dinsdag 22 augustus 2017

Een dekselse kwajongen

Het begon allemaal met een mailtje met de vraag of ik belangstelling had voor een tweetal boeken. Het eerste boek betrof "Omdat er méér is" van Ad Alblas.
Hierin komt de Hooglandse kerk een grote rol. Daar ik in deze Middeleeuwse kathedraal met Ada getrouwd ben en ik dit gerust een gezegend huwelijk mag noemen, had ik daar uiteraard belangstelling voor.

Daarnaast kreeg ik de strip "De ziel van Leiden".
Vorige week deed Rob Pijpers beide boeken in onze brievenbus met de afspraak, dat we vandaag koffie zouden drinken. Bij de naam van het etablissement had ik mijn bedenkingen: "Deksels".
Men mocht toch eens denken dat ik een dekselse kwajongen ben.
Dat werp ik verre van me. In mijn jeugdjaren heb ik "Een dekselse kwajongen" van Ruurd Feenstra gelezen, dat geef ik grif toe. Maar het was geen vakliteratuur, zoals menigeen zal denken. Het ging namelijk over Michiel Adriaenszoon de Ruyter.

Men kan een hoop van mij beweren, maar niet, dat ik een zeeheld ben....
De Leidse wateren vind ik al goed genoeg. En dan als het even kan in gestolde vorm.
Als ik dan toch een zeeheld uit moet kiezen, dan gaat mijn voorkeur uit naar kapitein Archibald Haddock, die vooral bekend staat om zijn heldere taalgebruik. Hij bezigde inderdaad ook de term "Dekselse kwajongen", maar het meest wordt hij geciteerd om zijn onnavolgbare "Duizend bommen en granaten!"
En dan is de stap naar "Deksels" gauw gezet. Het ligt namelijk aan het Granaatplein!

Hier sprak ik onder het genot van een koffie en een jus d'orange een uur met Oktopus-lid Rob Pijpers over van alles en nog wat, zoals muziek, literatuur, gezondheid, sport en bewegen. 

De filmopnamen, die Rob heeft gemaakt van het concert van de Leidse Koorprojecten kwam uiteraard ook ter sprake.  De uitvoering van de werken van Verdi en Rossini was goed genoeg om op youtube te zetten, maar BUMA-rechten voorkwamen dit helaas.
De tijd vloog tijdens het gezellige gesprek. Na een uur bijpraten verlieten we "Deksels". Ik hoop, dat ik nu voorgoed ontzenuwd heb, dat er een dekselse kwajongen in mij schuilt.
Dat vindt u toch ook?


Geen opmerkingen: