donderdag 31 maart 2011

Wilf O'Reilly


Gisterenavond volgde ik in de Leidse IJshal met nog 15 andere IJVL-ers de KNSB Masterclass bochtentechniek 1 voor trainers.

De masterclass werd gegeven door Wilf O'Reilly, voormalig bondscoach shorttrack van Nederland. Daarnaast is Wilf ook nog wereldkampioen en Olympisch kampioen shorttrack geworden. Voor minder doen we het niet bij de IJVL.
Daarnaast was O'Reilly ook nog Brits kampioen. Ach, niemand is perfect.

Aan de hand van vertraagde filmbeelden van langebaanschaatsers en shorttrackers liet de voormalige bondscoach zien, waar veel schaatsers bij het ingaan van de bocht de fout in gaan. Velen zetten dan niet goed af met het rechterbeen en zetten hun linkerbeen te snel neer. Hiermee verlies je snelheid. Je moet meer schaatsen, alsof je het rechte eind schaatst en dan terugsturen in de richting van de bocht.

Je hebt dan meer tijd om in de bocht naar binnen te vallen, soms in een hoek van slechts 27 graden! Als dat niet laag boven het ijs is....

Je hebt zo ook meer tijd om druk op te bouwen op je rechterschaats. Je moet helemaal klaar zijn met de afzet op rechts, voor je je linkerschaats neerzet.
Wilf O'Reilly deed met een cornerbelt, een aan elkaar genaaide veiligheidsgordel uit een auto van een meter of 6 lengte uit, voor, wat hij bedoelde. Een cornerbelt is om de techniek aan te leren beter geschikt dan een elastiek, omdat je dan constant dezelfde tegendruk hebt. Als vorm van krachttraining is het elastiek daarentegen wel beter.
Waar shorttrackers veel winst uit halen, is de snelle overschakeling van actiebeen naar reactiebeen. Vermoedelijk heeft Shani Davis dit zo geautomatiseerd, dat bij hem het grijze tussengebied tussen actie en reactie zeer klein geworden is. Hier pakt deze Amerikaanse alleskunner zijn winst!

Veel langebaanschaatsers strekken in de bocht hun linkerbeen na, als ze al op hun rechterbeen staan. Een zinloze bezigheid, want er staat geen druk meer op het linkerbeen.
Voorts hebben vrij veel langebaanschaatsers geleerd om het rechterbeen voorlangs over het ijs te laten glijden, waar shorttrackers het rechterbeen over het linkerbeen heenzetten. Het is een korte overstap, want dan kun je meteen weer druk zetten. Daarbij moet je niet wegtrappen, maar wegduwen! Ik hoor het Wierd Wagenmakers letterlijk zo zeggen.
Je stapt dus niet zozeer over, maar je duwt als het ware je rechterbeen over je linkerbeen heen. Je moet zo laat mogelijk gewicht nemen op je nieuwe glijbeen. Het vermogen wordt in het begin van de afzet geleverd. Let er daarbij op, dat je afzet loodrecht op de glijrichting van je schaats is. Dus net als op het rechte eind: zijwaarts afzetten. En probeer ook in de bocht terug te sturen.

Met de cornerbelt liet de Olympische kampioen zien, hoe klein je overstap moet zijn voor een volgende effectieve afzet: ongeveer de lengte van een schoen en een halve schoenlengte naar voren: daar zet je je rechterschaats neer. Het linkerbeen wordt na de afzet effectief achter het zich strekkende rechterbeen doorgehaald.
Let er daarbij op, dat je schouders horizontaal blijven, anders heb je te weinig ruimte voor je heupinzet niet.

Wat verder opviel: shorttrackers glijden in de bocht langer op hun rechterbeen door, dan op hun linker!
Geheel per ongeluk doe ik dat al jaren. Alleen zal ik nog meer druk op beide standbenen moeten gaan geven.
De Britse shorttrackkampioen deed de voorspelling, dat in 2018 en zo mogelijk eerder, Jong Oranje zal bestaan uit alle schaatsdisciplines: shorttrack, sprint, allrounders en stayers. De disciplines zullen meer naar elkaar toegroeien. Ik vermoed, dat hij wel eens gelijk zou kunnen krijgen.
Nadat ik dit seizoen bezig ben geweest mijn bochtentechniek te verbeteren, heb ik op deze zeer leerzame avond veel stof om over na te denken meegekregen. En ik mag dan wel een officieel KNSB-certificaat voor deze masterclass Bochtentechniek hebben gekegen, voor het nieuwe seizoen heb ik heel wat huiswerk opgekregen.

woensdag 30 maart 2011

De magische Magyaren

Nee, het betreft niet de nieuwe titel van Suske en Wiske, die zich vaak kenmerken door een beginrijm.


Het had gisterenavond het begin kunnen zijn van de predroogtraining, ware het niet dat de jarige Hans Boers in de Arena zat bij Nederland-Hongarije. Een gedenkwaardige wedstrijd. Na de oorwassing in het Ferenc Puskasstadion in Boedapest kwam het euvel van de Nederlandse sportploegen weer eens naar voren: na één geweldige wedstrijd denken "we", dat we er al zijn. En als je de tegenstander gaat onderschatten en daardoor nonchalant spelen, wordt het moeilijk om de knop weer om te zetten.
Toen het uiteindelijk door Dirk Kuijt 5-3 werd, zei de commentator: "Dit is een uitslag, zoals die in de jaren '50 voorkwam."
En laten dat nu de topjaren van het Hongaarse voetbal zijn geweest. In 1952 werd het Hongaarse elftal Olympisch kampioen, twee jaar later kwam dit sterrenteam onder leiding van de legendarische Ferenc Puskas, de Hongaarse Johan Cruijff, met oogstrelend voetbal in de finale van het Wereldkampioenschap. De tegenstander was West-Duitsland, dat in de voorrondes met maar liefst 8-3 klop had gekregen van de magische Magyaren. In de finale verloren de Hongaren na een 2-0 voorsprong uiteindelijk met 3-2 van de Duitsers.

Wij zouden met dat trauma 20 jaar later te maken krijgen, toen Oranje de ene na de andere ploeg oprolde met oogstrelend voetbal om uiteindelijk de finale schlemielig te verliezen van onze Oosterburen.
Het verschil met Hongarije is, dat Nederland daarna regelmatig goed is blijven presteren, met nog 2 finaleplaatsen op het WK en het winnen van het EK in 1988. Het Hongaarse elftal viel uiteen in 1956, toen na de Hongaarse opstand veel stervoetballers hun heil in het westen zochten. Puskas werd een grote ster bij Real Madrid. De magie van de Magyaren was uitgewerkt. Die zit nu elders!!
Maar gelukkig hebben de Magyaren hun magische muziek behouden!


dinsdag 29 maart 2011

Kikkertiendaagse


Als bibliothecaris zou ik mijn werk niet goed doen, als ik geen reclame zou maken voor boeken en literatuur. Helemaal niet, nu het om Kikker gaat. In mijn jeugdjaren in Nieuw-Vennep werd ik met die bijnaam getooid, en deze geuzennaam draag ik met trots.
En dan is er natuurlijk één boek, dat ik van harte wil aanbevelen!


Ja, en wat doe je dan als Kikker in de Kikkertiendaagse? Inderdaad: je gaat 10 km hardlopen. Vanuit mijn huis liep ik langs de rand van de Stevenshofpolder door het Ter Waddingerbos, langs de Korte Vliet, langs Allemansgeest, langs de nieuwe locatie van Het Kompas, langs de sportvelden van Voorschoten en langs het spoor om via de rand van de Stevenshofpolder weer naar huis te lopen.
Op deze prachtige lenteavond kwam ik een hoop hardlopers tegen. Om half 8 stond ik onder de douche, waarna we een laatste restant van de prachtige winter van 2010-2011 verorberde: de erwtensoep, die we nog in het vriesvak hadden staan.
Ook al was het echt lenteweer, het smaakte nog prima.

De gekste dag

Gisteren stond op de televisie te boek als "de gekste dag".

Het humoristische programma werd uitgezonden in twee delen.
Normaal gesproken heb ik niet de behoefte om allerlei televisieprogramma's te bespreken, maar in dit geval wil ik hier van afwijken. In dit geval wil ik van die regel afwijken, daar één van de goede doelen het Jeugdsportfonds is.
Dankzij het Jeugdsportfonds kunnen kansarme kinderen sporten. Dat is nodig, want in Nederland leven 311.000 kinderen in armoede. De ouders gebruiken al het geld om de touwtjes aan elkaar te knopen. Lid worden van een sportclub zit er dan vaak niet in. En dat is jammer, want sport is een sociaal bindmiddel en gezond voor lichaam en geest. Als het aan het Jeugdsportfonds ligt, is sport een recht en hoeft niemand langs de zijlijn te staan. Daarom helpt het Jeugdsportfonds kinderen waarvan de ouders het niet breed hebben om toch lid te worden van een sportvereniging. In 2009 konden dankzij het Jeugdsportfonds 13.510 kinderen lid worden van een sportclub.
Het idee voor "de gekste dag" komt oorspronkelijk uit Engeland, waar het "red nose day" heet, naar de bekende rode clownsneus.
Nu zit ik niet zo gebakken aan een bepaalde dag om er "de gekste dag" van te maken. Laat staan, dat anderen dat voor mij gaan bedenken. Ik krijg wat dat aangaat genoeg spontane invallen in mijn leven.



Bij deze recente archiefbeelden wil ik het laten.
Toch was er voor mij op een bepaalde manier toch sprake van de gekste dag. Ik speelde namelijk plotseling mee in een sprookje. Dat zit zo: aan het eind van de zonnige middag met heerlijke temperaturen fietste ik met Ada door de duinen. Ter hoogte van Wassenaarse slag kreeg ik van mijn liefhebbende echtgenote een appel aangereikt, die ik al fietsend opat.
En toen zat ik ineens in het verhaal van "Sneeuwwitje".

Alleen zat ik niet in de rol van prins op het stalen ros, maar kwam ik ineens in de rol van "Sneeuwwitje" terecht. Een stuk schil van de appel bleef aan mijn huig hangen. Bij Sneeuwwitje overhandigt de boze stiefmoeder de giftige appel aan de lieftallige prinses, nadat ze gevraagd had: "Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de schoonste in ons land". In één zin zitten al twee fouten: de rol van boze stiefmoeder past absoluut niet bij Ada en je kunt van mij een hoop beweren, waar ik zonder meer mee in zal stemmen, maar beweren dat ik de schoonste van het land ben...?

Het zou pas echt problematisch worden, als ik door die appelschil ter aarde zou storten en wakker gekust zou moeten worden door een prins.

De dichtstbijzijnde prins was Willem-Alexander, en als hij moest kiezen tussen Máxima en mij, dan wist ik het wel.

Dan zou er niet veel meer geschreven worden op mijn blog. Gelukkig kwam na een half uur fietsen het stukje appelschil na diverse hoestbuien spontaan van mijn huig af.
Zo zie je maar: zelfs als ik er niet eens aan mee doe, doe ik toch weer mee met "de gekste dag"!

zondag 27 maart 2011

Die Schöpfung


Samen met de kersverse Nederlandse kampioen showrijden zijn Ada en ik naar het Concertgebouw in Amsterdam geweest, waar onze nieuwe dirigent, Paul Valk, met het Amsterdams Gemengd Koor "Die Schöpfung" van uitvoerde. Met de fiets haalden we onze dochter op, waarna we met trein en tram naar het Museumplein reisden. In het zonnige lenteweer wandelden we over dit grote plein.
Het concert was erg mooi. Natuurlijk zaten Ada en ik al aardig "in het stuk" en luisterden we regelmatig naar de uitvoering van The Academy of St. Martin in te Fields op cd, maar de live uitvoering van "Die Schöpfung" blijft toch overweldigend.
Net als diverse andere koorleden, die in Mokum zijn wezen luisteren, weten we nu beter, wat ons met het Leidse projectkoor in juni te doen staat, vooral bij de vele fuga's, die dit koorwerk kent.

zaterdag 26 maart 2011

Nederlands kampioen

De droom van iedere ouder is om erbij aanwezig te zijn, als een kind Nederlands kampioen wordt. Uiteraard had ik deze wens ook. Nu had Siebe al een paar keer meegedaan bij het Nederlands kampioenschap onder de 23 bij het wielrennen, maar tot een podiumplek was het niet gekomen, laat staan tot de rood-wit-blauwe kampioenstrui.
Nu ligt mijn hart meer bij het schaatsen dan bij het wielrennen, en ziedaar: er deed ook dit jaar een Breed mee aan het Nederlands kampioenschap. Nu zullen velen zich afvragen: op welke afstand? Het antwoord luidt: op geen!
Vanmiddag ging ik met Ada met de trein naar Hoorn, waar op het kunstijs van "De Westfries", waar ik op 25 november 2006 mijn nog steeds bestaande persoonlijk record op de 3 km reed: 5.55.89, exact 5 minuten boven mijn p.r. op de 500 meter: 55.89.
Vanaf het station wandelden Ada en ik onder een oplossend wolkendek de 2 kilometer naar "De Westfries".

In Hoorn werd het Nederlands kampioenschap showrijden gehouden.
Mijn dochter deed, net als vorig jaar, mee in de categorie kwartetten. Zodoende betraden we de wereld van glimmende pakjes en glitter, maar door het showelement zat er toch wel variatie in de aankleding. Zo deed er een dame mee, die verkleed was als Fred Flintstone.

Ook de muziekkeuze was soms verrassend, zoals een schaatster, die danste op de muziek van "Kalinka".

Het team van "Amaranth" danste over het ijs op "Barby girl".

Ze waren zeer goed gefocust, want pal voordat ze moesten beginnen landde er een traumahelicopter pal naast de kunstijsbaan. Het bleek achteraf om een oefening te gaan. De dames lieten zich er echter niet door van de wijs brengen. Klasse!
Uiteraard ben ik een leek op dit gebied, en dan ook nog eens bevooroordeeld, maar ik vond "Amaranth" het beste rijden van de vier kwartetten, die zich voor het NK Showrijden hadden geplaatst. Maar goed, ik beslis niet, dat doet een deskundige jury. Het enige, dat ik weet, is dat je heel veel trainingsuren moet maken, om überhaupt op een NK te mogen starten. Als ik donderdagochtend in de Leidse IJshal met de krasse knarren 2 uur schaats, is mijn dochter dan 3 uur bezig met het sierlijk rijden en het maken van sprongen, toch wel wat zwaarder dan gewoon rondjes rijden.
En vergis je niet in de enorme lichaamsbeheersing, die je met kunstschaatsen moet hebben en die ik in die mate absoluut niet bezit.

Daar de achttallen en de grote groepen nog na de kwartetten van start mochten, moesten we ruim een uur wachten op de uitslag. De spanning liep op. Er was een hele serie prijswinnaars bij het individuele showrijden, maar deze kür sprong er toch echt uit!

Aansluitend werd "Amaranth" naar voren geroepen: ze hadden, na het zilver van vorig jaar, de eerste prijs in hun categorie behaald.

Dus zit er nu, ook al had hij in het verleden gehoopt op een hoofdprijs in een totaal andere tak van de prachtige schaatssport, een trotse vader achter de computer: één van zijn kinderen is Nederlands kampioen!

vrijdag 25 maart 2011

Een rustige aanloop

De kleine week, dat ik op mijn lauweren kon rusten, zit er op. Vandaag begon ik in het lentezonnetje aan de training voor mijn negende marathon van Leiden.

Om half 4 verliet ik mijn huis en liep in marathontempo richting Voorschoten. Ik moest nog een paar sleutels bij laten maken en zo wist ik het nuttige en het aangename te combineren.
Gelukkig was ik niet blind gevaren op de aangename temperaturen in onze tuin en had ik zekerheidshalve nog een dun hardloopjack aangetrokken, dat je altijd nog om je middel kunt knopen. Een wijs besluit, want uit de wind en in de zon was het nog behoorlijk fris.
Inclusief het wachten op de sleutels was ik anderhalf uur onderweg voor een blokje van 12 km in marathontempo. Ik weet, dat er een heleboel mensen zijn, die daar anders over denken, maar een goed getraind duursporter wordt daar niet moe van. Volgende week moet ik mijn eerste "dertiger" gaan lopen, mentaal de zwaarste. Wat dat aangaat was dit een eitje. Het was al met al dus een rustige aanloop.

donderdag 24 maart 2011

Nico Scheepmaker Beker

Sportboeken. Wat wil een bibliothecaris, die zelf daarnaast ook nog eens een trainingsbeest is, nog meer. In het Engels hebben ze daar een mooie uitdrukking voor: "The best of both worlds".
En om het nog leuker te maken: ieder jaar is er de jaarlijkse Nico Scheepmaker Beker, de prijs voor het beste sportboek van het voorafgaande jaar. De door de vakjury genomineerde sportboeken, die in 2010 zijn uitgekomen, zijn:
- In de Tour. Nando Boers (LJ Veen)
- Waarom ik zo van Sparta houd (en Aad de Mos haat). Hugo Borst (De Buitenspelers)
- Vijftig jaar te midden der kampioenen. Leven en werken van Joris van den Bergh. Ron Couwenhoven (De Buitenspelers)
- Ziggy. Man op hol in de drafsport. Bram Hulzebos (Contact)

- Schaatsenrijden, een cultuurgeschiedenis. Marnix Koolhaas (LJ Veen)
- Chez Stans. Jan Mulder (De Bezige Bij)
- Mijn Schaken. Hans Ree (Atlas)
- De Amerikaanse sportdroom van Rick van den Hurk, Dave van den Bergh, Francisco Elson en Robert Doornbos. Leander Schaerlaeckens (Amstel Sport)
- De macht van de bal. Op reis door de geschiedenis van voetballend Afirka. Edwin Schoon (LJ Veen)
- Het Frankrijk van de Tour. Jeroen Wielaert (Arbeiderspers)
Maar het leuke van de Nico Scheepmaker Beker is, dat u zelf kunt stemmen. En niet alleen op de genomineerde boeken, maar u kunt kiezen uit een stuk of 100 sportboeken.
Voor de schaatsliefhebbers: buiten het al genomineerde "Schaatsenrijden" van Marnix Koolhaas, zijn er nog 3 schaatsboeken, waaruit gekozen kan worden:
- Achilles. Olympische schaatshelden. Over Ard, Hilbert, Rintje en de anderen. Ad van Liempt (LJ Veen)
- Marianne Timmer. Timmertje, Timmertje, wat ga je doen? Frank Woestenburg (De Boekenmakers)
- De vrouwen van de hardrijderij. Hedman Bijlsma (Stichting Vrienden van het Eerste Friese Schaatsmuseum)
Maar ook bij andere sporten zijn er boeken, die ik om één of andere reden graag bij u aanbeveel, waarbij de enorme hoeveelheid voetbalboeken uit 2010 opviel. Is er soms een wereldkampioenschap geweest?
Om dan maar met deze voetbalboeken te beginnen:

- De dronken rechtsbuiten en andere helden uit het amateurvoetbal. Herman Sandman (Passage)
Omdat de titel zo mooi is!

- REP. Een roerig voetballeven. Mik Schots (Arbeiderspers/Het Sporthuis)
In september ben ik bij een interview met Johnny Rep geweest.
Op dezelfde dag bij "Manuscripta" hadden Bas Warnink en ik een korte workshop hardlopen, die werd gegeven door de auteurs van dit boek:

- Bewust Hardlopen. Meer loopplezier en minder belasting. Elma Sandee en Ronald Valkenburg (Arbeiderspers/Het Sporthuis)
Een ander atletiekboek is:

- Zandloper. Abdelkader Benali (Het Sporthuis)
Abdelkader Benali is, behalve een uitstekende schrijver, ook nog eens een begenadigd hardloper. Een echt dubbeltalent dus.
Wielrennen staat sinds jaar en dag garant voor veel lezenswaardige boeken. Een peloton is immers een miniatuur-samenleving met alles wat er bij hoort. Alle listen en lagen, die uitgehaald worden om te winnen, coalities, die gesmeed worden en rekeningen, die nog vereffend moeten worden.

- De Afrekening. Wielerroman. Mart Smeets (Nieuw Amsterdam)
Ieder jaar verschijnt er wel een wielerboek van Mart Smeets. Ideale boeken om mee te nemen op vakantie.

- Pedaalridder. De beste verhalen. Peter Winnen (Thomas Rap)

- Wielergeluk. Peter Winnen (Thomas Rap)
In het wielrennen noemen ze zoiets een dubbelslag: én de etappe winnen én de leiderstrui pakken. Dat klopt in mijn geval ook. Ik heb Peter Winnen een drietal keren ontmoet, waaronder bij de Peter Winnen Classic en bij een lezing op mijn werk in de bibliotheek van Katwijk.
Nu ben ik zelf een behoorlijk geroutineerd toerfietser. Veel van de in het volgende boek genoemde toppen heb ik op het stalen ros beklommen:

- Bergop in Nederland. De 50 leukste beklimmingen van Nederland. Jos Berkers en J. Snijders (De Fontien Tirion)

En dan is er ook nog een boek, die bij mij goede jeugdherinneringen naar boven haalt:
- Hoe Lucien van Impe de Ronde won. Geert de Vriese (Houtekiet)
Lucien van Impe reed in de Tour de France in de gele trui Parijs binnen, terwijl ik met Tim de Beer en Joep Kapiteyn in Brugge kampeerde aan het begin van een onvergetelijke vakantie, die ons door Normandië, Bretagne en de Belgische Ardennen voerde. Tijdens deze vakantie zagen we in Brussel een live optreden van de Bretonse folkrockgroep Ys.

Ik wil besluiten met een titel, die mij erg aanspreekt:

- Sportgek. Mentale training voor sporters. Edith Rozendaal (FonteIn Tirion)
Het gaat over één van de meest onderbelichte aspecten van de sport: de mentale training. Ik heb hier al een paar keer over geschreven, een keer naar aanleiding van een lezing van Hanneke Brand en een keer in de serie Toertochttips.
Tot 18 april kunt u stemmen op www.nicoscheepmakerbeker.nl. DOEN!
Net als vorig jaar viel mijn keuze op een boek, dat ook bij de 10 nominaties zat. Als de jury heeft gesproken, klinkt dan, luid en duidelijk: "And the winner is....."

woensdag 23 maart 2011

Skypen

Sommige eigennamen worden zo vaak gebruikt, dat ze op een gegeven moment een eigen werkwoord worden. Eén van die woorden is "Skypen".
Gisterenavond probeerde ik Siebe via Skype te bellen, maar hij was nog colleges aan het volgen aan de Universidad de Oviedo. "Over een uur kunnen we wel even skypen", antwoordde zoonlief.
Zodoende konden we om kwart voor 10 's avonds via internet met Siebe spreken, terwijl wij zagen, dat hij uien aan het snijden was. Ja, het Spaanse levensritme is heel anders dan het onze!
Maar wie had dit in onze jeugdjaren kunnen denken, dat we zoiets in ons eigen leven nog eens mee zouden maken. Destijds was het ongeveer een eeuw geleden, dat Alexander Graham Bell de telefoon uitgevonden heeft.

Vandaar dat we nog steeds over "bellen" spreken.
In de jaren '60 waren alle televisies nog gewoon zwart-wit. Telefoneren, waarbij je iemand ziet, kwam alleen nog maar voor in science fiction-strips, in die tijd een redelijk populair genre. De beeldtelefoon was iets voor de zeer verre toekomst.

Nu konden we via Skype gewoon met Siebe praten, terwijl we elkaar zagen.

Hij heeft het zeer druk met zijn studie geologie, hetgeen zeer goed gaat, en het trainen voor zijn nieuwe wielerploeg "Ciudad de Oviedo". Zo hoorden we, dat hij, met weinig trainingsuren, afgelopen zaterdag een zware wielerkoers had uitgereden, waarbij zijn vriend Peter van Dijk tweede was geworden.

Zondag had hij bij een lichtere koers pap in de benen en moest hij opgeven. Hij zal tussen de bedrijven door meer moeten trainen om de vorm van vorig jaar weer terug te krijgen.
Maar wij blijven dit dubbeltalent volgen. Toch handig, dat we regelmatig met Siebe kunnen skypen.

dinsdag 22 maart 2011

Nazorg

Gisterenochtend hadden we een vergadering op ons werk, waarbij een van mijn collega's, na uitgelegd te hebben hoe hij een internetcursus in elkaar gezet had, als slotzin zei: "En er is nazorg".
Ik moest hier onbedaarlijk om lachen. Hij vertelde het op een toon, alsof je hier psychische klachten aan over hield.
Maar vandaag moest ik zelf aan de nazorg.
Voor de laatste keer in dit prachtige schaatsseizoen ging ik de schaatsen slijpen.


Voor degenen, die niet weten, hoe dat moet: hier kun je kijken naar een instructieve film.
Het is altijd handig, om de schaatsen geslepen in de kast te leggen. Als je eind september of begin oktober weer het ijs op kunt, grijp je niet mis. Het is vervelend om een nieuw seizoen met botte ijzers te beginnen.
De schoenen werden gepoetst en de slijpplank werd opgeborgen. Dit stukje nazorg hoort er gewoon bij.

maandag 21 maart 2011

Lente

De eerste dag van de lente van 2011 was om door een ringetje te halen. Het was schitterend weer: zonnig en weinig wind. 's Nachts had het licht gevroren. Er lag een hogedrukgebied boven Nederland. Als we dit weer eind december weer krijgen, dan kunnen we zo weer op de Vogelplas.

Voorlopig is het echter nog niet zo ver. Na gisteren het schitterende schaatsseizoen 2010-2011 afgesloten te hebben, kon ik me vanochtend volledig overgeven aan het lentegevoel.

Mijn eerste fietstocht in de lente was dan ook naar de tandarts, mijn trainingsmaat Arthur van Winsen. Tussen het praten over sport door werd mijn gebit uitgebreid gecontroleerd en in orde bevonden.
Zoals gezegd: je kunt de lente slechter beginnen.

zondag 20 maart 2011

Op je lauweren rusten

Om 7 uur ging de wekker op deze bijzondere zondagmorgen: onze 28e trouwdag.

Buiten zag het gras wit van de rijp, maar ik verliet de echtelijke sponde: de winterbiatlon stond op het programma.

Voordat jullie denken: "Wat een ongezellige vent!", wil ik hier tegenin brengen, dat deze jaarlijkse afsluiting van het schaatsseizoen ook iets gemeenschappelijks met zich meebrengt. Ada is namelijk mijn teller.
Afgelopen nacht waren we om half 1 thuis van het feest van Willem Jongsma, dus het kostte enige moeite om op gang te komen. Alle spullen had ik vrijdagavond al klaargezet, zodat ik niet mis kon grijpen. Terwijl Ada nog een uiltje knapte, at ik 4 boterhammen, alvorens naar de Leidse IJshal te fietsen, waar ik het hesje met nummer 20 kreeg overhandigd.
Het evenement, of het nu wintertriatlon, Run-Skate-Run of winterbiatlon is, is altijd reuze gezellig. Je komt in en om de IJshal zeer veel bekenden tegen.
Om half 9 klonk het startschot van de jeugdbiatlon, de volwassenen waren, in diverse categorieën, om 9 uur aan de beurt.
Er deden meer atleten mee als vorig jaar. De hele en de halve biatlon vertrok tegelijkertijd. Ik kwam, met een lichte pijn in de rechterkuit, in de middenmoot terecht met een groepje met Jos Drabbels, Jaap de Gorter en Carolien Smit, vorig jaar bij de dames de winnares. Hans Boers, die met Hen van den Haak een duo vormde, vertrok wat rapper. Een vergeefse moeite van Hans, want de toegewezen teller liet Hen 5 of 6 rondjes teveel schaatsen, dus elke seconde winst bij het lopen was zodoende vervlogen. En dat bij een team, dat bestond uit 2 accountants....
Bij de Torenvlietbrug moest ik Jos en Carolien laten gaan, terwijl Jaap al eerder was afgehaakt. Ik liep zo in mijn eentje in het tempo, dat ik vorige week bij de City-Pier-City liep. Fysiek klopt dit wel: je bent ongeveer dezelfde tijd aan het sporten.
In de laatste paar kilometer kon Jaap me weer bijhalen, zodat we samen de Leidse IJshal inliepen.


Jaap zegt altijd: "Het omkleden is mijn sterkste punt", en daar is geen woord bij gelogen. Hij pakte zodoende ruim een ronde op me. Na een rondje of 10 had hij me op een tweede ronde gezet, waarna hij 70 ronden lang achter mij bleef hangen. Ik zat er niet mee. Ooit heeft Jaap me zo de Elfstedentocht uit helpen rijden, dus wat dat aangaat sta ik levenslang bij hem in het krijt.
In een behoorlijk vlakke race reed ik mijn 100 rondjes, terwijl Jos Drabbels druk bezig was met een inhaalrace, die hem uiteindelijk de eindzege in de eerste winterbiatlon van de IJVL op zou leveren.

Heel lang reed ik een tijd van iets boven de 2 minuten per 5 rondjes. Alleen aan het einde trad er een licht verval op. Kennelijk voelde Jaap dit heel fijn aan, want met nog 20 ronden te gaan demarreerde hij achter mijn rug vandaan, om uiteindelijk nog een halve ronde te pakken. Hij bleef me zo een minuut voor.
Nu had ik het geluk, dat Paul Verkerk zo'n uitstekende mentale coach is. Samen met Sjaak Stuijt vormde hij een team, dat opereerde onder de naam Jaap de Gorter. Paul wist het hardlopen zo lang te rekken, dat Sjaak Stuijt, ondanks zijn gruwelijk hoge tempo in de IJshal, mij niet meer kon achterhalen. Anders had het een dramatisch droogtrainingsseizoen voor me geworden: niet 1 x Jaap de Gorter boven me, maar 2x!!
Helaas was Jos Fugers, die bijna alle wintertriatlons aanwezig was, door omstandigheden afwezig. Jos, Jaap en ik zijn redelijk aan elkaar gewaagd en dat geeft altijd een leuke wedstrijd in de wedstrijd. En Jaap en Jos gaan voor en na de wedstrijd hier vrolijk mee door. Het is een permanente voorstelling in de geest van Adriaan en Olivier.

Zelf was ik trouwens best tevreden over de eigen prestatie. Met 48.50 als looptijd en 44.10 inclusief schaatsen aandoen als schaatstijd, was ik op de 8e plek beland, net voor Jos van Teijlingen. De totaaltijd, die goed was voor de 8e plek, wat 1.33.00. In het klassement had ik de 6e schaatstijd.

Onze droogtrainingsgroep had behoorlijk goed gepresteerd: Jos Drabbels als eindwinnaar, Robert Nozeman, die brons haalde en Andrea Landman als beste vrouw op de halve biatlon: 't kon minder. Dit lag trouwens geheel in lijn met hetgeen ik deze week voorspeld had!
Een speciale vermelding wil ik maken voor Kobus Turk, die ooit bij de IJVL binnen kwam als G-schaatser en die nu bij beide onderdelen, ook al heb ik hem een paar keer gedubbeld, boven zijn toenmalige trainer eindigde in de zwaarste wedstrijd, die onze vereniging kent. Kobus Turk werd 6e. Klasse, Kobus!!!
Ondanks dat Ada er niet zo blij mee was, had ik na afloop van de 20 km schaatsen de lauwerkrans, die ik gisterenavond had gedragen, weer opgedaan. "Nu kan ik op mijn lauweren rusten" zei deze schaatser, die binnen de IJVL de naam heeft de clown van de club te zijn. Gelukkig heb ik die naam alleen daar.
De uitdrukking "Op je lauweren rusten" komt trouwens bij de Romeinen vandaan. Met een lauwerkrans om het hoofd, gingen ze aanliggen op een soort bedbank.

Nu ga ik dat ook doen. Ik neem rust. Tot aanstaande vrijdag om precies te zijn, als ik een begin ga maken met de training voor de marathon van Leiden.
Na de prijsuitreiking volgde nog een gezellig buffet en had ik alsnog goud te pakken: goudgeel om precies te zijn.
Uiteraard reed ik mee naar de firma Breed in Nieuw-Vennep, waar mijn broer Paul de schuurdeur opende, zodat we de spullen op konden slaan voor de volgende winterbiatlon.
Om half 3 was ik weer thuis. Daar wachtte een verkwikkende douche. Ook hier kan ik slechts beperkt op mijn lauweren rusten. Liefde is immers een werkwoord, of het nu je trouwdag is of een "gewone" dag.

Waar kan ik trouwens bijtekenen voor minimaal nog eens 28 goede jaren met Ada?

Willem Jongsma Classic


Het was een frisse morgen, maar het beloofde een mooie dag te worden. Vrijdag had ik de banden van mijn racefiets opgepompt en de ketting gesmeerd en volgens afspraak was ik om 9 uur bij de Leidse IJshal. We zouden de spullen voor de winterbiatlon op gaan halen bij het transportbedrijf van mijn broers in Nieuw-Vennep.
De racefiets ging in de aanhangwagen en werd er bij firma Breed weer uit gehaald. Hier zag Jos van Teijlingen, dat één schakel niet goed meer was. Terwijl Jos en Rob met de spullen naar de IJshal reden, fietste ik op aanwijzingen van mijn schoonzus Joke van der Poel linea recta naar de fietswinkel van Klaas Balk, waar een nieuw "visje" in de ketting werd gezet, zodat ik met een gerust hart naar Burgerveen kon fietsen.
Ik ging nog even naar het graf van mijn ouders en kwam, toen ik het kerkhof verliet, Jan Schrama, mijn eerste voetbaltrainer bij DIOS, tegen. Nu wil het toeval, dat ik vorige week op mijn werk een vraag moest beantwoorden voor IBI. Iemand zocht een draaiboek voor een feestweek voor kinderen. Al surfend kwam ik op de site van Oranjevereniging "Beatrix" uit Nieuw-Vennep en las daarop, dat Jan Schrama was geridderd.

Volkomen terecht. Wat heeft deze oud-directeur van de Antoniusschool een berg werk verzet voor de bevolking van mijn geboorteplaats! En altijd met een positieve instelling.
Na Jan gefeliciteerd te hebben praatten we een minuut of 5 door, waarna we ieder onze weg vervolgden. Via Burgerveen fietste ik over de Ringvaartdijk zuidwaarts, waarbij ik de Joop Zoetemelk Classic oppikte.

Met 2 andere wielrenners, die vanaf Leimuiden aangereden kwamen, reed ik door naar Rijpwetering, waar een drinkpost was. Na de korte pauze reden we met een groep van een man of 12 richting Leiderdorp.

Het was inmiddels het lekkerste voorjaarsweer geworden, nu de zon aan de blauwe hemel stond te branden. Aan de staart van deze groep reed ik tot de grote rotonde, waar een automobiliste op het laatste moment aangaf, dat de rechtsaf wilde slaan. Daar zij daar voorrang had, moest de groep in de remmen, waardoor een renner op zijn voorganger botste. Er was geen lichamelijk letsel, maar het voorwiel van deze persoon liep een beetje aan.
Ik wachtte deze "pechvogel" op en reed de laatste 5 km met hem naar "de Bult" toe. "Ik heb te weinig getraind", zei hij: "Want opeens zit ik er helemaal doorheen."
"Dat komt door de adrenaline" antwoordde ik: "Bij het schaatsen heb ik dat ook wel eens, als er iemand vlak voor mijn neus onderuit gaat. Je lichaam schiet dan vol adrenaline en dan rijd je een aantal rondjes niet lekker. Even rustig doorgaan en op een gegeven moment kun je je ritme gewoon herpakken."
En dat klopte bij deze deelnemer aan de Joop Zoetemelk Classic ook.
Bij het wielerparcours van Swift aangekomen, zag ik Cor Vergeer staan. Een minuut of wat met hem gekletst.

Dankzij het prachtige weer waren er ruim 4000 deelnemers!
In de kantine schoot Peter Aanhane, de winnaar van de Run-Skate-Run van vorig jaar me aan. Hij zou dit jaar aan de halve biatlon meedoen, daar hij daarna nog mee moest doen met de Voorschotenloop. Ja, bij duursporters is het vaak baas boven baas!
Uiteraard vroegen bij Swift een paar mensen, hoe het met Siebe ging, die momenteel rijdt voor Ciudad de Oviedo uit het Noordspaanse Asturias. Een schitterend vakantiegebied trouwens!!!
Om 12 uur was ik weer thuis. Me gedoucht, de was opgehangen, de lunch klaargemaakt en met Ada samen naar het Bonaventura-College, waar we in de kapelzaal de verschoven repetitie van "Die Schöpfung" hadden. Dirigent Paul Valk, de invaller voor Wim de Ru, had de lachers regelmatig op zijn hand.
In de pauze in het zonnetje met Sjaak Stuijt bijgepraat, waarna we ons tot half 5 vol overgave aan het oefenen van dit meesterwerk van Joseph Haydn wijdden.
We reden naar het station om de trein naar Haarlem te nemen. Willem Jongsma was 60 jaar geworden en onze muzikale vriendengroep wilde dit niet ongemerkt voorbij laten gaan. Op de melodie van "O Fortuna" uit de Carmina Burana van Carl Orff had Bas Warnink een toepasselijke tekst gemaakt.

O voor Willem
Willem Jongsma
zingen wij dit feest’lijk lied:
Hij is jarig
en niet karig
dus geeft hij een heel groot feest
Van de hapjes,
drank en sapjes
neemt hij zelf het allermeest
Dus we zingen
en we springen
voor dat grote knuffelbeest.

Weer een tienvoud
zestig jaar oud
‘t lijkt wel een meerjarenplan
Grote goedheid
wat een leeftijd
het wordt echt een oude man
Stijve botten
zegt ook Lotte
daar word je niet vrolijk van
En van bil ja
met viagra
omdat ‘t niet meer zonder kan.

Lieve Willem
good old Willem
jou treft echt geen enk’le blaam
Je wordt vanzelf
honderdelf
maar wel met een andere naam
Want dat Jongsma
wordt nu Oudsma
Willem Oudsma is oké
Klinkt wel goed, toch
veel plezier nog
zing en feest nog even met ons mee!

Hoezee!!


Nu is voorpret vaak nog groter, dan de pret van een uitvoering. Vorige week vrijdag hadden we dit lied bij ons geoefend en "de aankleding" bedacht. We zouden als Romeinen verkleed gaan. Lakens gedrapeerd om onze ranke lijven en een lauwerkrans op het hoofd.
Om 7 uur zouden we bij Rob en Margriet Ammerlaan een generale repetitie houden. Ada en ik wandelden om half 6 in Haarlem, waar we uiteindelijk bij Entrekoos een vegetarische lasagne en een gevulde bouillabaise aten, voor we met de bus naar Haarlem-Noord reden.
De generale repetitie was hilarisch, vooral toen we onze "bedrijfskleding" tevoorschijn haalden.



Dat gold ook voor de uitvoering in de kantine van Honkbalvereniging Schoten. Bij het omkleden hadden we de lachers al op onze hand.



Ook al ging "O voor Willem" niet helemaal vlekkeloos, het was een geslaagd geheel. Geheel in klassieke stijl werd Willem Jongsma toegezongen.

Het mooiste kwam nog. Een paar vrouwelijke collega's stapten op Willem af en vroegen: "Ben jij aan de viagra?"

Wij waren trouwens niet de enige, die wat deden: zijn zus, zijn collega's en voormalig Stormvogels 8 hadden ook iets voor Willem bedacht.

Daarnaast had Lotte van Walstijn zeer veel werk van de aankleding gemaakt, met als hoogtepunt de foto's van Willem als nieuwste aanwinst van Ajax. Na de kansloze 3-0 in Moskou zou dat trouwens niet eens zo veel uitmaken.
Ook al was het vele staan niet bepaald een ideale voorbereiding op de winterbiatlon van de IJVL de volgende morgen, ik had deze Willem Jongsma Classic echt niet willen missen!