maandag 28 februari 2011

Kuifje

De oorspronkelijke titel, die ik voor dit stukje in gedachten had, luidde: "Lentebode".
Maar zoals dingen in het leven vaak anders lopen dan je dacht, zo ging dat ook voor dit verhaal op.
Het begon allemaal eind januari. Mijn collega Irene had enkele opmerkingen over de lengte van mijn haar en ze had ook nog eens de euvele moed om er een stukje op haar blog aan te wijden onder de kop "Misleiding".
Ik citeer: "Een vast onderdeel van zijn voorbereiding ligt in het laten groeien van zijn haardos gedurende de donkere maanden van het jaar zodat die wilde haren hem bescherming kunnen bieden tegen eventuele bevriezingsverschijnselen. Zoals dat vaak gaat met mensen met een passie, loert ook de verdwazing om de hoek. En daarom kan het soms, tegen alle verwachtingen in, heel lang duren voordat hij de hoop op een tocht opgeeft en de weg vrijmaakt voor de lente."
en "Groene puntjes in de aarde? Ik laat me niet voor de gek houden. De lente komt pas na de kapper."

Bij mij rijpte het plan om van de haardracht dit jaar iets speciaals te maken. Op een gegeven moment was ik eruit: ik zou een punkkapsel laten knippen. Precies 2 weken geleden fietste ik voor een afspraak langs de kapperszaak van Edwin Minnee. Vorig jaar heb ik een aantal keren met Edwin geschaatst. Naast schaatsen kan hij trouwens ook uitstekend synchroonzwemmen.
Het plan was helder. Na 200 km geschaatst te hebben op Flevonice in Biddinghuizen ten behoeve van de Nierstichting, zou ik op maandagochtend door Edwin een hanekam laten knippen.

Aldus geschiedde. De muziek had ik er ook al bij gevonden.

Voor de Duitstaligen onder ons:

Maar voor de rest liep het toch een klein beetje anders, dan ik had gepland.
Uiteraard was men verbaasd, met welk kapsel deze lentebode aan kwam zetten. Maar waar ik niet op gerekend had, waren enthousiaste reacties als "Het staat je best leuk" of "Je ziet er 20 jaar jonger uit". Dat was mijn bedoeling helemaal niet!
En daar kwam ook nog eens deze opmerking overheen: "Nu zie je er tenminste weer ondeugend uit!"
Alleen al het feit, dat men mij met ondeugendheid in verband wil brengen....

Maar het ergste moest nog komen: "Je lijkt Kuifje wel!"

zaterdag 26 februari 2011

Ereronde met DE EREGALERIJ

Zoals gebruikelijk sliep ik slecht na een Alternatieve Elfstedentocht. In het vooronder van "'t Is net oars" ben ik om een uur of half 3 in slaap gesukkeld om om kwart voor 5 al wakker te worden. De slaap wilde niet meer komen.
Deels komt dit door de afvalstoffen, die in je lichaam rondzwerven, deels omdat ik 3 blikjes energiedrank met cafeïne op heb om de vetverbranding goed op gang te brengen. Ik drink nooit koffie, dus dan werkt de cafeïne extra sterk.
Om 6 uur was ik er al uit om eerst een uur te gaan lezen om aansluitend te gaan ontbijten. Een eenvoudige doch voedzame maaltijd.
Dan had Hans het in het hotel in Harderwijk, met zalm bij het ontbijt, toch wat luxer.

Volgens afspraak had Hans om half 9de wagen voorgereden in Harderhaven en konden wij op weg naar Flevonice voor het tweede deel van onze 24 uur. Om 9 uur wilden we op het ijs staan, want het startschot van IJsstrijd was de meest bijzondere, die er is: Henk Angenent, Reinier Paping, Jan van der Hoorn, Jeen van den Berg, Evert van Benthem, Lenie van der Hoorn, Tineke Dijkshoorn, Klasina Seinstra en Wobkje Hutting-Kooistra, alle nog levende Elfstedentochtwinnaars waren aanwezig! Om 5 voor 9 reden we op de 400-meterbaan naar de startstreep, waar kersvers wereldkampioene allround, Ireen Wüst, het startschot zou lossen.
Ik kwam Tineke Dijkshoorn tegen, waar ik op de Gouwzee 5 km aan had gereden. Met haar raakte ik in gesprek, zodat ik op de tweede rij kwam te staan, terwijl een hele batterij persfotografen foto's stond te maken van deze unieke rij schaatsers. Het is bijzonder, als je wereldkampioen wordt, het is nog bijzonderder als je Olympisch kampioen wordt, maar de Elfstedentocht winnen is toch nog een treetje hoger!

Hier stond dus DE EREGALERIJ van het schaatsen op nog geen halve meter bij mij vandaan. Zeer veel foto's waren genomen en enkele verhalen waren verteld, waaronder dat van de Elfstedentocht uit 1941. De toen 16 jaar oude Wobkje Kooistra was de eerst binnenkomende vrouw: "De volgende ochtend moest ik wel gewoon koeien melken!" Volgens planning zou Ireen Wüst het startschot geven. De eerste keer lukte het niet. "Valse start", riep ik meteen. De tweede keer lukte het wel. Tineke Dijkshoorn reed als eerste weg en ik reed meteen achter haar aan. Hans van der Plas volgde me, net als IJVL-lid Jan Annard, die ook meedeed aan IJsstrijd.
Bij het bruggetje keek Tineke Dijkshoorn om: er zaten geen andere Elfstedentochtwinnaars achter haar. "Je hebt ze allemaal eraf gereden", merkte ik op. Tineke liet zich even afzakken, ik kwam op kop van het treintje. Een kilometer verder was het Elfstedentochtteam compleet, vlak achter mijn rug. Deze eenvoudige toertochtschaatser reed daar, na het voltooien van de Alternatieve Elfstedentocht van gisteren, gewoon op kop van de groep met alle nog schaatsende Elfstedentochtwinnaars. Met recht een ereronde met DE EREGALERIJ!
Het ging, met 200 km nog in de benen, verbazingwekkend makkelijk. Tot mijn stomme verbazing bleef ik de hele ronde op kop van deze groep en de tweede ronde ook, terwijl er vanuit de wagen op de weg naast de ijsbaan druk gefilmd werd met een hightech-camera.
Hans kreeg weer last van zijn rug en ging van het ijs af om zich te laten masseren.

Ik raakte nog even in gesprek met Henk Angenent, alvorens ik in mijn eentje weer op weg ging voor mijn derde ronde. Aan het eind van deze derde ronde kwam ik achter een vrouw te rijden, die een mooie slag had, maar te veel met haar punten afzette. De schaatstrainer in mij wees haar hier op, toen wij een kopje bouillon tot ons namen. We raakten aan de praat en reden een paar rondjes samen. Annemieke Huisman bleek uit Oud-Ade te komen en een echte liefhebber van natuurijs. Bij een van deze rondjes moesten wij hartelijk lachen om een jochie van een jaar of 6 in een Farmers4all-trui, die we al een keer eerder hadden ingehaald. Bij het punt, waar je de 5 km kunt verkorten tot 3 stond zijn vader te gebaren dat hij hier naar rechts moest. Zoonlief met nummer 263 was dit punt al gepasseerd en schaatste stoïcijns door met een blik van "Je kan me nog meer vertellen...." Waar ben ik die karaktertrek eerder tegengekomen? Zijn naam weet ik niet, maar nummer 263 komt er wel! Op een gegeven moment kwamen we Lex, de man van Annemieke, tegen. Gedrieën reden we nog een paar rondjes van 5 km. Het ging zo makkelijk, dat het idee postvatte, dat ik wel eens de 100 km vol zou kunnen maken vandaag. Dat bleek echter een misvatting. Na een kleine 45 km schaatsen ging ik even naar de w.c. Daarna was het ineens over en uit met me. De man met de hamer had me weten te vinden. Hans van der Plas was inmiddels ook weer op het ijs en we waren elkaar op de 5 kilometerbaan constant misgereden.
Op karakter maakte ik de 50 km vol, net als mijn Katwijkse trainingsmaat. We hadden er 250 km opzitten en vonden het om 12 uur welletjes. We hadden alles gegeven. Meer zat er simpelweg niet in. In de kantine van Flevonice namen we een warme chocolademelk met slagroom. We wachtten, praatten en rustten tot kwart voor 2, toen we ons weer naar de 400-meterbaan begaven, waar om 2 uur de finish was van de 24 uur. Startnummer 183 en 184 kwamen het ijs weer op voor het rijden van een enkel ererondje. Het werden er een stuk of 5 waarmee ik uitkwam op een totaal van 253 km, zeer toevallig 11 x 23. De echte ereronde was echter voor Alfred Knikker, die 555 km had afgelegd in 24 uur! Wat dat aangaat zijn wij maar mietjes. De laatst binnenkomende was iemand uit de ploeg Farmers4all, die ook de 500 km vol maakte. Net zo veel als Hans en ik samen. Niet lang daarna stonden we onder de douche, alvorens deze "bikkels van de 24 uur" zich in de kantine achter de schermen lieten masseren. Ik hoor een enkeling al denken: "Een schelm achter het scherm!" Ik moet zeggen: de massage was een overweldigende ervaring. Welke man droomt er niet van, dat hij eens door 3 jonge vrouwen onder handen wordt genomen. In mijn geval was het trouwens een kwestie van tijd, dat dit een keer zou gebeuren. Aardig wat vrouwen hebben dit in de loop der jaren al eens tegen me gezegd: "Bert Breed, ik krijg je nog wel een keer!" Nu was het dan zover. Zes handen waren bezig met mijn rug en mijn benen.
Ondertussen speelde een dweilorkest in de kantine "Californian dreaming" van "The Mama's & Papa's". Het was heel bijzonder, dat de hele achterkant van mijn lijf met zorg behandeld werd, maar op een gegeven moment had ik de vreemde gewaarwording, dat mijn linkerkuit pijn deed, terwijl mijn rechterbeen en mijn rug prettig aanvoelden.
Terwijl Hans en ik gemasseerd werden, was er een veiling in de kantine gaande, waarbij gesigneerde jacks bij opbod verkocht werden. Toen even later Astrid Westerink op het podium werd geroepen voor de prima organisatie, werd er door een man spontaan een bod van € 500,- gedaan, waarop binnen 2 seconden € 550,- werd geboden. Een koopje, als je het mij vraagt. Om 3 uur was IJsstrijd afgelopen en kwam de minister van Volksgezondheid, Edith Schipper, het voorlopige totaalbedrag van deze actie bekend: € 102.555,-. Wij liepen in de stromende regen naar de auto. We hebben met het weer alle geluk van de wereld gehad. Precies na het sluiten van IJsstrijd gingen de hemelsluizen pas open.
Wat dat aangaat waren het toch twee heel bijzondere dagen, met een tweetal hoogtepunten: het unieke baanrecord van de nog fit ogende Alfred Knikker en uiteraard DE EREGALERIJ. Ik had nooit kunnen denken, dat ik een groep Elfstedentochtwinnaars nog eens uit de wind zou MOGEN houden....

Elektronisch patiëntendossier


In de politiek wordt zeer moeilijk gedaan over de privacy in het elektronisch patiëntendossier. Op dit blog doe ik daar, uiteraard met in mijn achterhoofd dat de direct belanghebbenden er geen nadelige gevolgen van mogen ondervinden, iets minder moeilijk over. Zelf was ik zondag licht grieperig, Hans van der Plas meldde mij op donderdagochtend in de Leidse IJshal, dat hij dezelfde pijntjes in spieren in het hele lijf had. Een dag voor we mee zouden gaan doen aan de uitdaging van 24 uur schaatsen voor de Nierstichting is dat niet iets, waar je reikhalzend naar uitkijkt.
Zelf kreeg ik op donderdagavond last van mijn keel. Ik ging wel bijtijds naar bed, maar ik lag meer te malen dan te slapen. Voeg daarbij de weersverwachting, die voor regenbuien en voor zaterdag veel regen en vrij hoge temperaturen aangaf en het was duidelijk: een ideale voorbereiding is anders. IJsstrijd zou voor ons een echte ijsstrijd worden.
Ik had de rozenkrans, die ik van mijn moeder heb gekregen, omgedaan. Als de lichaamskracht te kort schiet, en dat verwachtte ik eigenlijk wel een beetje, dan komt het aan op geestkracht.
Mijn moeder is uiteindelijk overleden aan niet goed werkende nieren, waardoor langzaam maar zeker haar lichaam vergiftigd werd. De laatste 12 jaar van haar leven moest ze om de paar jaar wel een keer opgenomen worden in het ziekenhuis voor deze klachten. Klagen deed ze echter nooit. Opgewekt als ze altijd was zei ze dan: "Ik krijg weer een onderhoudsbeurt!"
Met nog steeds lichte spierpijn stond Hans van der Plas, zoals een goed Katwijker betaamt, volgens afspraak om 9 uur bij ons op de stoep. De 4 tassen werden ingeladen en met Hans en zijn vrouw Tineke gingen we op weg naar Biddinghuizen voor ons ongewisse avontuur.
Alles zat onderweg mee en om half 11 waren we al bij Flevonice. We waren er voor de organisatie van IJsstrijd. Geen probleem: we werden gratis binnengelaten en konden onze schaatsen aan gaan trekken in de mistige Flevopolder.


Om 5 voor 11 maakten we onze eerste slagen op het natte, maar spiegelgladde ijs. Met de Herzog compressiekousen, die ik vorige week gekocht had. Ik was benieuwd, hoe ze zouden werken.
Het eerste rondje ging vrij rustig. Hans moest zijn spieren even losrijden. De tweede ronde van 5 km ging al een stuk sneller. We hadden veel geluk met de weersomstandigheden. De plekken met een zachte, aangeslagen bovenlaag werden steeds kleiner. Ook al stonden er soms grote plassen, het ijs eronder was keihard!
Na de tweede ronde kwamen we Jan van Schie tegen, die gezien de weersvoorspelling van zaterdag had besloten om ook naar Flevonice af te reizen.


Nu had je in de jaren '70 een amusementsprogramma onder de titel "Wie van de drie". Drie personen zeiden een naam en de 4 panelleden moesten raden, wie de echte persoon met die naam was.

Bij Jan van Schie zouden ze het knap moeilijk hebben gehad: via de Leidse IJshal ken ik 3 personen, die luisteren naar de naam Jan van Schie....

Om u alvast een tip te geven: deze Jan van Schie is herstellende van een heupblessure. Door de opgelopen conditie-achterstand kon hij het gammele duo helaas niet bijhouden. Wij hadden graag met hem op geschaatst, maar voor vandaag hadden we andere doelen.


We kwamen lekker op stoom. Om beurten namen we een rondje kopwerk. Zoals gebruikelijk stond er in de polder vrij veel wind. Tegen de wind in ga je dan diep zitten, met de wind mee rij je dan rechtop om zoveel mogelijk meewind te vangen en vooral om je rug te ontlasten.
Om 5 over half 2, met al 11 rondjes op de teller, gingen we ons inschrijven bij Astrid Westerink, die had gezorgd voor een prima organisatie van dit evenement. Ik mocht kiezen uit nummer 183 of 184. Nu is 184 deelbaar door 23, mijn geluksgetal, dus dat leek me een goed plan. Vorig jaar had ik nummer 39, 3 x 13. Nou, dat heb ik geweten!
We namen tot 2 uur pauze voor een hapje, een drankje en een plaspauze, zodat we om 2 uur klaar stonden voor het officiële startschot van de 24 uur van IJsstrijd.

Het startschot zou worden gegeven door niemand minder dan Jan Roelof Kruithof, elfvoudig winnaar van de Alternatieve Elfstedentocht en nog steeds wereldrecordhouder 24 uur schaatsen met 655 km en 700 meter.

Ik had zo'n vaag idee, dat wij daar vandaag niet aan toe zouden komen.
Desondanks marcheerde het tegen alle verwachtingen in behoorlijk goed. Ook al werden we regelmatig ingehaald door een groep van 5 man, met Alfred Knikker als de grote motor, wij reden ook stug door. En dan komt ineens het langverwachte omslagpunt: je bereikt de 100 km. Vanaf dat moment kun je gaan aftellen.

Dat deden we dan ook met graagte, want Hans begon zijn rug te voelen. De lichten op de baan werden aangedaan en wij konden in het donker doorrijden tot 120 km. Een prima voorbereiding op de echte Elfstedentocht trouwens. Op een gegeven moment zagen we iets, wat je in de vrije natuur niet iedere dag ziet.

Op een houten paal pal langs de ijsbaan zat een uil. Toen we een meter of 4 bij hem vandaan waren, vond hij dat kennelijk toch te link en vloog hij weg.

Mijn kluunschaatsen begonnen bot te worden. Gelukkig had ik nog een paar reserve-ijzers bij me, die ik onderklikte, terwijl in de hal van Flevonice mijn botte schaatsen werden geslepen.
Hans begon door de rugpijn langzamerhand aan opgeven te denken. Bij mij was daar absoluut geen sprake van. Vorig jaar heb ik de 200 km bij IJsstrijd niet kunnen voltooien en met de 1000 rondjes van Leiden heb ik me ten onrechte lopen sparen. Toen was ik in topvorm, nu niet. Koste wat kost wilde ik voorkomen, dat ik voor de derde keer op rij de Alternatieve Elfstedentocht niet uit zou rijden.
Hans besloot de 150 vol te maken en ik nam alle kopwerk voor mijn rekening. Het koste me geen enkele moeite. Ooit heeft Jaap de Gorter mij zo naar de eindstreep op de Bonkevaart geloodst en goede dingen moet je met anderen delen. Vandaag was ik aan de beurt om met krachten te smijten. Onvermoede krachten trouwens.
Na 150 km haalden we weer een stempel en Hans besloot er nog een paar rondjes aan vast te knopen. Prima: samen schaatsen is een stuk gezelliger dan in je eentje. Mijn rechterknie begon wat te protesteren en de laatste 50 km heb ik met pijn in die knie gereden. Een zeurende pijn, maar dat hoort er nu eenmaal bij. Als je een Alternatieve Elfstedentocht wilt rijden, moet je kunnen afzien.
De paar rondjes, die Hans in gedachten had werden er weer 5, zodat we op 175 km waren beland. Bij de Elfstedentocht zit je dan ter hoogte van Dokkum. Dan moet er wel iets heel bijzonders gebeuren, wil je dan nog opgeven. Dat deed mijn trainingsmaat niet, ook al gaf hij aan, dat we wel moesten temporiseren. Dat deden we. Zodoende "verloren" we op het laatste stuk een minuut of 10 op het vorige tempo, maar we waren om 5 voor half 10 binnen, een half uur voor op ons snelste schema.

Waar ik zondag gammel was en Hans donderdag, hadden we op vrijdag de 200 km voltooid. Zonder inzinking!
Moe maar voldaan stapten we de kantine van Flevonice binnen voor een welverdiende warme chocolademelk en een overheerlijk biertje. De vochtbalans moest een beetje hersteld worden.
Alvorens hij met Tineke met de auto doorreed naar hun hotel in Harderwijk, zette Hans mij tegen elven in Harderhaven af bij mijn zwager Anton, zijn vrouw Annemarie en hun zoon Jesse, waar we tot half 2 gezellig met elkaar zaten te kletsen, ook over de compressiekousen en over het wonderbaarlijke herstelvermogen van een goed getraind lichaam.
Tot zover dit medisch communiqué.

donderdag 24 februari 2011

Carnaval


Het duurt nog even, voor het carnaval is, maar vandaag gebruikte ik het als thema bij de schaatsles in de Leidse IJshal. Het was met 119 kinderen een stuk drukker dan gisteren. Zonder dat ik er ook maar iets aan deed, kwamen 6 van de 7 kinderen, die ik gisteren les gegeven heb, uit zichzelf naar mij toe. Kennelijk is mijn manier van lesgeven hen bevallen.
Het leuke van het thema "Carnaval" is, dat je er zeer veel spelelementen in kunt stoppen. Mensen zijn verkleed en al deze vermommingen zijn te gebruiken om op een speelse wijze een oefening te doen. Even een kleine greep: een vogel, een clown, een kikker, een wielrenner, een tijger, een ruiter te paard, een koorddanser, een ooievaar, een sluipende Indiaan en een boer, die koeien aan het melken is. Bij elk van deze carnavalsuitdossingen is wel een schaatsoefening te bedenken.
Aangevuld met "de boom, die wordt hoe langer hoe dikker, een estafette met een pilon op de rug en tweelingtikkertje heb je een leuke schaatsles van een uur. En dat uur is zo voorbij!

woensdag 23 februari 2011

Schaatsles in de Krokusvakantie


Terwijl de krokussen in volle bloei staan in onze tuin, vertrok ik bij licht vriezend weer op de fiets naar de Leidse IJshal om te helpen bij het lesgeven aan kinderen in de Leidse IJshal. Daar kwam ik Hans van der Plas tegen, met wie ik vrijdag en zaterdag ga schaatsen voor de Nierstichting.

Het lesgeven op de binnenbaan ging weer als vanouds. Gisterenavond heb ik mijn vaste dinsdagavondtraining laten schieten om mijn lichaam nog wat extra rust te geven, want het zal bij IJsstrijd behoorlijk zwaar worden: middagtemperaturen tot 10 graden. Dat zal vermoedelijk een zachte bovenlaag opleveren, dus dat wordt ploeteren. Maar goed, it's all in the game.
Er waren 95 kinderen op de schaatsles afgekomen. Om kwart voor 11 fietste ik naar huis om me om te kleden en naar mijn werk in Katwijk te fietsen. Met het windje in de rug reed ik rustig pedalerend 27 km per uur. Daar zag ik tussen de kassen bij Valkenburg een drietal wielrenners mij met nog hogere snelheid tegemoet rijden: Jan Versteegen, Wim van Huis en Evert Boekhout waren aan het trainen. Op zich een prima training voor natuurijs: tegen de wind in beuken met temperaturen rond het vriespunt. Alleen jammer, dat de vorst net op het punt staat ons land te verlaten, want in het noorden van het land werd alweer geschaatst op natuurijs.

dinsdag 22 februari 2011

Schaatsenrijden


In "Schaatssport", het fraaie magazine van de KNSB, heeft schaatskenner Marnix Koolhaas een rubriek getiteld "IJskunst". De vele interessante verhalen uit deze rubriek vormen, samen met de eerste twee hoofdstukken uit het boek "Koning Thialf", de inhoud van dit prachtige boek.
Het leuke van "Schaatsenrijden" is, dat veel onderwerpen aan bod komen, die je in andere schaatsboeken niet snel zult vinden.
De achterflap van dit boek onthult al veel: "Prominent schaatskenner Marnix Koolhaas duikt in de historie van een van onze meest geliefde sporten. Zowel in Nederland als tot ver over onze landgrens bezit het schaatsen een ongekend veelzijdige geschiedenis. Via een vijftigtal rijk geïllustreerde verhalen neemt Koolhaas de lezer mee op een verrassende tocht. Verhalen over de schaatsers in de schilderijen van Jeroen Bosch en Hendrick Avercamp, over de meest afgelegen ijsbaan ter wereld op het eilandje Tristan da Cunha, over een gevecht op leven en dood tussen schaatsers en tangoliefhebbers in Argentinië, over Ard & Keessie, over liefde en dood op het ijs, over schaatsen op zondag, over Sonja Henie en nog veel meer."
Daar is geen woord te veel bij gezegd. Eerder te weinig. Ook in de literatuur wordt deze mooie sport in romans of gedichten soms prominent beschreven. Denk daarbij aan auteurs als Simon Vestdijk, Herman de Man, Hildebrand, Koos Speenhoff, Antoon Coolen, Johann Wolfgang von Goethe en Gerrit Achterberg.
De prachtige foto's en reproducties van schilderijen en tekeningen maken dit boek compleet. Kijk, lees en geniet!

zondag 20 februari 2011

Gammel


Het is in de trainingsleer een bekend advies: in de laatste week of de laatste 14 dagen voor een zware inspanning pak je zo veel mogelijk rust. In alle schema's voor de marathon vind je dit terug. Voor een Elfstedentocht ligt dit een slag anders: je weet nooit, wanneer deze komt en je bent al blij, dat je überhaupt op natuurijs kunt schaatsen. Als het kan, dan moet het.

De rustdag heb ik vandaag te pakken, maar niet op een manier, die ik graag zou willen. Na vannacht als een blok geslapen te hebben, voelde ik bij het uit bed stappen zeer veel spieren. Dat kon niet aan de fysieke inspanningen van gisteren liggen. Ik ben naar de Leidse binnenstad gefietst, heb in totaal een kilometer of 6 hardgelopen en heb 2 paar schaatsen geslepen.
Daar krijg je geen spierpijn van. Ik heb dus een lichte griep te pakken. Gelukkig kan ik nog normaal eten, maar het leek me verstandig om vandaag wel veel rust te pakken. Het familiebezoek in Maasland heb ik dus geschrapt en de zondag werd zo voor mij, geheel in calvinistische traditie, een echte rustdag.

Na een middagdutje van ruim 2 uur voel ik me wel wat opgeknapt, maar nog behoorlijk gammel. Niet bepaald een ideale voorbereiding op IJsstijd a.s. vrijdag en zaterdag. En dat, terwijl de weersvoorspellingen ook niet veel goeds beloven: zacht en vochtig. Op Flevonice betekent dit een zachte bovenlaag, dus zwaar ijs.
Ik kan me mentaal dus hier op voor gaan bereiden, terwijl ik het lichaam zoveel mogelijk rust gun. Gelukkig heb ik geen koorts, dus ik hoop, dat de aanslag op de op zich goede conditie meevalt. Ik hou daarbij de Elfstedentocht van 1997 maar voor ogen.

Op maandag had ik toen buikgriep, de vrijdag erop reed ik, met zeer veel dank aan Jaap de Gorter, de Elfstedentocht uit.
Het kan dus goed komen, ook al voel ik me nu gammel.

zaterdag 19 februari 2011

Winter in Amerika


Het lijkt al weer heel lang geleden, die prachtige decembermaand. Heel Europa zat in de kou, terwijl het in het oosten van Amerika te warm was voor de tijd van het jaar.
Met het jaar 2011 op de kalender werden de bordjes verhangen. Het oosten van Amerika kreeg de volle laag van Koning Winter, terwijl wij het hier moesten doen met een mengeling van herfstweer met tussendoor lentedagen.
Toeval? Niet bepaald. Zodra ik beelden zie van sneeuwstormen in New York, dat ter hoogte van Madrid en Rome ligt, slaat me als natuurijsschaatser de schrik om het hart. Dit houdt namelijk in, dat er zeer koude lucht de Atlantische Oceaan opgeblazen wordt. Doordat het zeewater relatief warm is, ontstaan hier gemakkelijk depressies, die door de draaiing van de aarde in oostwaartse richting trekken. Er ontstaat dan een westcirculatie, die de ene depressie na de andere op West-Europa afvuurt. Als er dan ook nog een hogedrukgebied bij de Azoren ligt, krijgen wij de volle laag.
Slechts sporadisch is het een koude winter in zowel het oosten van Amerika als West-Europa. 1963 en 1979 zijn de uitzonderingen op de regel: winter in Amerika, herfstweer bij ons.

Wat dat aangaat is de temperatuur dan net een wip: als de een omlaag gaat, gaat de ander omhoog en omgekeerd. Dit jaar bewees het weer eens. Waar het oosten van Canada, gelegen ter hoogte van Nederland, een veel te warme decembermaand beleefde, hadden wij een zeer sneeuwrijke wintermaand.

Daarna werd het natuurijs hier wel erg schaars.

Nieuwe schoenen

Vandaag stond er een afspraak met Hans Boers om bij de Hardloopwinkel in Leiden nieuwe schoenen te gaan kopen en aansluitend een stuk hardlopen. Helaas had het griepvirus Hans ook weten te bereiken, dus deze afspraak werd uitgesteld.
Zelf ging ik even inventariseren, wat ik allemaal nodig heb voor IJsstrijd komende week. Daarbij kwam ik tot de conclusie, dat de Squeezy sportvoedingsgel bijna op was. Ik moest dus sowieso even bij de Hardloopwinkel langs. "Dan kan ik net zo goed meteen kijken naar nieuwe schoenen", zei ik tegen Ada en ik vertrok op de fiets naar het centrum van Leiden.
Na bij "de Helianth" wat wekelijkse boodschappen te hebben gedaan, reed ik door naar de Sint-Jorissteeg. Daar aangekomen testte ik een drietal loopschoenen uit. De Asics vielen meteen af, waarna ik lang bleef twijfelen tussen Brooks en New Balance. Een aantal testrondjes om de winkel volgde. Uiteindelijk sloeg de balans uit in het voordeel van Brooks, met hetzelfde model als waarop ik gelopen had.
Als extraatje krijg je er tot 1 maart een gratis hardloopjack bij. Dat is toch mooi meegenomen. Uiteraard kocht ik ook nog een pak Squeezy met aardbeiensmaak.
En daar er tegenwoordig aardig wat mensen rondlopen met compressiekousen wil ik dit ook wel eens uittesten. Als de verhalen kloppen, moet de hersteltijd van de kuitspieren ermee verkort worden. En de beste manier om dit te testen is om het zelf eens uit te proberen. Zodoende vertrok ik ook met een paar Herzog compressiekousen op de fiets naar huis. Bij IJsstrijd ga ik ze voor het eerst uittesten.
Het is trouwens een goede traditie, dat ik in deze tijd van het jaar nieuwe hardloopschoenen koop. Na een jaar trainen is de demping er uit en deze demping kun je het best gebruiken als je de langste afstanden loopt: in de aanloop naar de marathon van Leiden dus!

Het advies van deze oude rot is dus: wacht niet met het kopen van nieuwe hardloopschoenen, dus niet tot je een gat in je schoen hebt.

vrijdag 18 februari 2011

Alexander

Het is even wennen: op vrijdagmiddag maar één uur schaatsles geven in de Leidse IJshal in plaats van twee. En vandaag was er op dit vlak van mijn kant weinig initiatief. Door het begin van de krokusvakantie waren er minder kinderen op het IJVL-uur dan normaal. We gooiden alle groepen bij en door elkaar en begonnen met minimaal 5 rondjes rijden, gevolgd door schaatsen in de elastieken: je schaatst, terwijl je iemand voorttrekt. Een uitstekende oefening van kracht en techniek tegelijk.
Daarna was Monica van Rijn degene, die de 20 kinderen allerlei spelletjes liet doen: "Anna Maria koekoek", een estafette, "Schipper mag ik overvaren".

Tot besluit waren er een aantal tikspelletjes.
Max Delfos moest eerder weg en hij had aan mij gevraagd, of ik me over Alexander Marselis wilde ontfermen. Dat was geen probleem. Deze G-schaatser is altijd blijmoedig. Samen reden we onze rondjes, en we deden aan de spelletjes mee, waarbij ik Alexander een beetje stuurde. Als hij je tikt, dan is er geen enkel excuus in de trant van "Je hebt me niet geraakt", want sommige kinderen gaan dan gewoon gestrekt op het ijs.
Aan het eind van de les komt Alexander je altijd enthousiast bedanken: "Bedankt, Bert!"
Bij deze mijn oprechte weerwoord: "Jij ook bedankt, Alexander!"

Artiesteningang

Het is niet gebruikelijk, dat ik een donderdagochtend niet ga schaatsen. Toch gebeurde dat gisteren. De Carmina Burana van Carl Orff stond op het programma van de Leidse Scratchdagen en met mijn vrienden van Schelvispekel.
Om 9 uur vertrok ik op de fiets naar het huis van Jaap de Gorter, waar ik mijn fiets veilig stalde en naar de Pieterskerk wandelde. Het was een drukte van belang. Toevallig kwam ik bij het Rapenburg mijn vrienden tegen. Bas Warnink meldde mij, dat Nel helaas ziek was. Met Tim de Beer en Annemieke Dol liepen we naar de ingang van de Middeleeuwse kerk, waar we plaats namen op onze plek op de tribunes.
Onder de bezielende leiding van Hans van der Toorn begonnen we om kwart voor 10 aan de repetities met operaliederen van Giuseppe Verdi. Net als vorig jaar stak de dirigent in een grootse vorm en met veel humor wist hij ons de hele dag te vermaken met snedige opmerkingen als iets niet helemaal klonk, zoals het de componisten ooit voor ogen stond.

Maar gaandeweg de dag kwam er toch het gevoel, dat het zou gaan lukken. Zelfs het moeilijkste deel van de Carmina Burana, het mannenkoor "In taberna", kon slechter. Hans van der Toorn begon 's ochtends de toon te zetten met een verwijzing naar dit moeilijke lied: "En heren, kijken jullie ook al uit naar de kroegscene?"

En toen we vastliepen bij de moeilijkste zinnen, kwam daar een snaakse opmerking bij de zinsnede "Octies pro fratribus perversis": "Daar weten we inmiddels alles van!"

Zo ging het de hele dag door met deze stand-up comedian als dirigent.
Tijdens de scabreuze liefdesliederen kwam de premier van Italië, Silvio Berlusconi, ook nog even om de hoek kijken.

Tijdens de pauzes kwam ik een hoop bekenden tegen, zoals mijn collega's Evelien Steenbeek en Janny Zierikzee en haar man Arnold, maar ook IJVL-lid Jacqueline Waasdorp en zowaar ook nog Roel Visser, een oud-klasgenoot van Pedagogische Academie "De la Salle".
Tussen de middag gingen we een wandeling maken door het mooie centrum van Leiden. In het lenteachtige weer liepen we via het Rapenburg en de Jan van Houtkade en de Vliet weer terug naar de Pieterskerk. Na de middagsessie konden we om half 6 aan tafel in "La Bota", waar trainingsmaat Michel Versteegen ons verwelkomde.
Het eten in "La Bota" was zoals gewoonlijk lekker en het is nog betaalbaar ook. We hadden alleen niet veel tijd om uit te buiken, want we moesten onze buikspieren in de Pieterskerk gaan gebruiken om te gaan zingen in een koor van 500 man. Ada, die met ons gegeten had, ging half grieperig naar huis en ze miste zodoende een redelijke uitvoering van liederen uit o.a. "Nabucco" van Verdi en een goede uitvoering van de Carmina Burana.

Naast me zat een man, die dit werk van Orff al in 1953 gezongen had. Toen zat hij in een jongenskoor.
Maar het was natuurlijk geen toeval, dat deze uitvoering goed ging. Het is dit jaar de 23e keer, dat de Leidse Scratchdagen gehouden werden. Bovendien werd ik 's avonds voor het eerst van mijn leven binnengelaten via een Artiesteningang. En dat schept verplichtingen....

woensdag 16 februari 2011

Tweestrijd


Paul Verkerk wist het vorig jaar op de Ankeveense plassen zo mooi te verwoorden: "Wer die Wahl hat, hat die Qual". Keuzes maken is soms lastig.
Zelf worstel ik met een dilemma, sinds IJsstrijd ook een 24-uurstocht heeft. Met Hans van der Plas heb ik afgesproken om aan deze 24 uur mee te gaan doen. Voordat we tot deze beslissing kwamen, was het duidelijk: 200 km gaan schaatsen op 1 dag.
Maar nu ligt het toch een slagje anders: hoe ga je het indelen? Hans is zo verstandig geweest om op Oudjaarsdag gewoon de 1000 rondjes van Leiden uit te schaatsen. Zelf kwam ik slechts tot 750 rondjes, dus bij mij ligt de druk om weer eens een 200 kilometer op 1 dag uit te schaatsen. Van die druk is de Katwijker verlost. Ik nog niet.

Na de Dooiijsstrijd van vorig jaar gokte ik fout met de 1000 rondjes. Ik heb dus wat recht te zetten.
Maar nu komt het dilemma: gok ik op een 200 km op zaterdag, dan moet ik op vrijdag niet te veel doen, wil ik tijdens de 24 uur zo veel mogelijk kilometers maken, dan moet ik vrijdag al een flinke klapper maken. Ik ben er nog niet uit.
Eén mogelijkheid viel al uit, na ontvangst van dit mailtje van de organisatie van IJsstrijd:
Samen met 6 andere fanatieke schaatsers gaat u van 25 op 26 februari de schaatsen onderbinden voor IJsstrijd! Een fantastische bijdrage vinden wij. Met betrekking tot de organisatie en bezetting tijdens de nacht hebben wij enkele vragen;
- bijgesloten treft u een gezondheidsverklaring aan, wilt u deze invullen? Wanneer er zich wat voordoet kunnen de EHBO'ers inspelen op uw gezondheid. Direct na het evenement worden deze verklaringen vernietigd vanwege privacy.
- gaat u tijdens nacht rust inbouwen om te slapen en zo ja welke tijden heeft u in gedachten? Ook de organisatie moet rusten dus dit kunnen we dan goed op elkaar afstemmen
- heeft u supporters die u komen aanmoedigen? We zijn genoodzaakt, ivm veiligheid, het pand van Flevonice te sluiten. We gaan dus tijden instellen waarop supporters kunnen komen kijken.
- hoe laat bent u van plan te starten. De begintijd hebben we gesteld op 14.00 uur, wanneer we een rustperiode inbouwen in de nacht kunnen we eventueel eerder starten.
De mogelijkheid om vrijdag 200 km te gaan schaatsen en dan in een kleedkamer van Flevonice een uiltje te knappen is dus uitgesloten. Ik ga dus gewoon weer in Harderhaven bij mijn zwager Anton en zijn vrouw Annemarie slapen.
Eén ding staat bij mij echter als een paal boven water. Ik wil hoe dan ook bij de start aanwezig zijn, want een eerder mailtje maakte ons attent op de Elfstedentochtwinnaars, die acte de presence geven:
Op zaterdag 26 februari zullen de Elfstedentochtwinnaars Henk Angenent, Reinier Paping, Jan van der Hoorn, Jeen van den Berg, Evert van Benthem, Lenie van der Hoorn, Tineke Dijkshoorn, Klasina Seinstra en Wobkje Hutting Kooistra voor één keer samen op het ijs verschijnen!
Dit legendarische team zal meedoen aan IJsstrijd om zich, net zoals jullie, in te zetten voor de Nierstichting. Zij zullen een paar rondes schaatsen en jullie kunnen samen met hen starten!
Voor een natuurijsschaatser is dit natuurlijk DE EREGALERIJ!
Een paar Elfstedentochtwinnaars heb ik al eens in levende lijve ontmoet. Reinier Paping stempelde mijn kaart af bij de Elfurentocht.

Henk Angenent kwam ik tegen bij de huldiging van de "Leidse" deelnemers aan de Olympische Winterspelen in Vancouver en bij de start van de 1000 rondjes van Leiden.

Zonder te beseffen, dat ik kilometers lang achter een Elfstedentochtwinnares aanreed, schaatste ik in december op de Gouwzee achter Tineke Dijkshoorn aan.

Maar zoveel Elfstedentochtwinnaars bij elkaar: ik had nooit durven dromen, dat ik daar tussen MAG schaatsen!
Ik ben nog er niet uit, hoe ik het aan ga pakken. Het enige, dat ik weet, is dat de 200 km het absolute minimum is.

Handrem

Toen ik gisterenmiddag over de Torenvlietbrug fietste, zag ik ze al lopen: Jos en Marjo. Dat kon natuurlijk geen toeval zijn. De winterbiatlon komt er aan, en dan zal Jos Fugers weer aan de startstreep staan.

De grote vraag is natuurlijk, of Jaap de Gorter dit jaar de strijd met deze toptrainer aandurft. We volgen deze wedstrijd in de wedstrijd op 20 maart in en om de Leidse IJshal natuurlijk op de voet.
Na samen met Ada een macaronischotel gegeten te hebben, vertrok ik om even voor 8 naar diezelfde IJshal. Zelf was ik al verkouden en op de fiets voelde ik mijn arm- en nekspieren. Nu was Ada al een paar dagen gammel en zoals bekend werkt een goed huwelijk nog wel eens aanstekelijk....
Ik had me voorgenomen om met de handrem op te gaan schaatsen. Bewust nam ik plaats in het tweede peloton. Niets forceren en gewoon op techniek schaatsen. Dat viel niet altijd mee. In dit peloton werd dicht op elkaar gereden, dus je had niet altijd de ruimte om je slag af te maken. Na een half uur voelde ik, dat mijn nek en armen weer soepel waren, maar nu voelde ik mijn kuiten, vermoedelijk als gevolg van het vele staan van afgelopen zondag bij de Stem van Haarlemmermeer.
Deze lichte pijn verdween ook weer en het laatste kwartier reed ik op kop van het peloton met als grootste voordeel, dat je je slag helemaal af kunt maken. Maar de handrem bleef er wel op, want volgende week doe ik mee met IJsstrijd, waaraan trouwens IJVL-lid Jan Annard ook meedoet.
En de verkoudheid moest ik helemaal niet forceren, want morgen mag ik meedoen met de uitvoering van de Carmina Burana tijdens de Leidse Scratchdagen. En voorzichtigheid is troef, want de Mexicaanse griep waart rond. De eerste symptomen zijn de uithalen, die je stem om de haverklap maakt.

maandag 14 februari 2011

Oefening baart kunst

Het afgelopen weekeinde stond in het teken van de muziek. Nadat ik zaterdagochtend mijn dienst in de bibliotheek van Rijnsburg gedraaid had, fietste ik naar de Lokhorstkerk voor de repetitie van "Die Schöpfung" van Joseph Haydn. Het is verbazingwekkend, hoeveel instinkers Haydn in ogenschijnlijk simpele melodielijnen heeft weten te stoppen. En wij maar oefenen om kunst te baren....
Zaterdagavond gekeken naar de 500 meter van vrouwen en mannen in Calgary en naar de 3 km van de vrouwen bij het WK schaatsen. De 5 km van de mannen liet ik schieten, want de volgende dag wachtte ons een zwaar muziekprogramma: de Stem van Haarlemmermeer.
Wegens het enorme succes van de generale repetitie waren er afgelopen maandag- en dinsdagavond extra repetities ingelast en mochten wij een uur eerder opdraven. Om 10 uur 's ochtends hadden we in Hoofddorp een laatste repetitie, waarbij nog een paar dingen fout gingen.
Logistiek was trouwens niet de sterkste kant van dit project, want de aankondiging, dat er voor broodjes gezorgd zou worden, werd slechts mondjesmaat waargemaakt. En zo kon het gebeuren, dat het tweede broodje pas gebracht werd, toen we de backstage moesten verlaten voor de eerste van de 4 optredens.

Het begon als een soort flash mob. De mannen moesten "ooooooo" zingend het binnenstromende publiek verrassen. Ja, en als je dan toch bezig bent, dan kun je het publiek toch maar het beste vermaken door gekke grimassen te trekken of op een andere manier voor een vrolijke noot te zorgen, zoals huppelpasjes, knielen voor een vrouw e.d. Kortom, dit was een kolfje naar mijn hand.
Na de eerste uitvoering in de foyer spoedden wij ons naar de Duycker, waar "ons" koor op zou treden. "Personeel!" roepend loodste ik Pieter in zijn rolstoel door het dicht opeen gepakte publiek voor de ingang heen.
Verrassend waren de mannen en de vrouwen van elkaar gescheiden. De vrouwen zongen in de grote zaal, de mannen in de kleine. Dat gaf mij een Aha-Erlebnis. Op de lagere school in Nieuw-Vennep "mochten" de jongens naar de Sint-Jozefschool, terwijl de meisjes in het witte gebouw van de Sint-Antoniusschool bleven.
We hadden 4 keer dezelfde serie van 4 liederen. Na iedere serie kwam er een nieuw publiek. Ook daar: de mannen kwamen naar ons toe, de vrouwen gingen naar het vrouwenkoor toe. Via een groot beeldscherm in beide zalen hadden we contact met de alten en sopranen en hun hoge tonen mengden zich met ons fraaie gezang, ook al zaten er in de eerste twee blokken toch nog wat schoonheidsfoutjes.
Na deze liederencyclus 4 keer ten gehore gebracht te hebben, spoedden we ons naar de foyer voor nog een paar fragmentarische liederen, waaronder mijn favoriet: ritmisch oh he ho ho etcetera schallen een brulkoor!
Het publiek verdween na dit hoogstandje naar de grote zaal van de Meerse voor een slotconcert, terwijl wij de laatste echte pauze van de middag hadden.
Dit schema schotelden wij de volgende drie groepen van 800 toeschouwers nogmaals voor. Tussen dit talrijke publiek liep oud-klasgenoot van "Porta Vitae", Jan Suidgeest, die mij onmiddellijk herkende. Uiteraard maakte ik even een praatje met hem. Niet te lang, want het gezang ging voor.
Gedurende de dag merkte je, dat het muziekstuk er steeds beter in kwam. Wat dat aangaat is muziek maken niet anders dan schaatsen: door veel trainen wordt je steeds beter. Oefening baart kunst!
Na de laatste sessie, die uiteraard het beste verliep, konden wij gaan luisteren in de grote zaal, waar het Pablo Nerudakoor van Cees Thissen een spetterende finale gaf. Bas Warnink en Tim de Beer zongen behalve in ons koor ook nog mee in dat koor. Ook hier maakte componist Merlijn Twaalfhoven gretig gebruik van de flash mob-methode.
Plukjes koor en solisten waren verscholen tussen het publiek en zongen af en toe wat fragmenten, terwijl andere solisten, waaronder 3 Bulgaarse zangeressen a la Mystere des Voix Bulgares, op het podium voor de hoofdmoot van dit sluitstuk van de Stem van Haarlemmermeer zorgden.

Eerlijk gezegd had ik, na de enorme chaos bij de repetities op maandagavond en vooral bij de generale repetitie, niet verwacht, dat dit muziekwerk zo'n succes zou worden.
Genietend van een welverdiend biertje nam Schelvispekel Plus afscheid van elkaar na een heerlijke dag zingen en lachen. Uiteraard. Zingen en plezier gaan hand in hand.
Bas en Nel Warnink hadden een uitnodiging voor het buffet, Tim de Beer, Rob Ammerlaan en Margriet Biemold vertrokken naar Haarlem en Gert en Annemieke Dol zetten mij op het station van Nieuw-Vennep af.
's Avonds was ik om kwart over 8 thuis, waar ik, liggend op de bank, kon genieten van de verrassende ontwikkelingen op de 1500 meter in Calgary bij zowel de mannen als de vrouwen, met Ivan Skobrev en Ireen Wüst als toch wel verrassende winnaars. Maar na deze sleutelafstand dook ik snel mijn bed in.
Want het is een waarheid als een koe: oefening baart kunst. Maar je wordt er wel moe van!

zaterdag 12 februari 2011

Buitenschoolse sport

Het schaatsseizoen 2010-2011 begint zijn einde te naderen. Gisterenmiddag was de laatste keer, dat er schaatsles was in het kader van de buitenschoolse sport. Op de binnenbaan was er een Mini-Elfstedentocht. Om de 2 ronden kregen de kinderen een stempel. Ik reed in de Leidse IJshal rond op de binnenbaan om de kinderen, die gevallen waren op te vangen. Sommige kinderen huilen dan even. Een of twee rondjes met deze kinderen rondrijden doet dan wonderen.
Aan het eind van de les kregen de kinderen een certificaat, waarna we als trainers afscheid konden nemen van "onze" kinderen.
Bij het afscheid wees ik de kinderen op de schaatslessen, die iedere ochtend in de Krokusvakantie in de Leidse IJshal gegeven worden.

De schaatsles van de IJVL stond in het teken van het diplomaschaatsen. De kinderen, die vorige week afwezig waren, konden de start en remproef en de slalom inhalen. Aansluitend moesten de kinderen zo veel mogelijk rondjes rijden, waarna het laatste half uur grotendeels in het teken stond van tikspelletjes, schaatsend achter een grote pilon. En vergis je niet: juist van dit soort spelletjes leren de kinderen het meeste!

vrijdag 11 februari 2011

"It was 20 years ago today"

De meest spraakmakende lp uit de jaren '60 was zonder twijfel "Sgt. Pepper's lonely hearts club band" van The Beatles. De openingszinnen van dit conceptalbum luiden:
"It was 20 years ago today
Sgt. Pepper told the band to play".
Voor mij als schaatser gaat dit vandaag, op de 82e verjaardag van mijn schoonvader, ook op. Exact 20 jaar gelden schaatste ik voor het eerst van mijn leven een heuse 200 kilometer. En als natuurijsschaatser tel je eigenlijk pas echt mee, als je een (Alternatieve) Elfstedentocht op je naam hebt staan.
Op 11 februari 1991 bereikte ik op 35-jarige leeftijd, 4 dagen na het behalen van mijn rijbewijs, deze mijlpaal door 4 keer achter elkaar de Molen- en Merentocht geschaatst te hebben. 's Middags kwam ik ook nog eens in een zware sneeuwbui terecht, maar dat kon mij niet weerhouden. Het verslag van deze voor mijzelf historische schaatstocht vanuit Hoogmade is te lezen door te klikken op het groene Molentocht.

donderdag 10 februari 2011

Een raspaardje


Er zijn werkpaarden en er zijn luxe paarden. Zelf behoor ik tot de eerste categorie. Graag zou ik lichtvoetig door het leven paraderen, maar in de praktijk lijk ik in doen en laten meer op een ouderwetse knol. De meeste dingen komen me niet aanwaaien, dus moet ik er een hoop arbeid verrichten om me dingen eigen te maken of te verbeteren.
Dat is ook het geval met mijn schaatstechniek. Ik ben al jaren bezig er duchtig aan te sleutelen. Dit seizoen heb ik een flinke vooruitgang geboekt, maar de bochtentechniek was na de natuurijsperiode afgelopen december toch weer weggezakt. Maar oefening baart kunst en het gaat weer behoorlijk goed.
Afgelopen dinsdagavond "zwom" ik een tijdje bewust tussen het eerste en tweede peloton in. Je hebt dan de ruimte om je slag goed af te maken. En vroeger of later kom je vanzelf op kop van het eerste peloton.
Wel had ik bij het ingaan van de bocht af en toe last van lichte pijnscheuten in mijn rechterknie. Een kwart eeuw geleden ben ik er een keer hard op gevallen, toen ik met mijn fiets voor een auto uit moest wijken. Het kraakbeen is licht beschadigd. Normaal heb ik er geen last van, alleen bij overbelasting. Het is dus een ingebouwde thermometer geworden. Als ik mijn knie voel, is het het sein om gas terug te nemen. Zo raak ik nooit overtraind.
Gisteren heb ik bewust in een lichter verzet gefietst. Vanmorgen reed ik in de Leidse IJshal met de krasse knarren, zeer actueel, een piramide.

Het ging net even langzamer dan anders, waardoor je technisch goed kon schaatsen. Ik was vooral druk bezig met het opbouwen van druk voor de afzet.
Weer voelde ik af en toe de lichte pijnscheut. Maar ik ontdekte tevens, dat als ik dieper zittend de bocht in ging, deze pijn achterwege bleef. Kennelijk zit er een verband tussen het opbouwen van veel druk voor de afzet en is er een klein plekje in het kraakbeen van de knie, die die druk niet goed kan verdragen. Want rechtop schaatsend heb ik ook nergens last van.
Maar dit gaf ook oen openbaring: het eigen lichaam, dat je als het ware dresseert!
Mijn vader was een fervent jager en hij richtte ook jachthonden af.

De methode is feitelijk heel simpel: je beloont de hond als die iets goed doet en straft het dier, als het niet luistert. De Partij voor de Dieren zal wel vinden, dat deze dressuurmethoden om de hond te leren apporteren niet door de beugel kunnen, maar het werkt wel.
Dezelfde methoden worden toegepast in de ruitersport, vooral bij de dressuur.

Wie weet wordt ik met schaatsen nog eens een raspaardje. Al is de kans veel groter, dat het hier op uitdraait: