donderdag 31 mei 2012

Kapitein Rob in de Weerribben


De vogels kwinkeleerden op Eerste Pinksterdag naar hartelust. Het was dan ook al half 6. Toch nog in slaap gevallen. Om 7 uur schreef ik het dagboek bij, terwijl Ada als een Doornroosje doorsliep.
Na een douchebeurt zaten we om 9 uur aan de ontbijttafel. We maakten de lunchpakketten klaar voor bij het roeien, waarna we onder luid geschater een stevige bodem legden voor de inspanningen in de boot.
Om kwart over 10 vertrokken we van "De Landerije". Diverse keren waren we startklaar, maar dan kwam iemand er weer achter, dat hij of zij iets vergeten was. Ondanks de strak blauwe lucht werden diverse paraplu's gehaald, die als parasol dienst zouden kunnen doen.
Met een kleine variant werd de route van gisterenmiddag in omgekeerde volgorde gereden. Zo kwamen we om 20 voor 11 in Kalenberg uit, waar we de 3 kano's, die we gereserveerd hadden, te water lieten.

Tot zo ver ging alles goed. De eerste keer in een kano stappen is altijd spannend. Deze wankele boten maken bewegingen, die je zelf niet van te voren hebt bedacht. Teneinde mijn passagiers het vertrouwen te geven, dat je veilig bij mij in de boot kon stappen, verscheen ik in zwembroek en in een snel drogend hardloopshirt.
De stuurtassen werden veilig weggeborgen in de behoorlijk waterdichte tassen van de slaapzakken en slaapmatjes.
Vanaf de verhuurder Pieter Jongschaap roeiden we eerst een stuk over de Kalenberger gracht. Deze was redelijk druk. We trokken veel bekijks met Ada, die vooraan roeide, Tim in het midden onder een oranje paraplu en met een fleece met lange mouwen en een stretchbroek met lange pijpen aan en met mij als roeiende stuurman aan de achterzijde van de kano.

Kapitein Rob en Joep Kapiteyn hadden een kano met Nel in het midden. Twee kapiteins op een schip, dat kon nooit goed gaan....

Bas en Margriet bemanden de tweepersoonskano.

Nu hebben Ada en ik niet hetzelfde ritme van roeien, dus we kwamen al snel achter te liggen.

We waren blij, dat we al snel de Kalenberger gracht met zijn door motorboten veroorzaakte hoge golven konden verlaten. We roeiden de Lokkenvaart op. We moesten de gele pijlen van de Kalenbergroute volgen.

Na een kilometer sloeg de Weerribbenroute met zijn groene pijl linksaf. Wij roeiden gewooon door, op gepaste afstand van de andere twee kano's.

We genoten volop van de prachtige natuur: de rietvelden, de berken, de libellen en waterjuffers, de schaatsenrijders, de dotterbloemen en waterlelies.

Op dit gedeelte werd Tim herkend. Een vrouw zei tegen haar kind: "Kijk, de koning!"

Bij een rijtje huizen aangekomen sloegen we rechtsaf en kwamen zo bij de aanlegplaats van een andere kanoverhurder. Hier legden we aan bij restaurant "De Weerribben" om op het terras koffie, koude chocomel en appeltaart te nuttigen.
We waren nu een uur onderweg en moesten terug naar de route over de Lokkenvaart. Door de wind in de rug ging dit vrij snel. Het scheelde trouwens niet veel, of we hadden de vaart niet droog gehaald.

Ada en Tim hadden van plaats geruild en roeien op een opblaasbaar kussentje is toch niet zo'n geslaagd idee. Het scheelde niet veel of we waren omgeslagen.

Vanaf deze kant was de Kalenbergroute wel met een gele pijl aangegeven. We sloegen rechtsaf. Het was bosrijk, dus we hadden veel schaduw.

We roeiden door tot de splitsing van de Weerribbenroute en de Kalenbergroute.

Halverwege dit kanaal stapten we uit bij aanlegsteiger 17, waar we onder de paraplu's onze lunch nuttigden. Af en toe dreef er een wolk voor de zon, maar dat vonden wij op deze bloedhete dag helemaal niet erg.
Ada nam de plek van Tim als roeier weer over en als eerste boot waren we op weg naar de Kalenberger gracht om deze te kruisen.

Achter ons hoorden we een hoop kabaal bij de tewaterlating van de kano van Nel, Joep en kapitein Rob. Twee kapiteins op een schip is vragen om moeilijkheden....

Gelukkig was het vrij stil bij het oversteken van het kanaal in het kielzog van Bas en Margriet. Bij de eerste afslag sloegen we linksaf. Hier werden we ingehaald door kapitein Rob en zijn adelborsten.
We hadden hier regelmatig schaduw van de moerasbossen. In de zijsloten wemelde het van de krabbenscheer, die voor de verlanding van de sloten zorgt.

De achterstand op de boten van Bas en Rob werd steeds groter. Bij aanlegplaats 8 wisselden Ada en Tim weer van plek.

De grote groep Duitse tegenliggers waren we gepasseerd met de aanwijzing: "Immer geradeaus!"
Wij maakten een paar bochten om op de vaart van Lenstra te komen. Deze bracht ons op het spannendste deel van de tocht: roeien op de drukke Kalenberger gracht!
De golfslag was veel hoger dan vanmorgen. Soms kwamen 2 grote boten van beide kanten. Het leek wel of je op zee was.

Een speedboot, die op halve kracht langsvoer, veroorzaakte zoveel golfslag, dat de golven in de kano sloegen. Een rondvaartboot, die vlak voor ons kwam varen, maakte het nog onoverzichtelijker voor ons. We waren blij, dat we zonder brokken botenverhuur Pieter Jongschaap bereikten.
Na 4 uur onderweg geweest te zijn, pinde ik de rekening: € 70,-. Voor nog geen € 9,- per persoon hadden we de halve dag plezier gehad. Vooral Kapitein Rob was in zijn element in de Weerribben.

Onder de schaduw van een oude boom namen we op het terras aan het water tonic, icetea, malt- en witbier. De schaatsliefhebbers namen nog een ijsje in de voormalige Nederlands-Hervormde kerk. Zo hebben we op deze bloedhete en vrijwel windstille Eerste Pinksterdag toch nog een kerk van binnen gezien.
Langs het kanaal van Ossenzijl naar Steenwijk trapten we naar Steenwijkerwold, waar Tim en Bas geld pinden. Op de camping waren we flink aan het utteren. Er werd gelezen, dagboek geschreven, er werden hazenslaapjes gedaan en we aten kaas, worst en pinda's, terwijl we in de schaduw wat dronken na 21 km fietsen en 10 km roeien.
Om een uur of 8 aten we tomaten- of groentesoep, waarna de enorme hoeveelheid eieren in een paar enorme omeletten verwerkt werd.



Bij het kampvuur hadden we vla: vanille en boerenjongens. De oude klomp verdween in de vuurton en in diverse stadia brak de klomp.

Terwijl je heel in de verte de wolken vanaf de middag al zag hangen, was het bij ons onbewolkt. Gezellig kletsend en lachend brachten we de avond door om rond een uur of 11 de tent op te zoeken.

Zoeken naar balans


Voor het eerst sinds de marathon van Leiden liep ik weer eens hard. De hersteltraining ging opmerkelijk soepel en zonder pijntjes. Ik liep langs de rand van de Stevenshof naar Ter Wadding, waar ik een rondje door het bos liep om daarna bij het beginpunt van de Velostrada het stuk van de marathon te lopen tot de molen. In totaal heb ik 7 km gelopen.
Dat was ook wel nodig, want vanochtend gaf de weegschaal 71 kg aan en dat betekende, dat de balans van het Bourgondische leven van de afgelopen maanden een klein beetje was doorgeslagen. Daar ik op 20 mei mijn op een na beste marathontijd heb neergezet geeft aan, dat de conditie er nog niet onder geleden heeft, maar de blubberbuik is weer helemaal terug.

Waar de balans ook helemaal is doorgeslagen, is bij de provincie Zuid-Holland, die vorige week heeft besloten om onder de zalvende titel "Zoeken naar Balans" Rijksweg 11-West grotendeels gelijkvloers aan te leggen. De gemeente Leiden doet daar ook nog stevig aan mee. Zo ongeveer alle reserves worden aangeboord om de automobilisten te gerieven ten koste van de polders ten zuiden en oosten van Leiden. En dat buurgemeente Voorschoten dwars doormidden gesneden wordt? Een kniesoor die daar op let.

Zondag 3 juni organiseert Stichting Behoud Stad, Natuur en Landschap Rijnland een protestactie. Ik wil bij iedereen oproepen om mee te lopen in de demonstratie of bij de slotmanifestatie aanwezig te zijn.
Zelf ben ik ook van de partij. Meteen na het skeeleren van de Omni Skate toertocht zondagochtend in en om Alphen aan den Rijn begeef ik me naar de protestdemonstratie vanuit de Stevenshof. Want welke idioot haalt het in zijn hoofd om voor een paar minuten tijdwinst 70 woningen te slopen? En dan heb ik het nog niet eens over de polders, waarvan een vrouwelijke deelnemer aan de marathon zei: "Wat is het mooi hier!"
Nee, bij de provincie Zuid-Holland is de balans volledig zoek!

woensdag 30 mei 2012

Sleutelrol


Door het mooie weer afgelopen weekeinde met temperaturen van tegen de 30 graden, had ik geen meter hard gelopen na de marathon. Het leek me niet zo slim om met de droogtraining mee te doen. Je wilt dan niet op halve kracht meedoen, zodat je al gauw meer doet, dan goed is voor de spieren.
Ik ging dus nog een keer fietsen, samen met Hen van den Haak. We vertrokken vanaf "De Bult" naar Leiderdorp om over de Ruigekade naar Woubrugge te fietsen. Via Rijnsaterswoude reden we naar Leimuiden en vandaar over de Ringvaartdijk naar Nieuwe Wetering. We waren niet de enigen op de racefiets. Veel kleinere en soms wat grotere groepjes genoten van het prima trainingsweer op dinsdagavond.
Via Rijpwetering en Oud-Ade reden we naar Leiderdorp en weer terug naar "De Bult", waar we het zweet van ons lijf spoelden.

Met veel kabaal kwam de groep, die de reguliere IJVL-droogtraining had gedaan, de kleedkamer binnen. Nou ja, droogtraining? Wil Verbeij kwam kletsnat aangelopen. Hij was in het water van de moddersloten in Cronesteyn gedoken. Hen en ik vermoedden, dat dit niet geheel vrijwillig was gegaan, maar dat een der trainingsmaten hem daarbij een handje had geholpen, maar dat bleek niet het geval.
Er was een sleuterbos in de sloot gevallen. Daar duidelijk was, waar de sleutel precies was gevallen, had de 2 meter lange Wil aangeboden om de bodem af te zoeken.

Zo zocht hij nauwgezet anderhalve meter bij anderhalve meter van de modderige boerensloot af. Helaas zonder resultaat.
Hen en ik vonden het dus helemaal niet erg, dat er iemand de kleedkamer was binnengestapt, die een uur in de wind stonk. Sterker nog, wij hadden er graag zelf bij geweest!
De Duitse Romantische dichter Georg Philipp Schmidt von Lübeck omschreef het zo mooi: "Da, wo du nicht bist, ist das Glück!"
En zo voelden de wielerploeg zich ook. We hadden een prachtige fietstocht van 42 km gereden, maar toch knaagde er iets. We hadden het hilarische hoogtepunt van het droograiningsseizoen 2012 gemist, met Wil Verbeij in de sleutelrol.

maandag 28 mei 2012

Rond het kampvuur

De dag begon zaterdag vroeg. Om een uur of half 6 werden we gewekt door het gekwetter van een heus vogelkoor. Na de blaas geleegd te hebben op wat in Noord-Holland "Luilak" wordt genoemd, viel ik toch weer in slaap tot een uur of 7.
Nog even met Ada liggen kletsen voor we er om een uur of 8 uit gingen. Het was frisser dan gisteren, maar het beloofde een mooie dag te worden. We namen een verkwikkende douche, waarna Bas, Tim en Joep naar Steenwijkerwold reden in Joeps auto.
Ik reed er op de fiets heen om bij de lokale fietsenmaker een moertje op mijn achterlicht te laten zetten. De fietsenmaker zag meteen mijn technische vernuft: "Dit schroefje zit nergens aan vast. Een moertje is dus nergens voor nodig!"
Op de terugweg kwam ik Bas, Tim en Joep tegen, die net uit "De Spar" kwamen. Tim kwam meteen op me af met een rood-wit-blauw hesje met daarop "Buiscoach". Met dit hesje om fietste ik naar Ada, die meteen begon over Buijs met uij! Kortom, deze Buijs heeft kennelijk geen coach nodig....
We ontbeten in de schaduw en maakten een lunchpakket klaar alvorens we op de fiets stapten naar knooppunt 23. Vanaf Molenhoek reden we met de wind in de rug naar Dwarsgracht. Hier stopten we bij het terras van "De Otterskooi". Met veel bombarie bestelden we 5 appeltaart voor 8 personen. De ober had dit goed begrepen en begon met: "1 appeltaart met slagroom en 2 vorken!"

Over een fietspad als in Giethoorn fietsten we tot de afslag naar Jonen, waar we de Walengracht op een overvol pontje overstaken.

Door de mooie Achterweiden met diverse grutto's kwamen we in Vollenhove terecht. In dit Zuiderzeestadje waren de Havendagen.

We stalden onze fietsen vlak bij de Hollandse Plaats en kuierden over de toeristenmarkt.
Rob, Joep en ik sjoelden op een enorme sjoelbak. Rob haalde 100 punten, Joep niks en ik kwam tot 700.



Met een drietal onderbroeken in het dessin van de Friese vlag wandelde ik verder door het mooie centrum van Vollenhove. Ik ben nu eenmaal een groot liefhebber van de Elfstedentocht.

Bij de haven zochten we op deze warme middag een schaduwplek op het grasveld bij de grote kerk.

Hier nuttigden we onze lunchpakketten.

Ada en Tim knapten een uiltje, ik schreef in het dagboek en de rest kuierde over de markt.


Na een minuut of 20 pikten ze ons weer op en struinden we de markt weer af, op weg naar de fietsen.
We passeerden een tiental goed onderhouden oldtimers.


Op de Hollandse Plaats namen we bij de ijskar drie bolletjes voor de prijs van 2, terwijl de fanfare voor de tweede keer vlak bij ons begon te spelen. Om 3 uur was het ijs op en zaten we weer op de fiets. Bas en Nel reden op hun Batavus Weekend.

Over de Zuiderzeedijk trapten we naar Blokzijl. Ada en ik pinden € 200,-, waarna we ons bij de rest van het gezelschap voegden, dat onder een tweetal parasols op een terras zat.

De jonge, langharige ober, die veel weg had van de zanger van DeWolff, bracht diverse iceteas, bieren en jus d'oranges, terwijl we ons vermaakten met allerhande sterke verhalen.


Een paar wielrenners toonden ons hun gebruinde torso's. Zij wilden duidelijk gezien worden.

Na een tweede ronde bestegen we onze fietsen weer. Na een stukje over de dijk tussen de Noord-Oostpolder en het oude land gereden te hebben, trapten we tegen de harde wind in naar Nederland.
In het buitenland heeft Nederland de naam klein te zijn. Welnu: ik kan u verzekeren: dat klopt!

Over het fietspad naar Kalenberg kwamen we langs de vogelkijkhut, waar Ada en ik tijdens het rijden van de Zuiderzeeroute geschuild hadden voor een wolkbreuk. Daar hadden we vandaag op deze onbewolkte dag geen last van.
In de luwte van de bossages volgden we de LF22b naar Kalenberg, waar we informeerden naar de mogelijkheden om morgen boten te huren.

De fluisterboten waren op, maar de 2- en 3-persoonskano's waren nog verkrijgbaar. We reserveerden er 3.
Op weg naar camping "De Landerije" volgde een hilarische rit. We haalden tot 3 keer toe een groep van 6 fietsers in, hetgeen best lastig was op de smalle fietspaden door het moeras.
Het blijft een gek idee, maar zodra je de Weerribben uit bent en het kanaal bent overgestoken, begin je al snel aan de lichte glooiïngen van de stuwwal. Totaalstand van de dag was op de camping 51 km. Bij de tenten namen we een biertje of een wijntje, waarna we een uur later begonnen aan de barbecue.

Joep en Rob zorgden er voor, dat we gebraden vlees konden verorberen, wij zorgden voor de sterke verhalen.

Na de afwas was in de wederom prachtige avondschemering een kampvuur.
Ik liep nog even op en neer naar de toiletgebouwen. Nederland stond met de rust met 1-0 voor tegen Bulgarije. Vanaf de heuvel van 15 meter hoog hadden we een prachtig uitzicht. In de verte zag ik een paar reeën lopen.
Bas gaf de op maat gesneden voorzet: "Zo, Kikker, dus jij zag in de verte een paar reetjes?"
"Klopt", antwoordde ik op dit intikkertje: "Maar op de fiets keek ik vandaag van dichtbij al tegen diverse reetjes aan!"
Tim had zijn gitaar gepakt, Bas had wat muziekinstrumenten meegenomen en ik pakte 2 lepels uit de bestekzak.
Joep had door zijn vakantie in Spanje het grandioze optreden van de Oude Hippies gemist. Maar geen nood. Tim had de GROTE LETTER VERSIE op A3 formaat geprint, zodat we alle nummers nog eens doorspeelden.
Blokzijl mag dan de culturele hoofdstad van Overijssel zijn, het culturele hoogtepunt vond plaats in Basse rondom het kampvuur.
We hadden de smaak te pakken en zongen nog een uur lang allerlei liederen.

Bij het songfestival ligt Nederland er in de voorronde steevast uit.

Volgend jaar, zo gaan de geruchten, worden de Oude Hippies naar Zweden gestuurd.

We zijn er klaar voor en Nederland is er mooi klaar mee. Maar er is in ieder geval enthousiast gezongen rond het kampvuur.

Basse

Het inpakken duurde donderdagavond langer dan gepland. Desondanks waren we om 6 uur wakker. Na een verkwikkende douche ontbeten we samen met Siebe, die gewoon moest werken.
Om 10 voor 8 vertrokken we met 11287 op de teller naar Den Haag CS. We fietsten met de wind in de rug langs de A44 er naar dit kopstation, waar we om 9 uur onze fietsen met bepakking in de trein naar Enschede geladen hadden.
Terwijl ik de ov-chippassen incheckte, kwam het bericht door, dat ons gedeelte van de trein niet reed. Wij eruit, helemaal naar de kop van de trein, waar bleek, dat juist dat gedeelte niet reed. Weer terug naar het achterste gedeelte, waar we net op tijd waren voordat de trein vertrok naar Gouda.
In Amersfoort stapten we over op de trein naar Zwolle. Wij hadden geluk. Er waren meer fietsers dan fietsplekken in de trein. Diverse mensen uit onze trein uit Den Haag moesten wachten. Om kwart voor 11 waren we in warm en zonnig Zwolle.
Met een bos bloemen fietsten we naar tante Aat. We werden hartelijk ontvangen. Ik schonk "De Elfsteden toch gereden", terwijl ik de chocomel in ontvangst nam.

Onder de parasol in de achtertuin praatten we bij met de tweelingzuster van Ada's moeder. We lunchten in de tuin en bedankten onze gastvrouw en vertrokken richting Zwartsluis. Tante Aat zwaaide ons uit tot we uit zicht waren.

Via de singels van Zwolle trapten we naar het Zwarte Water. We reden over de westdijk, om bij Hasselt de rivier weer over te steken. Langs de drukke provinciale weg reden we tegen de wind in naar Zwartsluis.
We reden nationaal park "De Wieden en Weerribben" binnen over het fietspad richting Blauwe Hand. Aan alle kanten had je water.
Bij Zuideinde aangekomen waren we zo slim om de toeristischr route te kiezen. Bruggetje op, bruggetje af door een van de mooiste dorpen van Nederland. Naarmate we het centrum van Giethoorn naderden, werd het steeds drukker met wandelende toeristen. We deden dan ook vrij lang over dit traject, maar genoten van alle mooie hoekjes.
Onze eerste en enige rustplaats vas het terras van hotel "De Harmonie". Een kleine 10 jaar geleden heb ik hier met een aantal trainingsmaten van de IJVL twee dagen verbleven, toen we in de Wieden gingen schaatsen.


Dit verhaal is beschreven als "It kin net" in "Molen- en Merentocht".

Dit schaatsboek wist ik te slijten aan ober Edwin, die ons voorzag van een jus d'orange.
Bij het verlaten van "De Harmonie" namen we nog een banaan. Net toen we wilden vertrekken, kwam de eigenaar van "De Harmonie" op ons afgelopen. We hadden onze fietsen tegen een groot uithangbord met de naam van het hotel erop gezet. Hij was bang, dat er krasjes op de verf zouden komen.
We fietsten richting Steenwijk en bij het industrieterrein bij deze plaats sloegen we af naar Steenwijkerwold. Langs het kanaal naar Ossenzijl namen we het jaagpad om bij knooppunt 23 de stuwwal te beklimmen, die ons naar Basse bracht, waar we linea recta naar camping "De Landerije" fietsten.

Op het achterste veld troffen we Nel en Bas Warnink, Tim de Beer en Joep Kapiteyn. De eerste lachsalvo's schalden over het veld. Joep had een nieuw luchtbed gekocht. Toen hij zijn auto uitlaadde kwam er van alles uit, alleen zijn mooie, nieuwe luchtbed lag nog thuis....
We namen een biertje alvorens we de tenten op gingen zetten. Daarbij constateerden we, dat onze tent na bijna 18 jaar toch wel op zijn einde begon af te lopen: het rubber, waarmee het grondzeil van de binnentent vastgezet moest worden, was helemaal verteerd.

Om kwart voor 8 arriveerde de camper met Rob en Margriet Ammerlaan. Vrij snel daarna konden we gaan eten. De tortellini's met spinazie en kaassaus ging er na 67 km fietsen wel in, evenals de sla.
Ada deed de vaat, Tim en ik droogden af. Na de koffie maakte het corveeteam nog een avondwandeling door Basse.

Er was een prachtige avondschemering. Om een uur of 11 zochten we moe maar voldaan de tent op voor onze eerste nacht in Basse.

woensdag 23 mei 2012

"Je navel is het middelpunt!"

Het was een prachtige dag vandaag. Zonnig en behoorlijk warm, al was het aan de kust wat koeler door een zeewind. Terwijl in het oosten van het land soms forse onweersbuien vielen, was het hier een zwoele zomeravond. Ideaal weer om te gaan skeeleren.
Om 7 uur fietste ik naar de skeelerbaan in Leiderdorp, waar ik een extra stuk moest fietsen doordat een gedeelte van de A44 verlegd was en een ander deel niet.
Om half 8 trok ik voor het eerst dit seizoen mijn skeelers aan in de verwachting, dat ik les zou van Dick van Goozen. De groep was echter zo groot, dat iedereen, die vanavond voor het eerst was, bij Tjeerd Wiersma ingedeeld werd. Met 10 personen oefenden we remmen en bochtentechniek. Ook deden we een stuk of 10 Steigerungen over 100 of 200 meter. Een vrij rustig begin, hetgeen helemaal in mijn straatje was.

De bochten werden uitgelegd met de navel als het middelpunt van je lichaam. Dit middelpunt verplaats je naar links of naar rechts. Doordat je naar binnen hangt en dreigt te vallen, zet je lichaam in een reflex het rechterbeen vlug neer. Met deze uitleg zag je de meeste skeeleraars beter overstappen.
Terwijl de lucht een onwerkelijke en licht dreigende kleur kreeg, fietste ik om 9 uur via een iets andere route naar huis. Er is een nieuwe fietsbrug over de Rijn, waardoor je in Zoeterwoude-Rijndijk bij Meerburg uitkomt. Volgens mijn kilometerteller is deze route korter.

Adios

Gisterenmiddag was het op een zonovergoten en warme middag het moment om afscheid te nemen van Ivan en Nerea. Samen met Ana reisde ik met hen naar Schiphol, waar het in het Spaans gebruikelijke "Adios" klonk.

Letterlijk betekent het "Naar God". Dios is God in het Spaans. Nu moet u weten, dat ik in een ver verleden in Nieuw-Vennep bij voetbalvereniging DIOS speelde. Mijn kwaliteiten op het veld waren onnavolgbaar, maar ja, het is een bekend feit, dat een profeet in eigen land niet wordt erkend. Hou het er maar op, dat op de voetbalvelden in en om de Haarlemmermeer in DIOS 8 een volstrekt onbegrepen voetbaltalent rondliep....

Na gewacht te hebben tot het vliegtuig van Vueling op weg was naar Bilbao, treinden Ana en ik naar Leiden terug, waar we om kwart over 6 aan tafel konden. Siebe vertrok snel na de aardappels met sperciebonen, daar hij op "de Bult" meedeed aan de reguliere dinsdagavondcompetitie van Swift.
Om half 8 was ik ook bij "de Bult", waar ik samen met Sjaak Stuijt, Wil Verbeij, Jaap de Gorter en Hen van den Haak naar Boskoop zou gaan fietsen. Waar ik dacht rustig uit te kunnen fietsen, hadden Sjaak en Wil heel andere plannen. Langs de Rijndijk stond er 33 op mijn teller en gezien de steeds groter wordende afstand moesten zij minstens 40 in het uur rijden. Gelukkig wachtten ze bij Hazerswoude op ons, waarna we in een iets rustiger tempo naar Alphen reden.
Vandaar reden we over het lange, rechte fietspad naar Boskoop om langs de ijsbaan van Otweg dezelfde route naar Benthuizen te nemen als vorig jaar. Het tempo lag behoorlijk hoog. Tegenwind met 32 vind ik voor mijn doen behoorlijk hard.
Toevalligerwijze reden Jaap en Sjaak op kop, die allebei voor het eerst het rondje Otweg meereden. Zij sloegen af bij het fietspad langs de HSL, waar wij rechtdoor wilden. Jaap draaide zich om, terwijl Sjaak een blokje extra maakte.
Via 't Geertje en Zoeterwoude reden we terug naar "De Bult". Op de Vrouwenweg werden we ingehaald door Bert Frederiks, die nog een eindje met ons mee fietste. Na een verkwikkende douche hadden we een gezellige afdronk met degenen, die de echte droogtraining hadden gedaan.
Thuis gekomen stond het dagtotaal op 67 km. De spieren waren lekker losgereden.

maandag 21 mei 2012

Duizend


Toen ik in de zomer van 2008 voor mijn werk begon aan 23 dingen, was dat het begin van dit blogspot. Of kan ik beter zeggen: het startschot?
Vandaag tik ik mijn duizendste stukje. Als ze van je zeggen, dat je in duizend stukjes bent, dan is er niet veel van je over.
Ik voel me echter met dit duizendste stukje kiplekker.
Duizend is trouwens iets, wat in de sport ook veel voorkomt. Eén van de meest spectaculaire afstanden is de 1000 meter. De verschillen zijn vaak minimaal en de gemiddelde snelheid ligt, verrassend genoeg, hoger dan op de 500 meter.

Men meet tegenwoordig zelfs in duizendsten van secondes, hetgeen een schijnzekerheid van de uitslag geeft. In werkelijkheid kan deze zo op het eerste oog zuivere meettijd juist een vertekende uitslag geven.

Nu ik het toch over duizend heb: een aantal jaren geleden hadden we een forse herinrichting op mijn werk achter de rug. Als bedankje kregen alle vrouwelijke collega's bij een etentje van de directrice een vlijtig liesje.

Voor de mannen moest ze nog wat bedenken.
Ik had wel een suggestie: "Geef ons maar duizendschoon!"

Denk maar niet, dat ik op mijn lauweren ga rusten. Ik ga de komende jaren onverdroten voort met het schrijven van stukjes.

Hopelijk zult u het met net zo veel plezier lezen als waarmee ik ze geschreven heb.
Uiteindelijk hebben die duizend stukjes me twee boeken opgeleverd: "Molen- en Merentocht", dat vorig najaar uitkwam.

En "De Elfsteden toch gereden", dat op 14 april aan een prille vijftiger werd gegeven.