Via Epen klommen we langs camping "De Rozenhof", waar ik jaren geleden 3 weken met mijn gezin een stacaravan gehuurd had voor een heerlijke vakantie.
De groep van 11 IJVL-ers, traditioneel gekleed in allerlei verschillende sportkledij, werd in Vijlen gesplitst in 2 groepen: een snelle en een langzamere. Het zal niemand verbazen, dat ik in de toerfietsclub werd ingedeeld. En zo reden er een bontgekleurde groep van 5 en een van 6 fietsers onafhankelijk van elkaar door het mooie Limburgse land: over de heuvels en met nog 100 km te gaan ver weg.
Bij het vlak bij Gulpen gelegen Wittem bogen we af naar het zwaarste deel van de route: de Eyserbosweg.
Na een tweetal afdalingen kwam de Keutenberg. Daar vandaag een deel van Boogie's Extreme verreden werd, die deels samenviel met de Mergellandroute, werd er her en der gefilmd en gefotografeerd.
Net als vorig jaar moest ik het onderste deel van de Keutenberg lopend afleggen. Met mijn toerfiets, met een triple voorop, weet ik de 22% wel te overbruggen, met mijn racefiets ontbreekt mij de kracht daartoe. In Sibbe zocht ik met mijn reisgenoten Jos Drabbels, Paul Verkerk, Hen van den Haak, Hans Boers en Jaap de Gorter een zonnig terras op op deze prachtige zaterdag, met uiteraard een stuk Limburgse vlaai.
De meesten bestelden koffie, ik hield het bij koude chocomel, waarop de ober zei: "Meestal wordt dat alleen door de jongste van het gezelschap besteld".
Wat we trouwens gek vonden, dat we op het kaartje, dat Wil Verbeij voor ons had uitgeprint, het terras in Sibbe niet terug konden vinden aan de route.
"Maar dit is de Mergellandroute voor auto's!" wist de snedige ober.
Over een prachtige holle weg daalden we af naar de oostpunt van Valkenburg om, hoe toepasselijk, daarvandaan te gaan klimmen naar Klimmen. Na een bocht door Hulsberg kwamen we weer in Valkenburg uit, dit keer bij het station. Daar we hadden besloten om het saaiste deel van de Mergellandroute, de punt naar vliegveld Beek, achterwege te laten. Zodoende beklommen we even later de Cauberg. De weg was, vanwege Boogie's Extreme, voor de helft gereserveerd voor wielrenners op weg naar de finish. Er stond flink wat publiek onze klimcapaciteiten te bewonderen.
We reden langs de finishstraat en daalden af richting Maastricht, tot we halverwege de afzink de Mergellandroute weer oppikten. Door Bemelen reden we naar Bergrust, halverwege de klim van de Bemelerberg.
Op het prachtig gelegen terras, waarbij zwoegende klimmers en snelle dalers het bewegende deel van het prachtige decor vormden, namen we onze lunchpauze. We bestelden diverse dranken, zoals melk, cola en diverse soorten koffie. Bij de tweede ronde waren er zowaar twee personen uit onze groep, die hetzelfde bestelden.
Met de gestilde dorst klommen we verder naar camping "Mooi Bemelen", waar ik diverse keren gekampeerd heb met Ada, om af te gaan dalen naar Cadier en Keer. Hier werden we bijgehaald door de andere groep IJVL-ers. In een bontgekleurde stoet reden we een paar kilometer gelijk op. Waar wij 85 km op de teller hadden staan, hadden de snelle groep er al 110 op zitten! Al snel kwam het verschil tot uitdrukking: op weg naar Eysden viel de groep weer in twee groepen uiteen. Wil Verbeij ging op kop sleuren en het tempo ging tegenwind van 29 naar 34 in het uur.
De snelle groep had nog maar 1 terras gehad en zij namen plaats op een terras met uitzicht over de Maas, de toerfietsclub hobbelde over de kasseien naar de afgesloten spoorwegovergang. Hier raakten we een deel van de route kwijt en daar het percentage eigenwijsheid onder schaatsers boven het landelijk gemiddelde ligt, verbrokkelde de groep van 6 fietsers in 3 groepjes, die elkaar in de klim bij Moerslag weer troffen.
Met de Tomtom als hulpmiddel koersten we aan op Gulpen. Paul deed het zo voortvarend, dat we hem bij een onoverzichtelijke viersprong kwijt raakten. Zodoende was hij net voor de optocht van de schutterskorpsen in Reijmerstok en moesten wij wachten op de schutters.
Dat vonden we helemaal niet erg. We genoten volop van deze Limburgse folklore. Het oponthoud van een half uur namen we graag voor lief.
Bij ons huisje gekomen lag Paul al languit in het ligbad. Wij hadden echter een prima alternatief: gezellig samen een biertje drinken, nagenietend van de ruim 110 km, die we afgelegd hadden in het Mergelland.
's Avonds gingen we met zijn elven uit eten. Jos Drabbels zou daarna naar huis rijden en Jaap de Gorter besloot vrij spontaan, om met hem mee terug te rijden. Hij overhandigde Hans Boers de sleutels en het kentekenbewijs van zijn auto, zodat wij samen terug konden rijden naar Holland.
Het eten was heerlijk, het was gezellig en we konden lekker bijkletsen met elkaar en de lachsalvo's galmden af en toe door het restaurant. Paul en ik zaten te filosoferen, welke straf Al Kaida in petto had voor de toespraak, die Geert Wilders op dat moment in New York uitsprak. Uiteindelijk werden we het er over eens: ze zouden Limburg onder water zetten.
's Avonds bij het huisje aan gekomen namen we nog een afzakkertje op het terras. Deze schitterende dag verdiende immers een zwoele avond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten