zondag 10 april 2011

Henk Hakker memorial

Om kwart voor 10 zat ik op de fiets naar het clubgebouw van de Leidse Road Runners Club, alwaar ik me inschreef voor de 30 kilometer van de Henk Hakker memorial. In de kleedkamer kwam ik IJVL-lid Fons Delforterie tegen, die ook met de winterbiatlon had meegedaan. Onder de deelnemers een een van de 6 afstanden, die om half 11 weggeschoten zouden worden was ook ex-wethouder Sport, Marc Witteman.
Voor het startschot klonk werd een minuut stilte gehouden ter nagedachtenis van de 7 doden bij de schietpartij in Alphen aan den Rijn gisterenmiddag. Sport is inderdaad niet meer dan een bijzaak in het leven.
Met dat besef begonnen we te lopen. Na een paar honderd meter was de eerste splitsing in de 6 afstanden er al.

Wij liepen in de zonneschijn langs de Korte Vliet aan de Voorschotense kant om via de Leidse kant weer terug te keren. Achter de voetbalvelden langs ging het parcours naar de Lammebrug. De 10 kilometerloper, met wie ik gelijk opliep, liet ik hier achter en in mijn eentje rende ik langs de Vliet naar de eerste drinkpost bij de Vlietlanden. Een meter of 200 voor me liep een klein groepje, een paar honderd meter achter me ook.
Het werd steeds warmer, dus ik nam 2 bekers vocht en een stuk banaan tot me. In mijn eigen tempo ging ik solo door over de fietspaden in de Vlietlanden, die ik met Hans Boers samen al zo vaak belopen had. Hans was op dat moment in Rotterdam, waar hij met mensen van zijn bedrijf met zijn vieren ieder een kwart marathon liep.
Bij de Kniplaan aangekomen zag ik Bernard Kleikamp, met wie ik voor de start een tijdje gepraat had, het verkeer regelen. Zo liep ik langs de Vogelplas, in heel andere weersomstandigheden dan in december.

Bij het 14 kilometerpunt werd ik bijgehaald door Marcel van Iterson, met wie ik de rest van de Henk Hakker memorial op zou lopen. In Leidschendam was de volgende drinkpost, waar we onze energiegel en een paar bekers vocht tot ons namen.
Lands de Vliet kregen we nu wind tegen. Dat vonden we op deze warme aprildag helemaal niet vervelend.

Zo kregen we, doordat de wind over het nog koude water woei, toch nog wat verkoeling. De tijden leden er niet echt onder. Marcel had een klokje, dat telkens de kilometertijd aangaf. Met de wind in de rug lagen de tijden op ongeveer 5 minuut 10 per kilometer, met de wind tegen meestal even boven de 5.20.
Het verval was dus minimaal.
Bij de eerste drinkpost, die nu de laatste was, namen we een tweede energiegel en begonnen aan het laatste stuk aan de oostzijde van de Vliet. We werden bijgehaald door een derde loper, die op het laatste stuk van 3 kilometer, die we ingingen met een tijd van 2.27, met 12.30 op de klok, ons toch moest laten gaan.

De laatste 100 meter kon Marcel nog sprinten, niet bepaald mijn specialiteit. Maar met een tijd van 2.41.26 was ik dik tevreden. Het was weliswaar een minuut of 7 langzamer dan 2 jaar geleden, maar toen was het vrijwel windstil en minder warm.
In een veld van 15 30-kilometerlopers werd ik 7e, dus keurig in de middenmoot.
Al met al lig ik redelijk goed op schema voor de marathon van Leiden.

Geen opmerkingen: