zondag 29 april 2012

Henk Hakker memorial

Buienradar beloofde gisteren niet veel goeds voor het weer tijdens de Henk Hakker memorial. Gelukkig viel het erg mee. Het was zwaar bewolkt, het was een graad of 12 en er stond een noordwestenwind.
Om kwart voor 10 stapte ik op de fiets naar het clubgebouw van de Leiden Road Runners Club, waar Jaap de Gorter tegelijk met mij aan kwam rijden. Kobus Turk was ook van de partij, net als Rob van Bladel.
Om half 11 klonk het startschot van een hele serie afstanden. Rob en Kobus deden de 10 km, Jaap de 10 Engelse mijlen en ik zou de 30 km gaan lopen. Daar de eerste splitsing al na 600 meter was, kon ik maar een klein stukje met Jaap oplopen. Langs de Korte Vliet tornde ik tegen de wind in met Kobus in mijn kielzog.
Na een lusje door Leiden Zuid-West hadden we de wind in de rug. Ik liep op kop van een groep van een man of 8 met een man, die ik hoop beroepshalve nooit tegen te komen: een arts op de eerste hulp van een ziekenhuis.
Samen bleven we constant op kop van de groep lopen, achter de voetbalvelden langs en over de brug over de Vliet naar de Vlietlanden. Hier was de eerste drinkpost, waar we allemaal wat aten en dronken. Langs de oostzijde van de Vlietlanden liepen we met hetzelfde groepje naar de Kniplaan.
Hier was de splitsing tusssen de halve marathon en de 30 km. De arts sloeg met nog 2 lopers rechtsaf, wij liepen rechtdoor. En hier, bij de Vogelplas, kwam Douwe Kinkel ons op zijn racefiets tegemoet gereden. Een klein kwartaal geleden kwamen we elkaar hier ook zeer regelmatig tegen.


Met zijn vijven liepen we in een tempo van 5 minuten per kilometer naar Leidschendam, waar we bij de drinkpost ook een stroopwafel konden pakken.

Met de wind tegen liepen we over de Oostvlietweg naar het noorden toe. We wisselden hier regelmatig van kop. De vijfde loper moest ons laten gaan, zodat we als kwartet voor de tweede maal de Vogelplas passeerden.

In het groepje liepen 2 Katwijkers: Kees en Cor.
Tussen de Kniplaan en de Vlietlanden viel er een gaatje van een paar meter, dat al snel opliep tot 100 meter. Samen met Cor liep ik achter het andere duo aan naar de laatste drinkpost. Vlak hiervoor lastte ik de sanitaire stop van de loop in. Zodoende begon ik met een achterstand van 100 meter aan de laatste paar km langs de Vliet. Vlak voor café Cronesteyn was ik weer bij. Samen liepen we langs zwembad "de Vliet" naar de eindstreep.
In 2.20.04 passeerde ik deze, waarna ik nog een rondje van 2,8 km mocht doen om de voetbalvelden heen. In 2.35.26 had ik de derde 30 km volbracht. Vorig jaar deed ik 6 minuten langer over hetzelfde parcours: 2.41.26. In 2009 liep ik mijn snelste Henk Hakker memorial: 2.33.55. De marathon van Leiden ging toen in een hatelijke 4.00.06, terwijl die van vorig jaar 3.58.38 als eindtijd had.
"Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst" wordt dan in reclames voor financiële producten gezegd. Dat is inderdaad zo, maar ik kan in ieder geval concluderen, dat het met vorm wel goed zit.

vrijdag 27 april 2012

Koninginnedagontbijt

Als sporter moet je flexibel zijn, zowel van lichaam als van geest. Je moet een schema aan kunnen passen aan de omstandigheden. Normaal gesproken ben ik vrij op donderdagmorgen en ga ik lekker sporten: schaatsen in het winterseizoen en hardlopen, fietsen of skeeleren in het zomerseizoen.
Gisterenochtend hadden we een Koninginnedagontbijt op ons werk. Normaal gesproken hebben we op Witte Donderdag een Paasontbijt, maar omdat dit jaar op 5 april de audit voor de certificering stond gepland ging dit niet door. Het werd 3 weken uitgesteld met het verzoek, om in oranje kleding te verschijnen.
Wat dat aangaat ben ik een en al luisterend oor.
Het ontbijt was lekker en gezellig, maar het absolute hoogtepunt was het verhaal, dat Willem mij vertelde. Deze zomer gaat Cor de bibliotheek verlaten. Het liefst zou hij met stille trom vertrekken. Met een simpele opmerking wist Willem Cor boven op de kast te krijgen: "Ik heb gehoord, dat ze je met een koets op willen halen!"

Ik zal het ruiterlijk erkennen: ik wou dat ik dit verzonnen had!

Daar ik donderdagavond pas om half 8 gegeten had en de vaat op mij wachtte, stelde ik mijn trainingsloop uit naar vrijdagmiddag. In het zonnetje liep ik in een vrij stevige wind over het fietspad langs de Stevenshof om langs zwembad 't Wedde naar de Korte Vliet te rennen. Over de Rijndijk liep ik naar de hoge brug over de Stevenshofdreef en vandaar naar huis.
Zondag wacht het echte werk: de 30 kilometer bij de Henk Hakker Memorial.

woensdag 25 april 2012

Nico Scheepmaker Beker

Net als de afgelopen jaren vindt ook dit jaar de verkiezing van "Sportboek van het jaar" plaats. We kunnen dus niet alleen een nieuwe Tweede Kamer kiezen.

De jury heeft vijf boeken genomineerd voor de Nico Scheepmaker Beker. Voor de publieksprijs heeft NUSport tien titels geselecteerd. Tijdens de opening van de Week van het Sportboek, die wordt gehouden van 7 t/m 13 mei, wordt de winnaar van de Nico Scheepmaker Beker bekendgemaakt en van de publieksprijs: NUSport-boek van het jaar.
De genomineerde boeken zijn vooral wielren- en voetbalboeken.
Bij de wielerboeken treffen we "Slipstroom : een kleine geschiedenis van schrijven en wielrennen" van Arthur van den Boogaard aan, alsmede "Het feest van list en bedrog : een sinistere geschiedenis van de wielersport" van Herman Chevrolet, "Joop Zoetemelk : een open boek" van Jacob Bergsma en het voor velen zeer herkenbare "Ga toch fietsen! : de metamorfose van een dikke veertiger" van Thomas Braun.

Voorts "Schoon genoeg : hoe een stormachtig leven ineens tot stilstand kwam" van Thomas Dekker en "De Lance factor" van de onvermijdelijke Mart Smeets.
"De coup van Cruijff : hoe Johan de macht greep bij Ajax" van Menno de Galan is een van de vijf voetbalboeken. "Rinus Michels" van Bas Barkman, "Kappen" van Hugo Borst, "Johan Cruyff uitspraken" van Sytze de Boer en "Wandelen met Cruijff en andere bijzondere voetbalverhalen" van Michel van Egmond is de overige kwartet.

De vechtsporten zijn tweemaal genomineerd: "Ruska : triomf en tragiek van een judokampioen" van Wim Koesen en "Cor Eversteijn : bokser, herenkapper, 1949-1983" van Carel van Hees.
Het enige boek, wat zowel genomineerd is voor de Nico Scheepmaker Beker als voor het NUSportboek van het jaar is "De sportcanon" van Bart Jungmann.

Tot 4 mei kan er gestemd worden op www.nusport.nl/nusportboek/index.html. Zelf heb ik uiteraard ook mijn stem uitgebracht. Na lang wikken en wegen tussen "De sportcanon" van Bart Jungmann en "Joop Zoetemelk" van Jacob Bergsma viel mijn keuze op het boek over de grootste Nederlandse wielrenner.
Joop is net als mijn zoon Siebe lid van wielervereniging Swift.

Deze verkiezing herinnert me er wel aan, dat ik als beginnend auteur vergeten heb om mijn schaatsboek "Molen- en Merentocht" bij dit medium onder de aandacht te brengen. "Molen- en Merentocht" is voor het eerst uitgegeven in 2011, dus het had mee mogen dingen naar de prijzen.

Dit is meteen een wijze les. Ik moet dit kanaal ook gaan benutten om "De Elfsteden toch gereden" onder de aandacht te brengen.

Naast je schoenen lopen


Op uitnodiging van Andrea Landman deden we ook dit jaar weer mee met de Fit Your Body Run in Noordwijkerhout.

Op het terrein van de Sint-Bavo zou om kwart over 7 het startschot klinken. Eigenlijk net te vroeg. Thuis schrokte ik een stuk tortilla met spinazie naar binnen om meteen op de fiets naar Jos Drabbels te trappen. Met chauffeur Jaap de Gorter reden we naar Noordwijkerhout.
We schreven ons in, net als Robert Nozeman en Wil Verbeij. In de kleedkamer bleek, dat Wil iets essentiëels was vergeten: zijn hardloopschoenen.

Nu kun je in zo'n geval naast je schoenen gaan lopen, maar daar hou je vieze sokken aan over. Derhalve koos hij ervoor om op zijn Ecco's 5 km te lopen.
Uiteraard werden er allerlei grappen over gemaakt, maar beste mensen: dit kan de beste overkomen. In een van de eerste jaren, dat ik bij de IJVL meedeed aan de droogtraining, kwam ik er bij "De Bult" achter, dat ik op die mooie zomeravond alleen mijn sandalen bij me had. Mijn trainingsprogramma bestond die avond voor een flink deel in het heen en weer fietsen tussen de kleedkamers van Swift en mijn eigen huis.
En wat te denken van Douwe Kinkel, die dacht zonder schaatsen de Alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee te kunnen rijden.

Op deze vrij frisse aprilavond met prachtig loopweer maakte ik een klassieke fout. Robert Nozeman is een betere loper dan ik. Met Jaap en Jos liep ik in een groepje van een man of 8 het eerste rondje. Op 10 seconden achterstand kwamen Jaap en ik met 11.20 als tussentijd over 2,5 km over de meet.


Het tweede rondje ging in 11.40, zodat we de 5 km in 23 minuten hadden volbracht. Tijdens deze ronde was er eindelijk erkenning voor mijn Elfstedenmaat en mij. Een vrouw moedigde ons aan met: "Zet hem op, heren!"



Aan het eind van de derde ronde ging Jaap versnellen. Ik moest passen. De naweeën van de halve marathon afgelopen zondag in combinatie met de tortilla, die vrij zwaar op de maag lag. Bovendien was er bij deze loop één minpunt: er was geen drinkpost.
Jaap liep langzaam maar zeker steeds verder van mij weg. Hij zal het jammer gevonden hebben, dat Jos Fugers op het laatste moment afgezegd had, omdat hij voor de tweede keer grootvader was geworden. Jos en Marjo, van harte gefeliciteerd met Fabe!
De derde ronde ging in 12 minuten, dus na 35 minuten begon ik aan mijn slotronde. Deze ging in 13 minuten. Op zich is 48 minuten op de 10 km 2 dagen na een halve marathon geen slechte tijd, maar het verval is veel te groot geweest. Er is voor mij geen enkele reden om naast mijn schoenen te gaan lopen.
Na deze gezellige loop vertrokken we naar Hen van den Haak, waar we keken naar de spectaculaire halve finale tussen Barcelona en Chelsea, met de Londenaren als verrassende winnaar.
Al met al hadden we een gezellige avond gehad, maar dat kon je al op je klompen aanvoelen.

dinsdag 24 april 2012

Vallen

Het zal niemand zijn ontgaan, dat het kabinet Rutte gisteren formeel is gevallen.

In dit jaar ben ik 2 keer over de Afsluitdijk gereden. Heen en terug naar Boksum voor het rijden van de Elfstedentocht van 11 februari.

Zelf ben ik tijdens deze Tocht der Tochten 1 keer gevallen. Dat kan gebeuren op een tocht van 200 km op natuurijs.

Het wordt iets heel anders bij wedstrijden. Bij het wielrennen zie je regelmatig valpartijen. De ongelukkigen komen vaak gehavend uit de strijd.
Ook bij schaatswedstrijden komen valpartijen voor, vooral bij de kortere afstanden, als iedereen op topsnelheid rijdt en de minste verstoring van de balans het einde van de wedstrijd betekent. Als het gaat om honderdsten van seconden, dan is de 10 seconden, die je verliest natuurlijk meteen funest.

Wat dat aangaat reed er in het verleden een topschaatser rond, die zijn naam niet mee had: Dan Immerfall....

zondag 22 april 2012

"Ben je weer aan het sleuren, Bert?"


Mijn snelste halve marathon loop ik meestal bij de Omloop van Noordwijkerhout, de slotloop van het Zorg & Zekerheid-circuit. Om half 10 zat ik in sportkleding met Ada te ontbijten, waarna ik op de fiets sprong om me nog op tijd in te kunnen schrijven. Ik reed via Rijnsburg naar Voorhout om vandaar langs de Leidse Vaart naar "De Schelft" te fietsen. Het was half bewolkt en er stond een flinke zuidwesten wind. De teller kwam vaak boven de 30 km, hetgeen voor een hybride fiets met fietstassen beslist niet onaardig is.
Om 20 voor 11 had ik startnummer 1749 en sloot ik aan in de lange rij voor de toiletten. Al wachtend speldde ik mijn startnummer op. Na een banaan gegeten te hebben in kleedkamer 4 wandelde ik naar het startvak. Onderweg hier naar toe kwam ik Mart Moraal tegen, die de 10 km zou gaan lopen. Ook IJVL-lid Walter Boon en Rob van Bladel waren van de partij.
In het startvak vroeg iemand, die ook de halve marathon zou gaan lopen, hoe hij aan mijn boek kon komen met de toertochttips. Als het goed is, is "Molen- en Merentocht" nog voorradig in de winkel van Ooms Sport in de Leidse IJshal.

Daar ik vrijwel achteraan in het startvak stond, duurde het een halve minuut voor ik de startlijn gepasseerd was. In het begin was het lastig om in te halen, maar na 1 km begon het bont gekleurde peloton was langgerekter en minder breed te worden. De inhaalrace kon beginnen.
Aan de voet van de duinen hadden we de wind tegen. De lange steile klim na 4 km was de afsluiting van het eerste stuk tegenwind. In de duinen zouden we voornamelijk de wind in de rug hebben. De eerste 5 km ging in 24.10. Op het slingerend fietspad in de duinen hopte ik van groepje naar groepje. De zon ging schijnen en het was aangenaam loopweer.
De tweede en derde 5 km gingen beide in 23.40, zodat ik in een behoorlijk vlak schema op 1.11.30 uit zou komen. Normaal gesproken ga je met zo'n tussentijd op weg naar 1.40, maar ik wist, dat we langs de Leidse Vaart 4 km lang de harde wind pal tegen zouden krijgen.

Met een vrouw in mijn kielzog liep ik langs de kleurige en soms geurige bloembedden in een strak tempo naar de drinkpost op 18 km.

Ik dronk hier een beker water, terwijl Anoek Admiraal, die bij de Dames Senioren tweede zou worden, door liep. Het gat van een meter of 30 kreeg ik niet dicht gelopen. Zelf werd ik bijgehaald door een groep van 5 lopers, die mij het kopwerk lieten doen op weg naar de 20 km.
Mart Moraal kwam me net tegemoet gereden op zijn racefiets en vroeg: "Ben je weer aan het sleuren, Bert?" Ik kon dat beamen. Bij het bord van de laatste kilometer werd ik bedankt voor de bewezen diensten en het vijftal, wat ik tegen de wind in op sleeptouw had genomen, ging versnellen.
Deze versnelling had ik echter niet in huis, dus ik moest passen. Langzaam maar zeker verwijderden zij zich steeds meer van me. De finishlijn kwam in zicht en deze werd door mij gepasseerd in 1.42.35, wat een nettotijd van 1.42.03 opleverde. Hiermee zou ik 109e worden.
Vorig jaar was die 1.42.03 trouwens mijn brutotijd. Daarmee vergeleken ben ik achteruit gegaan, maar de wind was toch duidelijk van invloed op de eindtijd. Ik kon niet harder en ben dus tevreden met deze tijd.
Onderweg naar huis fietste ik even langs bij mijn oudste broer Kees, met wie ik gegeten en gesproken heb. Halverwege de maaltijd ging de telefoon. Zijn in Amerika woonachtige zoon belde. Ik sprak ook even met Peter.

Om half 3 pakte ik de fiets weer en trapte langs de mooie bloemenweelde bij Voorhout naar Leiden terug. In deze tijd van het jaar is de Bollenstreek op zijn mooist met zijn velden vol bloemen.

zaterdag 21 april 2012

Bloemencorso


Een van de merkwaardigheden in het menselijke leven is, dat we naar heinde en verre afreizen voor het aanschouwen van bijzondere bezienswaardigheden, terwijl we dezelfde bezienswaardigheden vlak bij huis links laten liggen. Zo was ik nog maar 2 keer in mijn leven naar de bloemencorso wezen kijken, terwijl ik ook nog maar een paar keer naar de Keukenhof ben geweest.
Mijn eerste corso was in mijn kinderjaren, toen ik op de fiets van Nieuw-Vennep naar Hillegom was gereden. De tweede keer was een paar jaar geleden, toen ik met Ada uit Haarlem kwam fietsen, waarbij we in Hillegom letterlijk op de bloemencorso stuitten. En eerlijk is eerlijk: we vonden het best mooi.
Sinds december hebben we een Spaanse schone in huis.

Ana is geboren en getogen in de bergen van Asturias, dus voor haar was het bezoeken van de bloemencorso iets om naar uit te kijken. Na met Ada boodschappen gedaan te hebben op de Leidse zaterdagmarkt, fietsten Ana en Siebe door naar Voorhout. Hier had ik met hen afgesproken bij de KTS.

Om kwart over 11 kwam onder een grauwe lucht de kleurrijke corso langsgereden. Ana keek haar ogen uit. Er werden foto's gemaakt en filmpjes geschoten van de vele praalwagens. Zo kan de familie in Spanje meegenieten van deze bloemenweelde.

Na de corso fietsten Siebe en Ana naar de bollenvelden bij Noordwijk, waar Ana de schoonheid van de Bollenstreek leerde kennen. Ik reed naar de andere kant van Voorhout om te kijken of mijn oude schoovriend Wim Beenakker thuis was. Ik had geluk. Zodoende kon ik bij een kop thee weer eens bijkletsen met Wim en Joke. We zien elkaar niet veel, maar als we elkaar zien is het altijd meteen weer goed: het kenmerk van een goede vriendschap.

Noche

Noche. Het Spaanse woord voor nacht. Gisterenavond gingen Ada en ik naar de Remonstrantse kerk in Haarlem, waar een uitvoering was van door Cees Thissen op muziek gezette sonnetten van Pablo Neruda. Het betrof de sonnettencyclus "Noche", die deze Chileense dichter opdroeg aan zijn vrouw Matilde.

Om half 7 zaten we op de fiets naar Leiden Centraal, waar we de trein naar Haarlem namen. Zodoende misten we de 37e Singelloop.

In de Spaarnestad wandelden we door de mooie binnenstad naar de Remonstrantse kerk, waar we een plekje vrij hielden voor Tim de Beer. In de uitverkochte kerk luisterden we om kwart over 8 naar de aankondiging, gevolgd door een fantastisch optreden van het Pablo Neruda koor, waarin Nel en Bas Warnink zongen.
Het was voluit genieten van de mooie muziek. Vooral de instrumentele bezetting was verrassend. Waar normaliter een orkest het koor begeleidt, was er nu een kwintet. Deze muzikanten bespeelden stuk voor stuk diverse instrumenten. Alleen de violist hield het bij zijn viool. Behalve de Spaanse en de basgitaar waren er een orgel, een trom, een accordeon en diverse fluiten. Deze muzikale ondersteuning gaf de muziek een authentieke Zuidamerikaanse klankkleur.

Winanda van Vliet zong met heldere stem de Spaanse teksten, terwijl een paar keer een verteller wat achtergrondverhalen over Noche te berde bracht.

Als klap op de vuurpijl was er een heuse tango, die de Latijns-Amerikaanse sfeer vervolmaakte. Het koor zong zonder pauze anderhalf uur vol. Het verveelde geen moment.
Cees Thissen, onze muziekdocent in een grijs verleden, of kan ik beter zeggen langharig verleden, want koorlid John van der Putten streed destijds met mij om de titel van student met het langste haar op Pedagogische Academie "De la Salle", had zijn beste werk tot nu toe afgeleverd. Ik heb alle koorprojecten van Stichting Pablo Neruda gehoord, en hoe goed de andere werken ook waren, "Noche" stak er toch duidelijk boven uit.
Tim en ik spraken uiteraard met deze componist en dirigent, waarbij we ook nog even herinneringen ophaalden aan de Equipe Liturgique, het muzikale hoogtepunt in de toch al zeer creatieve opleiding, die de toenmalige Pedagogische Academie destijds was.
Als afsluiting van dit prachtige concert had ik wel meteen een idee voor Ada`s verjaardag. Ik bestelde een cd van Noche. Deze zilveren schijf wordt momenteel afgemonteerd en bevat de concertregistratie van het optreden in de Dominicuskerk in Amsterdam.
Daar wij de avond gezellig wilden besluiten, staken we de Wilhelminaweg over om in de Jopenkerk een Jopenbier te gaan drinken.

Het was hier zo druk, dat we een pizzeria opzochten voor een afzakkertje. Drie serveersters kwamen ons los van elkaar zeggen, dat we iets konden bestellen voor de laatste ronde. In onze jeugdjaren hadden we dat inderdaad drie keer gedaan, maar we worden toch een stukje bedaagder.
Terwijl Tim op de fiets naar huis reed, brachten Bas en Nel ons naar station Heemstede, waar we vrijwel meteen in de trein naar Leiden konden stappen. Zo waren we net na het begin van de nacht weer in de Sleutelstad, waar ik tegen Ada kon zeggen: "Buenos noche".

donderdag 19 april 2012

Mama Tandoori

Ieder jaar ga ik naar Manuscripta. Daar ik domeinspecialist Collectie ben bij de bibliotheek in Katwijk wil ik me graag op de hoogte houden van de trends in het komende jaar op het gebied van het boekenvak.
Groot voordeel hierbij is, dat je nog al eens een gratis proefexemplaar kunt scoren van deze of gene schrijver. Een paar jaar geleden kwam ik thuis met "Mama Tandoori" van de toen nog onbekende Ernest van der Kwast.

Gisterenavond gingen we met het hele gezin een avondje uit. Ada was begin deze maand 25 jaar werkzaam in het onderwijs. De vele uren, die zij bezig was met de heropvoeding van haar liefhebbende echtgenote zijn hierbij niet meegerekend.
Het leek Ada leuk om met zijn allen naar de toneelvoorstelling van "Mama Tandoori" in de Leidse Schouwburg te gaan. We konden allemaal, behalve Ike, die al een afspraak had staan, die niet te verzetten was.
Maar zij was er wel bij, toen wij vooraf in een Tandoori-restaurant gingen eten. Daarbij ontbrak Siebe, omdat hij al toegezegd had naar een lezing te gaan over de geologie van de Pyreneeën, een gebied, dat hij al redelijk kende doordat hij een jaar in een dal vlak boven Pamplona had gewoond, toen hij voor Reino de Navarra-Telcom als wielrenner actief was.
De lezing werd in Den Haag gegeven pal naast de Turkse ambassade. Het was er vergeven van de bewaking vanwege het staatsbezoek van de Turkse president Gül.

Wij aten in Tandoori-restaurant "Everest" aan het Noordeinde in Leiden. We gingen er uiteraard op de fiets heen. We hebben heerlijk gegeten. De sfeer in het restaurant was heel gemoedelijk. Op de achtergrond klonk de rustgevende muziek van dit subcontinent.

De bediening was goed en met een kokosnootijsje achter de kiezen fietsten we naar de Leidse Schouwburg, waar we in een voor driekwart gevulde zaal genoten van de toneeluitvoering van "Mama Tandoori". Af en toe moesten we schateren van het lachen. Vooral het gedeelte van Mama Tandoori, die als ouder op de atletiekbaan haar kind tot grote hoogte wenst te stuwen. Zeer herkenbaar. Bij iedere sport kom je zulke ouders tegen. Zeer vermakelijk, maar wel wrange humor. Maar ja, er is nu eenmaal geen schoner vermaak dan leedvermaak.
Het was al met al een leuke avond geweest. Ik kan iedereen aanraden om naar dit toneelstuk te gaan kijken.
Vanmorgen heb ik een stuk hard gelopen. Normaal gesproken ga je na een bezoek aan de Mount Everest harder lopen, doordat je meer rode bloedlichaampjes aanmaakt op deze 8848 meter hoge berg. Ik merkte na mijn vezoek aan de "Everest" echter geen verschil.
Eerst liep ik een rondje Stevenshof van ruim 6,5 km, waarna ik nog even naar het postkantoor ging rennen.

Ik moest een exemplaar van "De Elfsteden toch gereden" opsturen naar Boksum om Liesbeth Woudstra en Edzer Kramer te bedanken voor de gastvrijheid in februari. Tevens reserveerde ik een plekje in de bedstee in Boksum voor de volgende Tocht der Tochten.
Op de terugweg haalde ik nog brood, bananen en aardbeien. Thuis gekomen had ik exact 8848 meter afgelegd. Precies de hoogde van de Everest!

dinsdag 17 april 2012

Predrooghersteltraining

Op weg naar huis kon ik mijn regenbroek aantrekken. Het regende behoorlijk hard en er stond een pittige tegenwind. Overdag had het ook al afmeldingen geregend voor de predrooghersteltraining van vanavond. Onder het eten van de rijst met kip en gemengde groente ging de telefoon. Ook Jos Drabbels meldde zich af.
Zodoende vertrokken Wil Verbeij en ik om kwart voor 8 voor een loopje van 7 km. Het tempo lag voor een hersteltraining behoorlijk hoog, maar ik kon het prima bijhouden. We hadden tijd om even bij te praten op ons loopje dwars door de Stevenshof en Noord-Hofland.
Om half 9 zat de predrooghersteltraining erop en konden we bij mij thuis koffie en thee drinken met Ada, Siebe en Ana.

maandag 16 april 2012

Een mens lijdt dikwijls het meest door het lijden dat hij vreest

Een mens lijdt dikwijls het meest
door het lijden dat hij vreest
doch dat nooit op komt dagen.
Zo heeft hij meer te dragen
dan God te dragen geeft.

Dit alom bekende gedicht, waarvan niet bekend is, wie de dichter van deze zinnen is, is vaak van toepassing. Dit gedicht speelde vandaag door mijn hoofd, toen ik op bezoek ging bij mijn trainingsmaat Arthur van Winsen. Bij de controle 4 weken geleden constateerde mijn tandarts 2 gaatjes in hoektanden, waarbij hij bang was, dat hij bij één ervan met zijn boor niet bij zou kunnen. Dat zou in dat geval dus trekken worden. Geen prettig vooruitzicht, daar ik uit ervaring weet, dat de wortels van mijn kiezen zijn voorzien van weerhaken.
Ik bereidde me er dus op voor, dat ik met een hoektand minder naar Katwijk zou moeten fietsen. Nu komt een extractie natuurlijk nooit goed uit, maar nu helemaal niet, daar de audit van de certificering uitgesteld was naar morgen.
Maar ziedaar: alles zat vandaag mee. Het begon ermee, dat ik een pak slagroom terug bracht naar 's lands grootste grutter. Ondanks dat ik geen bonnetje meer had, was de schimmel imposant genoeg om mijn geld terug te krijgen. Bovendien kreeg ik een bos tulpen mee.
Maar de grootste meevaller kwam toch bij de behandeling van de hoektanden. Tegen de verwachting in, kon Arthur er gewoon bij. Een half uur later zaten de twee vullingen er goed in en kon ik het meegebrachte exemplaar van "De Elfsteden toch gereden" signeren.

De afgelopen weken heb ik een gratis mentale training gehad. Ik had me druk gemaakt voor niets. Een klassiek voorbeeld van een mens lijdt dikwijls het meest door het lijden dat hij vreest.

zondag 15 april 2012

Driekwart

Het was een koude morgen. Vooral de noordwesten wind zorgde er voor, dat het niet behaaglijk aanvoelde. Nog minder behaaglijk was het op de Titanic, die vandaag precies een eeuw geleden zonk na geramd te zijn door een ijsberg.

Om half 8 trok ik de huisdeur achter dicht. Op de fiets naar Hans Boers over de Velostrada dacht ik eraan, dat deze dag volledig in het teken zou staan van driekwart. Samen met Hans zou ik driekwart marathon gaan lopen in Rotterdam, terwijl het vandaag driekwart eeuw geleden was, dat mijn ouders met elkaar in het huwelijk zijn getreden.

Een vruchtbaar en rijk gezegend huwelijk trouwens.

Ook in de muziek is driekwart trouwens een veel voorkomend verschijnsel: een driekwartsnoot of een driekwartsmaat.

Om 8 uur was ik bij Hans, waar ik een kop thee dronk voor we naar station Voorburg-Leidschendam reden voor de Randstadrail naar Rotterdam Centraal. Ietsje later dan gepland maar nog ruimschoots op tijd waren we op de afgesproken plek, waar de afspraken tussen de lopers van de twee teams van GBA-Accountants gemaakt werden.

Daarna konden Hans en ik de bus nemen naar het wisselvak op 10 km.
Tot half 11, het moment, dat het startschot gelost werd op de Coolsingel, bleven we in de bus zitten, waar het toch prettiger vertoeven was dan in de koude aprilwind. We kuierden rustig naar het wisselvak, waar we een kopgroep van een stuk of 12 Kenianen na 29 minuten langs zagen flitsen. Wat een tempo! Het gat met de achtervolgende groep was na 10 km al een volle minuut.
We moesten wel lachen toen er vlak voor onze neus een motorrijder kwam staan met voorop de motor een bord met "Eerste dame". Dit ontlokte aan een toeschouwer in onvervalst Rotterdams de opmerking: "Voor een dame heeft ze wel een erg volle baard!" In het wisselvak kwam ik mijn zus Tineke en mijn zwager Johan tegen, met wie we even kletsten. Niet al te lang, want Nico Groenewegen kwam al na 55 minuten het wisselvak binnen gestormd. Zo vertrok ik naar het lange, brede en bontgekleurde lint van renners. De meeste lopers, waar ik nu mee opliep, koersten af op een tijd van 3 uur 30. Je wordt opgenomen in de meute en gaat dan mee met deze snelheid. Hoewel ik me nog zo had voorgenomen om niet te snel te beginnen, liep ik de 10 km in 47 minuten. En dat, terwijl we zeker 5 kilometer tegen de harde wind op moesten boksen. Maar dat is het voordeel van een drukke marathon: je hebt door de vele voorgangers veel minder last van de wind. Ik overhandigde het lint aan de volgende GBA-loper en moest toen 5 minuten wachten, voor Hans ook in het wisselvak was. Maar daar ben ik ook goed in getraind: wachten op Hans. Samen namen we een korte eet- drink- en plaspauze voor we het startvak verlieten. We liepen nu met een grote groep, die op weg was naar een tijd van ongeveer 4 uur. Ik was fitter dan mijn trainingsmaat, daar ik de laatste weken veel duurwerk heb gedaan. Zodoende nam ik Hans op sleeptouw. Over de Erasmusbrug passeerden we de Maas, waarna we richting Kralingen liepen. Hans had last van een spier in zijn bovenbeen, dus bij elke drinkpost masseerde ik die onwillige spier even. Zo gingen we hortend en stotend naar het wisselvak op 33 km. Onderweg daar naartoe kondigde Hans aan, dat hij daar de bus terug naar het centrum van Rotterdam zou nemen, maar gelukkig bedacht hij zich. We namen wat meer pauzes en we wandelden af en toe een stukje, maar dat viel helemaal niet op: we waren bij het beruchte 35-kilometerpunt, waar de man met de hamer bij menigeen de illusie op een goede eindtijd aan diggelen sloeg. Voor ons was de tijd niet belangrijk: wij trainden "slechts" 32 km. Zo liepen we langs de boorden van de Kralingse Plas, waar in 1970 het roemruchte Holland Popfestival plaats gevonden had. Waar we het hele traject al aangemoedigd waren, heel wat beter dan bij het bioscooppubliek in Mokum, deze werd steeds frequenter en luidruchtiger naarmate we de Coolsingel naderden. Het 40-kilometerpunt passeerden we in 3.57, zodat we de 30 km, ondanks de vele pauzes, in 3 uur volbracht hadden. Aan de met dranghekken afgezette overkant van de rijbaan zagen we de nummer laatst lopen met een stuk of 6 bezemwagens achter zich aan. Hij had in 4 uur tijd 27 km gelopen. Gemiddeld nog geen 7 km per uur! We begonnen na nog wat rek- en strekwerk en een beker Extran aan de laatste 2 km. Wat een enorme hoeveelheid publiek stond hier! In een tijd van 4.14 en nog wat voltooiden wij onze driekwart marathon. We haalden bij Remon Lansbergen onze kleding op en wandelden naar Rotterdam Centraal, waar we zeer snel de Randstadrail terug hadden. Zodoende konden we bij Hans en Morena de ontknoping van de Amstel Gold Race op televisie zien. Voor ons was het zeer bekend terrein. Een paar jaar geleden hadden we met de droogtrainingsgroep de Mergellandroute gefietst. Deze sportdag was vermoeiend geweest, maar was wel volledig geslaagd en niet slecht voor driekwart.

Tussen de schuifdeuren

Na de liederen geoefend te hebben, die speciaal voor deze gelegenheid van een nieuwe tekst waren voorzien, begaven we ons vanaf het huis van Jos Drabbels met een kwartet fietsen en een tandem naar de kersverse Sarah.

Jaap en Juul hadden tot vanochtend aan te teksten lopen schaven, maar toen hadden we ook wat. Om een uur of 6 was het moment daar, dat het IJVL-koor na het overweldigende optreden voor Abrahans nu voor een tweede keer aan mocht treden. In het jaren '30 huis was de serenade precies tussen de voor- en de achterkamer: letterlijk tussen de schuifdeuren!

Het eerste lied is bekend geworden in de uitvoering van Herman van Veen, maar onze vertolking mocht er ook zijn!
Opzij, opzij, opzij
Maak plaats, maak plaats, maak plaats
Andrea heeft ongelofelijke haast
Opzij, opzij, opzij
Want zij is haast te laat
Ze heeft maar een paar minuten tijd
Want zij moet rennen, surfen, schaatsen, lezen, werken
En naar Aikido
Zij kan hier nu niet blijven
Zij kan hier nu niet langer blijven staan

Een andere keer misschien
Dan blijft ze even hangen
En een biertje drinken als het moet
Wat over schaatsen , fietsen
En de ijsclub praten
Nou dag, tot ziens, adieu, het ga je goed

Andrea moet rennen, surfen, schaatsen, lezen, werken
En naar Aikido
Zij kan hier nu niet blijven
Zij kan hier nu niet langer blijven staan
Een andere keer misschien


Leonard Cohen zong het origineel, maar Herman van Veen kwam in de jaren '60 de Nederlandse vertaling, maar die van Jaap en Juul is toch echt veel beter.
Andrea neemt je mee
Op een tocht door de Ardennen
Zij rijdt weer als een speer
Maar jij laat je niet kennen

Want je wilt wel met haar meegaan
Samen naar de hoogste top
En net als je weer bij bent
Dan gooit zij er nog een schepje bovenop

Andrea neemt je mee
Op een plank op het water
Zij zeilt uren achtereen
En denkt nooit aan later

En je wilt wel met haar surfen
Op de hoogste golven mee
Maar net als je op die plank staat
Dan ga jij weer kopje onder in de zee

Andrea neemt je mee
Op een schaatstocht langs 11-steden
Er wordt veel gekluund
Gevallen en geleden

En je wilt wel met haar meegaan
want Andrea is topfit
En als zij dan steeds de kop neemt
Wordt die 11-stedentocht nog best een leuke rit


We sloten af met een kraker van Toon Hermans. Het publiek zong het uit volle borst mee.
Paul waar zijn mijn schaatsen?
Paul waar is mijn muts?
Waar zijn mijn schaatsen gebleven
Ik moet ze hebben nu ik naar de ijsbaan ga
Ik zag ze net nog liggen in de la, la lalalala

Na dit muzikale hoogtepunt was het moment daar, om de cadeaus aan de 50-jarige Andrea te overhandigen. Jos Drabbels had een prachtig fotoboek met veel sportfoto's van het feestvarken samengesteld. Zelf bleef ik uiteraard niet achter.
Toen ik eind februari vernam, dat Andrea er bijna een halve eeuw op deze aardbol op had zitten, stond mijn persoonlijke verjaarscadeau vast.
De Elfstedentocht van 11 februari zou in boekvorm verschijnen en nu was het moment, dat Andrea het eerste exemplaar in ontvangst mocht nemen.

De aanwezige schaatsers, die eveneens op eigen houtje de Tocht der Tochten hadden gereden, kregen eveneens een exemplaar van "De Elfsteden toch gereden".
De rest van de avond was goed verzorgd en reuze gezellig. Er was een warm buffet en met diverse IJVL-leden kon ik even bijpraten, zoals met Frank Damen en Kees Olsthoorn, met wie ik op de Langeraarse Plassen had geschaatst. Verder zag ik Fré Kreuger voor het eerst sinds Nieuwjaarsdag weer.
Aan het eind van de festiviteiten kwam Morena nog even met de Spaanse voornamen van de aanwezigen. Voor de een week het wat meer af van de Nederlandse voornaam dan de andere. De voornaam van Hans is op de Dominicaanse Republiek gewoon Juan.

Om half 11 verlieten we Paul en Andrea, daar ik de volgende ochtend om 8 uur bij Juan Boers moest zijn om op tijd te zijn voor driekwart marathon in Rotterdam.

vrijdag 13 april 2012

Vrijdagmiddagtraining

Vrijdag de 13e. Volgens veel mensen een ongeluksdag. In ieder geval wordt in het Catshuis een poging gedaan hier een extra dimensie aan toe te voegen.

Zelf benutte ik deze dag voor een extra trainingsrit. Vanaf de bibliotheek in Katwijk fietste ik in het zonnetje door de duinen, waar ik al heel wat kilometers heb hardgelopen, naar Wassenaar. Via de Klip en de Haagsche Schouw reed ik op huis aan.
In de wintermaanden is de vrijdagmiddag mijn vaste trainingsmiddag. Dan geef ik 2 uur achtereen schaatsles in de Leidse IJshal. Eerst voor de buitenschoolse sport en aansluitend voor de IJVL.

Terwijl de kinderen inrijden, schaats ik een paar rondjes met Alexander Marselis, die les krijgt van Max Delfos. Dit is een vaste routine van zeker 10 jaar.

Een vaste waarde op vrijdagmiddag is Sjaak Hartman, de éminence grise van de IJVL. Deze groep is bij hem in goede handen.

De tweede groep werd getraind door Monica van Rijn en Bert de Boer, die afwezig was op de dag, dat de foto's gemaakt werden.

Zelf heb ik inmiddels al 20 jaar de beginnersgroep.

En zoals u kunt zien, en dat kan ook niet anders met mijn trainingsmethodiek, is dit de meest serieuze groep.