woensdag 2 augustus 2017

Vennbahn Radweg

Om 6 uur werd ik wakker. Er werd ergens in de buurt van de camping op het land gewerkt, maar het klonk alsof het heel vlakbij was. De slaap kwam niet meer terug en om kwart voor 7 stapten we uit de slaapzak om ons in onze wielerkleding te hijsen.

De tent was nagenoeg droog. Nadat alles op de fiets zat, gingen we aan de tafel zitten. De 3 Vlaamse broers vertrokken op 2 fietsen naar Boedapest.

Na het ontbijt fietsten we linea recta vanaf camping "De Gastmolen" via Vaals naar Aachen. Daar stalden we de fietsen bij de Dom en gingen op zoek naar Tourist Information. Nadat we de eerste aanwijzingspijl, die we zagen, volgden, kwamen we uit bij onze fietsen....

Uiteindelijk bleek het VVV de andere kant op te liggen, zo'n 200 meter bij onze fietsen vandaan. Hier kregen we een plattegrond van Aken met het precieze begin van de Vennbahn Radweg.
We wandelden terug naar de Dom, waar we een kijkje namen in deze prachtige Romaanse kerk, waar we naast gebrandschilderde ramen ook veel mozaïekwerk zagen.












Bij een bakkerij namen we een Urbrot en met een paar aardbeientaartjes zaten we op het terras. Rond het middaguur fietsten we naar het begin van de Vennbahn Radweg. Op weg er naar toe werden we 2 keer aangesproken door enthousiaste Duitse fietsers.


Direct na een viaduct begonnen we aan de route naar Troisvierges. Het was een verademing om niet langs het autoverkeer te fietsen ook al reden we de eerste kilometers door de buitenwijken van Aken.



Bij Brand trapten we over een inderdaad vrij vlakke route naar Kornelimünster. Het werd steeds bosrijker. Na Walheim gepasseerd te zijn vonden we in de buurt van Schmithof een bank, waar we konden lunchen.

Door de bossen vervolgden we de weg naar Raeren en Roetgen. Op de grens van België en Duitsland dronken we koffie en jus d'orange.
Tot Lammersdorf was er prima skeelerasfalt, waar we inderdaad een skeeleraar zagen op dit kilometerslange vals plat door de bossen. Daarna werd het een onverhard pad. Op het leem reed het verder wel goed.
Wat minder was, was het weer. Het begon te regenen. Niet echt hard, maar hard genoeg om de jassen aan te trekken.

We begonnen bij Könzen te dalen richting Monschau. Hoewel de Vennbahn Radweg Monschau links liet liggen, wilde Ada hier toch naar toe. Hier zouden we inkopen doen voor we op weg zouden gaan naar de camping in Küchelscheid. Het liep echter ietwat anders.

In dit zeer toeristische stadje zagen we echter geen levensmiddelenwinkel. We besloten om eerst wat te drinken bij een Bäckerei. We deelden een grote koek. Wat we buiten zagen was echter andere koek. De regen kwam met bakken naar beneden. En het zag er niet naar uit, dat het gauw zou stoppen. Voor ons een teken om ons plan bij te stellen.
We wisten, dat er een jeugdherberg was in Monschau. We besloten om er in de stromende regen naar toe te rijden. We hadden al snel door, dat we fout zaten. Terug naar het centrum, waar het Tourist Information nog open was. Een vrouw belde of er nog plaats was in de herberg. Deze was er gelukkig. We kregen de weg uitgelegd.
Eerst klopte het. We klommen. Maar toen we daalden, dachten we, dat we fout zaten. Terug en de volgende weg proberen. Deze bleef echter langs de Rur lopen. Weer terug. De eerste weg bleek toch de juiste te zijn.


Na de afdaling begon een flinke klim over de kasseien. Met het lichtste verzet lukte het netaan om boven te komen, zodat we de toegangspoort tot het kasteel bereikten. Daar konden we eerst niet verder. Een vrachtwagen met tribuneonderdelen kon de steile klim niet maken. Twee man op de voorbumper waren niet genoeg tegenwicht voor de lading hout en staal. Er kwam zelfs rook van de banden van de voorwielen, toen de chauffeur gas gaf.
Gelukkig liet hij een klein gaatje vallen, zodat we ruimte hadden om onder de tweede poort door te gaan en het kasteel te betreden. In het hoofdgebouw was de jeugdherberg gevestigd. Hier zouden we de nacht doorbrengen.

De fietsen zetten we onder een afdak, de tent lieten we erop zitten. Met 4 Ortlieb-voortassen en 2 achtertassen gingen we naar de tweede verdieping, waar we in de Turmfalke zouden slapen.

Het eerste, dat we deden, was een warme douche nemen en droge kleren aantrekken. Daarna hingen we alles te drogen, terwijl we de vloer klaarmaakten om 's avonds het matras van het bovenbed neer te leggen. Dat leek ons beter dan dat 's nachts een van ons in het donker van de trap van het stapelbed af moest.

We wandelden via de trappen naar het centrum van Monschau, waar we aan het 's middags nog volle plein een restaurant vonden na bijna 75 kilometer fietsen.



Hier bestelden we in restaurant "Flosdorff" een forel. Ada nam er een met kruiden, ik met gebrande amandelen. Mijn vrouw nam een karafje witte wijn, ik een Eifeler Landbier. Als toetje namen we een sorbet. Inclusief fooi kwam dit uit of € 47,-.


In de frisse avondlucht wandelden we om 9 uur door Monschau op zoek naar hoe we morgen het handigste terug konden keren naar de Vennbahn Radweg. We liepen langs de Rur naar het punt, waar we Monschau in reden.


We beklommen de trap weer om hier de Burgkehr, de Bergstrasse en de Burgring op een viertal manieren te bekijken alvorens we naar de Burg zelf zouden gaan, waar we om 10 uur onze kamer opzochten.

Geen opmerkingen: