donderdag 31 augustus 2017

Le Grand Ballon



Om 7 uur werden we wakker van het gespetter op het dak. Dat klinkt in een tent altijd erger dan het is. De bui hield al snel op. Buiten zag de lucht er  al stukken beter uit dan gisteren met meer open plekken, ook al waren de donkere wolken nog lang niet verdwenen. We hakten de knoop door. We zouden proberen le Grand Ballon te beklimmen.
Na het ontbijt pakten we alles in en lieten ieder overbodig gewicht thuis zoals de brillenkoker. Een lichtgewicht badmutsje volstond ook als bescherming. We verlieten de ooievaars van camping "Les Cigognes" en fietsten langs de Thur naar Thann toe, waar we in de buurt van de Middeleeuwse kerk bij een boulangerie koffie en warme chocolademelk dronken met amandel- en ananastaart.
We reden nog een kilometer of 6 langs de Thur om bij Willer-sur-Thur te beginnen aan de klim naar Goldbach. Deze klim begon op 400 meter hoogte. Na een kilometer kwam het eerste bord met 15 kilometer naar le Grand Ballon. We wisten wat ons te doen stond.
Het was inderdaad vlakker dan het beginstuk van le Petit Ballon afgelopen zondag.

We klommen dan ook gestaag door.
Bij de haarspeldbocht halverwege de klim werden we ingehaald door een auto met "Belgian Cycling Team" erop geschilderd. In de buurt van Goldbach bleek wat er aan de hand was. Gehuld in de kleding van de nationale Belgische wielerploeg stoven junioren ons een voor een voorbij alsof ze op het vlakke reden.

"Een soort Siebes", zeiden we tegen elkaar, zijn juniorentijd uit de herinnering oproepend.
In een toeristentempo gingen we na een banaan gegeten te hebben, weer verder naar de top van de Col Amic op 825 meter hoogte.
Ondanks de bewolking hadden we een prachtig uitzicht op het Rijndal. Het gezin van vader Bok, moeder Geit en wat kinderen maakte het plaatje compleet.
Voor ons was het nog 7 kilometer klimmen op het steilste stuk van de klim.

Al snel verschenen er borden met nog zoveel kilometer naar de top met daarbij het stijgingspercentage van de komende kilometer. Op het eerste deel van de klim kon je dat pas achteraf uitrekenen.
Het uitzicht werd ondanks de bewolking steeds mooier.




Dat was afgelopen in de laatste 2 kilometer. Af en toe kon je maar 100 meter verder zien, een stukje verder had je weer goed zicht.
De top kwam steeds dichterbij. Na 28 kilometer fietsen hadden we de finishlijn op de Grand Ballon op 1325 meter hoogte bereikt.


Na samen op de foto te zijn gezet wandelden we naar de officiële top op 1425 meter hoogte.


Nu ben ik al bijna 37 jaar in de wolken met Ada, maar nu was ik het echt!
Waar we normaal een prachtig uitzicht zouden hebben gehad, zag je nu nog geen 100 meter. We daalden af naar "Chalet Hotel du Grand Ballon", waar we om 2 uur een koffie, een warme chocolademelk en 2 tarte myrtille namen. Binnen konden we even warm worden, want het was koud op de top.
Terwijl we de ansichtkaarten schreven, werd topmuziek op een toplocatie gedraaid: "Echoes" van "Pink Floyd".
We begonnen aan de afdaling naar le Markstein, in de Eerste Wereldoorlog een onderdeel van een hooggelegen verdedigingslinie van de Fransen tegen de Duitsers: de Route des Crêtes.



Net onder de top hadden we een fantastisch uitzicht op het Thurdal.
Na 7 kilometer naar le Markstein gefietst te hebben, zaten we slechts 125 meter lager.
Vanaf hier hadden we 16 kilometer afdaling naar het meer van Kruth.

Het was een mooie brede afdaling, die geleidelijk naar beneden ging. Na 10 minuten rusten ging het gelukkig goed.

Desondanks moest Ada even van de weg, omdat ze slaap kreeg. Op capriolen á la Col de Donon zaten we niet te wachten. Na 10 minuten rusten ging het gelukkig goed.
We kwamen uit bij een stuwmeer, dat ingericht was als recreatiegebied. Bij de waterfietsen namen we koffie, jus d'orange en 2 crêpes met confiture des fraises.
We daalden na over de dam van het stuwmeer gefietst te hebben af naar het gelijknamige dorp. Er volgde een tocht door het fraaie Thurdal via Oderen, Fellering, Ranspach en Saint-Amarin.
We stuitten op de Elzasser variant van Sam en Moos: Thann en Moosch.

Tussen Moosch en Willer was er echter weinig te lachen. Een jongen op de fiets reed ons tegemoet en riep iets met "Jeunesse" en "Rocher". Een meter of 200 verderop zag ik een kassei op het fietspad liggen. Deze was ik net gepasseerd, toen ik vlak achter me met veel kabaal diverse grote stenen naar beneden hoorde kletteren, met jeugdige stemmen boven me.

Zij hadden de Bijbel niet goed gelezen: "Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen."

Ada had op tijd geremd en was na de stenenregen verder gegaan. We hebben allebei een uitmuntende beschermengel!
In Thann deden we inkopen bij Naturhisla en 8 á Huit voor het avondeten.
Na 83 kilometer waren we terug op de camping. Na een paar spetters onderweg barstte een flinke bui los. Onder een afdakje wachtten we de bui af.
Onder het afdak, waar we gisterenavond gezeten hadden, kookte Ada de macaroni, courgette en tonijn. De tafels hadden we wat meer achter het gebouw gezet om uit de wind te zitten. De macaroni was dusdanig veel, dat we het toetje voor morgen bewaarden.
Ada las verder in "Liefde en schaduw" van Isabel Allende, terwijl ik het dagboek bijwerkte. Ondertussen praatten we, terwijl ik genoot van l'Oncle Hansi, ook nog met de Nederlandse buren.
Om half 11 zochten we de tent op, waar we genoeg stof tot nadenken hadden na deze enerverende dag.

Naschrift:
Over beschermengelen gesproken. Na onze fietsvakantie vertelde ik het verhaal van de Grand Ballon inclusief de stenen aan een trainingsmaat. Hij had zelf ook ooit met een vriend de Grand Ballon beklommen. In de afdaling wachtte hij even op zijn vriend. Toen zag hij, dat zijn voorwiel niet goed vast zat....

woensdag 30 augustus 2017

Route du vin

We werden om 7 uur gewekt door de regen. Toen het droog was gingen we eruit en ruimden de tent zo snel mogelijk op. De buitentent hingen we te drogen over de fietsen, die onder het afdakje van de recreatiezaal stonden, waar we zelf ontbeten. Onder een grauw wolkendek vertrokken we om kwart voor 9 van camping "Le Médiéval" met zijn ooievaarnesten.
We fietsten van Turckheim naar Wintzenheim, waar we de eerste keer mis reden vandaag. Het zou niet de laatste keer zijn. Na Wettolsheim kwamen we er voorbij Equisheim achter, dat we te lang de VV 11 gevolgd hadden, die een stuk langs de drukke D-weg lag.
We probeerden een stil weggetje tussen de druivenvelden door, dat omhoog ging. Het asfalt werd halverwege de klim losse stenen. Omhoog is dat prettiger dan omlaag. Gelukkig kwam dit onverharde pad uit op een asfaltweg, die ons naar Obermorschwihr bracht. Via een lange klim kwamen we in Voegtlinshofen, waar we over de hoge weg naar Gueberschwihr trapten.
In een Middeleeuwse taverne dronken we koffie en jus d'orange alvorens we een zwerftocht door de smalle straatjes over de kasseien maakten. Aan deze kant van de Vogezen was het wisselend bewolkt, maar de hele dag zagen we de bergen van de Vogezen in de pikdonkere wolken hangen.
In Rouffach wilden we brood kopen. Dat viel niet mee. De boulangeries waren allemaal dicht. Om 12 uur zagen we een terras, dat net open ging. Binnen dronken we koffie en warme chocolademelk bij een perziken- en een chocolade-bananentaart. Tevens konden we een biologisch stokbrood kopen voor onderweg.
En dat onderweg had nogal wat voeten in de aarde. We reden Rouffach uit en dachten, dat we richting Gundolsheim fietsten, doch dat bleek niet het geval. Als we de weg zouden vervolgen, zouden we op de autoweg terecht komen. Zo hard reden we niet.
We reden een stukje terug, sloegen een weg in, waarvan we dachten, dat het naar een viaduct over de snelweg zou leiden, ook al zou het niet rechtstreeks zijn. We reden door en kwamen zo in het dorp Westhalten. Dat was niet de bedoeling.
Maar daar we op de VV 11 zaten en dit deel in het heuvelachtige gebied er stukken beter uitzag dan het vlakkere traject dat wij hadden uitgekozen, waren we blij met dit fout rijden. Elk nadeel heb zijn voordeel, nietwaar.
Via Soutzman reden we over boerenweggetjes om tussen Orschwihr en Bergholz onder een grote kastanje op een bank te lunchen.
Bij Guebswiller en Soultz-Haut-Rhin was het door alle verkeer niet zo leuk, maar op weg naar Hartmannswiller werd het weer mooi.
Door grotendeels kaal akkerland reden we tegen de harde wind in om Watwiller heen naar Cernay, waar camping "Le Cigognes" lag. Voor € 31,- schreven we ons voor 2 nachten in.
We zetten de tent op op een groot veld. We waren nagenoeg klaar, toen het begon te regenen. De bui, die de hele dag boven de Vogezen had gehangen, had ons eindelijk bereikt.
Toen het wat droger werd gingen we in Cernay bij "Match" boodschappen doen voor vanavond. We zochten naar een plek, waar we vanavond droog en warm konden zitten, maar die vonden we niet. Alles was dicht op maandag.

Bij Tourist Information wilden we ansichtkaarten kopen, maar ze hadden geen postzegels. Het postkantoor was al dicht en op dinsdag gesloten. We moesten ze kopen bij le Tabac. Nou, die vonden we niet. Op de camping hadden ze wel postzegels. Daar kochten we de kaarten dus ook maar.
Met 59 kilometer fietsen waren we tevreden. Ada kookte de linzen met boontjes, tomaat en ui, terwijl ik onder het afdak het dagboek bijwerkte. Ik was zo verkleumd, dat ik voor het eten 5 lagen kleding aantrok. Door stil te zitten in de wind koel je flink af. 
Ik deed de vaat, Ada beantwoordde de appjes, die nu door wifi eindelijk binnen kwamen. Op een plekje in de luwte zaten we tot half 10 buiten. Toen werd het te donker om te lezen en te schrijven.