woensdag 29 september 2010

Vorst aan de grond

Vanochtend was op het weerbericht te horen, dat er in het oosten van het land vorst aan de grond voorkwam. Alsof dat zo bijzonder was. Gisterenavond ben ik in de Leidse IJshal geweest en ik kan u garanderen: daar komt vorst aan de grond voor!
De droom van iedere schaatser is om een keer een hele ijsbaan voor zichzelf te hebben. Welnu, dat had ik gisterenavond. Door een misverstand met de nieuwe ijsmeester, die naar Ajax-A.C.Milan was, kwam ik aan bij een ijsbaan, die nog donker was. Buiten stonden een paar mensen, die een trainingsbijeenkomst van het district hadden.
Terwijl zij gingen vergaderen, ging ik, net als vorig jaar, aan de slag als spuitgast. Van 8 tot 10 stond ik in mijn eentje in de IJshal om de volledige ijsvloer van een nieuw laagje water te voorzien, zodat deze weer een paar millimeter dikker kon worden, want zaterdag 2 oktober gaat de IJshal voor het publiek open.

Van 2 uur water spuiten met de brandslang, terwijl je op ijs staat, krijg je gegarandeerd koude voeten. Op dit stukje Leidse bodem was de vorst al gekomen.

dinsdag 28 september 2010

Game over

Met ietwat gevoelige bovenbenen fietste ik op maandagochtend naar een bekende plek. De inspanningen van de afgelopen dagen deden zich voelen. In mijn oude vertrouwde Katwijk aan den Rijn kregen we vanochtend uitleg over de gameconsole.

In mijn jeugdjaren ging ik uiteraard ook naar de kermis, ook al reisde ik er niet voor af naar Scarborough.

Voorts stond ik in "de Hobbit" nog wel eens achter de flipperkast. Daar bleek al ras, dat er geen "Pinball wizzard" in mij school.

Verder heb ik niet zo "veel" met games. Ik ging dus redelijk sceptisch naar mijn oude stek voor een informatieochtend over gamen in de bibliotheek, hetgeen ik niet bepaald zag en zie als een kerntaak van de bibliotheek.
Soms wordt je aangenaam verrast. De lachspieren werden in ieder geval goed gebruikt, vooral bij de quiz.
Het racen was niet aan mij besteed. Als ik zo in een auto zou rijden, zou mijn rijbewijs onmiddellijk ingevorderd worden!
Het leukste was echter het gitaarspelen. Best lastig. Ik kwam maar tot een score van 20% juiste akkoorden. Dat was bij "Paranoid" van Black Sabbath.



Hoewel ik het, net als mijn collega Nelina Houwaart, best wel leuk vond, denk ik niet, dat ik veel gebruik zal maken van de gameconsole. Ik besteed mijn tijd liever aan een échte sport!

zondag 26 september 2010

Wierd Wagenmakers


Na mij thuis gedoucht te hebben, kon ik wederom op de fiets stappen om naar Wassenaar te fietsen. Ik had een uitnodiging gekregen van trainingsmaat Wierd Wagenmakers, die met Ermine Poort en Wied en Diederik Heyning in Galerie in de Molen exposeerde.

Familieverplichtingen hielden mij af van de zeer druk bezochte officiële opening van de tentoonstelling door Neelie Kroes van de Europese Commissie. Dat was jammer, want anders had ik mooi een Europese subsidie los kunnen troggelen voor de Leidse IJshal.
Bij Galerie in de Molen was het behoorlijk druk.

Uiteraard sprak ik met Wierd Wagenmakers, die niet alleen goed kan schaatsen, maar ook heel goed kan tekenen en schilderen.

Op http://www.wierdwagenmakers.nl/ kunt u behoorlijk wat werk van hem vinden.
Om alvast in de stemming te komen, hier wat werk van Wierd Wagenmakers:


Bulttijdrit

De trainingsarbeid van zaterdag uitte zich in bed: ik sliep als een blok. Dat kwam goed uit, want de Bulttijdrit van de IJVL stond op het programma. Op het wielerparcours van Swift mochten we 20 rondjes rijden oftewel 29,2 km. Dat leverde mij meteen een doelstelling op: binnen het uur finishen.
Op een koude en licht mistige morgen fietste ik naar "de Bult", waar de jeugd om 10 uur aan hun tijdrit waren begonnen. Al snel zag ik een aantal wielrenners wandelen. Bij de reparatie van het wielerparcours had iemand bedacht, dat je prima split kon gebruiken. In combinatie met een vochtige baan betekende dit de ene lekke band na de andere.

Na 3 rondjes ingereden te hebben gaf baancommisaris Jos Fugers het sein, dat we los mochten.
Meteen na mij startte topfavoriet en terechte winnaar Gerard Snel. "Je haalt me wel in" zei ik. Dat klopte: na 300 meter reed de 15 seconden later gestarte Gerard al Snel naast me. Ik liet me hierdoor niet van de wijs brengen en reed gewoon mijn eigen race.

De eerste ronde ging echter iets te langzaam naar mijn zin. Met een gemiddelde van 28,7 zou ik boven het uur uitkomen. Maar langzaam maar zeker begon het gemiddelde omhoog te kruipen. Via 29 naar uiteindelijk 29,4. En dat tempo zou ik uren vol kunnen houden. Wat dat aangaat ben ik een echte diesel.



Gedurende de hele tijdrit werd ik door deze of gene ingehaald. Met nog 6 ronden te gaan hoorde ik omroepen, dat de ene na de andere renner aan de laatste ronde mocht gaan beginnen, al was er een viertal renners, die door lekke banden dat punt nooit zouden halen. Zodoende werd het steeds leger op het parcours. Op een gegeven moment was ik de enige renner, die nog in koers was. Bij de Tour de France hebben wielrenners dat graag: dan hebben ze veelal de gele trui om de schouders. Bij mij lag het een tikkeltje anders: ik reed onbedreigd op de rode lantaarn af. Binnen het uur: dat weer wel.


Er zullen niet veel sporters zijn, die tevreden zijn met de laatste plaats. Maar gezien de inspanningen van de dag ervoor viel het gemiddelde me niet tegen en was er geen enkel verval te bespuren in de tijdrit. Wat dat aangaat blijf ik een échte stayer.


Het was een zwaar trainingsweekeinde geweest, dat ik boven verwachting doorstaan heb. Ik ben klaar voor het schaatsseizoen 2010-2011!!!

zaterdag 25 september 2010

Soms valt het mee



Op mijn vrije dag fietste ik om half 10 toch naar Katwijk, waar ik me in de Boorsmazaal in ging schrijven voor de Halve marathon van Katwijk, de zwaarste van Nederland. Gezien het weer zou deze editie nog zwaarder worden dan normaal. Buienradar gaf flink wat buien, waarvan een flinke vlak voor de start. Bovendien stond er een flinke noordwester, dus de laatste 6 km moesten we op het strand tegen de wind in zwoegen bij hoog water.
Twee jaar geleden had ik bij betere omstandigheden een tijd gelopen van 1.49.46 bruto, dus ik ging maar uit van een tijd van 1.55. Temeer, daar het parcours wat veranderd was, waardoor het snelle gedeelte op het asfalt rond de Princestraat plaats had gemaakt voor een extra stuk duin.
Mijn collega's stonden gek te kijken, toen ik om kwart over 10 de bibliotheek binnen kwam om mijn fiets droog te stallen en me in het kantoor te verkleden. Ik wachtte nog even de zwaarste bui af voor ik me om 10 voor 11 naar de startstreep aan de Boulevard begaf. In het startvak liep ik gelijk op met Marc Witteman, de ex-wethouder van Sport, die in die hoedanigheid de Leidse IJshal vorig jaar van de ondergang heeft gered door daadkrachtig optreden.Daar we vrij ver naar achteren startten, was het in de eerste kilometer rustig inlopen en langzaam naar voren sluipen. In de duinen gekomen kon ik gas gaan geven en kon de inhaalrace in het bontgekleurde lint beginnen, al moest je daarvoor af en toe om de vele diepe plassen heen slalommen. Daar ik veel in de duinen heb getraind met de droogtrainingsgroep van de IJVL, maar vooral met Hans Boers, wist ik in de klimmen veel mensen in te halen.

Maar de grootste slag sloeg ik in de afdalingen. Hans heeft me deze truc geleerd: de armen slap langs het lijf houden en dan met grote stappen naar beneden. Door de zwaartekracht krijg je zo extra snelheid. Afhankelijk van de afdaling sla je zo een gat van 20 tot 50 meter. Probeer het zelf maar eens!

De route liep dit jaar door het Panbos. Het was droog en zelfs zonnig, dus het dunne hardloopjack knoopte ik om mijn middel. Het was genieten in dit prachtige duingebied. We hebben gewoon een klein paradijsje om de hoek.

Inmiddels lag ik, tot mijn stomme verbazing, na 12 km nog steeds op een schema van 1.45. De laatste maanden had ik betrekkelijk weinig gelopen, maar kennelijk voldoet veel fietsen en skeeleren ook om voldoende Ausdauer te kweken voor het hardlopen.

Maar goed, het zwaarste gedeelte moest nog komen: het strand.

Met een vrouw, waarvan ik dacht dat ze startnummer 4 had en dus aan de wedstrijd meedeed, liep ik bij Wassenaarse slag naar de branding toe. Soms valt het mee, want waar ik op mul zand had gerekend, was er een strook van zo'n 10 meter breed, waarop je prima kon lopen. Met de harde noordwestenwind als grootste tegenstander nam ik Jacqueline van Duijn op sleeptouw met de afspraak, dat ze de laatste kilometer van me weg kon sprinten. Dat onderdeel zit niet in mijn genen.

Af en toe werden we ingehaald door snellere lopers, maar we "raapten" meer lopers op in een gelijkmatig tempo. Ter hoogte van Willy Zuid barstte de bui, die we al een tijd dreigend hadden zien hangen boven zee, tenslotte toch los. Gelukkig was het niet ver meer. Vlak voorbij de voormalige Witte kerk was het keerpunt en konden we de laatste kilometer met de wind in de rug naar de finish lopen. Geheel volgens afspraak sprintte Jacqueline van Duijn bij me weg. Niet dat ik daar mee zit. Als je 15 jaar met Jaap de Gorter traint, dan ben je niet anders gewend. Als een volleerd meesterknecht hou ik hem kilometers lang uit de wind, waarna hij het in de sprint netjes afmaakt. Wat dat aangaat ken ik mijn taak als de Mark Renshaw van kopman Jaap de Gorter.

Met een brutotijd van 1.49.08, wat netto uitkwam op 1.48.11, was ik sneller aan de finish dan gedacht, als 188e in de einduitslag. Daar was ik uiteraard zeer tevreden over: een minuut of 7 sneller dan gepland. Soms zit het mee. Waar ik niet zo tevreden over was, was dat ik als Ajax-fan op de laatste 100 meter gepasseerd werd door iemand in een Feyenoord-shirt.
In de bibliotheek at ik nog even een hapje en deed ik droge kleren aan. Mijn advies voor de nieuwbouw: een douche graag! Om kwart voor 2 was ik thuis, waar ik de welverdiende warme douche wel kon pakken.
Om kwart over 3 zat ik weer op de fiets naar Hillegom, waar mijn zus Corrie en haar man Henk hun verjaardag vierden. Onderweg was het een mengeling van buien en felle opklaringen. In Hillegom zagen we een dubbele regenboog.
Het was erg gezellig, hoewel wij als katholieke familie onder elkaar uiteraard wel getroffen werden door het bericht, dat de mis wegens ziekte helaas niet door kon gaan: de pastoor lag met een snotneus in bed....
Om half 10 waren we weer thuis. Naast de zwaarste halve marathon van Nederland had ik ook nog 62 km gefietst. Er zijn dagen, dat ik minder doe. Morgenochtend nog de Bulttijdrit van de IJVL. Ik ben benieuwd, hoe mijn beenspieren deze trainingsarbeid dan verteerd hebben. Maar wie weet: soms valt het mee....

woensdag 22 september 2010

Skeeleren bij volle maan

Gisterenavond heeft de trainingsgroep van de IJVL geskeelerd op de 400-meterbaan in Leiderdorp. Het was een zonovergoten dag geweest met heerlijke temperaturen en ook 's avonds was het niet koud. Bij het skeeleren kwam ik Arthur van Winsen tegen, die maandagochtend bijna een half uur bezig was geweest met het vakkundig vullen van een kies en een tand. Bij deze gelegenheid verzuchtte Arthur: "Wat heb jij een lastig gebit!"
Gelukkig is dit het enige lastige aan me....
De laatste skeelertraining van het seizoen vond plaats onder de bezielende leiding van Jens Postma. Uiteraard kwam de bochtentechniek uitgebreid aan de orde, maar ook een aantal evenwichtsoefeningen. We genoten in het schijnsel van de volle maan volop van deze training op het spiegelgladde asfalt. Langzamerhand werd het steeds donkerder en in het schijnsel van de twee lichtmasten en de volle maan skeelerden we op een gegeven moment in een treintje in een wirwar van steeds veranderende schaduwen. Eén van de vrouwen in het gezelschap merkte dan ook terecht op: "Zullen we schaduwtikkertje gaan doen?"

Na afloop was er een gezellige afsluiting van het skeelerseizoen in de kantine van IJssport Leiderdorp, waar Frank en Marijke Damen voor overheerlijke pralines hadden gezorgd.
Het skeeleren gaat steeds beter en makkelijker. Ik ben echter nog niet zo ver als de basgitarist uit de volgende clip, die zich op zijn rolschaatsen met vleugels over het spiegelgladde podium voortbewoog.

Ontketend


Na een serie natte dinsdagavonden hadden we op deze derde dinsdag in september als afsluiting van het zomerseizoen zowaar schitterend weer. Bij de laatste droogtraining op "de Bult" begonnen we met 1 rondje inlopen, waarna mijn lievelingsoefening aan de beurt was: de schaatsplank. Deze door Eric Heiden bedachte trainingsmethode sluit naadloos aan bij het echte schaatsen. Het ziet er van buiten niet naar uit, dat je er moe van wordt, maar ik kan garanderen, dat je na een piramide van 1,5, 2 en 2,5 minuten voelt, dat je je flink hebt ingespannen. Vooral als je, zoals de opdracht was, met een hoge beenfrequentie "schaatst". Fysiek voelt het alsof je 750, 1000, 1250, 1000 en weer 750 meter achter elkaar schaatst met 45 sconden rust tussendoor.
De volgende oefening was schaatsstappen in de elastieken. Deze elastieken zijn gemaakt van tractorbanden en zijn dus zeer stevig. Je kunt dus prima "hangen" en zo de de valbeweging en de heupinzet prima oefenen. Eerst de gewone zijwaartse schaatsstap, daarna de bochtstap en tenslotte de zijwaartse schaatsstap zo explosief mogelijk. Dit was, op het uitlopen na, de laatste oefening van de droogtrainingen in 2010.
En net als op de bruiloft in Kanaän werd het beste voor het laatst bewaard. De jarige trainer en de voorzitter van de IJVL gaven samen het goede voorbeeld en deden deze oefening met zoveel enthousiasme, dat het elastiek knapte en zij beiden het gras in werden gacatapulteerd.

Dit duo was ontketend. Ik heb het idee, dat het met hun vorm wel goed zit....

zondag 19 september 2010

De trein gemist

Vanmiddag heb ik, in de wetenschap dat we gisteren onwijs gemazzeld hebben met het weer, een van mijn vaste rondjes van 10 km gelopen: langs de A4, waarbij ik niet bepaald het idee had, dat het autoloze zondag was, over de parallelweg van de Papelaan langs landgoed "de Horsten", waar ik ook regelmatig train en dat deze week in het nieuws was, naar station Voorschoten en langs het spoor via station De Vink naar huis.
En de spoorwegen speelden gisteren een grote rol. Allereerst moesten we 's ochtends vroeg naar Rotterdam, waar Ada na een viertal altblokfluiten uitgeprobeerd te hebben, een Moeck kocht met een mooie, heldere klank. We hadden wel wat haast, want we zouden om kwart voor 1 bij Bas en Nel Warnink zijn voor een fietspuzzeltocht. En wat gebeurt er als je haast hebt: dan zit het tegen. Op de terugreis zagen we de trein naar Leiden wegrijden, toen we het perron op liepen. Met een kwartier vertraging kwamen we op Leiden Centraal aan, waar we om half 12 vertrokken. Gelukkig hadden we de wind in de rug, zodat we om 10 voor 1 bij Bas en Nel arriveerden. tot onze stomme verbazing was Tim de Beer al aanwezig, net als Joep Kapiteyn, die zich altijd ruim op tijd meldt. Het had trouwens aardig wat voeten in de aarde, voordat we op deze zonnige zaterdagmiddag in september een afspraak hadden kunnen maken. Er ging een druk mailverkeer aan vooraf en toen we eindelijk een afspraak hadden voor 11 september was er weer iemand, die alsnog aangaf, dat die datum niet schikte. Voor mij kwam dat goed uit, want toen kon ik alsnog mee naar het weekeinde van mijn trainingsgroep in Zuid-Limburg.Het afspreken begon trouwens met dit vriendelijke mailtje van Bas: Hallo luie donders allemaal, Fijn dat de meeste van ons weer gezond en wel thuis zijn. Wij hebben afgelopen vakantieperiode zeker niet stilgezeten en werkelijk een fantastische fietsroute voor jullie uitgestippeld. Nu nog een datum en mooi weer!! Welnu, aan alle voorwaarden was voldaan, zelfs aan het mooie weer. Naarmate zaterdag dichterbij kwam, werden de weersvoorspellingen slechter, maar we hadden heerlijk nazomerweer! Gehuld in mijn gele Tour de France-shirt mocht ik, als gedroomde overwinnaar, toen Rob Ammerlaan en Margriet Biemold ook gearriveerd waren, de pot van de voetbalpool in ontvangst nemen.
En ja, een gele trui schept verplichtingen, dus nam ik regelmatig de kop bij de inderdaad prachtige puzzeltocht, die Bas en Nel voor ons uitgestippeld hadden. Het eerste deel ging naar het Haarlemmermeerse Bos en via een bocht over de Spieringweg leidde ons dat naar een picknicktafel in de Groene Weelde. De door de Warninks klaargemaakte picknicktassen werden tevoorschijn gehaald en de inwendige mens kwam zo aan zijn trekken. We reden verder naar de Ringvaart, waar we vlak bij een molen het water overstoken bij een nieuwe fietsbrug. We reden naar het centrum van Heemstede, waar de tweede stop was bij Gelaterie Van Dam. Volgens het briefje was hier het lekkerste ijs van Nederland. Ik had altijd gedacht, dat dit in Thialf in Heerenveen lag, maar na het proeven van Hemelse modder en marstpeinijs weet ik dat niet meer zo zeker. Via Groenendaal en de Manpadroute, waar we langs Josephine, het geboortehuis van Joep's vader reden, kwamen we uit bij Casa Carmeli, waar Bas nog een jaar of 4 gewerkt had voor hij ook voor het prachtige beroep van bibliothecaris koos. Intussen had ik de bonusvraag op weten te lossen: Welk bos heeft alles voor tuin en dier? Ach ja, als modelkind en braafste jongetje van de klas kostte het me geen enkele moeite om oplettend te zijn. Ondertussen waren we toe aan de derde stop: het terras van 't Panneland, met als extra tekst: "Aanbevolen: een speciaal biertje!" Dat deed ik dan maar. Het was maar een klein biertje, want La Chouffe betekent immers de kabouter. Via Zwaanshoek reden we terug naar Hoofddorp, waar we, heerlijk rozig van de fietstocht, een enkel aperatiefje namen voor we om 7 uur aan tafel konden voor een heerlijk avondmaal. Er was een pan met paella met 3 soorten vis en een pan met wat Bas eufemistisch omschreef als "drie soorten vlees". Helaas voor onze gastheer, het recept was de vorige dag al uitgelekt. We aten saola! Ondertussen zette Bas de muziek aan. Het was een verrassende keuze, namelijk de vergeten groep Country Gazette, die een zelfde soort muziek speelde als CCC Inc. en de Hobo String Band, die we vroeger zo vaak hebben zien spelen in de Hobbit. Onder het eten kwamen de sterke verhalen te voorschijn met uiteraard de nodige lachsalvo's. Vooral onze roemruchte roeiavonturen op de Westeinder plassen kwamen uitgebreid aan bos, maar hét verhaal van de avond kwam toch op naam van Rob Ammerlaan. Het is er een zeer fraaie en in al zijn eenvoud van verbluffende schoonheid. In de jaren '80 was het nog heel normaal, dat kinderen hun huisdieren mee konden nemen naar school. Zo was er een soort tentoonstelling van huisdieren in de diverse klassen. Rob had bij een leeg terrarium de afdekplaat zo gedraaid, dat het terrarium nog maar half was afgedekt. Daarop stond een bordje met deze tekst: "Boa constrictor. Twee muizen per week". Soms is het zo simpel om voor consternatie te zorgen.... Geniaal. Ik wou, dat ik het verzonnen had! Wat ik in ieder geval wel verzonnen had, was de terugreis. De trein van Hoofddorp naar Leiden konden we niet meer halen, dus ik stelde voor om maar naar station Hillegom te fietsen. Daar aangekomen zagen we de trein net wegrijden. De opmerking, die Ada toen plaatste, is voor intern gebruik in een verder goed huwelijk. Hou het er maar op, dat ik hem in mijn zak kon steken.
Daar het geen zin had om bijna een half uur op een station te gaan wachten, fietsten we op deze vrijwel onbewolkte en bijna windstille avond maar naar Leiden toe. Om kwart voor 12 waren we met 92 km op de teller terug van een fantastische fietspuzzeltocht.

vrijdag 17 september 2010

Leids krantenarchief


Deze week las ik een stukje over het Leids krantenarchief. Nu wil het toeval, dat ik woensdagavond in de Leidse IJshal ben wezen schoonmaken. Bij deze gelegenheid kwam de voorzitter van de IJshal, Jos Arts, met het plan om een toertocht te organiseren over 1000 rondjes, oftewel met 200 km een wel zeer Alternatieve Elfstedentocht.
En daarbij mag ik, als houder van het baanrecord in Leiden met 120 km voor Afrika Nu in januari 1988, natuurlijk niet ontbreken.
Dat was dus een leuke test van http://leiden.courant.nu :ik zocht de krantenartikelen op, die toen in de Leidse Courant en het Leidsch Dagblad gestaan hebben, respectievelijk voor en na het schaatsen van 120 km voor Afrika Nu. Met de trefwoorden Afrika en Schaatsen (een niet alledaagse combinatie) wist ik beide artikelen te traceren. Als u de groene links aanklikt, kunt u de artikelen lezen, zoals die gestaan hebben in de Leidse Courant van 31 december 1987 en in het Leidsch Dagblad van 5 januari 1988.
En zo brengt internet weer een stukje jeugdherinnering terug, maar de jeugd zelf helaas niet: The rainbow hides no treasure, oh believe me it's not true
and there ain't no mixture, that will give you back your youth (The Golden Earrings)

donderdag 16 september 2010

"Ben jij nieuw hier?"

Het begrip droogtraining is dit jaar zeer betrekkelijk. Vooral nadat ik terug ben van mijn fietsvakantie in Duitsland waren de dinsdagavonden meestal nat. Zo ook op deze dinsdagavond. Met Jos Drabbels en Annerieke van der Beek liep ik een uur rond in Cronesteyn, waarbij het geen succes was om door het gras te rennen. De overtreffende trap van natte voeten was direct een feit.
In de stromende regen kun je weinig grondoefeningen doen, dus behalve lopen deden we nog een kort blokje schaatssprongen.
Gisterenavond zouden we gaan skeeleren op de ijsbaan van Leiderdorp. Het zag er erg dreigend uit, dus ik zag daar maar van af. Ik had een alternatief achter de hand: helpen schoonmaken in de IJshal. Toen ik daar aankwam, werd ik aangesproken door iemand, die naderhand de nieuwe ijsmeester bleek te zijn met de historische woorden: "Ben jij nieuw hier?"
Ik kon geheel naar waarheid zeggen: "Ik kom hier nog maar 30 jaar..."

Ik kreeg de taak toebedeeld om het vuil achter de boarding op te ruimen. Kruipend door de krochten vond ik een winkelwagen, twee vuilnisemmers en een groot houten mikado-spel. Daarnaast diverse lege flesjes en blikjes sportdrank, keiharde kauwgom en snoeppapiertjes, maar ook een halfvolle bidon, waarbij volgens de evolutietheorie van Darwin zich een geheel nieuwe populatie bacteriën kan ontwikkelen in de sportdrank. De klap op de vuurpijl was echter een keihard geworden halve pannekoek!
De rest van de avond bracht ik, alsof ik een taakstraf opgelegd had gekregen, achter de brede bezem door: de betonnen vloer moest ontdaan worden van het stof. Je moest een weten, hoeveel stof je opveegt!
Ik ben er trouwens niet sneller op geworden: ik deed de hele avond over één bocht. Ik leek wel een schildpad.

Dat zal binnenkort beter moeten, want de IJshal gaat mogelijk bij de opening een toertocht over 1000 ronden organiseren, zo hoorde ik van voorzitter Jos Arts. En het is dan net zo als bij een kabinetsformatie: mijn naam wordt genoemd.....

zondag 12 september 2010

Uitgemergeld

We konden uitslapen tot 8 uur. Het was zwaar bewolkt, maar de voorspelde regen had het Mergelland nog niet bereikt. Wil Verbeij, Frank Damen en Hen van den Haak vertrokken zonder nog een stukje in de heuvels te fietsen.
Daar het voorwiel van Hans Boers aanliep, zagen mijn reisgenoot en ik af van een afsluitende fietstocht. We namen afscheid van Paul Verkerk en Andrea Landman en van Pieter Smit en Letty Ruhaak, die dit gezellige trainingsweekeinde wederom uitstekend georganiseerd hadden! We reden in de auto van Jaap naar Valkenburg, waar we de wagen parkeerden bij kasteel Schaloen, waar we een wandeling door het heuvelland gingen maken.

We staken de spoorbaan over en liepen door natuurgebied Genhoes naar de tunnel, die ons naar het drukke centrum van Valkenburg bracht. Ondanks de regen, die Zuid-Limburg nu wel bereikt had, genoten we volop van het natuurschoon om Valkenburg heen. En daar het uitzicht veel minder scherp was dan de dag ervoor, beseften we, dat we gisteren onwijs gemazzeld hadden met het weer op de Mergellandroute.
Uiteraard namen we in het toeristische stadje wat te drinken en een Limburgse vlaai. We wilden niet uitgemergeld thuis komen.
Langs de Fluweelen grot klommen we omhoog, om over een steil landpad naar een plateu te klimmen. We dachten, dat we richting Schin op Geul liepen, maar in een heuvelgebied lopen wegen altijd anders, dan je denkt. We liepen langs een weiland vol schapen.


Tot onze verrassing kwamen we uit bij Sibbe. Hier vroegen we de weg naar Schaloen. Deze was vrij snel gevonden. Het bleek de lange afdaling over de holle weg te zijn, die we de dag ervoor gefietst hadden.
Om half 2 startte ik de auto en met de Tomtom als navigator reden we richting Antwerpen. Nu begon het pas echt goed te regenen, zodat op de snelwegen een gordijn van water achter de auto's hing. Voldoende afstand houden dus. In België zijn de wegen een stuk rustiger dan de route over de A2, die trouwens afgesloten was bij Eindhoven.
Vanaf Geel namen we de binnenwegen via Turnhout, Baarle-Hertog en Chaam, waar Hans het stuur van mij over nam. Naarmate we westelijker kwamen, werd het weer trouwens beter. Op de radio hoorden we het verslag van de 16e etappe van de Vuelta de España, die door de Picos de Europa ging met de finishlijn bij Covadonga. Hier had Siebe ons in de meivakantie naar toe gereden, zodat wij met eigen ogen konden aanschouwen, hoe mooi het hier was!
Om half 5 waren we bij het huis van Hans. We waren net zo lang onderweg geweest als vrijdag.
Ik bracht mijn spullen thuis en reed met de auto naar het huis van Jaap de Gorter, waar ik de sleutels en de papieren overhandigde. Ik ging hardlopend naar huis. Een sportweekeinde moet je in stijl afsluiten, nietwaar?
's Avonds kon ik met Ada genieten van een stuk abrikozen-kruimelvlaai. Want sporten is heel leuk, maar je moet er wel voor zorgen, dat je niet uitgemergeld raakt....

Daar komen de schutters

Ondanks dat de laatste wielrenners pas na 1 uur naar bed waren gegaan, zaten we om 8 uur allemaal aan het ontbijt, daar we anderhalf uur later aan de Mergellandroute wilden beginnen. We daalden af naar het centrum van Gulpen en klommen vandaar naar Eperheide, waar we vrijwel dezelfde route als gisteren reden.
Via Epen klommen we langs camping "De Rozenhof", waar ik jaren geleden 3 weken met mijn gezin een stacaravan gehuurd had voor een heerlijke vakantie.
Alleen de verkorting van de route door het Vijlenerbos lieten we nu achterwege.
De groep van 11 IJVL-ers, traditioneel gekleed in allerlei verschillende sportkledij, werd in Vijlen gesplitst in 2 groepen: een snelle en een langzamere. Het zal niemand verbazen, dat ik in de toerfietsclub werd ingedeeld. En zo reden er een bontgekleurde groep van 5 en een van 6 fietsers onafhankelijk van elkaar door het mooie Limburgse land: over de heuvels en met nog 100 km te gaan ver weg.

Bij het vlak bij Gulpen gelegen Wittem bogen we af naar het zwaarste deel van de route: de Eyserbosweg.





Na een tweetal afdalingen kwam de Keutenberg. Daar vandaag een deel van Boogie's Extreme verreden werd, die deels samenviel met de Mergellandroute, werd er her en der gefilmd en gefotografeerd.






Net als vorig jaar moest ik het onderste deel van de Keutenberg lopend afleggen. Met mijn toerfiets, met een triple voorop, weet ik de 22% wel te overbruggen, met mijn racefiets ontbreekt mij de kracht daartoe. In Sibbe zocht ik met mijn reisgenoten Jos Drabbels, Paul Verkerk, Hen van den Haak, Hans Boers en Jaap de Gorter een zonnig terras op op deze prachtige zaterdag, met uiteraard een stuk Limburgse vlaai.

De meesten bestelden koffie, ik hield het bij koude chocomel, waarop de ober zei: "Meestal wordt dat alleen door de jongste van het gezelschap besteld".
Wat we trouwens gek vonden, dat we op het kaartje, dat Wil Verbeij voor ons had uitgeprint, het terras in Sibbe niet terug konden vinden aan de route.

"Maar dit is de Mergellandroute voor auto's!" wist de snedige ober.
Over een prachtige holle weg daalden we af naar de oostpunt van Valkenburg om, hoe toepasselijk, daarvandaan te gaan klimmen naar Klimmen. Na een bocht door Hulsberg kwamen we weer in Valkenburg uit, dit keer bij het station. Daar we hadden besloten om het saaiste deel van de Mergellandroute, de punt naar vliegveld Beek, achterwege te laten. Zodoende beklommen we even later de Cauberg. De weg was, vanwege Boogie's Extreme, voor de helft gereserveerd voor wielrenners op weg naar de finish. Er stond flink wat publiek onze klimcapaciteiten te bewonderen.
We reden langs de finishstraat en daalden af richting Maastricht, tot we halverwege de afzink de Mergellandroute weer oppikten. Door Bemelen reden we naar Bergrust, halverwege de klim van de Bemelerberg.

Op het prachtig gelegen terras, waarbij zwoegende klimmers en snelle dalers het bewegende deel van het prachtige decor vormden, namen we onze lunchpauze. We bestelden diverse dranken, zoals melk, cola en diverse soorten koffie. Bij de tweede ronde waren er zowaar twee personen uit onze groep, die hetzelfde bestelden.
Met de gestilde dorst klommen we verder naar camping "Mooi Bemelen", waar ik diverse keren gekampeerd heb met Ada, om af te gaan dalen naar Cadier en Keer. Hier werden we bijgehaald door de andere groep IJVL-ers. In een bontgekleurde stoet reden we een paar kilometer gelijk op. Waar wij 85 km op de teller hadden staan, hadden de snelle groep er al 110 op zitten! Al snel kwam het verschil tot uitdrukking: op weg naar Eysden viel de groep weer in twee groepen uiteen. Wil Verbeij ging op kop sleuren en het tempo ging tegenwind van 29 naar 34 in het uur.
De snelle groep had nog maar 1 terras gehad en zij namen plaats op een terras met uitzicht over de Maas, de toerfietsclub hobbelde over de kasseien naar de afgesloten spoorwegovergang. Hier raakten we een deel van de route kwijt en daar het percentage eigenwijsheid onder schaatsers boven het landelijk gemiddelde ligt, verbrokkelde de groep van 6 fietsers in 3 groepjes, die elkaar in de klim bij Moerslag weer troffen.
Met de Tomtom als hulpmiddel koersten we aan op Gulpen. Paul deed het zo voortvarend, dat we hem bij een onoverzichtelijke viersprong kwijt raakten. Zodoende was hij net voor de optocht van de schutterskorpsen in Reijmerstok en moesten wij wachten op de schutters.

Dat vonden we helemaal niet erg. We genoten volop van deze Limburgse folklore. Het oponthoud van een half uur namen we graag voor lief.

Bij ons huisje gekomen lag Paul al languit in het ligbad. Wij hadden echter een prima alternatief: gezellig samen een biertje drinken, nagenietend van de ruim 110 km, die we afgelegd hadden in het Mergelland.
's Avonds gingen we met zijn elven uit eten. Jos Drabbels zou daarna naar huis rijden en Jaap de Gorter besloot vrij spontaan, om met hem mee terug te rijden. Hij overhandigde Hans Boers de sleutels en het kentekenbewijs van zijn auto, zodat wij samen terug konden rijden naar Holland.
Het eten was heerlijk, het was gezellig en we konden lekker bijkletsen met elkaar en de lachsalvo's galmden af en toe door het restaurant. Paul en ik zaten te filosoferen, welke straf Al Kaida in petto had voor de toespraak, die Geert Wilders op dat moment in New York uitsprak. Uiteindelijk werden we het er over eens: ze zouden Limburg onder water zetten.

's Avonds bij het huisje aan gekomen namen we nog een afzakkertje op het terras. Deze schitterende dag verdiende immers een zwoele avond.