zaterdag 30 januari 2010

Een Eeuw Elfstedentocht

Het zal niemand ontgaan zijn, dat afgelopen jaar het eeuwfeest van de inmiddels Koninklijke Elfstedentochtvereniging gevierd is. Er zijn ter gelegenheid van dit jubileum een paar boeken over de Tocht der Tochten uitgekomen. Eén van deze boeken is "Een Eeuw Elfstedentocht" van Ron Couwenhoven, die diverse schaatsboeken op zijn naam heeft staan. Dit boek wil deze bibliothecaris van harte aanbevelen.

Op de achterflap is deze tekst te lezen:
"Met "Een Eeuw Elfstedentocht" viert het Eerste Friesche Schaatsmuseum in Hindeloopen het honderdjarige bestaan van de vereniging De Friesche Elfsteden. Schaats-expert Ron Couwenhoven (62) dook in samenwerking met museumdirecteur Gauke Bootsma de schatkamer van het museum in, interviewde betrokkenen en slaagde er in weer tal van nieuwe onbekende feiten uit de rijke historie van de Tocht der Tochten op te diepen.
Zo wordt voor het eerst het bijzondere verhaal van de Jeugstormers, die in 1942 oogluikend door het Elfstedenbestuur in de tocht werden toegelaten, onthuld en bleek Pim Mulier, stichter van de Elfstedentocht, in 1912 een heel bijzondere gangmaker te hebben: de topjournalist Joris van den Bergh."
Inderdaad: de schrijver van het klassieke "Mysterieuze krachten in de sport".

Ik kan me trouwens prima vinden in de wervende tekst op de achterflap. De los van elkaar leesbare verhalen zijn stuk voor stuk de moeite waard.
Het eerste hoofdstuk is getiteld "De kroon op het werk" en gaat over de band van het Huis van Oranje met de Elfstedentocht. Daarin komt ook het meerijden in 1986 van W.A. van Buren met startnummer 00001. Vorige week had ik 's middags een verhaal op mijn weblog geschreven over valse aantijgingen aan het adres van de kroonprins, toen ik 's avonds op het nieuws hoorde, dat Privé moest rectificeren.
Terecht: je kunt iemand, die de Elfstedentocht heeft volbracht niet dieper beledigen dan door deze prestatie in twijfel te trekken.

De rectificatie was trouwens heel magertjes: "Paleisrechercheur "Ik reed met Alexander de HELE Tocht!"
Veel gedoe om een PRIVÉ-publicatie van vorige week, waarin schaatsheld LUITZEN HAAK uit Drachten beweerde dat PRINS WILLEM-ALEXANDER de Elfstedentocht van 1986 niet kan hebben volbracht. De Prins liet het er niet bij zitten en heeft een van zijn beveiligers van toen toestemming gegeven na 24 jaar zijn verhaal te doen en alle twijfels weg te nemen...."
Dan heb ik bij deze enkele opmerkingen aan het adres van de redactie van Privé. De schuld van dit insinuerende artikel wordt hier wel heel eenzijdig bij Luitzen Haak gelegd. Wie heeft het artikel gepubliceerd? En wie heeft er een zeer insinuerende voorpagina van gemaakt? Toch niemand anders dan de redactie van Privé?
Het verhaal van de lijfwacht, die met Willem-Alexander was meegeschaatst, was trouwens wel een prima verhaal. Vermoedelijk het enige aanbevelenswaardige verhaal, dat ooit in Privé gestaan heeft.
Daar ik zelf intussen 6 keer een 200 kilometer schaatsen heb voltooid, steek ik voor de geloofwaardigheid mijn hand in het vuur: dit is precies, hoe zo'n tocht gaat, met zijn inzinkingen. En dat er dan ook wel eens wat krachttermen gebruikt worden, komt mij ook niet geheel onbekend voor....
Dit bijzondere verhaal kan wat mij betreft zo worden opgenomen in een volgend boek over de Tocht der Tochten. Want wie had ooit kunnen denken, dat de aan een geheimhoudingsplicht gebonden lijfwacht van W.A. van Buren met zijn verhaal over de Elfstedentocht naar buiten zou komen? Zo zie je maar weer: elk nadeel heb zijn voordeel!

Sneeuwwinter

Deze winter kenmerkt zich door de enorme hoeveelheid sneeuw, die er tot nu toe gevallen is. Vanochtend werden we weer wakker in een witte wereld. Gisteravond was het op wat sluierbewolking na onbewolkt, maar voor de zoveelste keer kwam er een sneeuwtapijt naar beneden zetten. Het landschap is heel mooi, maar schaatsliefhebbers hebben liever kale vorst.
Afgelopen week was de donderdagochtendgroep wat uitgedund. Een aantal vaste mensen was naar de Weissensee, terwijl anderen hun kruit verschoten hadden op de Vogelplas. Welingelichte kringen hebben mij laten weten, dat de Partij voor de Dieren Kamervragen gaat stellen over deze heikele kwestie.

Derhalve waren we donderdagmorgen maar met een groepje van 7 krasse knarren. Op voorstel van Bert Raaphorst gingen we "technisch rijden". Dat kwam mij goed uit, want de 110 km in windkracht 7 liet zich aardig voelen in de been- en rugspieren.
Maar dat mag natuurlijk nooit de reden zijn. Het is namelijk ook heel goed, om je techniek weer wat bij te schaven. Of je het nu wilt of niet: op natuurijs ga je toch anders rijden. Je past je aan aan het ijs, met zijn hobbels, scheuren en andere oneffenheden. In de Leidse IJshal hadden we wederom een prachtige ijsvloer, zodat we 120 ronden lang aan onze glijtechniek konden werken. Want het zou zo maar kunnen....

Vrijdagmiddag weer 2 uur schaatsles gegeven aan kinderen. Bij de buitenschoolse sport is het nog maar 2 keer, de IJVL gaat door tot begin maart. Zo'n schaatsseizoen vliegt toch altijd maar weer voorbij.
Op zaterdagmiddag had ik afgesproken om met Hans Boers te gaan lopen. Om kwart over 3 vertrokken we vanaf Den Deyl met Joy, de zoon van Hans, om via de Landgoederenroute en de Horsten een rondje van 10 km te lopen door de besneeuwde bossen en langs de besneeuwde weilanden. Voor Joy was het een van de eerste trainingen voor de Run-Skate-Run van de IJVL op zondag 21 maart, die hij samen met Hans als estafette gaat doen.
Over het algemeen kon je goed lopen, op sommige stukken was de sneeuw aangereden en erg glibberig. Opletten dus, waar je je voeten neerzette.
Vooral toen het zonnetje erbij kwam was het genieten geblazen van de prachtige omgeving in deze sneeuwwinter.

woensdag 27 januari 2010

Watervogelplas

Om 7 uur rinkelde de wekker en kon ik na bijna 2 weken weer mijn natuurijskleding aantrekken. Na het ontbijt fietste ik naar de Leidse binnenstad om op de boerenmarkt wat levensmiddelen voor de komende dagen in te slaan. Het plan, om om 9 uur op het ijs van de vogelplas te staan, viel hiermee in het water. Maar ja, vroege vogels zijn voor de poes.

Het werd dus een uur later, dat ik mijn eerste slagen maakte. Joop van Kleef, René Strelzyn en Dick van Beelen reden al een tijdje rond. Toen ik bijna mijn eerste rondje op de Vogelplas voltooid had, kwam ik Wim van Huis, Henk, Jan en Michel Versteegen, Bert Raaphorst en Aad Berg tegen. Met hen reed ik twee rondjes in een hoog tempo. Vooral toen Aad Berg, die in een grijs verleden nog even in de kernploeg heeft gezeten, de kop overnam, werd het tempo flink opgeschroefd.
Na twee ronden tempotraining haalden we Paul Verkerk in. Ik liet me afzakken en reed met hem in een rustiger tempo naar Joop van Kleef, Dick van Beelen en René Strelzyn. Gezamenlijk maakten we de eerste 10 rondjes vol. Een mooi moment om de inwendige mens te gaan versterken. Na twee bananen weggewerkt te hebben, begon ik aan de tweede serie van 10.
Ada was inmiddels ook gearriveerd op het winderige meer. Het is altijd een gek gevoel, om al schaatsend tegen de zuidwestenwind op te moeten boksen, maar geleidelijk aan werd het toch echt windkracht 7. Het was een zware training, maar met een Elfstedentocht kun je zo'n windkracht ook treffen. De laatste paar ronden pikten Dick en ik aan bij een groepje, waar een paar marathonvrouwen op kop reden. Even buffelen, maar daar word je alleen maar sterker van.
Wim van Huis had 20 ronden erop zitten en vertrok, net als de meeste andere bekenden, zoals Frans Kamsteeg, Willeke van der Weiden en Gerard Snel. Nu ik het daar toch over heb: de verschillende manier van schaatsen tussen Gerard en mij kwam vandaag op de Vogelplas duidelijk zichtbaar naar voren. Gerard rijdt snel, ik rijd breed!
Ada was na 5 rondjes ook vertokken voor een studiemiddag op school. Ik reed 11 rondjes samen met Edwin Minnee, die als Katwijkse kapper goed wist, hoe je met scherpe ijzers om moet gaan. Edwin had trouwens bij mijn collega Nelina Houwaart-Pluimgraaff in de klas gezeten. De wereld is maar klein....
Ik kon deze dag trouwens mijn nieuwe lichtgewicht bivakmuts uittesten. Mijn oude wollen bivakmuts was vorige week in een verkeerde was terechtgekomen en was behoorlijk gekrompen. Na 23 jaar trouwe dienst moest ik hem afdanken. De nieuwe Me'ru'-bivakmuts beviel trouwens prima. Doordat hij behoorlijk dun is, kun je hem makkelijk wegbergen als de bivakmuts niet meer nodig is.
Er waren trouwens twee "kiteskaters" bezig, die zich met een grote parachute met flinke snelheid over het ijs van de Vogelplas voort lieten trekken in de harde wind.

Ik denk, dat Paul Verkerk dat ook wel zou kunnen.
Met 31 ronden achter de kiezen kwamen Jos Drabbels, Jaap de Gorter en Kobus Turk de gelederen versterken, net als Willem Verduyn en nog een collega van Jos.





Zij troffen het niet, want door de harde wind was er veel water op het ijs geblazen vanuit het kleine wak in het midden van de Vogelplas. Eerst konden we er nog omheen schaatsen, pal langs de rietkraag, maar na 2 ronden was dat onmogelijk. Op hoop van zegen moesten we dus door het water heen rijden. Hier kon je je geen misslag veroorloven!
Maar goed, het hele jaar door zitten en zwemmen er watervogels in dit ondiepe meertje, dus schaatsen door ondiep water hoort er dan ook een beetje bij. Als een soort watervogels zochten wij onze weg in de steeds breder wordende plas water op het ijs.
Na 7 rondjes was er een drinkpauze, waarbij we Douwe Kinkel weer eens tegenkwamen. Er werd warme chocomel en erwtensoep besteld bij de koek-en-zopie in de bouwkeet. Hier konden we lezen, dat één rondje 2.200 meter was en dat het ijs 7 cm dik was.
Jos, Jaap en Kobus hielden het op het dooiende ijs voor gezien. Ik wilde de 100 km volmaken.
Het begon nu wel een beetje afzien worden. De ijzers sneden wat dieper in het ijs. Voor de wind is dat niet zo'n probleem, maar met windkracht 7 tegen ligt dat toch wel een tikkeltje anders. Ik reed nu telkens tot de waterplas op het ijs en reed dan via dezelfde route weer terug naar de opstapplaats.
Na 46 rondjes had ik de 100 km volbracht, maar daar ik net met een andere schaatser aan het rijden was, die ongeveer hetzelfde tempo had, knoopte ik er nog twee dubbele ronden aan vast, zodat ik uitkwam op 50 rondjes van 2,2 km. Inclusief pauzes deed ik over deze 110 km 5 uur en 3 kwartier. En dat met die harde wind. Met de vorm zit het dus wel goed. Wie weet komen er nog lange tochten op natuurijs, en anders kan ik deze trainingsarbeid goed gebruiken op 20 februari bij IJsstrijd.
Er kwam nu overal op de Vogelplas water op het ijs. Het werd langzaam maar zeker weer een Watervogelplas.

dinsdag 26 januari 2010

Voorpret

Het is en blijft een taaie winter. Vanaf half december zitten we constant met koude periodes. De winter van 2009-2010 zal vooral de boeken in gaan als een sneeuwwinter. "Vuil winterweer" noemen weerkundigen dat, en wie ben ik om hen te weerspreken.
Ondanks alle sneeuw komen we als schaatsliefhebbers deze winter toch ook flink aan onze trekken. Morgen kunnen we weer naar de Vogelplas. Ik had dat zondagmiddag al redelijk goed ingeschat, toen ik zag, dat de Vogelplas nog helemaal dicht lag en ik de weersverwachtingen op vooral www.weerwoord.be
er naast legde.
Daar ik als volleerd regelneef in natuurijsperiodes coördinator ben van twee trainingsgroepen, had ik vanmorgen vroeg dit mailtje rondgezonden:
Hoi allemaal,

Het ziet er naar uit, dat we kortstondig op de Vogelplas kunnen schaatsen. Zondag ben ik er nog langs gefietst en tot mijn stomme verbazing lag de Vogelplas nog helemaal dicht.
Gezien de kou van de afgelopen nacht, die bijgevoegd plaatje, verwacht ik, dat we morgenochtend kunnen schaatsen, hoewel er ongetwijfeld waaghalzen zullen zijn, die het vandaag al gaan proberen. Ik wil er om 9 uur zijn, daar de temperatuur woensdagmiddag boven 0 komt en het gaat regenen.
Vanavond of morgenochtend stuur ik een definitief mailtje!

Groetjes,
Bert

Vanmiddag ontving ik dit mailtje terug van één van mijn trainingsmaten, waaruit ik de essentiële passages citeer:
Hallo Bert,

Ik was vanmiddag om half vijf op de fiets bij de Vogelplas. Tot mijn verbazing was het ijs overal betrouwbaar en werd er al door een vrouw of 3, en 1 man geschaatst. Van waaghalzerij was echt geen sprake, het ijs is betrouwbaar, en zelfs nog iets beter dan twee weken terug: het is harder en geen scheuren. Wel is het een beetje bobbelig.
Het was jammer dat ik mijn schaatsen niet bij me had, want anders was ik zeker ook een paar rondjes gaan rijden, erg mooi bij de ondergaande zon boven de plas. Het was erg koud, het vroor een graad of drie, maar het leek wel -10 graden C.

Tot morgen,
Bert

We kunnen dus met een gerust hart aan een nieuwe natuurijsperiode beginnen. De derde al deze winter! Morgenmiddag of morgenavond gaan de temperaturen fors omhoog, maar als ik de weerkaarten van volgende week mag geloven, dan is het schaatsen op de Vogelplas slechts voorpret!

zondag 24 januari 2010

De Horsten

Na een regenachtige zaterdagmiddag was het 's avonds gaan sneeuwen, zodat we vanochtend voor de zoveelste keer wakker werden in een witte wereld. Bij het ontbijt genoot ik van de vogels in onze besneeuwde tuin. We deden dit jaar voor de eerste keer mee met de tuinvogeltelling.

Ik had om kwart voor 1 afgesproken met Hans Boers om vanaf station Voorschoten te gaan hardlopen. Het was voor mij alweer 3 weken geleden, dat ik me aan deze beweging bezondigd had. Als er natuurijs ligt, spaar ik mijn krachten liever voor het kilometers vreten op de schaats. In de afgelopen natuurijsperiode schat ik, dat ik een kleine 600 km gereden heb.
In het begin had ik bij het hardlopen een lichte pijn in mijn rechterlies, maar na een paar km verdween de pijn zoetjesaan. Wij waren intussen aanbeland in de Horsten, zeg maar de royale achtertuin van Willen-Alexander. Er waren veel wandelaars, vaak met een camera bij de hand, om van dit sprookjesachtige bos te genieten. De twee hardlopers deden dat ook met volle teugen!

Wij hadden geen fototoestel bij de hand, maar dit prachtige aquarel van mijn trainingsmaat Wierd Wagenmakers geeft de sfeer goed weer. Het was wel bijzonder, dat ik af en toe de sloot passeerde, waar ik 2 weken geleden nog geschaatst had op zaterdagmiddag. Vanaf het ijs zien de Horsten er toch weer heel anders uit. Na 8 km genieten van het hardlopen door een besneeuwd landgoed, gingen we ieder weer op huis aan.
Ik maakte nog een bochtje via de Vogelplas, in de verwachting dat deze nog grotendeels open zou liggen na ruim een week dooi. Want ook vandaag dooide het nog lichtjes. Maar tot mijn stomme verbazing lag de Vogelplas nog helemaal dicht. De sneeuw op het ijs was gesmolten, dus als het gaat vriezen komt er volgens mij een redelijke ijsvloer te liggen op de plek, waar nu een grauwe massa ligt. Het zal niet zulk superijs worden zoals vorig jaar, maar vergelijkbaar met de afgelopen natuurijsperiode.
Thuis gekomen keek ik nog even op www.weerwoord.be waar de omslag naar kouder weer toch langzamerhand vastere vormen aan gaat nemen.


Als dit uit zou komen, dan kunnen we halverwege deze week de ijzers weer onderbinden op de Vogelplas!

vrijdag 22 januari 2010

Willem-Alexander van Buren

Als fervent schaatsliefhebber lees ik alles wat los en vast zit over de Elfstedentocht. Zo viel mijn oog deze week op mijn werk in de bibliotheek op Privé. Normaal keur ik dit blad geen blik waardig, maar deze week lag het toch een tikkeltje anders.

Friese schaatsers twijfelen of Willem-Alexander in 1986 wel de hele Elfstedentocht reed...
Trainde PRINS WILLEM-ALEXANDER voor zijn tweede Elfstedentocht toen hij afgelopen weekend op de schaatsbaan zijn schouder brak? De 66-jarige LUTZEN HAAK uit Drachten, die driemaal de Tocht der Tochten reed, vindt dat de Kroonprins onterecht te boek staat als de "Held van 1986": "Hij is ná Franeker op het ijs gedropt en heeft de Elfstedentocht maar voor de helft gereden. Ook werd hij geduwd en getrokken…"

Het artikel komt er in het kort op neer: Willem-Alexander heeft een te slechte techniek om de Elfstedentocht uit te kunnen rijden. Dit werd opgehangen aan de val op de Uithof, waarbij bij de kroonprins de schouder uit de kom schoot en hij een klein breukje in het schouderblad had opgelopen. Deze blessure werd ook min of meer gewijd aan de belabberde techniek.
Wat het laatste aangaat: dit had iedere schaatser kunnen overkomen. Je kunt gewoon ongelukkig terechtkomen. Ik ken genoeg goede tot zeer goede schaatsers, die gewoon stomme pech hebben gehad om bij het vallen verkeerd terecht te komen. Het enige, wat je Willem-Alexander kunt verwijten, is dat hij op de verkeerde plek was. Wat deed hij op de Uithof, terwijl je vorige week de hele week kon schaatsen op de Kagerplassen?
Nu kan W.A. van Buren natuurlijk wel voor zichzelf opkomen, hoewel het moeilijk, zo niet bijna onmogelijk is om je na 24 jaar (!) tegenover dit soort roddels te verdedigen. Dat je met een gebrekkige techniek geen Elfstedentocht uit kunt rijden, is niet waar. Ik ken wel een paar schaatsers, die dat kunstje geflikt hebben. Als je maar genoeg doorzettingsvermogen hebt én genoeg tijd om in een laag maar constant tempo de 200 km te volbrengen. Als ze zeggen, dat hij geen meter op kop gereden heeft, dan neem ik dat voetstoots aan, maar als ze beweren, dat hij maar een kilometer of 60 tot 70 heeft gereden, dan geloof ik daar geen barst van.
In die jaren had Willem-Alexander namelijk een heel goede conditie. Uit de tweede hand weet ik, dat hij in zijn studentenjaren iedere zaterdagochtend schaatsles kreeg en dus trainde in de Leidse IJshal, toen nog de Menkenbaan geheten.
Hij heeft ook de marathon van New York gelopen. Mijn inmiddels overleden tante Miep van der Post zag hem in die periode 2 tot 3 keer per week vanuit Leiden langs haar huis in Hoogmade lopen, met een bewakingsteam. Laat ik het zo zeggen: W.A. van Buren was met begeleid verlof.
Kunnen we straks iemand in Privé verwachten, die komt beweren, dat hij de marathon van New York ook niet heeft gelopen?

Tegen roddels kun je je niet verdedigen. Er blijft toch iets hangen van "waar rook is is vuur". Ik hou strijden met open vizier en niet van dit soort achterklap. Hoewel ik het koningshuis zie als een goed betaalde poppenkast, waarbij ik denk, dat het grootste deel van de mensheid hun staatshoofd graag in zouden ruilen voor een van de Oranjes, ben ik er van overtuigd, dat Willem-Alexander gewoon goed getraind was in zijn jonge jaren. Hij zal heus niet met de auto naar Hoogmade zijn gebracht om daar een paar keer per week langs het huis van mijn moeders jongste zuster zijn gelopen omdat tante Miep zo'n bijzonder aardig mens was....

donderdag 21 januari 2010

Martin Hersman en Ralf van der Rijst

Meestal valt het niet mee om na een natuurijsperiode weer rondjes te rijden op de kunstijsbaan. Je techniek moet je weer even bijschaven. De Engelsen hebben daar een mooi woord voor: finetuning. Bij mij komt daar nog een tweede overstap bij. Na 2 weken op kluunschaatsen gereden te hebben, stopte ik nu mijn klapschaatsen in mijn rugzak. Maar dit keer ging het eigenlijk verbazingwekkend gemakkelijk.
Er was slchts één klein smetje op deze schaatsochtend. Ik was vergeten om een blarenpleister te plakken op het bootvormige botje. Halverwege de piramide wist ik weer, waarom ik altijd een blarenpleister plak op dit uitstekende botje net onder mijn linkerenkel. Laat ik het anders zeggen: ik kreeg een extra oefening in afzien.
De opkomst was trouwens behoorlijk groot. Op een paar mensen, die naar de Weissensee waren na, was iedereen van de donderdagochtendgroep er. Iedereen was nog zeer enthousiast van het schaatsen op natuurijs. Met een flink aantal had ik vorige week over de Kagerplassen gezworven. Met een sliert van 25 personen reden we de klassieke piramide van 5, 10, 15, 20 en 25 rondjes en dan telkens weer met 5 naar beneden. Het tempo lag behoorlijk hoog. Vrijwel iedereen had op het natuurijs flink aan zijn conditie gewerkt.
We waren niet de enige groep op de baan. Een kleine 30 schaatsers kreeg les van de vroegere kernploegschaatsers Martin Hersman en Ralf van der Rijst. In het begin hadden we er even last van, omdat sommigen van hen in onwetendheid zonder te kijken vlak voor ons treintje overstak, waardoor we moesten remmen en laveren om een botsing te voorkomen. Maar toen de les eenmaal begonnen was, had dit probleem zich vanzelf opgelost.
Het was de rest van de ochtend gezellig druk op de ijsbaan, met nog een tiental "losse" schaatsers en een kunstrijgroep op de binnenbaan.


En als schaatsliefhebber konden we helemaal genieten als Martin Hersman en/of Ralf van der Rijst een baantje trokken op snelheid. Wat een techniek! Wat ziet schaatsen er dan eenvoudig uit. En dichterbij als op het moment, dat één van deze oud-kernploegleden je inhaalt, kun je deze superbe schaatstechniek niet te zien krijgen.
Al met al is de overstap van natuurijs naar kunstijs wel eens minder geweest....

woensdag 20 januari 2010

Op smalle ijzers



Nu we de vorstperiode van de eerste helft van januari achter de rug hebben en het nog steeds onduidelijk is of we volgende week weer op natuurijs kunnen schaatsen, is er meer tijd om te lezen. Ieder nadeel heb zijn voordeel, nietwaar.
Ik ben begonnen aan een boek, wat ik al 5 jaar in de kast heb staan: "Op smalle ijzers : het ontstaan van het schaatstoerisme en de historie van de natuurijsklassiekers" van Ron Couwenhoven en Huub Snoep. Deze twee schrijvers hebben meer boeken over de edele schaatssport op hun naam staan. Tot vorige week was het boek compleet, maar intussen zijn er een paar klassiekers verreden: De ronde van Loosdrecht en de Veluwemeertocht. Bovendien zag afgelopen vrijdag ook nog eens de Henk Angenent Classic op de Wijde Aa het daglicht.
Desalniettemin is er alle reden om van dit prachtig geïllustreerde boek te genieten. Volgens mij is het niet meer in de handel, maar u kunt het altijd lenen in de bibliotheek. Als u het persé in bezit wilt hebben: tweedehands is er nog wel aan te komen.
Ik geeft hier de recensie, die Henk Ewoldt schreef als aanschafadvies voor de openbare bibliotheken van Nederland:
"Schaatstoerisme ontstond in georganiseerd verband in Nederland aan het begin van de 20e eeuw. Daarvoor kende men al eeuwen ijspret. In de loop der tijd heeft dit ijstoerisme een massaal karakter gekregen, overal in het land. Hieruit hebben zich wedstrijden, over soms zeer grote afstand, ontwikkeld. Met talrijke aansprekende hoofdrolspelers wordt in dit winterboek aandacht besteed aan dat fenomeen, dat zo expliciet nog niet eerder werd beschreven. De zeer ter zake kundige auteurs zijn niet over één nacht ijs gegaan. De historische overzichten zijn uitstekend gedocumenteerd en voorzien van zeer authentiek fotomateriaal in kleur en zwart-wit. Alle delen van Nederland en de belangrijkste tochten en wedstrijden komen aan bod, aangevuld met uitslagen van natuurijswedstrijden en een inventarisatie van Nederlandse ijswegenkaarten. Aan het slot van dit voor iedere schaatsliefhebber boeiende geschiedenisboek zijn de geraadpleegde naslagwerken gepresenteerd."
Zelf heb ik hier niets aan toe te voegen. Leen en lees "Op smalle ijzers" en geniet van bijzondere schaatsverhalen, zoals een Twaalfstedentocht, die in de 17e eeuw in Noord-Holland gereden is door een viertal Zaankanters in het gebied tussen Naarden, Haarlem, Alkmaar en Enkhuizen.
En wat te denken van de eerste "marathonwedstrijd" tussen Haarlem en Leiden op 1 maart 1888?
De geschiedenis van menig Molentocht en andere toertochten is te lezen én te bekijken in het bijzonder fraaie "Op smalle ijzers".

zaterdag 16 januari 2010

Tussenbalans

Vanochtend om 7 uur uit bed. Mijn sportkleding aangetrokken en in mijn eentje ontbeten. Nog even gekeken op de site van het KNMI, waarbij het er voor de eerste dagen niet goed uit ziet: flinke dooi. Maar vanaf donderdag gaf het altijd voorzichtige KNMI 70% kans op koud weer. Tevens keek ik nog even op de sloot achter onze tuin: er lag veel meer water op als gisterenavond.
Om 8 uur belde Joop van Kleef. "Gaan we nog naar de Wijde Aa?" En na enig overleg besloten we om er toch maar van af te zien om naar Hoogmade af te reizen. Op de Wijde Aa zal nog wel te schaatsen zijn geweest, maar door de zachte bovenlaag zou je zeer diep in het ijs snijden. De kans op een duikeling in de plassen op het ijs zou behoorlijk groot geweest zijn. Er zijn leukere manieren om een prachtige natuurijsperiode af te sluiten.
Er zijn mensen, die na zo'n natuurijsperiode een heel andere tussenbalans opmaken:

Wat dat aangaat is mijn tussenbalans halverwege de meteorologische winter heel wat positiever, ondanks de foto hieronder, geplaatst bij het bericht over het aflassen van wedstrijden op de ijsbaan van Oegstgeest. Dit plaatje spreekt boekdelen.

Verder heb ik tijdens deze natuurijsperiode met veel sneeuw een handig hulpmiddel "ontdekt" voor de kluunschaatsers. Er kwam bij het klûnen meestal veel sneeuw te zitten tussen het stangetje en de schoen. Dit was er meestal lastig uit te halen. Met een eenvoudig imbussleuteltje heb je dit "vuil" zo verwijderd en klik je de schaats zo weer aan je schoen vast!
Al met al koester ik de herinneringen aan 10 dagen onafgebroken schaatsen op natuurijs in prachtige landschappen in ons lage landje. Hopelijk klopt het dat dit een tussenbalans is van de winter van 2010 en kan ik over een of twee weken weer met mijn schaatsvrienden over de Kagerplassen en elders op natuurijs rondzwerven.

vrijdag 15 januari 2010

Henk Angenent Classic

Gisterenavond vroor het, maar vanochtend dooide het bij het ochtendgloren al. Desondanks vertrok ik met Joop van Kleef naar het Vennemeer, waar we met een groep van in totaal 19 personen vertrokken. Mark en Frank Damen en Kees Olsthoorn waren nieuwkomers in deze groep.
We reden via de Zomersloot naar Rijpwetering, waarna we in sneltreinvaart naar de Ringvaart reden. De groep leek wel een stel jonge honden. Ik zal me niet aan de berekening van de gemiddelde leeftijd wagen, maar laat ik het zo zeggen: de 20 is deze ruimschoots gepasseerd. Maar iedereen heeft een goede techniek en een behoorlijke conditie en dan kom je een heel eind.
We reden om Kaageiland heen tot het eind van de geveegde baan. Vandaar schaatsten we weer naar het eerste pontje in de Ringvaart, waar we Douwe en Roosmarijn Kinkel tegenkwamen.

Vervolgens reden we met een boog weer terug naar de Koppoel, waar we over een inmiddels geveegde Zomersloot naar het Vennemeer gingen naar ons tweede huis gedurende de laatste 7 dagen.

Na de gebruikelijke koffie en warme chocolademelk ging een gedeelte met de auto naar Hoogmade en een tiental personen op de schaats. Ook hierbij hadden we het geluk, dat het eerste gedeelte van het traject geveegd was. Dat rijdt toch lekkerder dan door smeltende sneeuw, zoals we dat op het gedeelte tussen de Rode molen en de A4 voor onze kiezen kregen.




Na de lange kluunplek (heerlijk, die kluunschaatsen!) bogen we vanaf de Boskade de Does op. Bij de Wijde Aa aangekomen konden we zien, dat er nog 7 ronden gereden moesten worden van de Henk Angenent Classic. Deze 200-kilometerwedstrijd, de eerste in Nederland sinds de Elfstedentocht van 1997, had slechts 27 wedstrijdrijders aan de start. Van hen zouden er uiteindelijk slechts een handvol finishen.
De baan was fantastisch geprepareerd. Als er ondanks de doorzettende dooi morgenochtend toch nog ergens in onze omgeving geschaatst kan worden, dan is het hier! Mocht het vannacht toch nog wat gaan vriezen, dan kun je in de morgen toch nog wat baantjes trekken op het wedstrijdparcours. Wij passeerden dit parcours om een paar km de Braasemermeer op de gaan rijden op een geveegde baan. Bij terugkomst naderde de Henk Angenent Classic zijn ontknoping. Lars Hogeboom had moeten lossen uit de kopgroep na een flinke tik van de man met de hamer, zodat de strijd ging tussen Casper Helling, een natuurijsspecialist pur sang, en Peter van der Pol. Wij reden langs de oostkant samen met Kees Borst naar de finish toe. Halverwege stond een hele serie schoolkinderen, die kennelijk dachten, dat ik een uitgestapte wedstrijdrijder was. In mijn TNT-pak reed ik de hele rij high fives gevend langs. We kwamen bij de finishlijn op het moment, dat de bel voor de laatste ronde klonk. De wedstrijd werd in de eindsprint beslist. Peter van der Pol was de winnaar van de eerste editie van de Henk Angenent Classic in de in Nederland nog nooit vertoonde tijd van 5.49.11. De derde en vierde plaats waren voor Ruud Aerts en Martijn van Es. Nadat de laatste rijder, Jens Zwitser, gefinisht was, reed een honderdtal rijders de ronde. Dit was het beste ijs, waar we vandaag op gereden hebben. Via de Does en de boerensloot, waar het toch wel baggeren was door de smeltende sneeuw, reden we voor de voorlopig laatste keer naar het Vennemeer toe, waar we na de warme chocolademelk naar huis gingen. Thuis aangekomen kon ik nog even wat eten om vrijwel meteen daarna naar de IJshal te fietsen om 2 uur achter elkaar schaatsles te geven aan kinderen. En wie weet kan ik over 25 jaar zeggen: toen had ik de toekomstige winnaar van de Henk Angenent Classic onder mijn hoede....

donderdag 14 januari 2010

"Hoef jij niet te werken?"


Deze week heb ik aardig wat keer de vraag moeten beantwoorden: "Hoef jij niet te werken?" En dan kon ik rustig uitleggen, dat ik me daar met nog 250 uur verlof uit de afgelopen jaren niet zo druk over hoefde te maken. In de afgelopen jaren heb ik altijd gezegd: "Met natuurijs ben ik weg", maar het natuurijs bleef zelf weg. Kortom, ik verkeer in de luxe positie, dat ik heel wat uren op natuurijs kan schaatsen zonder me al te druk te maken. Er zijn een paar klussen met een deadline, het andere werk loopt niet weg.
Voor deze donderdag was voor het zuiden en midden van het land een dooiaanval aangekondigd, evenals gisteren. Op woensdag bleef het echter de hele dag vriezen, maar nu dooide het 's ochtends om 8 uur al licht. Desondanks begaven we ons naar de kantine van Watersportvereniging "Vennemeer", waar we om kwart over 10 met een gezelschap van 13 personen, waarvan de meesten deze week al één of meerdere keren meegeweest waren, vertrokken om via de Zomersloot naar de Koppoel te schaatsen. Nieuwkomers in dit gezelschap waren Pol Casparij, Shriley Jaarsma en Simone.

Het was een prachtige ochtend: windstil, zonnig, een prachtig besneeuwd landschap en over het algemeen goed ijs. Kortom: genieten! Dat deden we dan ook met volle teugen.
We reden van Rijpwetering naar de Ringvaart en van daar naar de Buitenkaag om over de Kever om Kaageiland heen te schaatsen. Hier besloten we op het eindpunt van de geveegde baan om hetzelfde rondje nog een keer te doen.
De tweede ronde zag je goed, dat het nu toch wel flink dooide. Dit was goed merkbaar bij de wakken. De doffe kring om de wakken, ten teken dat het ijs onbetrouwbaar was geworden, waren een stuk groter dan tijdens de eerste lus. Op de Ringvaart was, op een paar hobbels na, glad ijs. Op een van die hobbels brak een bout af in de linkerschaats van Pol. Het ijzer zat aan de voorkant los. Daar kom je dus niet ver mee, hoewel....

Gelukkig had Frans van Rijn een paar korte riempjes bij zich, waarmee we provisorisch het ijzer aan de schoen vast konden zetten. We besloten wel om vanaf het de Buitenkaag linea recta naar de Zomersloot te gaan.
Bij het laatste veerpont over de Ringvaart kwamen we Roosmarijn en Douwe Kinkel tegen, die in tegenovergestelde richting een ronde over de Kagerplassen maakte.


Om half 1 waren we terug bij het Vennemeer, waar we nog wat koffie of chocomel dronken, voordat ieder zijns of haars weeg ging. Morgenochtend vertrekken we om even over 10 vanaf deze plek om naar de Wijde Aa te schaatsen. Daar kunnen we dan kijken naar de eerste editie van de Henk Angenent Classic, die op dit langgerekte meertje vlak bij de boerderij van de winnaar van de Elfstedentocht uit 1997 wordt verreden.
En wat ik 's middags en 's avonds heb gedaan? Ik durf het haast niet te zeggen: ik ben gaan werken!

woensdag 13 januari 2010

Een monnikenleven


Deze week leid ik een waar monnikenleven. In een klooster is er een vast ritme van allerlei rituelen op vaste tijden. Bij mij is dat nu ook het geval. Iedere dag sta ik om 7 uur op. Ik ontbijt samen met Ada, die daarna naar haar werk gaat. Ik zet dan de computer aan om te kijken op weersites zoals www.weerbericht.nu , www.weerwoord.be en www.knmi.nl.
Verder kijk ik nog even op www.schaatsforum.nl en het winterbulletin van cees van zwieten en controleer ik, of er nog mailtjes zijn.
De volgende gang is naar de bakker voor 6 krentenbollen om vervolgens door te gaan naar de afgesproken plek om op natuurijs te gaan schaatsen. Aanvankelijk was dit de IJshal aan de Vondellaan, vanaf zondag gaan we rechtstreeks naar Watersportvereniging "Vennemeer", waar we om 10 uur verzamelen. Binnen is er koffie en warme chocolademelk, terwijl wij onze schaats(schoenen) aan trekken.
Vervolgens gaan we met een groep van een man of 10 een uur of 2 schaatsen. Vandaag was dat richting Kaagsociëteit, waarna we over het Norremeer overstaken naar Kaageiland. Het ijs was hier van beroerde kwaliteit. De sneeuwduinen waren vastgevroren aan het ijs, dus de ene duikeling volgde op de andere. Vooral Richard Dieke was een specialist in de valbeweging.
Bij Kaageiland kwamen we op geveegde banen. Een verademing.

Na 2 km ploeteren konden we ineens weer gewoon schaatsen. Via de Kever reden we naar Rijpwetering. Daar kreeg Wim van Huis een telefoontje van Thomas Schoots, dat er een baan van 10 km was geveegd op de Wijde Aa.


Op de Koppoel, waar schaatswedstrijden werden gehouden voor de schoooljeugd, overlegden we even, wat we zouden doen.





Uiteindelijk besloten we een rondje op de Kaag te schaatsen via de Kever.
Ik reed op kop en volgde de net geveegde baan. Deze ging via de Kleipoel naar de Huigsloterdijk. Na het pontje gepasseerd te hebben ontdekten we, dat we nog maar met zijn achten waren. We misten Bauke Dooper. Aanvankelijk wachtten we op hem.

Daarna reden we de 500 meter naar de laatste kluunplek terug, maar geen spoor van Bauke. We besloten via de Ringvaart naar de Kever te rijden in de hoop hem daar aan te treffen. Bij het eerste veerpont zagen we hem. Hij kwam vanaf de Kever ons tegemoet gereden. "Afspraak is afspraak" zei deze rechtlijnige Fries. De afspraak was inderdaad om via de Kever te gaan en daar ik op kop reed, trok ik, om in kloostertermen te blijven, het boetekleed maar aan.
Bovendien: ik kan van mezelf een hoop beweren, maar niet dat ik zelf altijd zo volgzaam ben. Uit dit voorval blijkt maar weer: ondanks alle gezelligheid is en blijft schaatsen in wezen toch een individuele sport.
We schaatsten via de Ringvaart over spiegelglad zwart ijs naar Kaageiland, waar we omheen reden met de wind in de rug. Richard had de smaak van buikschuivers in de sneeuw te pakken, want binnen een minuut deed hij het 2 keer in volle vaart. Het zal je hobby maar zijn....
Bij Kaageiland ging Richard met Jan en Michel Versteegen naar het Vennemeer terug via dezelfde route als vanmorgen.

De rest van de groep koos ervoor om via Rijpwetering te rijden. Daar namen we de Zomervaart om via Zevenhuizen naar het Vennemeer te schaatsen. Het ijs was hier matig, maar wel veel beter dan op het Norremeer.
Nu wordt monniken altijd voorgehouden: "Doe wel en zie niet om!" Dat laatste deed ik wel, om te kijken, of iedereen er nog was. Dat had ik beter niet kunnen doen. Ik reed pardoes tegen een meerpaal aan. Ik kan u verzekeren: deze palen geven niet mee. Ik maakte dan ook een flinke smak op het ijs. Dat zullen wel wat blauwe plekken worden.
Het volgende ritueel: warme chocolademelk en eventueel koffie drinken in de kantine van Vennemeer. Ondertussen eten we wat brood of krentenbollen. Frans van Rijn, Richard, Jan, Michel en Wim gingen ons verlaten, een kleine groep ging nog een rondje schaatsen. Ik trok er met René Strelzyn en Bauke op uit. Jos Drabbels wachtte op Kees Olsthoorn en Bart Gerritsen, met wie hij voor de middag had afgesproken. We zouden dit trio later in de middag bij de brug van Hoogmade tegenkomen.
We reden naar Hoogmade en vandaar naar de Wijde Aa. Hier was inderdaad een baan geveegd van 10 km. Dit met het oog op een 200 kilometerwedstrijd. Wij hadden al snel in de gaten: dat wordt een slijtageslag. Het ijs is ribbelig en glijdt niet lekker. Af en toe zitten er hobbels in op plekken waar je ze niet verwacht. Het peloton zal ongetwijfeld regelmatig breken door valpartijen. Kortom, het zal een mooie wedstrijd gaan worden.
Maar om hier als toerrijder een hele dag te gaan schaatsen lijkt me niet zo'n geslaagd idee, hoe mooi het ook is op de Wijde Aa. Eén rondje op het kasseienijs is leuk, maar dan is het ook genoeg. Het ijs op de Kagerplassen en de Ringvaart is veel beter! Op de terugweg kwamen we Joris Raven tegen, die samen met een vriend ook een alternatieve Molentocht reed. 's Avonds bleek uit een mailtje, hoe alternatief: "Dag Bert, mocht de Kaag je nog niet de keel uithangen, vermijd morgen dan absoluut de oostkant (eilandzijde) van de westpassage van Norremeer richting Kaagsocieteit. Mijn gezelschap zakte er door het ijs - bijna kopje onder, maar met goede afloop - terwijl daar verse sporen liepen!"
Een schip op het strand, een baken in zee. Ook al namen we de westkant van het Norremeer, we zijn gewaarschuwd. Zeker omdat het ijs op het Norremeer van erbarmelijke kwaliteit was. Mijden dus.
Om een uur of 3 waren we in een sneeuwbui op deze "dooidag" waarop het bleef vriezen weer terug bij het Vennemeer, waar we nog een warme chocomel dronken. Aan de tafel naast ons zaten een paar leden van de IJsclub Oud-Ade. Het ijs op de Kaag was 11 cm. Dit was 1 cm te kort om morgen een Molentocht te mogen organiseren van de KNSB. Misschien wordt het nu vrijdag.
We betaalden en gingen naar huis. Hier volgde het volgende dagelijkse ritueel: de computer aanzetten, kijken op weersites en op schaatsforum, het weblog bijwerken en een mailtje naar de droogtrainingsgroep en de krasse knarren verzenden voor de afspraak van morgen. Deze is vrij makkelijk: morgen weer zelfde tijd en zelfde plaats.
De rest van de dagen verloopt ook volgens een vast patroon: om een uur of half 7 eten, dan een huishoudelijke taak verrichten zoals bijvoorbeeld de afwas doen. Vervolgens slijp ik 's avonds de schaatsen, lees ik als goed bibliothecaris nog wat en kijk ik 's avonds nog een keer op internet op de in dit blog genoemde sites.
Om een uur of 11 lig ik in bed, waar ik na een hele dag in de frisse winterlucht slaap als een blok.
Kortom, in dit monnikenleven betracht ik de 3 R's: Rust, Reinheid en Regelmaat. Rust spreekt voor zich. Als je de hele dag aktief bent, moet je er voor zorgen, dat je voldoende nachtrust pakt. Je verzorgt je lichaam goed: iedere dag een lekkere douche en wondjes, blauwe plekken en pijnlijke spieren goed verzorgen. De regelmaat blijkt wel uit dit verhaal met dagelijks terugkerende rituelen.
En hoe eindigt zo een dag in een monnikenleven?