ging in 25.40 bruto. Indien we dit tempo vol zouden houden, zouden we met 11,8 km per uur net boven de 3.35 uitkomen! Maar helaas, met de marathon kun je lastig extrapoleren.
Bij de Weipoort stond Ada op me te wachten op de brug naast het Bommelmuseum. Van mij kreeg ze een kus, van haar kreeg ik een zakje met krentenbollen. We liepen door in de richting van Groenendijk. Bij de fietstunnel onder Rijksweg 11 was Siebe net te laat om ons goed op de foto te zetten.

Of wij waren natuurlijk te vroeg! Ik zwaaide Siebe en Ana netjes gedag.
Groenendijk was een warm bad! Bij het binnenlopen van dit buurtschap werden we al toegejuicht en dat ging de hele route door Groenendijk zo door. Zo passeerden we het de meet van de kwart marathon en we lagen met 54.10 nog steeds op een tijd van dik onder de 4 uur.
Via de Rijneke Boulevard liepen we naar de pontonbrug, die er inderdaad lag. We staken de Rijn over en sloegen af naar Koudekerk, terwijl de deelnemers aan de halve marathon linksaf sloegen richting Leiderdorp.
Hier konden we goed zien, dat de hele marathon veel drukker was dan het afgelopen decennium. Een verdrievoudiging zelfs!
Vanaf de pontonbrug werden we begeleid door Hen van den Haak, die met ons meefietste.

Tot Koudekerk stond er niet veel publiek. Ik zag op de Hondsdijk de zanger van "Doggy Dike" staan. In Koudekerk was het op een paar plekken ook gezellig druk.
Na de eerste plaspauze liepen we de polder naar Hoogmade in. Hier hadden we de wind pal op kop. Hen fungeerde, zo goed en kwaad als het ging, als windbreker, maar dat viel niet mee met windkracht 5.
Halverwege de weg naar Hoogmade stond Jan van Schie, een bekende van de Leidse IJshal, bij de sponsenpost. Met deze temperatuur maakte ik hier liever geen gebruik van.
Ook in Hoogmade was het gezellig druk. In de geboorteplaats van mijn moeder nam ik mijn eerste Squeezy energiegel en dronk deze jamachtige substantie weg met water.
Vlak voor het punt van de halve marathon, ter hoogte van het huis van tante Miep en oom Wim, kwam ik mijn neef Leo van der Post tegen, samen met zijn buurman Willem van der Laan. De halve marathon ging in 1.50.04.
Wij kwamen langs de A4 en de HSL te lopen. En zowaar, op deze miljardenlijn reed een trein!

Er reed nog wat mee in noordelijke richting: Siebe en Ana hadden ons, na de tweede plaspauze, bij kilometer 23 bijgehaald na een rit vol hindernissen vanwege afgesloten wegen. Vanaf nu hadden we er een hoffotograaf bij en twee extra windbrekers!


Richting Oude Wetering hadden we dat nog niet nodig. Het geluidsscherm langs de A4 hield ook veel wind tegen.

We maakte een ommetje door Oude Wetering en Roelofarendsveen en bij de drinkpost stond, zoals ruim 2 maanden geleden afgesproken, een tweetal blikjes cafeïnedrank klaar met een briefje "Voor Bert en Ernie".

Met nog een halve krentenbol achter de kiezen waren we klaar om onze tocht door Roelofarendsveen en Oude Wetering te vervolgen. Op een gegeven moment zei ik tegen Hen van den Haak: "Dit is jouw thuisbasis."
"Dat klopt", antwoordde de fietser: "In dit huis ben ik geboren!"

We liepen even later de gezellige drukte in het centrum van de Veen tegemoet, voordat we afbogen richting Nieuwe Wetering.




In dit lintdorp was het bij de afslag naar de Molenweg ook gezellig druk.


Ik ontwaarde in het publiek Anneke Blom, die met haar zus Truus vaste gasten waren in "De Hobbit".
Op de Molenweg begon ik de tol te betalen van onze voortvarende start.



Ik kon Hans niet bijhouden, die in het zog van Hens fiets aardig uit de wind liep.


Gelukkig wist Siebe, als volleerd wielrenner, mij ook perfect uit de wind te houden op de kaarsrechte polderweg naar de Kleipoel.



Bij de molen sloegen we linksaf om over de dijk naar de Koppoel te lopen, waar we de laatste 5 jaar diverse keren geschaatst hadden. Want dat was het leuke van het nieuwe parcours: je kruiste regelmatig de Molen- en Merentocht.


De 30 km passeerden we in 2.41.38, bijna exact de tijd van onze laatste 30 km bij de Henk Hakker Memorial.


De grootste tegenvaller kwam in Rijpwetering, waar we bij "De Vergulde Vos" een grote drukte verwachtten. De uitdrukking "Anderhalve man en een paardenkop" verwoordde het gebrek aan publiek heel aardig!




We werden bij het standbeeld van Joop Zoetemelk bijgehaald door de pacers van 3.45, dus we wisten, dat we nog steeds aan de goede kant van de 4 uur zaten.





Deze groep liep echter zo hard, dat ik bang was mezelf op te blazen, als ik met hen mee zou gaan. Met gevoelige kuiten en bovenbenen leek het me verstandig om wat te temporiseren.


Bij de drinkpost nam ik een energiegel en met de wind tegen vervolgden we de weg naar Oud-Ade. Ook hier kregen we een heldenontvangst. Er was met bierkratten het bruggetje van Bartlehiem nagebouwd!




Dit kon ik wel gebruiken. Een echte inzinking had ik niet, maar ik had het wel moeilijk tussen de 30 en 34 km.









In de bocht bij het Vennemeer hadden we de tegenwind even gehad en na een derde en laatste plaspauze begon ik weer wat soepeler te lopen.



Het punt van 35 km passeerden we in 3.12.17.

Er was een duidelijk verval in snelheid, maar met iets meer dan 7 km per uur zouden we het halen om onder de 4 uur te lopen.

Er volgde nog 2 km tegenwind op de Nieuweweg, voordat we langs "'t Dobbertje" over de Zijldijk liepen.

Het laatste gelletje werd weggeslikt. Van Hen kregen we telkens een klein slokje sportdrank.
Het lopen ging weer met iets meer souplesse en bij de Zijlpoort bogen we rechtsaf de Singels op voor een halve Singelloop. Het grote voordeel is, dat je hier de wet van Pythagoras uiterst nauwkeurig toe kunt passen!
Bij de Maresingel moest ons begeleidingsteam van 3 fietsers het parcours verlaten, zodat Bert en Ernie de laatste 2 km samen moesten lopen. Op dit stuk stond Teun de Reede. Anderhalve kilometer te vroeg. Andere jaren was Teun speaker bij de marathon. Nu niet. Het derde foutje in de organisatie!
De publieke belangstelling op de Singels is trouwens wel eens groter geweest.
Bij de Morspoort was het wel weer ouderwets gezellig. We liepen langs de Rijn naar de finish toe.
Op 500 meter voor de eindstreep kregen van Juul en Jaap, die 1.44.49 over de halve marathon had gedaan, allebei een bos rozen, waarmee we de Leidse marathon in 3.57.20 bruto volbrachten.

Netto zou het 3.56.39 worden, bijna net zo snel als vorig jaar met betere weersomstandigheden.

Voor Hans was het laatste stuk een kleine martelgang, want bij het aanpakken van de rozen ging er een krampscheut door een van zijn benen. Maar zodra je de finish gepasseerd bent, komt er een euforisch gevoel voor in de plaats. Morena stond daar om "Ernie" te feliciteren, terwijl Ada er ook was met een roos voor ons allebei. Ook Andrea Landman kwam met een bos rozen aangezet.

Bert en Ernie waren trouwens niet de snelste IJVL-leden. Die eer was weggelegd voor onze trainingsmaat Robert Nozeman, die met 3.39.56 uitstekend debuteerde.
Met een groot gezelschap wandelden we in een rustig tempo naar de Stadsgehoorzaal, nadat de grote meute de Breestraat had verlaten voor de start van de 10 km. "Ons" fietsteam had ons nu ook kunnen bereiken. Uiteraard bedankten we hen hartelijk: "Ana, je hebt een marathon gefietst!"

Met een kleinere club gingen we met Jaap en Juul mee, waar we een gezellig borreluur hadden.
Nadat ik naar huis was gefietst, wachtte me een verrassing. Mijn dochter stond koek te bakken en een paar verse koekjes gingen er wel in. En het had nog een groot voordeel: ze is bijna afgestudeerd als fysiotherapeute, dus mijn benen werden los gemasseerd. En dat kon ik best gebruiken, want ik liep als een oude man! Het resultaat van de vliegende start van Bert en Ernie.

Maar ja: als we een volgende keer samen de marathon lopen, dan kan Hans zijn naam behouden en moet ik me aanpassen. Het enige bekende duo, dat wij konden bedenken, is Hans en Grietje.

Dus als u bij een volgende marathon een man met een stoppelbaard en een rokje ziet lopen.....